zondag 11 september 2016

Viano de Castello



Weer met een slappe noordenwind varen we naar Viano de Castello, de eerste haven in Portugal. We varen de riviermonding op om uit de wind het zeil te laten zakken. Begint het me toch te waaien, 25 knopen op de meter. De motor moet volle kracht om in de wind te blijven bij het strijken van de zeilen. Het haventje ligt achter een moderne draaibrug. De havenmeester laat op gezette tijden de boten naar binnen en die liggen dan met een hekanker aan de kade. Maar met deze harde wind van opzij mogen we aan de wachtsteiger blijven liggen, aanleggen in de haven zou een puinhoop worden. We, dat zijn John een Engelsman en een Fransman. Later komt er nog een Noorse 50 voeter bij, die met de ARC gaan oversteken. We spreken de Noren kort en spreken af de volgende keer een öl te drinken. John vaart alleen  en praat je de oren van het hoofd, een kenmerk van veel solozeilers. De volgende dag is er een andere Engelsman bij hem aan boord. Praat ie wat minder. Kan het niet helemaal plaatsen.



In de folders wordt Vianio een mekka van de moderne architectuur genoemd. Daar kijk je als Rotterdammer wel van op. Nou valt het wel mee, als je als Rotterdammer spreekt. De spoorbrug is een vroege Eiffel, niet zo mooi als die in Porto. Aan de kade staan vier witte kolossen. Om het stadje niet van de rivier te scheiden is de bibliotheek (het mooiste van de vier) boven de grond gebouwd, ik bedoel, nou kijk maar naar de foto. Het tweede gebouw bestaat uit twee gebouwen die met de smalle kant naar de rivier staan. Het laatste gebouw is een sporthal met glas rondom. De sportzaal ligt verdiept. Je kijkt dwars door het gebouw heen. Zo, nu hebt u uw portie architectuurbeschouwing weer gehad. Straks in Porto is er een Koolhaas, maak je borst maar nat.





Boven de stad staat een kerk waar je met een kabeltrein naar toe kunt. Zogedaan. Volgens National Geografic  het op twee na mooiste uitzicht van de wereld. Je ziet de zee, de stad en het land, daarom is dat zo. Nou, dat klopt wel. Via trappen lopen we terug naar beneden. Dat zit ons nog dagen in de benen. Andere spieren, zou Wim zeggen.





De wachtsteiger is ook het middelpunt van het Wereldkampioenschap Robotzeilen. Dat zijn geen robots in zestienkwadraten, maar kleine bootjes zoals je ze wel eens in het park ziet. De bootjes zeilen zelf en ze moeten opdrachten uitvoeren. Bijvoorbeeld obstakels ontwijken, 1 minuut op een bepaalde plek blijven liggen of een parcours afleggen. Er is een zaaltje vol met nerds achter laptops. Als je binnenloopt leggen ze je alles uit. Er zijn teams uit de hele wereld. De Fransen van de Ensta winnen dik bij de grote boten en het Engelse team uit Southhampton wint bij de mini’s.







We eten dourade en steak in een verbouwde Mercado. Het ziet er goed uit, het eten is ook goed, maar twee keer zo duur als we gewend zijn. Honderd Euro’s voor port, wijn, brood, drie hoofdgerechten en koffie na. Normaal zijn we zo’n vijftig Euro’s kwijt met z’n drieen. De eigenaar bedient ons. Hij heeft eens een vriendin in Rotterdam gehad. Hoe heette ze? Sonja. Mijn moeder heette ook Sonja. Ze heeft me nooit verteld wie mijn vader was.. Pappa! .. Nee, zeg maar niets, de man zou het verkeerd op kunnen vatten.  Mijn humor is wel vaak grensoverschrijdend, maar niet altijd grensoverschrijdend.





We blijven nog een dag en vertrekken naar Póvoa de Varzim. Een haven, die de meeste boten overslaan, Porto ligt maar 20 mijl verder. Mensen, die er geweest zijn vinden het helemaal niks of juist een aanrader. Laten we dat zelf maar eens uitmaken. Er is in geval een metro naar Porto en het vliegveld is ook met de metro bereikbaar.  
Ik ben nog steeds verliefd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten