vrijdag 28 september 2012

Paradise Valley

Het uitstapje naar de watervallen is in het water gevallen. Vooral op de terugtocht regende het, de watervallen stonden droog. Andersom ware beter geweest. Maar we ontbeten in een Berber-restaurantje, liepen op de streekmarkt, zagen oases met dadelpalmen, proefden de honing en de arganolie. Onder de waterval stond wel water, een doofstomme oude man gebaarde iets van zwemmen en duiken. Ik dacht, dat hij bedoelt: je kan hier ook zwemmen. Maar even later trok hij zijn gewaad uit en klom naar boven. Hij sprong van grote hoogte (zoals in de film Simon). Dat kost je weer 20 dirham. Terug was de weg vol met grote keien en overspoelend water. Voor het passeren van een tegenligger is 1 cm afstand genoeg en als het met 30 km/h kan, dan kan het ook met 60 km/h. Verder vertrouw je op Allah.



Beneden in de marina was de wind tekeer gegaan. Althans, dat vertelden deze betrouwbare mensen ons.

We brachten de avond door met gesprekken over aanlijnen, wind om kapen, antibiotica, SSB-frequenties, afdingen, kinderen, schoolinspectie. We hoorden veel verstandige dingen. De voorraad bier en wijn uit Spanje op de Nederlandse schepen hier is sterk geslonken.

 
Als je binnenkomt met een Britse vlag en je boot staat daar niet geregistreerd, als de laatste aanloophaven die je opgeeft niet klopt en als de oude  boot vol staat met nieuwe apparatuur, dan gaat de politie goed zoeken. De bemanning van deze boot zit nu in de gevangenis en de boot valt langzaam uit elkaar.
Morgen steken we over naar Lanzarotte of Graciosa. Dat duurt drie dagen, daar liggen we voor anker in een baai. De volgende blog zal even op zich laten wachten. Tot dan, insallah.

woensdag 26 september 2012

Agadir


Eergister gebeurde er iets vreemds. De lucht betrok en er kwamen druppels. De druppels werden groter en begonnen te vallen. Opeens herkenden we wat er gebeurde: het regende!! Na zes weken onafgebroken zon. Lekker fris trouwens, regen. We gingen met twee rode paraplu’s Agadir in. Als Jip en Janneke stapten we dapper voort. Het duurde een hele tijd voor we nog een paraplu zagen. Wel keken veel mensen ons aan, alsof ze dachten: ’Ik heb ergens ook nog zo’n ding liggen. Toch eens opzoeken, want in december is er ook vaak een keer regen……..’ Ik had het kleine rode parapluutje en liep er beetje verwijfd bij. Ik heb dan ook nog een flikkerig loopje (volgens iemand hier aan boord), dus op de terugweg ben ik stoer zonder paraplu gaan lopen.
Overigens, heeft men  ons verteld, dat homoseksualiteit hier niet voor komt. Er zit zeker iets in de couscous. Ik hou niet van couscous, maar misschien het toch maar vaker eten om van dat loopje af te komen.

Het Vogelpark, als je de man 5 driham geeft, rammen twee bokken met de koppen op elkaar. Daar krijgen ze dan wat lekkers voor, dus ze staan te dringen om aan de beurt te komen
                                         
Van het Engelse stel Peter en Christine, die bij ons een pilsje kwamen drinken in Mohammedia, hoorden we dat ze van Pieter en Sabine (volgens Christine: ‘such a  lovely dutch couple”, probeer dat maar eens te evenaren) gehoord hadden dat je niet naar Al Jadida moest gaan (don’t go there). Pieter en Sabine kwamen hier in Agadir bij ons een pilsje drinken en vertelden de horror story zelf. Drie uur op een warm kantoor zitten met een baby, het dreigement dat de boot compleet overhoop gehaald zou worden als ze niet betaalden. Karkassen van haaien met embryo’s dreven in de haven, vaten met afgewerkte olie werden naast hen  leeg gegoten (don’t make photo’s, bad for tourism!).  Dus:  Don’t go there!

Dan is Agadir een ander verhaal. In 1960 zijn hier 18000 bewoners omgekomen door een aardbeving. Alles verwoest. Binnen de muur van de oude kasbah boven op de berg lag alles in puin. Men heeft ongebluste kalk en DDT op de lijken gegooid en alles met stenen afgedekt. We gingen met een oude taxi naar boven. Boven de poort staat in  het Arabisch en Nederlands: Vreest God en Eert den Koning. Binnen de muren voelde het, alsof er nog geesten ronddwaalden. Ik fotografeerde een slapend kameel, Rommy kocht een holle amethist-steen en we stapten weer in de taxi. Terwijl we naar beneden rammelden, bespraken we de huizenprijzen in Agadir. We kwamen samen met de taxichauffeur tot de conclusie dat we wintermaanden in Agadir moeten gaan wonen. Een moderne stad, prachtig strand, veel bezienswaardigheden in de buurt en vriendelijke mensen, die goed Frans spreken. En je kunt er in korte broek lopen en overal Heineken drinken.
Boven de oude kasbah, beneden de marina, op de berg staat Allah, Koning, Vaderland (s'nachts verlicht)
 
                                              Mochten jullie denken, dat we het makkelijk hebben: het valt heus niet mee, om het scherm te lezen in de zon aan de rand van het zwembad

Er komt nog een front over en daarachter zit drie dagen Noordenwind, ideaal om over te steken naar de Canaries. Vanmiddag ergens een metalen plaatje vinden om een bankje voor de dinghy te maken, Morgenvroeg  met een minibusje naar Paradise Valley.

 

zondag 23 september 2012

van Essaouira naar Agadir


Van Essaouira naar Agadir

Eén landvast heeft in Essaouira in het water van de haven gehangen. Onderweg proberen we de laag bruine emulsie van olie en vis er af te krijgen, maar in Agadir staat er nog steeds een puts met stinkend touw in de kuip. De volgende ochtend zien we aan de putsen met touw naast de boot wie in Essaouira is geweest.
 

Het is 77 zeemijl, we vertrekken bij zonsopgang en houden een vaart van 6 Knots aan om nog bij licht in Agadir aan te komen. In het begin varen we door mistbanken, je moet dan goed uitkijken voor de kleine vissersbootjes. Met zo’n 40 m zicht kan je op tijd uitwijken, maar je moet wel blijven kijken.

We gaan rond Cap Rihr (het Hoek van Holland van Marokko) en krijgen een stevige wind van achteren. Met de genua maken we 6.5 Knots. De mist waait tegen de bergen aan en vormt een dichte grijze band. Het lijkt alsof iemand met een verfroller een horizontale streep door het landschap heeft getrokken. Later valt de wind weg en moteren we de laatste uren richting Agadir.

Bij Agadir vaar je eerst voor de ingang van een grote commerciële haven en een visserijhavenlangs om bij de Marina te komen. Als we de eerste pier  van de grote havens naderen valt een deken van mist over ons heen, we zien amper 25 m. Af en toe zien we pier als de mist iets dunner wordt. We roepen port control op om te vragen of we veilig voor de havens langs kunnen varen. Geen antwoord.

Als we vlak bij de ingang zijn wijkt de mist en kunnen de haven inkijken, er komt één schip naar buiten, verder niks. Een schip zonder AIS.

Na de stank en herrie is Agadir een verademing. Een behulpzame havenmeester, prachtige steigers, douches, en rondom de haven restaurants en modewinkels (Zara). De afwikkeling van de formaliteiten duurt wat langer, omdat we de nationaliteitsverklaring meegeven, waar het kadaster een typefout in heeft gemaakt. De baas van de Police komt later nog persoonlijk langs om alles uit te zoeken. Hij raad ons aan dat document nooit meer te tonen.  De meetbrief, de paspoorten en soms de boot-verzekeringspolis is alles wat je nodig hebt. Dat we naast de handtekening van de kapitein/eigenaar onze bootstempel plaatsen, heeft nog niet veel indruk gemaakt. Onze monsterboekjes worden zo maar terzijde geschoven.

 

Plankjes


                                                     de scheepswerf

Net aangekomen in Essaouira loop ik langs grote in aanbouw zijnde trawlers. Houten schepen, met een stalen opbouw (Marijke, onze docent Stabiliteit zou daar niet blij van worden). Eén zo’n kolos werd over de kade naar de helling verplaatst. Het schip stond op een zware houten slede, daaronder houten plankjes, die met zwart vet waren ingesmeerd. Aan weerszijde ongeveer twintig mannen. Twee grote gele bulldozers trokken aan het schip met dikke stalen kabels. De ene bulldozer stond te trekken, de andere nam een aanloop en knalde in de kabel. Na enige pogingen kwam het zaakje in beweging. De achterste man pakte het plankje dat vrij kwam en gaf het door aan de volgende man, die mee rende met het schip. De vaart moest er wel in blijven. De rennende mannen gaven de plankjes naar voren door. Vooraan smeerden twee mannen al rennende nieuw vet op de plankjes. De laatste legde ze voor de slede. Dat alles met veel geschreeuw, geraas en opstuivend stof. Nou zijn de Marokkanen goede hardlopers en het plan was goed. De uitvoering wat minder: sommigen renden met hun plankje iedereen voorbij naar de voorste man, anderen verzamelden drie plankjes en gaven die door. Die vielen dan op de grond. Het was een prachtig gezicht.
                                          op de achtergrond het verplaatste schip
 

Het lijkt me waarschijnlijk, dat we hier de oorsprong zien van de olympische discipline estafettelopen.

Crojf


Ah, Pays Bas...Crojf

Je hoopt nog eens te horen: Ah, Pays Bas..Erasmus! of misschien zelfs: Ah, Pays Bas.…Kamerlingh Onnes! Tenslotte heeft die het absolute nulpunt dicht benaderd. Maar altijd: Ah, Pays Bas..Crojf!   Nou één taxichauffeur in Mohammedia zei: Ah, Pays Bas…..Beckenbauer! Nou die zegt dat nooit meer, achterlijk figuur. Het zou al een verandering zijn als je eens hoorde: Ah Pays Bas…Rutte! Niet leuk natuurlijk, maar wel een verandering.                                                                                                  
En mocht iemand de lichte hoop hebben, dat men uitroept: Ah, Pays Bas....Arie Kaizer! Nee, dat is niet gebeurd.

Essaouira


Een boeitje had wel geholpen. De binnenkomst van de haven van Essaouira gaat tussen veel rotsen met opspuitend water door. De kaarten van C-Map en die van NV-verlag geven geen kaart van deze aanloop, omdat de laatste officiële kaart te oud is. De pilot zegt, dat je de witte toren op 128 ◦ moet houden. Er staan 3 witte torens, maar we kiezen de juiste.

Er is één  plek voor jachten, er liggen er al drie, een Duitser, een Engelsman en een Fransman. Bij het vastleggen maken we kennis met Omar (“I do the security here”). Hij brengt me naar de Gendarmerie. Op een bankje op de gang schrijft de gendarme-man alle gegevens op een blaadje. Bij de maanden telt hij op zijn vingers: may…1-2-3-4-5.. cinq. Bij februari zeg ik hem voor: deux. Hij telt het na: un-deux . Na een kwartier is alles opgeschreven en zijn we klaar. Dan kijkt hij me vriendelijk lachend aan en vraagt of ik misschien een presentje heb, sigaretten, whisky of wijn. Ik zeg hem een fles wijn toe en hij kijkt stralend blij. Mijn eerst stap op het corrupte pad is anders dan ik me had voorgesteld. Niet van: “als je niet betaalt  mag je pas morgen de wal op”. Ook als hij later (in burger) de fles komt halen kijkt hij zo blij als een kind. Ik doe de fles nog decent in een plastic C1000 tas, maar hij pakt de fles er meteen uit en bestudeert het etiket. Hij heeft natuurlijk de nodige kennis over wijn.

Na de gendarme volgt nog de Police, drie formulieren invullen, maar verder geen wensen. Later komt er auto van de Capitainerie om ons mee te nemen naar hun bureau. Eén van de mannen zag ik eerder als politieman. Als de dienst erop zit, gaat de Capitainerie open. De ligplaats is duur (240 dirham (ca €22 per dag) en je krijgt er niks voor, geen stroom, geen water, geen sanitair. Alleen aanliggen met dag en nacht herrie van de vissersboten, tussen de dooie vissen en plastic vuil in een bruine drab. Maar we genieten van het uitzicht op de gekleurde vissersboten. Omar heeft de zorg voor de zeilboten, hij haalt diesel, hij brengt couscous en neemt je mee naar de hamman. Hij heeft een zuster, die je dan masseert. Het is ons te warm. Voor alle ‘services’ vraagt hij de laatste dag  dan 300 dirham (na afdingen  krijgt  hij 200).

De Engelsman vertrekt  ‘s avonds. Ze hebben bij Chez Sam (direct naast de steiger)  gegeten en gedronken, behoorlijk dronken vaart hij tussen ons uit en richting rotsen. Een echte zeeman.

Essaouira is toeristisch, maar je kan ook wel begrijpen waarom. Het ligt prachtig achter de rotsen, een mooi strand in de baai en een medina met schilderachtige steegjes. En eindeloos veel souvenir stalletjes: kleden, jurken, Afrikaanse en Marokkaanse sieraden, aardewerk, schilderijen, houtsnijwerk. En je ziet de werkplaatsen waar ze alles maken. Af en toe een plein met terrassen.De toeristen lopen er ontbloot bij, met lelijke witte benen en verbrande schouders.                                 We doen niet afwerend als ze hun waar willen laten zien, maar bewonderen de spullen. Als ze horen, dat we uit de Pays Bas komen, volgt het onvermijdelijke gesprek over voetbal en Crojf.   Soms gaat men iets dieper in op bv de balbehandeling van van der Vaart of het gebrek aan leiderschap van de coach. We vertellen, dat we nu weer een goede coach hebben. Dus in Marokko heeft men nu weer erg positieve verwachtingen van ons elftal. We kopen een klein Afrikaans masker om in de kajuit  te hangen en een T-shirt voor Gerard (op advies van de verkoper XL, "couscous lekker!")  met een kameel. We zijn tevreden met ons afdingen , de verkopers waarschijnlijk ook.

De avond voor ons vertrek eten we ook bij Chez Sam, bij de ingang hangt een gesigneerde foto van de pianist uit de Cassablanca. Het eten is weer prima en ze schenken er witte wijn bij. Wel iets duurder, 400 dirham voor alles.

In de ochtend varen we eerst in de dichte mist, tegen 10 uur wordt het weer zonnig en kan de korte broek aan. Aan de  kust verschijnen de bergen, uitlopers van het Atlasgebergte. ’s Winters schijnt er sneeuw te liggen. Vanavond komen we in Agadir aan,   Inshallah……..

 

vrijdag 21 september 2012

Vertrek uit Mohammedia


Op de avond van de aankomst in Mohammedia gaven we onze papieren af bij de politiepost en kregen een passeerbriefje voor de havenpoort. De politieman wees ons de richting naar een straat met restaurants. In het pikkedonker liepen we door een stoffige kapotte straat met vervallen pakhuizen. De ratten ritselden, een onverlichte brommer scheurde voorbij. Dan een groot restaurant, felle neonverlichting, keiharde arabische muziek, ongeschoren mannen achter kale tafeltjes. Het lijkt mij wel wat, maar Rommy wil niet. “Er zit geen enkele vrouw”. Daar kwamen we toch ook niet voor, maar goed,  we lopen door. De straat wordt beschaafder en we eindigen in een restaurant met tapijten en kristal. Heerlijk gegeten en weer wat angstig terug naar de havenpoort. Dat waren onze eerste schredes op Marocaanse bodem.

We willen vertrekken nadat de zwaardvisvissers voor hun eerste wedstrijddag zijn uitgevaren. Om zeven uur is de steiger vol met mensen, de ploegen, officials, de voltallige politie, pers en aanhang van de deelnemers. De spanning op de hengels wordt gemeten. Ik wil er een foto van maken, maar zie dan bij het afdrukken een vrouw met gezichtsluier in beeld. Ik maak een verontschuldigend gebaar, maar ze doet de sluier af en gaat uitgebreid naast de visser poseren. Je krijgt er geen hoogte van. Datzelfde zeggen ook de 2 Nederlandse  deelnemers, waarmee ik spreek. Op het feestje van de organisatie de vorige avond vloeide de drank rijkelijk en de Russische ploeg had drie vrouwen van lichte zeden meegenomen…
 

Alle ploegen worden gefotografeerd en veel mannen zetten de Russische dames zo ongemerkt mogelijk op de foto.
 

Dan gaat het loos, de havensleepboten hebben hun brandspuiten aan en laten de fluit horen.

Een kwartier later vertrekken we. We gaan de nacht doorvaren en willen dan in de namiddag in Essaouira aankomen. Insallah...

 

 

welcomne to Marocco


 Weer een stukje met de diepgang van een roeiboot.
“De pilot uit 2000 vermeldt al, dat er in Cassablabnca een nieuwe jachthaven gebouwd gaat worden”, de havenmeester (1,5 m lang) glimlacht en antwoord: “Musique…..” Oftewel:  plannen zijn goedkoop in Marocco.

Dus met de trein naar Cassablanca, de stad van mijn lievelingsfilm. We pakken een taxi bij de ingang van de vissershaven. Zoals iedereen hier, spreekt de chauffeur goed Frans. Maar hij vindt dat we wat omgangswoorden in het Arabisch moeten kennen. We zeggen hem na: Es salaam aleikum, shukran, bessa lama, afak. Hij vindt dat we het goed doen en komt met steeds nieuwe woorden, tussendoor praten we over voetbal en scheurt hij met een rotvaart door de verkeerschaos. Langs het grote park met de hotels en bars in koloniale stijl, door de villawijk en langs de muur van de medina. We geven hem 5 dirham extra voor de taalles.
 
De trein is net als in Nederland. Te laat. En ook de bekende dubbeldekker. De bovenverdieping geeft zicht op de sloppen: eindeloze golfplaten met stenen erop, muren van ruwe steen, nauwe gangetjes ertussen. Het station Casa Port wordt herbouwd, dus loop je nu langs drilboren en vrachtwagens met stenen in het stof je weg te zoeken. Uiteindelijk kom je uit op een groot plein, ook helemaal opgebroken, er komt een nieuwe supertram (dit keer geen musique). Alle grote straten zijn opengebroken, maar het schijnt niemand te deren. We gaan op zoek naar de oude koloniale hotels en overheidsgebouwen. Prachtige art deco en nieuwe zakelijkheid. Het is warm, dus geregeld een terras komt wel van pas.
 

Welcome to Marocco”, wordt ons telkens toegewenst.  Door kleine jongetjes, door straatverkopers, door mannen in gewaad op weg  naar de moskee, door  bont geklede travestieten, door zakenlieden naast ons op een terras. Soms  wordt er uit een nabije winkel  iemand geroepen, die Nederlands kan. En allemaal zijn ze trots op hun land en vooral op Cassablanca. En vereerd met elke toerist.
 

Wat een prachtige stad, wat een herrie. De winkelstraat in de medina is wel een kilometer lang (en 5 meter breed), grote pleinen met hoge palmbomen, brede boulevards. Een prachtige en gigantische moskee. Maar het mooiste zijn de genoemde  hotels en overheidsgebouwen in koloniale stijl.
 

Overigens zijn veel mensen niet zo enthousiast over Cassablanca. Kan ik me ook wel voorstellen, als je niet zo blij wordt van oude hotels en wel kijkt naar het stof, het lawaai en de bedelaars.
We lopen langs Ricks Café. Bij het pand ernaast wordt een vrachtwagen uitgeladen door een stel jongens. En dan ineens wordt ik getroffen: één jongen draagt het shirt, het mooiste shirt dat een man kan dragen. Ik spreek hem aan en stamel “Rotterdam, ik”, maart hoe zeg je vak K 1e rij stoel 2 in het Frans? De andere jongens roepen ongepast de naam van die andere ploeg. De jongen en ik kijken elkaar aan en weten ons verbonden door dat ene woord ......


De boot bleef achter in Mohammedia, gepavoiseerd ter gelegenheid van  het Internationale Zwaardvis Tournooi !!  Wij zijn de enige zeilboot-gasten, de rest van de steiger wordt ingenomen door motorboten met veel hengels, die morgen zullen worden gebruikt door teams uit de hele wereld. De haven is helemaal nieuw geschilderd en op de boten zijn ze al dagen aan het poetsen. Op de kade staan tenten met tapijten, iedereen is nerveus in de weer.

maandag 17 september 2012

Vertrek uit Rabat, aankomst in Mohammedia

Partiamo a quatordieci, met de commissaris spreek ik Italiaans. Om13 uur varen op het inklaarponton af, het ligt vol met kleine bootjes.Wel tien mensen druk in de weer. Het is de filmploeg, die we de eerste avond bezig zagren voor het terras langs de avond waar we tajine aten. Een auto met een camerastellage op de motorkap, een camera op een rail langs de kade. Van de opnames zien we niks, wel worden we de hele nacht verlicht door schijnwerpers. Boten op de achtergrond zijn mooi, maar je moet ze wel kunnen zien.
Uit de filmploeg klinkt opeens: "komen jullie uit Nederland? Ik woon in Amsterdam. Het is Wahid Sanouji, de acteur/regisseur (Halte 112). Rommy praat geannimeerd met hem over Maroccanen hier en in Nederland, terwijl ik weer fotrmulieren zit in te vullen op de politiepost. Dan nog bijbetalen bij de havenmeester: hij had een verkeerd tarief berekend. Nog 50 dirham, ik heb alleen 100, op zondag hebben ze geen wisselgeld. In het restaurant met de porche's voor de deur wisselen. Dan mogen we gaan, nee: Boris komt nog, hij is onderweg van het vliegveld. Boris is een lieve zwarte labrador, hij vindt niks en komt weer het trapje niet op.
Als Boris terug op de wal de filmploeg passeert, schiet hij af op de oudere actrice, die op de achterbank van een auto zit. Grote hilariteit bij de filmploeg en ook de commissaris ligt dubbel van het lachen. Boris mag een plas doen op het gras bij de politiepost, hij kijkt of hij het niet meer snapt.
We vertrekken uiteindelijk achter de pilotboot aan om 15 uur, te laat om bij licht in Mohammedia aan te komen.
Portcontrol Mohammadia geeft ons via de radio goede aanwijzingen en waarschuwt de Port de Plaissance en de authoriteiten. Mohammedia is een gewone haven met grote schepen, achterin de vissershaven en de jachthaven. Iedereen is weer heel vriendelijk en behulpzaam. Het duo van douane en politie is in een kwartier klaar met de formulieren. Ze bewonderen de foto's van Lynn en Jori,
" they are very beautiful, logical with such a beautiful mother.."zulke mannen dus.

 

zaterdag 15 september 2012

Rabat

De eerste steiger is van de koning. Er liggen vier identieke moterjachten (doe er maar vier) en een hele snelle van de koning zelf. Maar hij is vooral liefhebber van jetskien, vandaar de jet-skiclub aan de overkant met twee helicopter-platforms. Als onze Willem zoiets zou doen, beginnen de Nederlanders te zeuren. Hier kan je nog koning zijn.



Als schipper heeft de koning graag wat overzicht...

We waren nog nooit in een Arabisch land geweest, het komt wel op je af, de kleuren, de chaos, het lawaai. De mensen zijn heel vriendelijk, als we staan rond te kijken, spreekt men je aan en begint men de weg te wijzen. Welcome to Marocco. Als het om geld gaat, trekken ze je een poot uit, maar we zijn wel rijk en zo gaat het hier.

De kasba was erg mooi en de oude stad met alle winkeltjes zeer indrukwekkend.
 
 
 
Kasba
 









Medina van Rabat



We liggen in Sale, dat is Noordoever, een meer traditionele stad. We liepen gisteren in de Medina, beide met blote benen een beetje uit de toon. Toch werden we steeds vriendelijk geholpen. Naar Sale is een brug gebouwd en aan de oevers is een project van Foster en een stijl die past bij de Kasba tegenover.
Voor 4 Dirham zet men je over , op de achtergrond Foster

Een supermoderne tram verbindt Rabat met Sale. Die hebben we terug genomen, moe van het lopen in de hitte. We genieten nu van een pilsje op de boot, in de schaduw en met een koel zeewindje. Je hoort ons niet klagen.
De dag begonnen met het repareren van de stekker aan de GSM-antenne van de AIS (daarmee kan de AIS onze positie doorgeven). Lees mijn technische rubriek: wat zit er op het rek. We zouden nu weer te zien moeten zijn. Zo is er bijna elke dag een technische klus of iets te kopen bij een shipchandler, als die er is. In het gebouw van de chandler hier, zit een dierenwinkel. De gasfles moet gevuld worden in Mohamedia, onze volgende bestemming.



 

vrijdag 14 september 2012

Aankomst in Rabat

Het trapje af kon Boris nog wel, maar bij het naar buiten klimmen had hij een zetje nodig van de speciale commisaris van de havenpolitie (een mevrouw). Het valt ook die mee voor een oudere narcoticahond...We liggen dus in Rabat, van de toren aan de overkant van de rivier klinkt de oproep tot het vrijdaggebed.

Het opwindendste van de tweede dag van de oversteek was het moment, dat Rommy het bovenstukje van haar badpak uitdeed.(nee daar zijn geen foto's van, wel van mij met de gardena-douche)




In de tweede nacht extra langzaam gevaren om bij licht in Rabat aan te komen. Om 01.00 uur neem ik het roer over. Rommy zegt: er zijn hier heel veel lichten en ze staan niet op de kaart. Het lijken visbootjes of visnetten, in het pikkedonker probeer ik ze te ontwijken en richting Rabat te gaan. Opeens komt een bootje op ons af scheuren, ze gaan voor onze boeg langs met een greenpeace-achtige manouevre. En ze schreeuwen in het Arabisch en zwaaien met hun armen. Ergens krijg ik het gevoel, dat ze vinden dat we iets verkeerd doen. De ene, een gespierde woeseling in hemd schreeuwt alleen maar: pulletria, pulletria ! Dat kan betekenen: " goddeloze hond, ga terug naar Nederland "of "welkom in Marocco en mogen we u er op wijzen, dat u dwars door onze sleepnetten aan het varen bent, kunt u misschien naar het Zuid Westen uitwijken? Ik denkt, dat ze het laatste bedoelen, ook omdat ze ook "Zuudwest" roepen en naar het Zuidwesten wijzen. We gaan die kant op, maar nog 1 keer komen ze langs en schreeuwen nog harder. Dat was denk ik om de schrik er goed in te brengen. Dat lukt ze aardig.

Heel voorzichtig laveer ik tussen honderden lichtjes door. Rode, groene, oranje en witte, de meeste knipperend. Even heb ik de theorie, dat tussen twee bootjes met dezelfde kleur lichten een net is gespannen. Maar een moment later is het lichtbeeld zodanig, dat er dan wel een vernuftig vlechtwerk van netten zo moeten hangen. Tot zoveel vernuft lijken de twee woestelingen, die wij ontmoet hebben, niet in staat. Even denk ik een zeilboot met rood toplicht naast ons te zien, gelukkig een lotgenoot, maar ik maak de zelfde vergissing als de nacht er voor. Het is Venus, die komt op. Tegen 04.00 uur kom ik buiten de bootjes en varen we langzaam naar Rabat. De maan komt Venus achterna, slechts een kleine sikkel, morgen is het nieuwe maan. Om 06.00 uur komt de zon op en zien we de stad.

Achter de buitenste havendammen liggen twee dammen die de riviermond markeren.We varen voorzichtig binnen en worden vriendelijk gegroet door uitvarende vissers. Ik zie de verbazing in hun blikken niet. Tussen de tweede dammen lopen enorme brandinggolven naar binnen, dan weer rechts, dan weer links. Tussen twee golven geef ik vol gas en we spuiten naar binnen. Op het laagste punt is het 1,4 m. Het kon nog. Ik weet de volgende golf voor te blijven en we houden alles droog. De havenmeester komt ons met een bootje tegemoet, hij had ons voor willen gaan bij de ingang (er is een diep stukje). Op een ponton wacht de customs,en de politie. Die kopieren dezelfde papieren, net zoals later de havenmeester. Ze maken een foto van de boot en we drinken koffie met de douaneman. Dan komt Boris nog langs en mogen we naar de jachthaven. Een supermooie jachthaven met alle voorzieningen en oproep tot gebed.




Er liggen wat Fransen, drie Amerikanen, wat Nederlanders en een Duitser. Ik ontdek een Trismus 37 op onze steiger, zal de Annalena er ook zo uitzien bij terugkomst?


                                                                                       
 

Tweede oversteek


De tweede oversteek

Rond 12 uur uit Ayamonte vertrokken. Diesel getankt aan de Portugese kant van de rivier en toen naar buiten en een koers van 190 graden gaan varen. Eerst met de motor bij, maar spoedig stak een westwind op en maakten we 7 knopen. Bij het begin van de nacht een rig gestoken en het voorzeil  half opgerold. Nog steeds 7 knopen, als het zo door zou gaan zouden we midden in de nacht in Rabat aankomen. Dus de volgende dag 4 knopen en meer zat er ook  in: zwakke nootdwind en later helemaal geen wind.
 
Tegen donker bereikte we het gebied waar de schepen van en naar de straat van Gibraltar passeerden. Als je een koers vaart waarmee voor het ene schip uitwijkt, kom je uit op een aanvaringskoers met het volgende schip. De foto van het navigatiescherm is niet helemaal goed, maar je krijgt een indruk. De oranje stip zijn wij, de groene stippen zijn grote schepen, hele grote schepen


De nieuwe lijn voor het oprollen van het voorzeil zat verkeerd om, een heel werk om de lijn eruit te halen en er weer in te stopen. Maar de zon schijnt, je kan er bij zitten en er komen geen golven over
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

woensdag 12 september 2012

Ayamonte

Woensdagochtend, verkiezingsdag. Wil er nog iemand voor ons op D66 stemmen?
Ayamonte ligt aan de Spaanse kant van de grensrivier. Kleine straatjes, mooie pleintjes met betegelde bankjes. Ik zag een vliegende vis, ik dacht dat maar een beetje hopten, maar het vloog wel 10 m over het water. Ongelooflijk het vloog echt, daarom heet het ook een vliegende vis.

De rivier heeft een drempel van 1,5 m bij laag water, het was een uur voor LW (Portugese tijd? Spaanse Tijd? ! uur eerder dan Lisboa? Zomertijd?) dacht Rommy. Lager dan 3 m werd het niet.

Ik zit nu in een internetzaakje tegenover de haven en zo gaan we vertrekken richting Marocco   (Afrika). Dat is 190 mijl, dus jullie horen een paar dagen niks van ons. Er is weinig wind voorspeld vooral s'nachts niet. Doel is Rabat, schijnt erg mooi te zijn, we zijn erg benieuwd.


ALVOR


Alvor

Vroeg vertrokken uit Sines, weinig wind, veel gemoterd.  Dan ronden we de Cabo de sao Vincente, beter bekend als het Hoek van Holland van Portugal. In een baai om de hoek gaan we in de schemering voor anker. Het waait niet, maar de deining laat het schip heftig heen en weer zwiepen, je vreest dat niets heel blijft. Buiten slapen helpt een beetje tegen de opkomende misselijkheid,, tegen de ochtend komt er mist en de deining neemt af. De schade van het geslinger is een rand van de zwaardkast  die los is gegaan omdat de zware tussendeur er aan vast zat. Tijd voor een klus en een verbeterde constructie.

 

We varen rustig in de ochtendzon langs Lagos ( niet te betalen, ook al heeft de boot de neiging te krimpen in dure havens)) naar Alvor, alwaar je in een baai met droogvallende platen mooi kunt ankeren. De rubberboot uit de talkpoeder gehaald en het Yamaha motortje startte na enig aandringen (hulde aan Yamaha). Alvor is zeer toeristisch, we gaan er eten en internetten en verder liggen we heerlijk achter ons anker. We zwemmen wat, de windgenerator snort, de zonnepanelen leveren in stilte 5 Amps, we drinken wat, eten wat pinda’s, we lezen en Rommy maakt me in met Scrable. Te saai om ov er te schrijven, te saai om te lezen.

Voor anker bij Faro en Olhao

Voor de steden Faro en Alhao liggen smalle eilanden, daarachter een droogvallend gebied met schaars bebakende vaargeulen. We liggen achter het eiland Culatra voor anker met ca 30 andere zeilboten, onderlinge afstand ca 20 m, alle kustlanden van Noord-Europa zijn vertegenwoordigd. En die ene Zwitser, er is altijd een Zwitser. Het ankeren lukte na vier pogingen, twee keer haalden we het anker op met een stuk visnet, een keer met veel stevige waterplanten, nu liggen we vast, achterin de groep. De afwas gedaan, een licor de hierbas naast de laptop, fado-muziek op de radio.

We vertrokken uit Alvor in de mist. Belangrijk bij mist is om nergens tegenop te varen. (ja zo krijgen de landrotten ook wat mee van de hogere zeevaartkunde). Toen de mist door zon en wind werd verdrongen hadden we de kust aan bakboord (links), dus dat hadden we goed gedaan (steeds de haven uit en dan linksaf, meer hoef je niet te doen, weer een leerpunt voor landrotten). De Algarve is prachtig vanuit de zee, rotsen met grotten, kleine strandjes en af en toe een kollossale badplaats.
 
 

Doel was de haven van Olhao. Met een lekkere zuidenwind van 4 Bft  maakten we 6 tot 7 Knots (zeemijlen per uur), meer moet je niet willen,  We zagen een KLM-vliegtuig opstijgen in Faro, het ging goed. Toen we de haven bereikt hadden door de geulen waaide het 5Bft. Langs de langgerekte haven lag een smalle tegenwindse geul, aan het eind lag de ingang. Ik maakte me zorgen over het aanleggen met zoveel wind op de kont in die smalle haven. Gelukkig stond er een havenmeester met stropdas op de eerste pier. Ik probeerde de boot zoveel stil te leggen, dat we elkaar konden toeschreeuwen.” Vol, geen plek, ga maar weg… “ Inmiddels zaten we in de smalle haven. Nou is de Annalena een langkieler, die varen dus niet achteruit, maar schuin naar links (door de schroefwerking, maar daarover later) of ineens naar rechts. Het lukt me een evenwicht tussen schroef, wind en roer te krijgen en uiteindelijk komen we het haventje weer uit.

En zo gingen we naar deze ankerplek, waar net voor donker in vier pogingen voor anker gingen. Nog even buiten zitten, de wind is nog warm en de hemel is vol met sterren. Er komt nog een enkel vliegtuig over, ik kan niet meer herkennen van welke maatschappij.

S'morgens is alles stil en we halen het anker op. Weer een visnet, eengrote dit keer. Snel de schroef stil zetten en mety een mes lukt het het net te verwijderen. We varen om de tonijnnettenheen, naar de Spaanse grens.

 

 

zaterdag 8 september 2012

van Sines via Sagres naar Alvor (Algarve)

Gisteren vroeg vertrokken uit Sines, weinig wind, veel gemoterd.  's Avonds tegen 19.00 uur ronden we de Cabo de sao Vincente, beter bekend als het Hoek van Holland van Portugal.

 
 
In een baai om de hoek gaan we in de schemering voor anker. Het waait niet, maar de deining laat het schip heftig heen en weer zwiepen, je vreest dat niets heel blijft. Buiten slapen helpt een beetje tegen de opkomende misselijkheid van Gerard, tegen de ochtend komt er mist en de deining neemt af. De schade van het geslinger is een rand van de zwaardkast  die los is gegaan omdat de zware tussendeur er aan vast zat. Tijd voor een klus en een verbeterde constructie.

We zeilen vanmorgen rond 09.00 uur rustig in de ochtendzon langs Lagos ( niet te betalen, ook al heeft de boot de neiging te krimpen in dure havens)) naar Alvor, alwaar je in een baai met droogvallende platen mooi kunt ankeren. De rubberboot uit de talkpoeder gehaald en het Yamaha motortje startte na enig aandringen (hulde aan Yamaha). Alvor is zeer toeristisch, we gaan er eten en internetten en verder liggen we heerlijk achter ons anker. We zwemmen wat, de windgenerator snort, de zonnepanelen leveren in stilte 5 Amps, we drinken wat, eten wat pinda’s, we lezen en Rommy maakt me in met Scrable. Te saai om ov er te schrijven, te saai om te lezen.

donderdag 6 september 2012

Lisboa 2

Dat waren de twee broers, vrijdag klaar. Dan maar de zeilmaker in Lissabon, die komt vanmiddag om 17.30 hrs het gerepareerde zeil terugbrengen. Op Tenerife wacht ons een nieuw voorzeil.
Openingstijden zijn hier intentieverklaringen, bij de opening van zijn zaak heeft de eigenaar gedacht: als ik nou s'middags om 14.30 terug ben, dat is toch mooi....meer betekent het niet.

 
ankeren bij Cascais

Lissabon was prachtig, maar het was 33 graden, vandaag ook. Het ziet er hier beter uit dan in Spanje, waar veel winkels dichtgespijkerd zijn en overal bouwvallen. Hier ziet alles er goed uit, ontzettend veel restaurants en allemaal vol. De havengebieden zijn zijn omgevormd tot yuppywijken, de kades zijn parken met aaneengesloten terrassen. De pakhuizen zijn in een mooie zuideuropesche stijl. Nieuwe architectuur van Siza en anderen.

 
vertrek uit Lissabon, cruiseschip legt aan

Vroeg in morgen afgevaren naar Sines, weinig wind, wat springende dolfijnen, verder niks. Sines is een mooi stadje, niet zo toeristisch als de Algarve. Het is de geboorteplaats van Vasco da Gama met een kasteel en kleine straatjes. Morgen naar de Algarve, eerst ankeren in Baleeira, volgende dag Lagos (gasfles laten vullen)

eerste jaars stuurman, neemt het niet zo serieus, pilsje in de hand            
daarnaast: tweede jaars, veel serieuzer, gereed om in te grijpen, alert met overzicht

haven van Sines
De kust van Portugal begon met 50 mijl badplaatsen, daarna duinen met bergen erachter (net als in Nederland, maar dan zonder bergen, behalve in Noord-Holland) Ten zuiden van Lissabon rotsen en stijle kliffen met af en toe een strand, Algarva is weer allemaal badplaats met enkele mooie baaien en riviermondingewn. Als er tywee dagen goede wind komt, steken we over naar Marocco..

maandag 3 september 2012

Lisboa

Het wordt eentonig, weer op een terras met een cappucino om 11.45, Alcantra. Straks naar Belem voor bootonderdelen, dan met een hop-on-off bus de dag door Lissabon. Morgen komt een zeilmaker nog een naadje repareren. De zeilmaker is een klein familiebedrijf uit de buurt, gister geregeld door de Commandore, die met zijn jacht naast ons ligt.Lagen zaterdag in de baai van Cascais, daar was een feest aan de gang met zware disco muziek tot 4 uur s'nachts. De windgenerator weer aangesloten, werkr perfect, maar haalt het niet bij de zonnepanelen qua opbrengst.
Heel warm hier, dus we bewegen langzaam vandaag.

 
Kregen een foto van het eten in Camarinas.