Dus met de trein naar Cassablanca, de stad van mijn lievelingsfilm.
We pakken een taxi bij de ingang van de vissershaven. Zoals iedereen hier,
spreekt de chauffeur goed Frans. Maar hij vindt dat we wat omgangswoorden in
het Arabisch moeten kennen. We zeggen hem na: Es salaam aleikum, shukran, bessa
lama, afak. Hij vindt dat we het goed doen en komt met steeds nieuwe woorden,
tussendoor praten we over voetbal en scheurt hij met een rotvaart door de
verkeerschaos. Langs het grote park met de hotels en bars in koloniale stijl,
door de villawijk en langs de muur van de medina. We geven hem 5 dirham extra
voor de taalles.
De trein is net als in Nederland. Te laat. En ook de bekende
dubbeldekker. De bovenverdieping geeft zicht op de sloppen: eindeloze
golfplaten met stenen erop, muren van ruwe steen, nauwe gangetjes ertussen. Het
station Casa Port wordt herbouwd, dus loop je nu langs drilboren en
vrachtwagens met stenen in het stof je weg te zoeken. Uiteindelijk kom je uit op een groot
plein, ook helemaal opgebroken, er komt een nieuwe supertram (dit keer geen
musique). Alle grote straten zijn opengebroken, maar het schijnt niemand te
deren. We gaan op zoek naar de oude koloniale hotels en overheidsgebouwen.
Prachtige art deco en nieuwe zakelijkheid. Het is warm, dus geregeld een terras
komt wel van pas.
Welcome to Marocco”, wordt ons telkens toegewenst. Door kleine jongetjes, door straatverkopers,
door mannen in gewaad op weg naar de
moskee, door bont geklede travestieten, door
zakenlieden naast ons op een terras. Soms
wordt er uit een nabije winkel
iemand geroepen, die Nederlands kan. En allemaal zijn ze trots op hun
land en vooral op Cassablanca. En vereerd met elke toerist.
Wat een prachtige stad, wat een herrie. De winkelstraat in
de medina is wel een kilometer lang (en 5 meter breed), grote pleinen met hoge
palmbomen, brede boulevards. Een prachtige en gigantische moskee. Maar het
mooiste zijn de genoemde hotels en
overheidsgebouwen in koloniale stijl.
Overigens zijn veel mensen niet zo enthousiast over
Cassablanca. Kan ik me ook wel voorstellen, als je niet zo blij wordt van oude
hotels en wel kijkt naar het stof, het lawaai en de bedelaars.
We lopen langs Ricks Café. Bij het pand ernaast wordt een
vrachtwagen uitgeladen door een stel jongens. En dan ineens wordt ik getroffen:
één jongen draagt het shirt, het mooiste shirt dat een man kan dragen. Ik
spreek hem aan en stamel “Rotterdam, ik”, maart hoe zeg je vak K 1e
rij stoel 2 in het Frans? De andere jongens roepen ongepast de naam van die
andere ploeg. De jongen en ik kijken elkaar aan en weten ons verbonden door dat
ene woord ......
De boot bleef achter in Mohammedia, gepavoiseerd ter
gelegenheid van het Internationale
Zwaardvis Tournooi !! Wij zijn de enige
zeilboot-gasten, de rest van de steiger wordt ingenomen door motorboten met
veel hengels, die morgen zullen worden gebruikt door teams uit de hele wereld.
De haven is helemaal nieuw geschilderd en op de boten zijn ze al dagen aan het
poetsen. Op de kade staan tenten met tapijten, iedereen is nerveus in de weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten