zaterdag 24 maart 2018

Cat Island, Conception Island en Rum Cay.


Cat Island is L-vormig. Wij liggen bij New Bight in de binnenhoek van de L, voor de heuvel met het klooster van Father Jerome. We zagen op Long Island zijn Anglicaanse kerken en zijn katholieke kerken, eerst was hij dominee en jaren later priester. En architect, een soort Dom van der Laan, maar niet zo byzonder. We willen het klooster bezichtigen, maar de wind steekt op en we liggen erg onrustig. We gaan niet aan land, maar varen tegen de wind in naar de onderste punt van de L. Daar is een kreek in de mangroven, Hawks Nest. Veel no-see-ems (ze noemen het hier Cat Island Fever), maar met de harde wind is dat geen probleem.


De smalle ingang van de kreek is duidelijk gemarkeerd met rode en witte boeien. De kreek stroomt uit en de wind staat er tegenin, hoge golven. Het is nog even spannend als we op een paar meter van de rotsen naar binnen worden gespoeld. In de kreek is het rustig. Als de stroom kentert zwaaien we door de wind te dicht naar de kant. We brengen een achteranker uit.

We laten de wind 2 dagen over ons heen komen en maken lijstjes in ons Trinidad Boek. Wat te doen, hoe de boot achter te laten. We lezen Nicci French en Plato. Ik maak een houten chain-stripper, die precies tussen de ribbels van de nestenschijf past. Zal een boel ergernis schelen, als je even niet oplet zit de ketting nu 3 keer om de lier. Ik heb een echte rvs stripper naar Capelle laten sturen.


De meeste mensen leven in huizen met kamers, met een auto voor de deur en een krant in de bus. Wij leven nu al 2 jaar op een boot van 11,40 m. We missen wel wat, maar niet veel. Eigenlijk alleen de mensen. En de haring, de gevulde koeken en de concerten. Als we elk jaar de zomer naar Nederland gaan, kunnen we het zo nog wel een paar jaar uithouden.

Er zijn vandaag verkiezingen in Nederland. We weten niet wat de Aftapwet is en dat willen ook maar zo houden. Ik kreeg het verzoek om weer voorzitter van het stemlokaal in IJsselmonde te worden, maar ze willen de reiskosten niet vergoeden. Ga alsjeblieft stemmen, want bij een geringe opkomst is het een lange slaapverwekkende dag voor de stembureau commissies. Voor die 100 Euro doen ze het niet.

Inmiddels lezen we de uitslag van de verkiezingen. GL de grootste in Amsterdam, Leefbaar de grootste in Rotterdam. Ik weet niet wat erger is. De volgende keer komen we meestemmen, want zo gaat het niet goed.

En ook inmiddels, ben ik bij Aristoteles aangeland. Wat een verademing na Plato. Alleen heb ik moeite met dat alles een doel heeft. Alles heeft een oorzaak, daarom zijn de dingen zoals ze zijn. Wij hebben vandaag als doel Conception Island, daarom gaat de boot die kant op. Maar dat we dat willen komt omdat we: iets nieuws willen ontdekken, iets byzonders willen doen, het weer rustig is, het op 25 nMijl, ligt, Rommy het wil en om redenen, die ik me niet bewust ben. Wat is het doel van regen? Dat de planten groeien? Nee, de condens in de wolken is te zwaar en valt naar beneden. Hebben wolken het doel dat het regent? Nee, ze ontstaan doordat water op de grond verdampt.

In de ochtend bij de kentering is het windstil in de kreek. We lichten beide ankers. Lastig op het hard stromende water. De no-see-ums vallen gretig aan.Maar de jeuk is ook snel weer weg, anders dan die keer in de swamps in de USA. Andere no-see-ems? Toch eens naar kijken. 


Conception Island is onbewoond. Een baai met een wit strand. 5 dolfijnen begroeten ons, een kleine dolfijn maakt vrolijke sprongen. Als we ankeren zwemt een jonge haai onder de boot. Gelukkigerwijs gaat het 52 meter motorjacht met miljonairs-tieners om 17 uur weg en liggen we alleen. Ongelukkigerwijs zitten we toch vol met bultjes van de no-see-ums en komt er veel swell rond het kleine eilandje. ’s Nachts om 4 uur pak ik maar een boek, van de jeuk en de swell kan ik niet slapen. Naar die no-see-ums hoef ik niet meer te kijken.

De oversteek naar Rum Cay met halve wind, 18 knopen, gaat perfect. De stroom is nu altijd tegen, toch maken we 4 tot 5 knopen over de grond. Als we de zeilen hebben gehesen en de vislijn uit de windmolen hebben gepeuterd, zien we de spuiter van een walvis. Eén keer zien we de kop, het is een pilot whale.  We vangen weer een baracuda en gooien hem terug. De eilandbewoners geven het aan de honden.


Voor het strand van Rum Cay liggen 7 zeilboten en 2 motorboten. Ik ga sociolisen met de Engelsen van de Minnie B. Een OVNI met Phil en Norma uit de buurt van Hull. Ze vertellen me over Rum Island: 2 winkels, 2 restaurants/bars. Ze hebben ook op Trinidad op het harde gestaan en zijn daarover zeer positief. Op de radio wordt een pot-luck aangekondigd. Er zwemmen veel haaien, we zien nurse sharks, tiger sharks en bull sharks. 


We lopen het eiland rond. De verwoeste marina, een grid van wegen met weinig huizen, de 2 bars en we kopen kip en uien in de One Stop Store. Ooit woonden hier 600 mensen, nu nog 60. Er is een school met 5 leerlingen, een kerk, maar geen RO-water. De zomerhuizen staan leeg sinds de laatste hurricane. De Noor, die de Marina runde heeft een boerderij op de heuvel. We lopen met Judith, die aan een overgebleven steiger ligt over de lange zandweg. Ze vertelt, dat een miljonair de marina wil overnemen door  met rechtzaken te dreigen. Zoals Trump het altijd deed, zeg ik. I voted Trump.... We veranderen van onderwerp, maar van zelf komen we toch weer op de rechtse praatjes. We zijn blij, als we bij de winkel een andere kant op kunnen lopen. In de Ocean View bar zien we op de haperende tv de demonstraties tegen de wapenwetten, er zijn ook heel andere Amerikanen.


Over 2 dagen is er heel harde wind. We overleggen al de hele dag wat we moeten doen. Hier is het niet zo beschut. Onze geplande bestemming, Crooked Island (spreek uit: kroeket ailend), is ook niet erg beschut en heeft poor holding en harde stroom. Het beste is om achter Long Island te gaan liggen in de Indian Bay, waar we vorig jaar Lynn oppikten. We gaan de 60 nMijl in 2 etappes doen. Daar zien we dan wel weer. Jammergenoeg kan je niet achter Long Island langs naar het Zuiden, te ondiep. Of we vinden toch een weg...

maandag 19 maart 2018

Eleuthera en Little San Salvador


Met het opzoeken van stalling in Trinidad en het aansluitende e-mails hebben we nogal wat stroom verbruikt. Na het eten willen we de motor draaien, zodat onze nieuwe alternator de accu’s bij kan laden. Als ik contact maak komt er een hoop lawaai en gevonk uit het motorruim. Kapotte startmotor? Dat kan er ook nog wel bij. Bij de afgebroken windgenerator, de defecte spanningsregelaar, de haperende tachometer, de verloren roeispaan, de losgeschoten preekstoel en de verloren kettingstripper. In het donker is het niet goed werken aan de motor, dus we slapen eerst (onrustig). ’s Morgens ontdekken we dat de moer van de kabels aan de plus van de startmotor los zit. Dat gaf het gevonk en geen start. Valt dus gelukkig mee. Alle andere voornoemde dingen, behalve de chainstripper zijn opgelost.


Van Marsh Harbour varen we langs de tvtas van de Near Bahamas, langs Lubbers Island (hier wordt een groot staatsman geëerd) en we ankeren in de buurt van Little Harbour onder Lyanard Cay.           ‘s Morgens om 6 uur bereiden we ons vertrek voor en als eerste van een stuk of 10 boten nemen we de nauwe doorgang door de riffen en koersen naar Eleuthera. Voorspeld was 4 tot 5 Bft, maar het is 5 tot 6 Bft: 11 uur stampen schuin tegen de wind in. Maar we bereiken bij daglicht de baai van Royal Island. Er liggen 20 boten in de beschutte baai met een ingang van 10 meter breed. De volgende morgen vertrekken we als enige, er is een dag regen voorspeld. Maar de oversteek naar Alice Town gaat soepel en de regen valt mee. Alice Town is een lagune waar de ingang door de rotsen met explosieven is gemaakt. 


Binnen liggen we met 12 andere boten uit vele landen. Twee mannen van de boot naast ons komen aanvaren: Goede middag ... Robbert is op zijn 17e van Warmond naar de USA verhuisd en heeft leren zeilen op de Kaagerplas. We praten over de Annalena en de lastige doorgang Current Cut met stroom en riffen.

Volgende stop is Governors Harbour, de hoofdstad van Eleuthera. In de nacht harde wind. We liggen beschut, maar de swell doet de boot schommelen en stampen. We slapen weinig. 
Er staan mooie Engelse zomerhuizen op de heuvels, er is een oude bibliotheek en op vrijdag kun je bloed geven bij de medische post (voor een Guinness). We maken er lange wandelingen en vergeten bloed te geven. Als Rommy naar de kapper is koop ik zelf een blikje Guinness in de liquorstore. De kapster deed maar wat, zegt Rommy. Voor we het anker ophalen praten we nog kort met de Amerikanen van de grote boot naast ons. Ze hebben een zomer in Trinidad op de kant gestaan op dezelfde boatyard als waar wij naar toe gaan. Het is er perfect zeggen ze, alleen erg warm. Ze begonnen ’s nachts om 3 uur te werken en stopten om 9 uur. Je kan er ook een airco appartement huren. We zien wel.

We gaan naar Rock Sound, een mooie ondiepe baai zonder swell aan de zuidkant van Eleuthera. Het is windstil en 25 nMijl rechtuit. Geschikt om de electrische stuurautomaat te gebruiken. En er gebeurt niks.... We zitten we even in een periode van storingen en pechgevallen. Ik haal de reserve stuur-unit tevoorschijn en sluit die aan. Ook niks. Er is spanning op de stekker van de servomotor. Twee kapotte automaten? Mijn analyse is een verrotte leiding (wel spanning, geen stroom). Rommy’s  hypothese is een kapotte stekker. Ik haal de strekker er tussen uit...niks. Slechte hypothese. Nee, zegt ze, een hypothese is nooit slecht. Of ik geen wetenschapstheorie heb gehad? Het blijkt de leiding te zijn. Een goede analyse. Nieuwe kabel gelegd en hij werkt weer als een zonnetje. Nu de kettingstripper nog.


We gaan verder oostwaarts langs de buitenste eilanden: Eleuthera, Little San Salvador, Cat Island, San Salvador, Conception en Rum Island. Allemaal door Columbus ontdekt en benaamd. Het is er wat minder beschut en weinig zeilers gaan er naar toe, maar de stranden zijn schitterend en het snorkelen is superb. Als we de baai van Little San Salvador naderen vertrekt net de Nieuw Amsterdam, een cruiseschip van de HAL, 86.700 ton, 2106 passagiers. Het eiland is eigendom van de HAL en de schepen komen hier voor een dag strandplezier. Aan de zuidkant van de baai is een caribisch dorp nagebouwd met een pretpark. Caribisch Disney Land. Men kan jetskien en zwemmen in een met netten afgezet zwembad. Zeiljachten mogen aan de noordkant liggen. Er vertrekt nog een veerboot met personeel en dan is het uitgestorven. ’s Avonds is het pikkedonker, een eerste sikkeltje maan, alleen maar duizenden sterren.

Als we de volgende morgen om 7 uur opstaan liggen er de Koningsdam en Oosterdam. Er liggen dus nu 3 Rotterdamse boten. De tenders varen druk heen en weer naar het strand. Met 4000 man op een onbewoond eiland. Deze mensen beleven een heel andere Cariben dan wij. Ze komen niet voorbij de aangeveegde namaak Caribische souvenir en taxfree gebieden. Ook al liggen er 3 cruiseschepen, we komen er nooit iemand van tegen op de markt, bij de vissers, in de snackbar of bij de kapper. Maar we hebben hetzelfde mooie weer en het heldere water. Zij hebben een net om hun zwembad, wij moeten uitkijken voor de haaien.

We posten deze blog (het internet is ook prima hier) en varen dan langs de cruiseschepen naar Cat Island. Ze beweren daar, dat Columbus er is geland, maar er zijn meer eilanden die dat claimen.

woensdag 7 maart 2018

Marsh


Eric heeft de nieuwe alternator van het vliegveld opgehaald en brengt hem naar Snappas, de bar waar we voor geankerd liggen. We drinken een pilsje en hij groet zijn zus, die in de keuken werkt. Het is een kleine gemeenschap, iedereen kent iedereen. Nou ja, overal kent men natuurlijk z’n zus.   ’s Avonds bestudeer ik de manual en de achterkant van de nieuwe alternator, ik ben er niet helemaal zeker van hoe de draden worden aangesloten. Na het ontbijt monteer ik de alternator, zoals ik 's nachts bedacht heb en met angst en beven start ik de motor. Geen rook, geen vonken, maar een keurige laadstroom van 60 Ampere. Weer een klus van de lijst af. Maandag of dinsdag heeft een lasser een driehoekige plaat aan de paal van de windgenerator gelast en kan ik ook die weer monteren. Zijn we weer bijna op orde en $1450 armer.


Het kost tijd om de goede man voor een karwei te vinden, je loopt van de ene kant van de stad naar de andere. Maar uiteindelijk heb je hem te pakken. Ik vind het leuk om te doen, je spreekt nog eens iemand en je komt nog eens ergens. Onderdelen bestellen is een graadje moeilijker. De alternator hebben we op Amazon besteld en naar Fort Lauderdale laten sturen. Een vervoerder (Sean) heeft zijn broer daar zitten, die verstuurde het naar Freeport. Sean stuurde het naar Great  Abaco en Eric, een lokaal vervoersmannetje, bracht het naar de Snappas Bar. Nu we Eric kennen hebben we een betere informatiepositie: hij kent alle bedrijfjes en zzp-ers op het eiland.


Buiten op de oceaan waait het als een gek, verder naar het Noorden zijn golven van 12 meter. Zomers zijn er orkanen en ’s winters de stormen uit het Noorden. In North Carolina is een hele jachthaven weggespoeld en een containerschip van Maersk heeft daar 70 containers verloren. Hier in de baai van Marsh Harbour liggen we goed beschut en we hebben extra ketting uitgebracht. De zon schijnt heerlijk en we lopen in zwembroek/bikini. Wat anders dan schaatsen op de grachten.


Wat betreft het plan van een Midden-Amerika rondje: we doen het, ook als we niet met die Engelse groep mee kunnen. Zo vaak worden er nou ook weer niet zeilers beroofd en vermoord. De buitenwijken van Baltimore zijn onveiliger. Dus de destinatie is nu Trinidad. We willen daar eind mei aankomen, de boot op de kant zetten, nog wat klussen en dan voor een paar maanden naar Nederland komen. We zoeken nog een logeeradres….


Scott heeft een mooi stukje laswerk geleverd, de windgenerator staat nu heel stevig op het rek. Daarmee is de klussenlijst afgewerkt, we kunnen vertrekken. Maar morgen is het smerig weer, de laatste winterstorm, we gaan overmorgen. Naar Little Harbour op de oostpunt van Abaco. Dan een lange oversteek naar Eleuthera.









s