woensdag 28 september 2016

Lisboa



Dag1

Eindelijk gedouched. Harde straal, warmte instelbaar en vier haakjes om je spullen op te hangen. Ik zeg het nog maar een keer: jullie beseffen niet hoe goed jullie het hebben, krant in de bus, warm water uit de kraan, auto voor de deur, inboedelverzekering en altijd internet. En dan Lissabon in. De jachthaven ligt aan een oude wijk, waar de eerste designwinkels en koffieshops verschijnen. Na een half uur lopen kom je op het grote plein aan de Taag. Daar hebben we bij de TouristInfo een 3-daagse Lisbon-card gekocht. Na een het eten van een cheeseburger zie ik er tevreden uit.


Als eerste een tram of bus naar het Parcque do Nacoes. We stapten te vroeg uit in een soort Bijlmermeer, maar dankzij Rommy’s Iphone vonden we een metro. Een Metrolijn van het centrum van Lissabon naar het Park, dat het voormalige Wereld Expo terrein uit 1998 is. Elk station loont de moeite om uit te stappen, want ze zijn gedecoreerd door kunstenaars.


We reden gewoon door. Het eindstation is een Calatrava, met een bos van stalen bomen als dak. Niet zo sierlijk als die in Belgie, maar toch. Dan door een winkelcentrum, dat de ingang van de Expo is geweest. Van Siza Vieira. Ongelofelijk zoveel grote mooie gebouwen. We weten dat er in de oude stad allemaal kleine straatjes zijn met fado-kroegen, maar hier genieten we van. Een heel groot Aquarium omringd door water van Chermayeff, maar het was toch het Portugese Pavilloen van Siza die ons het meest trof. Tussen een poort en het gebouw hing een enorm betonnen dak. Onder het dak stonden studenten te zingen, vanwege de ontgroening. Mooi.



We drinken op de Aveline de nodige biertjes met Frans en Martje en Jan en José van de Jonas uit Medenblik. Zeilverhalen gaan inderdaad vaak over hoe het bijna helemaal fout ging. Het doet me goed om te horen, dat Frans nog meer hoogtevrees heeft dan ik (vanwege noodklussen in de mast).

Dag 2

Mijn  haar kammen, een leuvertje bijvijlen en de tai chi set oefenen.Ik wil namelijk woensdagavond meedoen met de Taoistisch Tai Chi les hier in Lissabon. We zochten het gebouw van de Tai Chi vereniging alvast op en liepen door naar het Museum voor Contempory Art. Dat was dicht. Op dinsdag, na ja. Terug met de metro en door naar Belem. Ik wil het monument daar fotograferen voor mijn Bootbeelden Project. Het is 34 graden, we lopen naar het verkoelende park en zien daarnaast een groot gebouw: Museu de Berardo.  Maar even kijken, het is in ieder geval koel daarbinnen. Op het plein beelden van Calder en Leger.

Het was binnen koel en gratis. Alles hadden ze. Van Appel tot Warhol. Mijn keuze was een Bacon. Maar dat is altijd mijn keuze. Zo voorspelbaar, zou Wim zeggen. Dit museum is een onverwachte verrassing, maar dat zijn verrassingen altijd. Dat andere museum laten we maar zitten. Toch naar de toeristen straatjes? Morgen zien we verder.


We spreken de jonge Denen met twee kinderen uit Stockholm die voor ons liggen Ook twee jaar naar de Carib. Ook huis verkocht. We zijn straatarm bij terugkomst zeggen ze. Ons pensioen gaat gewoon door, we houden elke maand over, wij zijn straks rijk.


Dag 3

Eerst de tai chi oefenen en dan naar Belem. Het Mosteiro dos Jerónimos, het grootste monument dat ze hier hebben. Druk en indrukwekkend. Kerk, kloostertuin met galerijen rondom. Bij een klooster denk ik aan sober en evenwichtig, hier is alles groot en kostbaar. Goede uitleg op de bordjes en anders luister je even mee met een Duits of Nederlands groepje met gids. Het is 37 graden, dan wordt ik sacherijnig. Dan tik ik voordringende Fransen op de schouder en zeg, dat ze twintig terug achter aan de rij kunnen aansluiten. Fransen woest, maar het doet mij even goed.


Aan het water bij Belem is het museum voor Art, Architecture en Technology, het MAAT. Eigenlijk is het het Electriciteits Museum, een centrale uit 1920. Prachtige Babcock en Wilson ketels, AEG generatoren, condensatoren, alles. Ertussen wat kunst. Het architectuur gedeelte was nog in aanbouw.    

              
Met de trein naar het centrum voor een nieuwe pilot van de Atlantische Eilanden. Niet in vooraad. Wel bij de watersportzaak naast het MAAT. Rommy gaat pils en brood halen, ik ga terug naar Belem. Warme tram. Portugezen hebben geen manieren, ze duwen en plakken. Om half vijf zijn we weer aan boord, spoelen ons op de steiger af en nemen een pilsje. Ik krijg bericht van de Tai Chi vereniging, dat ik al maanden niet betaald heb en dus nergens ergens meer aan mee kan doen. Natuurlijk betaal ik geen lesgeld, ik zit op een boot....... En dan, één keer een les volgen, ik was 10 jaar lid. konden ze ook aardiger zeggen. Frans en Martje (ik noemde haar eerder Maartje) komen een biertje drinken. Bij deze warmte worden dat er gauw meer. Gezellig.


Ze wijzen ons op een paar boten hier met Caribische intenties. Daar ga ik morgen nog even buurten, dan boodschappen voor vijf dagen en 's middags vertrekken we naar Madeira. 500 M naar Porto Santo, het eiland ten noorden van Madeira. we gaan uit van een dag of vijf. Of we bij aankomst wifi hebben weet ik niet. maar we gaan er naar op zoek.  Dus het kan even duren voor je wat van ons hoort.


maandag 26 september 2016

Nazaré, Peniche en Lisboa.





De harde wind waar Rommy voor waarschuwde begint om 16.00 uur te waaien. Dan zijn we net de hoek om bij Cascais. Goede planning van onze navigator. We scheuren met 7.5 knopen de Taag op. In het voorbijgaan proberen we het huis te vinden waar Irma en Raoul hebben gewoond. We vinden het niet. We wisten ook niet waar het was.

Van Peniche varen we samen met de Javahiné (GB), de Nanuq(GB) en de Royan Vert(FR). Tenminste: we zien stipjes in de verte en zien op de AIS dat zij het zijn. De Javhiné kennen we goed. Vier gezellige Engelsen, ze lagen alle dagen in Póvoa naast ons. De Rayon Vert spraken we in Peniche voor het eerst. Gepensioneerde Franse leraren. Ze willen in hun snelle RM door het Panama-kanaal de Pacific doen en dan naar Canada. Dat zijn pas plannen. Zij heeft haar arm gebroken, doordat een Nederlander ze van zijn boot joeg. Maar de meeste Nederlanders zijn aardig, zeggen ze keer op keer en wij verontschuldigen ons steeds opnieuw voor onze medelander. Er zijn ook Franse klootzakken zeggen ze. Dat is waar. Als we ze weer treffen, zullen we naar de arm informeren en ons weer namens Nederland verontschuldigen. Je moet mensen de kans geven ruimhartig te zijn.


De havenmeester in Nazaré (de volgordelijkheid laat weer te wensen over, zal Rommy zeggen) was om 17 uur vertrokken en de dag erop was het zaterdag. Vrije dag. Er hing wel een briefje waar je dan naar toe kon lopen om te betalen. Nou ze zoeken het maar uit.

In Peniche hetzelfde: aan de overkant van de haven (drie kwartier lopen) is een kantoor waar je na 17.00 uur kan betalen. Nou, ze zoeken het maar uit. Maar net voor we ’s morgens weg willen varen verschijnt een havenman. In het kantoortje €23,00 betalen. Voor driedubbel aan een steiger liggen met langsscheurende vissersboten. En weer geen douche. Hebben jullie meegeteld hoeveel dagen we niet gedouched hebben? Ik ga maar douchen met de campingdouche en oogst veel reacties van de voorbijvarende sportvissers op mijn blote kont. Ze doen maar. Ik ben weer fris.

We verkennen om de beurt Peniche, omdat we geen toegangspasje voor de haven hebben. Ik herken het Java Café, waar ik de vorige reis zat te internetten. Harde muziek,  vol met jongeren, die doen wat jongeren doen. Voor zich uit staren en op hun mobieltjes kijken. Wij hadden vroeger geen mobieltjes. We konden alleen maar voor ons uit staren. Maar daar hadden we dan wel de juiste middelen voor.


Maar goed. We scheuren dus de Taag op. Onder de grote brug (heette vroeger de Ponte Salazar) door. De auto’s maken een oorverdovend lawaai. We vinden een plekje vlak achter de Aveline van Frans en Maartje. We waren de dag, dat ze vertrokken uit Póvoa naar Porto. Frans helpt bij het aanleggen. Alsof we weer in Herkingen zijn.


Helemaal vergeten, dat het zondag is. Ik kijk op Nu.nl en zie dat Feyenoord met 5-0 van Roda heeft gewonnen. 21 punten uit 7 wedstrijden. Ongekend. Leuk voor Wim ook.

Morgen eerst douchen en dan drie dagen Lissabon bekijken. Je moet toch wat.

vrijdag 23 september 2016

Rio Douro, Figueira da Foz en Nazaré



Steeds met een zwakke NW wind, dus op de motor, gaan we naar de nieuwe Marina aan de monding van de Douro. Zeer chique, hier passen we niet. We worden door een heel team naar de ligplaats begeleid. Dat is tussen twee grote plastic motorboten met waterscooters op het zwemplateau. Het havenkantoor is rvs en marmer en de nacht kost € 44,00. Op de kade spreek ik een man met een klein hondje, die 41 jaar voor een Nederlandse reder heeft gewerkt. Nu met pensioen. Terug in zijn dorp. We lopen de jachthaven uit en komen in een vissersdorpje, een wasgebouw met buiten drooglijnen, kleine straatjes, overal cafés, op de stoep worden kippen en vis gegrilld. We eten een verse tunasteak van 3 cm dik en een biefstuk die twee keer zo groot is als ons bord. We vertrekken vroeg, de nachtwaker (in uniform met hond) klopt om 7 uur aan de boot om ons de deposit voor het toegangspasje terug te geven. Niet eens gedouched.



Om 18 uur leggen we aan in Figueira da Foz. We konden het ons niet voor de geest halen, maar nu weten we het weer. Van de vorige reis. Een mooi stadje. Groter dan Póvoa. Mooie bankgebouwen, postkantoren en een schouwburg. Het breedste strand van Portugal, veel vrachtschepen, die in het voorbijvaren de hele jachthaven op zijn kop zetten. En een hele mooie mercado. We kopen kip (frango), sla en tomaten. Bij de kaasboer praten we in het Engels met een klant, die in Nederland in de offshore werkte. Samen met de kaasboer laat hij ons verschillende kazen en worsten proeven. We kopen de lekkerste, een Spaanse kaas uit Murcia. Hij nodigt ons uit voor een glaasje wijn, maar we zijn bang dan niet meer op tijd weg te komen naar Nazaré. Wat nu ook niet zó erg zou zijn. Alleen zondag en maandag is er harde wind, dan willen we in Lissabon liggen.



Om 12 uur varen we dus uit naar Nazaré. 35 mijl in de zon met weer weinig wind uit NW. De zee is glad als een spiegel. Er is alleen deining. We zien geen vogels, geen vissersboeien, geen vissen. Het is vreemd  stil. Dwars voor de baai van Nazaré is het 110 m diep. Dat heeft het effect, dat de deining daar achter helemaal weg is. Dan ligt de haven nog achter twee dammen. Dit is de meest beschermde haven die we ooit gezien hebben. De steigers zijn wat wankel en volgepoept. Er liggen boten uit Finland, Engeland, Duitsland en Nederland. De boot van Rainer en Ursula zien we op de kant staan. De havenmeester is naar huis. We zien morgen wel verder. We eten eerst kip met sla. En heerlijke Vino Verde van de Aldi.


In Noord Spanje voeren we een dag gelijk op met Rainer en Ursela. Ze maakten foto’s van de Annalena. Vandaag toegestuurd gekregen. Op de onderste foto zie je alleen het topje van onze mast. Masthoogte: 16,50 meter.





woensdag 21 september 2016

Verzekerd en een nieuwe tank




Het verheugt ons te kunnen berichten, dat we een verzekering hebben voor de hele reis. SAA verzekerd ons voor € 1450 per jaar en met een eigen risico van € 2500. Dat betekent, dat we alleen grote schades kunnen claimen. Maar goed, je hoort ons er vanaf nu niet meer over. Probleem is opgelost. Ook het dieseltankprobleem is opgelost. De tank arriveerde maandag om 11.57 uur. Leve de DHL.

We waren maandag druk met het installeren van een kabel van de tuner naar de achterstag-antenne voor de kortegolf, Yugo uit Enkhuizen heeft ons de kabels gestuurd.  We zagen pas de volgende ochtend het track-and-trace bericht. De receptie zou ons waarschuwen als het pakket was aangekomen, dat hadden ze al een keer gedaan, maar toen was het pakket niet voor ons. Ach. Vanochtend dus meteen aan de slag met de tank, alles 6 cm hoger vanwege het teakhouten onderstel. Met de föhn werden de slangen weer zacht en lieten zich de goede kant op buigen. Rommy maakt ondertussen een nieuw zonnescherm voor boven het stuurwiel. Morgen gooien we wat diesel in de tank en dan gaan we 20 mijl zuidwaarts naar Porto.



Ik had Migues, de havenman met de vier honden gevraagd naar het beste restaurant van Póvoa da Varzim. Dat was volgens hem Café Ritz. Daar hadden we met Lynn heen gewild, maar toen waren ze met vakantie. We zaten te wachten op onze steak en francescina toen ze ons een bord met brood en kaas brachten. Nee, dat hadden we niet besteld. De ober gaf een uitleg in het Frans, ik verstond alleen het woord marina. Even later legde de andere ober in het Engels uit, dat Migues had gebeld en de kaas voor ons had besteld. Leuk toch. Het was een soort Amsterdams café, een beetje homo en beetje links. Met hele mooie schilderijen van café-taferelen en getekende portretten van vissermannen.


Póvoa da Varzim is een prima plek. Veel strandtenten, leuke winkelstraatjes. De kerk heeft een vuurtoren en overal voor het strand liggen rotsen. Niet veel toeristen, wat Engelsen deed rest bis Portugees. Je kunt naar Porto met de metro. In de jachthaven ligt een groep Fransen en een groep Engelsen. Sommigen liggen hier al jaren. Men klust aan de boten. Op de wal wordt ook aan veel boten gewerk. Het is mooi om te zien, hoe de Fransen en de Engelsen elkaar helpen. De Fransen de Fransen en de Engelsen de Engelsen. Ook een paar Nederlandse boten, waarvan de eigenaren een paar weken naar huis zijn. Na een week ken je de weg in het stadje, weet je wat een broodje kost en heb je alle verhalen in de haven gehoord. En krijg je dus een gratis voorgerecht. Het is ons bevallen. Póvoa da Varzim, het doet me toch aan zo’n spits van Feyenoord denken.



Ze zijn begonnen de kardinaalton op te knappen. De ton is nu in de gele en zwarte verf gezet. Zwar-geel-zwart. Een oost-kardinaal. Moet nog een wiebertje op, maar die is er nog niet. De honden rusten uit van een zware nacht.


maandag 19 september 2016

Porto revisited



Ik doe mijn haar en dan beginnen we de zondag met het monteren van een pomp voor de tankbak. Omdat de bak het laagste gedeelte onder de kajuit is, kan de pomp tevens dienen als noodpomp bij inkomend water. Denk aan Robert Redford toestanden.


Om 12 uur is het klaar en gaan we wandelen, heen langs de boulevard en door de winkelstraatjes terug. Dan zetten we Hilversum 1 aan om naar Feyenoord – PSV te luisteren: nog tien minuten te gaan, we waren het tijdsverschil met Nederland vergeten, nog 0-0, corner, Botteghin staat ongedekt en kan vrij uithalen, 0-1 voor Feyenoord, nog 5 minuten, Kuijt rekt tijd, dan een schitterende redding van Jones en Blom fluit af. Wow, 18 punten uit 6 wedstrijden. Dat heb ik nooit mogen meemaken.



Er komt bij laag water een Franse boot binnen. Bij het binnenvaren van deze haven moet je de twee groene boeien aan stuurboord houden. Achter de boeien zijn rotsen. Maar ook weer niet teveel naar bakboord gaan, daar liggen ook rotsen. De Fransen lopen dus vast op de rotsen aan bakboord en blijven een uur vastzitten. Voor de rotsen aan de rode kant ligt eigenlijk een kardinaalton. Die is al drie jaar in reparatie. We zien de ton elke dag voor de werkplaats liggen. De man van de werkplaats heeft vier honden (één met drie poten), die elke ochtend volledig uitgeteld onder de werkbank liggen. Zijn ze ’s nachts op pad geweest. Voor elf uur verzetten ze geen poot. Daarna bewegen ze af en toe. Net als hun baas.



Ik vroeg de havenmeester of ik de diesel,die ik onder de tank vandaan had gepompt mocht weggooien in de bak met afgewerkte olie. Hij had geen idee. Ik zei, dat het wel kon als je er maar niet teveel diesel bijgooit, dan onstaat er explosiegevaar. Waarop de havenmeester breed begint te lachen. Een explosie, dat leek hem wel wat.

Zo relaxed is het hier.

We waren zaterdag nog een dag naar Porto. Eerst naar het Museum voor Contemporaine Kunst. Weer een gebouw van de onvermijdelijke Siza. De collectie: een man met drie tl-buizen maakte langzame bewegingen, een filmpje van een hagelbui, een piano in een glazenhok die U2 speelt terwijl er rode blaadjes naar beneden vallen. Verder een rode gang met nog meer tl-buizen, een vierkant van touwen aan het plafond en een oud propaganda-filmpje over een nieuwe stad in Angola. Ik zeg tegen Rommy, dat ik het fascinerend vind. Ze lacht me uit en zegt: je liep telkens na tien seconden door. Je kan het toch ook kort fascinerend vinden.
  


We lopen terug naar het centrum van Porto, maar niet helemaal de goede kant op. Dan maar een bus genomen. Nog een keer het touristengebied. Tot beneden aan de brug, met de lift omhoog, over de brug lopen en met de metro terug naar Póvoa. Mooie dag. Wel moe.



Soms hoor je een week niets van ons. Nu we hier liggen te wachten en de wifi goed is, bericht ik bijna elke dag uit Póvoa da Varzim. Bijvoorbeeld, dat er een rode Nederlandse boot binnenkwam, die Jori heette. Ik was plan ze naar die naam te vragen, maar vanmorgen zie ik ze wegvaren. Ik kan nog van de kant schreeuwen. Antwoord: het is een samentreksel van de namen van hun ouders, Johan en Ria. Dat is toch mooi. Ik denk: Gerrom? Romger? Roge? Geen mooie namen, maar we zouden het wel erg op prijs stellen. Al was het maar een roeibootje.

                                                              

zaterdag 17 september 2016

Porto



Een beetje cultureel onderlegd iemand denkt bij Porto maar aan één gebouw. De Casa da Musica. Gebouwd voor het jaar 20001 toen Porto met Rotterdam *) culturele hoofdstad van Europa was. Het werd in 2005 in gebruik genomen.


Rem Koolhaas won de uitgeschreven competitie omdat zijn ontwerp zo bijzonder was. Als een kolossale meteoriet die is neergestort aan de rand van het park met het monument van de overwinning op Napoleon. Binnen in de rots zijn twee concertzalen. De accoustiek van de grote zaal is nagenoeg perfect. Op alle zitplaatsen een goed geluid, daarom kosten alle plaatsen hetzelfde. Rond de zalen een onoverzichtelijke wirwar van trappen en ruimtes. Je weet al snel niet meer waar je bent. Voor de resonantie hebben concertzalen meestal een orgel. Deze heeft er twee aan weerskanten van het podium. Achter het podium is een groot raam. Een replica van een barok en van een romantisch orgel. Met grijze pvc-pijpen, zonder klavier. Voor de resonantie dus. De looprichtingen in de ingangshal gaan dwars door elkaar heen. Kortom, een echte Koolhaas. De mooiste van Koolhaas, de Rotterdammer.



Verder is Porto een hoop oude gebouwen, mooi gelegen aan de Douro. De porthuizen geven rondleidingen aan massa’s touristen. Gisteren hadden Lynn en Rommy al een bustour gedaan, nu doen doen we een andere. Dan heb je snel een overzicht. We bezoeken een kunstmuseum met onbekende Portugese schilders en lopen dan naar het Casa da Musica.



De metro brengt ons in drie kwartier weer terug in Póvoa de Varzim. Later eten we hamburgers met IPA in de Sailorman Club. Het is Lynn’s laatste avond. Op de tv zien we FC Porto Kopenhagen inmaken. Morgen moet Feyenoord tegen ManUnited.



We brengen Lynn de volgende dag naar het vliegveld. Best een groot vliegveld met veel witte buizen en kabels. Ze heeft heel veel zon gehad en weinig wind. We hebben vaak lekker gegeten en ver gewandeld. Ze kan er weer tegen. In de strategische consultancy.



Ik vind een teakhouten balk naast de werkplaats van één van de monteurs op de jachthaven. De aanwezige secretaresse kan ik er van overtuigen, dat de monteur één zo’n oud balkje niet zal missen. Er ligt nog een hele hoop (alleen geen teak). Snel zaag ik de balk in vier stukken voor een onderstel van de dieseltank. Ik vraag Isaak, mijn monteur, hoe ik de balkjes aan de bodem vast moet maken. Colle? Dan spreekt hij het magische woord: Sicaflex. Bootmensen weten dan genoeg.  Nu nog een pomp installeren voor eventuele wateroverlast onder de tank en we zijn klaar voor de nieuwe tank, die volgens DHL maandag zal arriveren. En DHL is verdomd betrouwbaar. Zeker in Portugal. En in Duitsland.


‘s Avonds luisteren we via de computer naar Hilversum 1. Feyenoord wint met 1-0 van Manchester United. Daar had ik wel bij willen zijn. Ik hoop, dat Wim erbij was. Heeft hij toch nog iets

*) Rotterdam deed toen een extra voorstelling van Mini & Maxi, waarna de coordinator zich wegens oververmoeiheid even terugtrok. Echt waar, zoek maar op. Kostte 51 miljoen.




Vierkante boot



 


In Nederland heb je vierkante platbodems, bv de Westfriese Whopper. En ook heb je de Doerak. Deze bootvorm geeft veel last bij golven. De golven knallen tegen de voorkant.                                      Hier een vierkante Portugese speedboot, we noemen hem de Speedurak. Heeft één keer gevaren en is toen op de kant gezet. Golven.

woensdag 14 september 2016

Póvoa de Varzim



Póvoa de Varzim. Niet de naam van de zoveelste waardeloze spits van Feyenoord, maar een soort Zandvoort aan Zee. In de jachthaven liggen wat Engelsen, vier Nederlanders, twee Noren, een Duitser. Na vier dagen is alleen de Duitser vertrokken, de rest ligt hier vast of is nog aan het nadenken waar ze de winter gaan doorbrengen.

Wij liggen hier voorlopig ook even vast: er stond 10 cm diesel onder de brandstoftank. Beter gezegd: de tank stond in 10 cm diesel. Na het wegpompen en droogmaken lag er de volgende dag weer 2 cm. De tank zou dus wel eens kunnen lekken. In overleg met Isaac de scheepsmonteur alhier de tank eruit gehaald, terwijl Rommy en Lynn een dagje naar Porto zijn. Iemand moet toch het leuke werk doen. Aan de onderkant op meerdere plaatsen doorgeroest. Roestvrij staal. Bouwjaar 2007. Italiaans fabrikaat. Er komt een nieuwe tank uit Nederland, tot dan rest ons niets anders dan uitstapjes naar Porto. Heb maar geen medelijden. Dat is so wie so een waardeloze emotie.


Ik loop hier wat rond en praat met iedereen. Ik heb ook foto’s gemaakt boten. De boot van Frans uit Herkingen, een klein bootje uit Rotterdam, een houten boot waar het gat voor het kompas al in zit, wat gevalletjes van schade (nee, onze verzekering is nog niet geregeld). Eén bootje stond er knap bij, maar de trailer is doormidden gegaan.


Ik zie ook een Trismus 37, dat is onze boot. Ligt er verwaarloosd bij. Dan zie ik in de romp een rij gaatjes geboord. Dit is cocaïnesmokkel geweest. De hele boot is van binnen afgebroken. Zo te zien zat de coke onder de watertanks. Een plaats waar wij ook wel aan gedacht hebben (je moet zo’n reis bekostigen), maar dat is blijkbaar geen goed idee.  Boot is te koop, eigenaar zit nog vast.


In veel havens ligt in een hoek zo’n boot. De bemanning zit in de gevangenis en niemand doet iets aan de boot.  Ze vervallen langzaam. Als ze dreigen te zinken, worden ze gesloopt. Erg zonde van zo’n boot.