zaterdag 10 september 2016

Islas Cies en toch Vigo



Het Museum van Rossi ziet er uit als een pakhuis. Het was ook een pakhuis, hij heeft er een museum van gemaakt. Het is een uur varen naar Islas Cies. We ankeren voor het strand. Verderop varen de veerboten af en aan met dagjesmensen. Als de lunch is gezakt roeien we naar het strand. Het strand is eigenlijk een dubbelstrand. Alleen een strook rotsen scheidt het Atlantische strand van het strand aan de Ria. Ertussen staat water met vissen. Mooi. Met de bijboot door de branding aan land gaan moeten we nog eens oefenen. Bij het uitstappen zak ik weg in het zand en beland op mijn kop in het water. Bij het wegvaren duurt het te lang voordat we allebei zitten, het bootje gaat dan dwars en belandt weer op het strand.


Tegen de avond vertrekken de dagjesmensen (zit al in het woord besloten). Er verschijnt een rubberboot van de Guarda Civil. Ze controleren de motorboot voor ons. Dat duurt een half uur. De motorboot licht het anker en vertrekt. De rubberboot vaart wat rond en gaat dan naar het inmiddels verschenen moederschip. Dan gaan ze naar een Engelse zeilboot verderop. Dan komen wij zeker aan de beurt.  Ik zoek de vergunning er alvast bij. In grote rode letters staat erboven: Lo sentimos, pero no puede pedir fondeo para ese dia puesto que ya lo ntiene solicitado. Dat zou kunnen betekenen, dat we helaas geen vergunning krijgen. Maar we kunnen geen Spaans en ik bereid me voor op een  I am from Barcelona act. Alleen dan niet van Barcelona, want dan zou ik wel Spaans kunnen. De rubberboot vaart van de Engelse zeilboot terug naar het moederschip. Dan gebeurt er een hele tijd niets. Lynn houdt de bewegingen op het schip in de gaten met de verrekijker. Wat ik niet zo’n goed idee vind, want zij hebben ook verrekijkers en zien dat wij door een verrekijker naar hen kijken. Dat zou er verdacht uitzien en ze kunnen nopen ons een bezoek te brengen. Uiteindelijk gebeurt er niets, ze halen de rubberboot binnen en varen weg. Hier kun je mooi over schrijven op je blog zegt Rommy. Maar er is helemaal niets gebeurd, werp ik tegen. Je kan toch vertellen, hoe we in spanning zaten. Bij deze, dus.


De volgende dag is bewolkter, dus we gaan toch even naar Vigo. Onderweg breekt de zon door. Vigo is veel mooier dan we in herinnering hadden. Mooie grote gebouwen, prachtige parken, winkelstraten en een oude buurt met cafés en restaurants. Ook de Real Marina heeft een verfje gekregen. Douchen moet in het zwembad ernaast. Omdat er net een waterpolotraining is geweest, sta ik er in de gemeenschappelijke mannendouche een beetje lullig tussen. Probeer daar geen voorstelling van te maken. Oh, roze olifant. Ja, die roze olifant tussen de waterpoloers, dat ben ik.


De volgende dag lopen we omhoog naar het park boven op de heuvel. Er is een mooi uitzicht over Vigo. Terug lopen we door een volkswijk en Rommy ziet een redelijk moderne kapsalon met twee jonge kapsters, ze schiet naar binnen. Het gaat gebeuren. We spreken af, dat ik op het eerste beste terras op haar zal wachten. Het is een terras midden op de stoep. De Estrella Galicia met een schaaltje tapas smaakt uitstekend. Ik schuif mijn stoel dwars, zodat ik de mensen op mij af zie komen. Heel verschillende mensen. Gewone huisvrouwen, scholieren, punkers, bejaarden. Een vrouw met twee Aziatische kinderen valt op. Mooie dure kleren, ontwikkeld, in gesprek met de kinderen, een mooie zalmkleurige jurk. Dan weer een hele dikke vrouw in het zwart met een kruk. Haar vriendin heeft felrood haar. Dan een prachtige lange vrouw, ontwikkeld, ze lacht naar me, mooi grijs haar. Ze wil wel een Estrella met me drinken. Ik ben verliefd. De kapper kostte maar          € 19,00. Wassen, knippen en fohnen.


Morgen naar Viano de Castello, de eerste haven in Portugal. We waren daar 30 jaar geleden met de auto en 4 jaar geleden met de boot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten