zaterdag 29 oktober 2016

Mast op de wal in Arrecife




Ik meende te weten, dat het drie dagen per jaar regende op Lanzarote. Nou dat was dan vandaag, gisteren en eergisteren. Vandaag heftige regen en harde wind, dus de mast gaat er pas morgen af. Is geregeld, komt een kraanwagen om half tien. Wij maken vandaag alles klaar, dwz de zeilen er af, de giek er af, de borgingen van de stagen alvast recht buigen, de kabels losmaken, ja dat was het wel zo’n beetje. In de derde electrahandel vonden we dikke TYraps. Spanjaarden spreken zelden Engels in tegenstelling tot de Portugezen. Maar met mijn Italiaans dialect en google translater komen we er altijd.


De kraanwagen is een vrachtauto met kraan. Ze willen de haak van de kraan achter de vallen doen en dan de mast aan de vallen omhoog trekken. Ik heb het idee, dat dan de kap boven op de mast eraf kan knallen of dat de plaat van de de blokken kan verbuigen. Liever een strop om de mast. Hebben ze niet. En naar boven klimmen, dan moeten ze eerst met de baas overleggen. En hij lijkt er niet veel zin in te hebben. In Barendrecht doe ik het met Peter samen in een half uur. Hier zijn we al een uur aan het discusieren. Dan gaat Rommy wel de mast in, zeg ik. Waarna ze allemaal in lachen uitbarsten. Uiteindelijk maakt Rommy de strop boven vast en houden de mannen maar niet op over hoe dapper mijn vrouw is. Voor de Nederlandse mannen heb ik het behoorlijk verbruid. Ook de volgende dag wijzen ze naar ons: die dappere signora en die slappe vent. Ze willen de mast laten zakken, maar dan komt Christian van de Marina zeggen, dat ze de mastvoet naar voren moeten trekken. Doen ze en zeggen tegen mij: he is from the office, he knows nothing. Ondanks dat ligt de mast na twee en half uur.

Manieren om het geklapper van kabels in de mast tegen te gaan. Een buis in de mast lijmen of popnagelen en daar de draden doorheen leiden. Manchetten van piepschuim om de kabels leggen. PUR-schuim in de mast spuiten en zorgen dat de vallen niet vast gaan kleven. Drie  TY-raps onder hoeken van 120 graden om de kabels. We doen het laatste. Werkt zeker zegt Frits, maar je kan de kabels niet meer vervangen. Ja, zo is er altijd wat. We leggen wel twee lijnen door de mast, zodat we altijd iets bij kunnen trekken.
Tegenslagen: de mast zit vol met troep, het is heel zwaar de kabels met afstandhouders er door heen te trekken.Het zijn drie kabels uit drie gaten, dus Rommy moet één voor één aan een lijntje trekken. Die knapt dus. Daarom moet de bodemplaat eraf, dan kunnen we alles met een dikkere lijn trekken. Zit vast met vier bouten. Zit dus vast, 30 jaar corrosie. Het kost vier uur geduldig tikken, WD40 spuiten en met een slagschroevendraaier (geleend van de Zwitser uit Geneve) slaan. Iedereen, die zijn werk even onderbreekt en komt kijken begint over haakse slijpers en uitboren. Ik blijf noest doortikken en wd40 spuiten. Tenslotte is de bodemplaat eraf. We maken een soort schoorsteenvegersborstel (mooi scrablewoord) van een latje met TY-raps. We halen een bak polystreen en groen mos uit de mast (er zijn driehonderd soorten mos). Na een  dag werken zitten de kabels erin, de VHF kabel op afstand gehouden van de electrakabels met een stukje rubber. Daarvoor nog met Advitek in Barendrecht gebeld. Dank voor je advies, Richard.



Om acht uur ’s morgens bij de mast staan, in de volle zon werken met een koekje als lunch. Om vier uur ging bij mij de pijp uit.  De jaren gaan tellen, 69 jaar. Ik moest er even bij gaan zitten. Rommy is nog jong, die gaat maar door. Maar beloofd is beloofd: na gedaan werk een Estrella 1906 bij de cerveseria. Heerlijk en verdiend. Vanaf acht uur staan in de hete zon! Met een koekje als lunch! Mij hoor je daar verder niet over.


De draden zitten er in. Morgen even testen of de vallen nog kunnen bewegen, nog een paar verfraaiingen en dan gaat de mast er maandag om tien uur weer op. Zal wel iets later worden.

In de nacht is het niet stil. Aan de wal is een disco met dreun. Wakker liggend bedenk ik, dat we morgen ook de draden onderin de mast (van stoom en deklicht) moeten voorzien van afstandshouders. Dat stuk lag vol met troep, maar is nu leeg. Het zal je toch gebeuren, dat na zoveel werk en kosten het nog klappert. Waar een discodreun al niet goed voor is.



Dus doen we dat op zaterdagochtend. Inmiddels een stuk geroutineerder. Dan is het klaar en hebben we een vrije zondag. Helaas is de autoverhuur op de haven dan dicht. Misschien gewoon wandelen en uitrusten.
We werden hier vier jaar geleden weggestuurd: niet voor zeilboten. We ankerden met de Flying Circus in een haventje bij het fort. Nu is er een grote marina met alle voorzieningen. Op de kade zijn chique winkels en restaurants. Zoals vaker is het te groot opgezet, veel panden staan leeg. En de kade waar onze mast ligt is groot. Er is een gigantische mobiele botenlift. Verderop werkt een Bulgaar aan een prachtig gelijnd Nederlands schip ( je ziet het schip voor het cruiseschip staan). Het lukte hem beweging in de eerste moer te krijgen. Hij is Bulgaars zwemkampioen geweest.

De marine is stampvol. Zeker nu na een week harde zuiden wind. Veel overstekers willen nog naar Gran Canaria, maar wachten tot de ARC daar op 20 november vertrekt. Nu is daar geen plaats.

Het regent overigens toch twintig dagen per jaar op Lanzarote.


(Ik heb het stukje over Vigo verbeterd. Tenminste, dat vind ik)

woensdag 26 oktober 2016

Bootbeelden


Twee hele mooie bootbeelden. De vissers met lijnen, heel realistisch, heel wit. Op een rotonde in Canecal.



En dan een boort van roze marmer, ruw gezaagd. Met plonsende Taagnympfen. Tagides. Staat in het Parque das Nacoes in Lissabon. Ik denk, dat het van Joao Culileiro is. Dat stond tenminste in de reisgids.



maandag 24 oktober 2016

Naar La Graciosa




We tanken nog even en varen dan de marina uit. We zijn van plan nog even voor de kust van Madeira te blijven. We willen de overdekte botenstalling zien  Maar na 5 minuten horen we een doffe dreun en de motor begint onregelmatig te lopen. Er komt een vieze grijze rook uit de uitlaat. Ook in zijn vrij blijft het hetzelfde. We weten, dat er in Canical een werf is met een motorwerkplaats, Rommy zoekt het radiokanaal van de haven op. De motor begint echter weer normaal te lopen en reageert goed op de gashendel. Wat te doen? We moeten waarschijnlijk zestig uur moteren. Rommy zegt het volste vertrouwen in het motertje te hebben, ik weet het niet. Wat, als we halverwege zonder motor ronddobberen? Dan schiet me te binnen, dat ik voor het tanken een scheut anti-bio-schlam in de tank heb gegooid. Dat gaat zo: eerst gallons omreken naar liters, dan omrekenen naar de tankinhoud, dan 1:100. Dat is dus altijd een flinke scheut. Ik had er twee flinke scheuten ingegooid. Maar het spul had zich niet vermengd en was in één keer in de motor gekomen. We zetten koers naar La Gomera en komen daar na zestig uur moteren aan.





Eerst langs Islas Desertas, een onbewoonde bergrug. We hadden voor het weekend een permissie daar te ankeren en rondgeleid te worden. Het waaide toen veel te hard, we hebben afgezegd.





De twee dagen overtocht waren uiterst saai, eerst nog een paar keer bezoek van dolfijnen. Daarna niets, helemaal niets. Ja, ik zag een vliegende vis, maar het kan ook een wit vogeltje geweest zijn dat over het water scheerde en vervolgens verdronk. De tweede nacht werd mijn wacht nog opgeleukt door een Franse zeilboot, die geen centimeter week, ook al zat ik in zijn stuurboord-voor kwadrant. Fransen doen maar wat, hij voer een combinatie van zeil en motorverlichting. Van het bijzondere reglement ter voorkoming van aanvaringen zal hij nooit gehoord hebben. Door goed gas te geven kon ik voor hem langs. Zo ben ik dan ook wel weer. Bij zonsopgang komen we op La Graciosa aan. Bij de overgang van 3050 m naar 250 m diepte varen we wat langzamer om een vis te vangen. Niets. Ik haal de vislijn binnen, het hele kunstaas met loodjes is verdwenen. Dan vang je niks.





Het was bijna volle maan en de melkweg was goed te zien. Wat mij altijd aanzet om na te denken over dat het hele heelal volgens dezelfde natuurwetten functioneert. Dat alles wil voortbestaan. Dat ook dieren en mensen door dezelfde natuurwetten worden geregeerd. Gedreven door de drang om voort te bestaan. Alleen mensen zijn gaan denken en zijn dingen gaan bedenken als goed en kwaad. Dat bestaat dus helemaal niet, maar Rommy en ik hebben er als psycholoog een mooie bootreis aan over gehouden. Dat zit ik dan zo te bedenken onder de sterrenhemel.  En hoe klein en onbelangrijk ik ben, je leeft even en dat was het. Nauwelijks iemand merkt het. Het heelal gaat gewoon door. Nou heb ik gelukkig de lezers van mijn blog nog.





Madeira was geweldig mooi, maar ook wel erg netjes. Overal tunnels en snelwegen. Leuk zijn de afslagen. Het is bergachtig, dus veel ruimte is er niet. Soms zo’n veertig meter. Op de eerste twintig meter staan dan auto’s, die de weg op willen. Jij gooit dan je auto in de tweede twintig meter en gaat dan in de remmen, want er volgt een zeer krappe bocht. Dat was wel weer leuk. Vooral als je het huurautootje net tien minuten hebt. En er is overdekte botenstalling. Nou, die hebben we in Nederland ook zult u zeggen. Hier kan je met staande mast onder een dak, dat op 40 meter hoge palen staat. Er is een klein haventje met een botenlift en er zijn verschillende werkplaatsen. Boven op het dak is de landingsbaan van het vliegveld.

De baai Francesa op La Graciosa is de mooiste baai die er is. Een goed begin van de tocht door de Canaries. Het is er niet zo druk als vier jaar geleden. Na een uur komen er drie grote dagjesboten, die een paar honderd mensen afzetten. Dat is nieuw. Een paar uur later zijn ze weer weg en zijn we met acht zeilboten. Met de Zweden, Duitsers, Tjechen, Fransen, Engelsen en Amerikanen hebben we nog geen contact. We missen Pieter en Sabine. En Pien.





La Graciosa bestaat uit een paar dorre heuvels, mooie baaien en een klein dorpje. Het was eerst een hippiekolonie, nu is het een toeristenuitstapje. In het dorp zijn nog een paar hippies, die handgemaakte sieraden verkopen. Van die gedraaide draden. En stenen. En dromenvangers met veertjes. Nou ja, ze doen niemand kwaad. Het eiland heeft zich de afgelopen vier jaar ontwikkeld. In de baai dus de toeristen-catamarans en het dorp had veel nieuwe appartementen. Maar alles in dezelfde stijl en de rest van het eiland is leeg en woest gebleven. Op een terras aan de haven praten we met een Duits echtpaar. De man heeft een T-shirt van het automuseum van Havanna aan. Die hele stad is een automuseum vertelt hij. Ze zijn Berlijners, we praten over Berlijn en Lanzarote. We moeten beslist naar Cuba is de conclusie.




Een mevrouw zit in een kuil met water omringd met torentjes. C'e vostro castella? Si, zegt ze lachend. We zwemmen wat, we drinken wat en maken een praatje met twee jonge zweden, die met de ARC gaan oversteken. Het hippieverleden van La Graciosa komt niet alleen tot uiting in de dromenvangers en een appartementcomplex dat LOVE heet, maar ook in de blote borsten op het strand. De twee bronzen Franse mannen  met twee chow chows in de catamaran naast ons zal dat een rotzorg zijn. Wel zag ik ze de verreklijker richten op de twee mannen in de Labetequibronze voor ons. Die lag 10 dagen naast ons in Porto Santo. Hij was alleen, maar kwam vanmiddag met een andere man terug. Onbelangrijk in het licht der eeuwigheid en de oneindigheid van het heelal.





Er gaat een paar dagen regenen. Tijd om naar Arrecife, de hoofdstad van Lanzarote, te varen. Er is daar een nieuwe marina met veel faciliteiten. We doen de SSB kabels en misschien kan de mast eraf. Ik word gek van het geklapper van de kabels in de mast. Het is 25 nMijl, misschien kunnen we eerst nog snorkelen in andere kleine baai.  




dinsdag 18 oktober 2016

Bootbeelden





Póvoa da Vazim staat vol met bootbeelden. De gemeenteraad wil alleen beelden met een boot. Deze is aandoenlijk vanwege de fonteintjes rondom.



De zee heeft veel mensenlevens genomen. Beeld dat maar eens uit. Nou gewoon van 160 kruizen een boot maken. Duidelijk genoeg. Gemeenteraad tevreden.


Ik doe alleen maar rondborstige vrouwen zei de kunstenaar. Wie wat met vrouwen kan, kan ook iets met boten, sprak de gemeenteraad. Een vrouw met een klein bootje dan.


Buien op Madeira



We liggen nu bijna een week in de Quinta do Lorde Marina. Rond de marina is een duur resort gebouwd, dat lijkt op een dorpje met traditionele huizen. Allemaal gasbeton en pleisterwerk, maar wel kunstig neergezet met veel bloemen en planten. Alles is hier met veel bloemen en planten. Canical het dorp verderop met een vissershaven en industrie heeft onze voorkeur. Het dorp leefde vroeger van de walvisvangst, nu is er een walvismuseum. Eén grote zaal over de vangst en verwerking van de walvissen. Heel smerig en bloederig is dat geweest. Eén zaal over de biologie van de walvis. Er zijn dus dertig soorten walvissen en ze hebben inwendige geslachtsorganen voor de stroomlijn.


Overal wandelroutes, omhoog, naar beneden en horizontaal langs de levadas. Levadas zijn stroompjes die het water uit de bergen verspreiden. Bronnen, watervallen, ravijnen, tunnels, van alles te zien. We liepen een aantal routes en waren een dag in Funchal, de hoofdstad. Mooie art-deco gebouwen en heel veel touristen. En als u nu, aangestoken door deze enthousiaste reisbeschrijving, een reis naar Madeira maakt, vergeet dan de noordkust niet. Enorme brandingen en steile rotsen. Eén stuk weg is nog niet gemoderniseerd, daar moet je op tegenliggers wachten op bredere stukken weg. Er is een tunnel waar maar één auto door kan. Hij is wel recht, dus je kan zien of de tunnel vrij is.


Zaterdag en zondag waait het behoorlijk hard, te hard. Een stevige depressie gaat ons ten noorden voorbij (dus zuid 6Bft). Daarna kunnen we oversteken naar de Canarische Eilanden. Met waarschijnlijk weer te weinig wind.

We zagen de samenvatting van Feyenoord. Alweer gewonnen, maar niet overtuigend. Kreeg van Wim mooie gedichten van Deelder over Sparta. Maar ook daar was het spel niet overtuigend.

De buitenboordmotor doet het weer en ik heb de spoiler kunnen uitproberen. Ik was al een dag aan het knutselen met ijzerzaag en mikitaboor, dus toen ik ging proefvaren stonden er veel mensen te kijken. En het bootje bleef vlak, heel vlak, ook als ik gas gaf. Goed ontwerp en goede constructie.


Zondag de storm laten overkomen. Maandag inkopen doen in Machico, het volgende stadje. Samen met Frits en Marleen van de Salon uit Ter Apelkanaal. We hebben heel wat bepraat samen de afgelopen dagen. Frits heeft me op weg geholpen met de SSB en Pactor-modem. Er ontbraken verbindingssnoertjes, die worden nu verstuurd uit Oostenrijk. Zo in een uurtje via internet geregeld. Als ik de snoertjes heb, ga ik op de korte golf e-mailen en weerkaarten ophalen. U hoort daar nog wel van.


Nicolaus van de Lisa uit Hamburg (eigenlijk uit Föhr) wil nog zijn bananaboot met me uitproberen. Ik ben een expert in zijn ogen, door mijn aanbouwspoiler. Jammer maar geen tijd meer. We zien hem wel weer ergens, ze gaan ook oversteken.

Ons doel is La Graciosa, een eilandje ten noorden van Lazarote. Maar als de wind het anders wil, dan belanden we op een ander eiland. U hoort weer van ons over een dag of zes. We groeten iedereen. Enny sterkte met het been.




donderdag 13 oktober 2016

Bootbeelden



Geen hele boot, alleen een zeil. Het staat vrij op een plein aan de rivier. Aan de achterkant zit een lamp, dat moet mooi zijn als het donker en mistig is. (Figueira da Foz)


Een groot beeld, dat de heroische daden van de bevolking van Póvoa uitbeeldt. Er komt ook nog een koe rechts, maar dit is het boot-gedeelte. (Póvoa do Varzim)

De jachthaven heeft een heel mooi clubgebouw, maar het beeld bij het hek is door de technische dienst zelf gedaan. (Porto Santo)

maandag 10 oktober 2016

Zonnig Madeira




Er steekt een lange strook vulkanische rotsen uit aan de oostpunt van Madeira. Halverwege vormt zich een baai. Beschut voor winden uit noord, west en oost. Tussen de 10 en 20 meter diep, grindachtige bodem. Grillige rotswanden in rood, geel en zwart. Er liggen drie vrachtwagens op 12 meter, daar kan je anker in blijven steken. Als enige ligt er de Stavast uit België. We gaan 30 m verderop liggen. De volgende dag komt er de Nederlandse catamaran Salon 30 m naast ons. Het is een wel een buitenlands avontuur.
 


Over de rotsen loopt een wandelpad. Lange rijen wandelaars lopen over de richel. We zien ze afsteken tegen de blauwe lucht. De tweede dag naar de kant geroeid en het pad op. Het is inderdaad adembenemend. Onze boot ligt ver beneden als een stipje in het water. Het pad is afdgezet met betonijzer stangen en staaldraad. Op sommige plekken liggen de stangen op een hoopje. Ik denk, dat de Portugezen lagen scoren op de Hofstee ’s schaal van risicomijding. Op één plek is de richel maar 40 cm breed. Ik ben blij, als Rommy 3 uur later gezond en wel weer terug is van haar wandeling en ik haar weer met het bootje op kan halen.


De Salon is een zelfgebouwde catamaran van Frits en Marleen uit Terapelkanaal of Ter Apelkanaal. Frits bouwde hem in de achtertuin, nadat hij op een werf was gaan werken waar ze catamarans voor Duitsers bouwden. Hij heeft net als ik elektrotechniek en psychologie gedaan. Allebei met Mulo begonnen. Echte doorzetters. Het schip ziet er prachtig uit. Sterk, strak en eenvoudig. Vier grote hutten en boven dus de salon. Op hun achterdek spraken we over onze boten, ons werk, de Pacific en het geklapper van de kabels in de mast. Als je in zo’n baai ligt te schommelen, dan knalt het maar door. Frits heeft er al PUR-schuim in gespoten, dat hielp tijdelijk. De beste oplossing is een pvc-buis in de mast lijmen en daar de kabels doorheen trekken. Ik wil eerst een prop schuimrubber door een gat halverwege omhoog duwen. Maar blijft dat zitten?


De volgende ochtend gaan we eerst een experiment met de bijboot doen. De vraag is: kan je uit het water in de boot klimmen. Aanvankelijk lukte het niet. Frits kwam met het idee een stootwil aan de lage kant te bevestigen, zodat de rand boven water blijft. Het lukt mij vrij gemakkelijk er in te klimmen, maar er komt wel wat water in het bootje. Later doet Rommy het zonder water. Dat komt omdat haar borsten binnen de rand staken en ze zo gemakkelijk binnen kwam. Rommy zegt, dat het komt omdat ik zwaarder ben.


We bergen het bootje op en varen om  het hoekje naar de marina Quinta do Lorde. Van hieruit gaan we Madeira verkennen. Zonnig Madeira en windstil Madeira. Het brood is op, we eten toastjes met sardines en witte wijn. Je moet toch wat.


Ilha de Porto Santo





De hoogste berg loop je gemakkelijk op. 300 meter. Er is nog één van 200 meter. Daar blijven de stapelwolken die van de oceaan komen niet op hangen. Dus geen regen. Af en toe en buitje van een half uur. Op Madeira staan hogere bergen, omhuld met wolken. Daar is het groen. Madeira betekent hout. Maar dat wist u al.


Vroeger was het allemaal landbouwgrond, nu is het droog, stoffig en woest. De terrassen van de landbouw zijn nog te zien. En de ineengestorte boerderijen. Men verbouwde graan op de hellingen en wijndruiven op de vlaktes. Nu plant men stugge naaldboompjes aan om de grond vast te houden. De windmolens staan er voor de toeristen. Een kleine ferry brengt elke dag vakantiegangers uit Madeira. Madeira heeft niet veel strand, hier is een geweldig lang en beschut strand.


Op sommige plekken beginnen buitenlanders de boerderijen op te knappen. Zo maar ergens een  huis bouwen gaat niet. Je mag alleen opknappen. Men heeft een duidelijk plan: geen grote hotels, het karakter behouden.

Iedereen kent iedereen. Dus weinig misdaad en overspel. Dat klopt: het hek van de haven staat altijd open, er is nog nooit iets gestolen. Met betrekking tot overspel kan ik niks zeggen, daar was de tijd te kort voor.


Kalkwinning, conservenindustrie, alles weg. Alleen erosie en rust. Maar ze bouwen aan het toerisme. Eerst te voortvarend. Er staan grote complexen leeg. Nu stap voor stap. En je niet verkopen aan touroperators en hotelketens. Zoals Tenerife.

Wel een zeer mooie golfcourse, geliefd bij grote spelers van wege de dwarswind die over het eiland staat. Je moet hard en laag mikken.  Het gras wordt besproeid met het gezuiverde rioolwater van het eiland. Vanaf de bergen zie je een groene oase.


In 1940 legden de gealieerden hier een geheim vliegveld aan. Het is na de oorlog een tijd van de Nato geweest, die heeft het uitgebreid tot een 3000 m baan. Van Noord naar Zuid op het lage middengedeelte van het eiland. Het eiland is daar 3500 m breed. Als men niet kan landen op Madeira komt men eerst hier naar toe, hier kan een blind paard landen.

Midden in de dorre vlakte is iemand een botanische tuin begonnen. Het is een oase. Vogels, palmen, bloemen, gras. De gemeente geloofde eerst niet in dit plan, nu hebben ze een asfaltweg naar het parkje gelegd. Een mooi uitstapje voor de toeristen als het geen strandweer is.



Op de dorre vlakte zie je konijnen, fazanten en lege bierflesjes. De konijnen en fazanten weten nog van niks, maar in oktober mag er een week gejaagd worden. Alleen door vergunninghouders en alcohol is dan verboden. Behgalve de laatste dag van het jachtseizoen, dan drinken ze. Maar ze laten hun geweer thuis en proberen de fasanten met stokken dood te slaan. Ze nemen er nog één en rennen door elkaar achter de fazanten aan.

We maken, met gevaar voor eigen leven een wandeling langs de rand van de rotsen van de noordpunt. Het pad bestaat uit losse stenen, rechts 40 m in de diepte slaan de golven op de rotsen. Het pad wordt steeds erger, verderop zie ik een touw om omhoog te klimmen. Dat doe ik niet, dan maar terug, uitglijdend over de stenen. Maar dan ontdekken we  een tunnel, die door de berg is  gehakt! Dat die andere mensen dat niet ontdekt hebben!  Het ontdekken zit ons Nederlanders toch wel in het bloed. Aan het eind van de tunnel zie je de zee van de westkant. Een kwestie van doorzetten en je angst overwinnen. Aan de andere kant van de tunnel zijn gewone zandpaden en even later zelfs een asfaltweg met een café met koude cola. Nog een berg over en naar beneden naar het dorp. Sla en brood kopen voor bij de tonijn. Dan met de taxi naar de haven. Wil Rommy niet. Nog 20 minuten lopen in de hitte. Wat heb ik lopen klagen en wat smaakt de pils dan lekker, als je eindelijk op de boot bent.



Ik kreeg twee halve moten tonijn van een sportvisser, die naast de zeilers ligt. Op de foto zie je één halve moot. De andere heb ik aan Jacques gegeven Die heeft het ’s avonds laat met de Fransen opgegeten. We zagen deze tonijn een dag eerder in het donker van de boot komen: 91 kilo.




Het is mooi weer om naar de Canarische Eilanden te zeilen, maar Madeira is te mooi. Daar kunnen we niet aan voorbij varen.

De laatste dag op Porto Santo bouw ik een trimvlak aan de bananaboot. Ziet er niet uit, maar mischien kunnen we nu heel hard moteren. We kunnen dat niet uitproberen, want de buitenboordmotor doet het niet. Eerst dacht ik, dat hij wel vonkte. Daarom heb ik de carburator schoon gemaakt, maar hij vonkje toch niet. Gewoon lichtflitsen in de ogen. Het motortje moet even langs een monteur. Meestal roeien we, dus het is niet urgent.


Er rijst een plan om over te steken naar Brazilie. Naar Jacaré, dat is een 500 mijl kortere oversteek en daarna heb je langs de kust 2 knopen stroom op de kont. We hadden dit plan eerder, maar toen werd in die streken een echtpaar vermoord. Maar overal gebeurt wel eens iets.


We nemen afscheid van Jacques en de twee Brusselse vrouwen naast ons. Jacques maakt foto’s voor de Trismus-site. 


Foto's van de oversteek Lisboa Porto Santo


onder de brug door

langs Porte Belem

de lijn op de plotter volgen


Koers 227, snelheid over de grond 5,3 Kts, Windsnelheid 5,4 Kts, Windrichting 47

zon verdwijnt in het westen

zon weer te zien in het oosten

Let op, dit is school! Het avondrood (mooi weer in de boot) ontstaat door stof in de lucht. Dat is meestal met mooi weer en dan is het vaak nog wel een dag mooi weer. Het morgenrood (water in de sloot) ontstaat door waterdeeltjes, dus kan het nat worden. Klopt meestal niet. Maar wel belangrijk om te weten.

Porto Santo in de vroege ochtend

begroeting door de dolfijnen

de haven van Porto Santo