zaterdag 28 april 2018

Anegada


Heel handig maken we gebruik van de stroom in de Virgin Passage tussen Culebra en St Thomas en daarna gaan we in de luwte van St Thomas naar Charlotte Amalie. Door een nauwe ondiepe doorgang glippen we van opzij de baai binnen. Aan bakboord ligt een ongeduldig watervliegtuig met veel lawaai. Als we een stukje verder zijn komt hij achter ons langs en stijgt op.

Charlotte Amalie is de top van het taxfree winkelen. Alle dure juwelen, horloges en mode zijn hier te vinden in oude Deense pakhuizen. Op het plein aan de haven is er een carnavalsmarkt. Honderd eetstalletjes met voedsel, sappen, cocktails en gebak.

Als ik later naar de pharmacy ga om de voorraad Omeprazol aan te vullen, zie ik dat daar bij de pier van de cruiseschepen nog een groot winkelgebied is met chique merken. Er liggen hier soms 3 cruiseschepen, dan stroomt er 6 duizend man de kant op. Vandaag ligt er niks.

’s Morgens om 6 uur horen we muziek en lawaai op de kade. De bevolking verzamelt zich voor de carnavalsoptocht. We varen naar de kant om te kijken. Harde muziek (gebonk met 3 herhalende tonen) en heel veel dansende jongeren. Geen prachtige kostuums of mooie wagens. De hurricane zal wel de oorzaak zijn, dat ze het simpel houden. Overal langs de kant stalletjes waar ze cocktails mixen, de dansende mensen worden vanuit de wagens voorzien van drank. Ze hebben veel plezier. We vinden 8 uur nog te vroeg voor een mix, maar misschien is het voor die mensen laat.

Tussen de regenbuien vertrekken we naar Jost van Dijke. Dat eilandje is heel zwaar getroffen, de hellingen zijn kaal, de huizen zijn beschadigd. De Foxy Tamarind Bar had de enige werkende generator, alle vooraden werden daar in de koelkasten gelegd. Met de enige kettingzaag ging men op pad om de afgelegen dorpjes te bereiken. Er staat nog een tiental tenten, waar de daklozen in wonen. Het begrip dakloos is hier wel anders dan in Nederland. Zelfs niet in het zwaar getroffen aardbevingsgebied Groningen. De Soggy Dollar Bar weer open is. Daar is de Painkiller uitgevonden! Ze hebben geen steiger, dus veel boaters gaan zwemmend naar de kant en betalen met natte dollars, vandaar de naam.


Painkiller: 1 deel annanassap, 1 deel sinasappelsap, zoete cocoscreme en dark rum. Try it at home..

We klaren in op het politiebureau, de bovenverdieping ligt in puin. Het andere stenen gebouw is de kerk. Hopelijk hebben daar geen mensen geschuild voor de hurricane, alleen de muren staan nog. Ze zijn bezig het schooltje te repareren. De Foxy Bar is weer helemaal tip-top. Foxy vertelt ons hoe hij een vrouw zocht in Europa. Hij was zelfs in Leiden. Hij vond haar in Portugal en ze zijn nog steeds gelukkig getrouwd. We willen ergens wat eten om de economie wat te steunen, maar de prijzen zijn zo hoog, dat we toch maar aan boord eten. Later hebben we daar spijt van.


In de Gorda Sound, de baai in het Noorden van Tortola ankeren we bij het hotel waar we met de Mare Libre en de Flying Circus painkillers dronken aan de rand van het zwembad. We liggen wat ongelukkig voor het omgewaaide resort en als ik in de gigds lees dat oostelijker een “nautical village”is lichten we het anker en gaan naar die andere plek. Het hele village is dakloos en we willen niet ankeren omdat de bodem waarschijnlijk nog bezaaid is met resten van huizen. We kiezen toevlucht achter het Prickly Pear Island. Daar slapen we heerlijk.


De oversteek naar Anegada is 7 knopen met halve wind. We nemen een mooring, vooral om morgen relaxed te kunnen afvaren. Er komt een bootje van het hotel met een menukaart en later komt de Lobster Trap met hun menukaart. Anegada ziet er anders uit als de andere BVI’s. Het zijn voor de rest vulkanische bergachtige eilanden. Op de hellingen heeft de orkaan erger toegeslagen. Anagada is als een Bahama eiland, vlak en omgeven met koraalriffen. Er is geen telefoonverbinding, dus gaan we aanstonds naar de wal met de laptop om deze blog te posten. Ergens bij een schuurtje halen we brandstof  voor de BB-motor.




maandag 23 april 2018

Spanish Virgin Islands


De douane-man had een oplossing: we moesten gewoon 15 dagen de zee op, hij wees daarbij richting zee, en dan terugkomen om een nieuwe cruising license aan te vragen. Mooi niet. Sommige mensen hebben geen idee van varen. De veiligheid van onszelf en ons schip gaat natuurlijk boven alles.
Als we terug zijn van het douanekantoor en de supermarkt varen we de Mona Passage uit en gaan de hoek om naar de zuidkust. Het eiland Mona ligt als een omgekeerde pudding aan stuurboord. Nog net voor donker ten anker tussen de eilandjes voor Parguera. De wind staat steeds pal tegen, maar ’s nachts komt er een katabatische wind. Het eiland koelt meer af dan de zee, er ontstaat een hogedrukgebied boven land en er komt een valwind van de bergen. Daarom besluiten we om 5 uur ’s morgens te vertrekken, zodat we nog van die wind kunnen profiteren. De noordenwind blijft tot 08.00 uur staan, dan neemt de trade wind het weer over.


Als we morgen de oostkust van Puerto Rico bereiken, gaan we van eiland naar eiland kruisen. Met onze nachttochten hebben we dat weer mooi gedaan.
Steeds meer goede berichten van John. We hebben bewondering voor hoe hij er mee omgaat. Normaal gesproken klaagt en zeurt hij nogal, maar nu is hij een heer. We drinken een Medalla op zijn gezondheid.

We nemen niet de baai van Salinas met de zeekoeien, daar liggen te veel gezonken schepen, maar nemen de Bahia de Jobos. Uitzicht op een suikerfabriek. Door het nachtelijke vertrek hebben we de hele middag om te klussen: een nieuwe leuver, andere olie in de ankerlier, kabel van de contactzekering vernieuwen, kettingstripper vastzetten, kabel van de toerenteller beter vastmaken en lijmwerkzaamheden aan de dinghy, die langzaam uit elkaar valt. Wat niet lukt is de lekkende waterpomp. De waterseal vervangen is een heel karwei. We wachten op een stormdag en pompen in de tussentijd het lekkende water om het uur weg. 


Het is jammer dat we niet veel van Puerto Rico zien, het is ons favoriete eiland. Als we ergens gaan wonen, dan is het hier of op Tenerife. Maar we gaan hier natuurlijk niet wonen, we kunnen niet zonder onze familie en vrienden. Dat is toch wel duidelijk...
Het wordt overmorgen voor we de oostkust bereiken. Als we om 05.00 uur klaar zijn om het anker te lichten komt een zware onweersbui over. Eerst maar de bui afwachten en ondertussen een alternatief plan maken. Er is een baai op 20 nMijl afstand, Puerto Patillas. Maar het blijft hard waaien. Ik vervang de waterpomp door het oude exemplaar, waar ik 2 nieuwe lagers en een nieuwe seal in heb gezet. Rommy gaat verder met haar dinghy-chap. En we wachten op beter weer. Als we maar eenmaal de hoek om zijn.
Door de Boca de Infierno gaan we om 05.30 de zee op. Het was even NO, maar daar na weer pal Oost, 6 Bft en in buien soms 7 Bft. We worden nat van de regen en de overkomende golven. Drie uur de zee op en 3 uur terug. Puerto Patillas ligt 13 nMijl verder langs de kust, we leggen 25 nMijl af. Het ligt beschut achter de riffen. Er  zijn 9 steigers en ze zijn allemaal verwoest. Daarom vullen we de belastingaangifte maar in. Het is allemaal al ingevuld en het klopt allemaal. Alleen op verzenden drukken. Een kapotte waterpomp mag je niet aftrekken.

Vieques is een bijzonder eiland, dat ten oosten van Puerto Rico ligt. Altijd van de Amerikanen geweest voor schietoefeningen met vliegtuigen. Toen een raket in het dorp insloeg, was het genoeg. De Amerikanen vertrokken en nu is driekwart van het eiland beschermd natuurgebied. De hekken stonden er al. Het eiland heeft aan de zuidkant veel prachtige baaien. Aan de noordkant is één kleine baai en er ligt een dam 3 mijl de zee in. Die gebruikten de Amerikanen om kerosine te lossen voor de vliegtuigen. In het hoekje achter de dam is het goed ankeren. Daar liggen we heel tevreden. Weer 25 nMijl verder naar het Oosten gekomen. 

Drie uur naar het Noorden, drie uur naar het Oosten. Culebra  is nog altijd prachtig, maar wat is er veel vernield door Maria. Net als 5 jaar geleden treffen we veel Amerikanen, die hier zijn blijven hangen. Oude hippies en tandeloze alcoholisten, soms beide. Verder gespierde surfers en duikers, die rondrijden in Jeeps. Hoewel er niet valt rond te rijden, er is één weg met wat korte zijwegen. Met ons volle boodschappenkarretje krijgen we een lift van een oude Amerikaan, die hier al sinds 1959 woont. Toen waren er nog geen Jeeps, vertelt hij. We halen diesel bij de benzinepomp aan de kreek achter de nonlifting liftbrug en laten de was doen in het International Hostel. De eigenaresse is omgekomen in de hurricane, haar moeder runt het hostel. Een oude Zwitser heeft het dak gerepareerd voor gratis inwoning. Zijn zeilboot is gezonken.

De douane ambtenaren zijn heel vriendelijk. Ze geven ons een inklaring, voor de rest van de Amerikaanse eilanden. We gaan naar St Thomas en St John. Daarachter liggen  Tortola en Anageda. We verheugen ons op de hoofdstad van St Thomas, Charlotte Amalie met de Deense pakhuizen.



maandag 16 april 2018

Naar Puerto Rico


De dagen voor een grotere oversteek gaan ongeveer hetzelfde. We bestuderen uur na uur de windvoorspellingen. Ik zie gemene winden opsteken, Rommy denkt dat het prima zal gaan. We discusieren over 21 knopen, dat toch nog maar 5 Bft is. Over stormen waar we dan net gepasseerd zijn. Als de voorspellinmg klopt... Maar als je zo voorzichtig bent kom je nooit ergens... Dat kan hoog oplopen. Ik angstig, Rommy voortvarend. Allebei denken we dat we de situatie objectief bekijken.


En dan gaan we toch maar. Ik bijna in paniek. De eerste nacht is beangtigend, het gerol en gestamp zit nog niet in je systeem en de maan komt pas om 3 uur op. Donker dus.

De tweede dag en nacht begint het te wennen.De derde nacht vraag je je af: is dit de derde of vierde nacht? De vierde nacht vraag je je af: is dit de vierde of de derde nacht? De dagen zijn allemaal eender, je leest, je kookt, je vangt een vis. En dan komt de laatste nacht. Alles krijgt weer energie: morgen komen we aan! En wat is er mooier om een haven binnen te lopen. Waar komen jullie vandaan? Uit Grand Turk, 6 dagen gevaren, wind en  stroom tegen, maar het ging prima. Stukje cake.


Op het beeldscherm kaartje kan je zien, dat we in het begin niet opschoten. We dwarrelden heen en weer als een 16e eeuws galjoen. De wind  ging verder naar het ZO staan, zodat we wat meer afstand goed konden maken. Daarna kromp de wind naar 90 en konden we San Juan bezeilen. Maar later niet meer en de wind werd niet de voorspelde 11 Knts, de meter ging geregeld naar 26 Knts. Stroom tegen de wind in gaf golven van 5 meter hoog. San Juan is niet te bereiken, we draaien van de wind weg en varen naar Mayaguez aan de westkant van Puorto Rico. Om 01.00 uur gooien we het anker uit. Voor het eerst sinds 6 dagen en nachten rollen en stampen ligt de boot stil. We bakken het laatste stuk Mahi Mahi.



Heb je goed geslapen? vraagt Rommy. Geen idee, ik ben gewoon bewusteloos neergevallen na 6 etmalen slapeloosheid. Het is zondag, we bellen de Customs in San Juan. Ze nemen onze gegevens op en vragen ons morgen naar het kantoor in Mayaguez te komen. We mogen naar de marina 8 nMijl verderop om water en diesel te tanken. We varen achter de kliffen langs, overal is het 3 tot 4 meter diep. Rommy ziet een plekje van 2,7 diep. Ik mopper, dat ze altijd het negatieve ziet. Zij zegt, dat het alleen maar om dat ene plekje gaat. Nou, ja. We tanken en  vinden een man, die ons morgen naar de Customs en de supermarkt wil brengen.
Het is toch een oversteek van een week geweest, de helft van een Atlantische oversteek. Volgende keer gaan we vanuit de  Chesapeake Bay met een Noordenwind in één keer naar St Martin. Nu tegen wind en stroom in St Maarten of Statia zien te bereiken. Dan een leuke tijd met Jori, van St Vincent naar Grenada. Voor haar bekend gebied, maar we zoeken nieuwe plekken.



Ons Amerikaanse telefoonabonnement doet het weer, we lezen dat John’s operatie goed is gegaan en dat Feyenoord de 4e plaats zeker heeft gesteld. Daar zijn we blij mee. Nou eigenlijk niet met het 2e feit, we horen op een andere plaats te staan. De plaats waar nu die boeren weer staan. 



Op de weg naar Mayaguez zijn  ze bomen aan het omzagen. Na de hurricane Maria zijn de wegen vrijgemaakt en de leidingen hersteld, nu zijn ze alles aan het verwijderen wat nog op de leidingen kan vallen. Het geeft dus files, maar we hebben geen haast. Alleen onze chauffeur raakt gestressed. Hij windt zich over meer dingen op, terroristen, benzineprijzen, stoplichten. Hij is Kuweit veteraan, radio soldaat. We kiezen zorgvuldig andere onderwerpen. Bij de Customs blijkt dat onze Cruising permit 8 dagen is verlopen. Dat wisten we, we hadden vertraging in de Bahamas (alternator). Krijgen we dus een nieuwe. Nee, het document moet 15 dagen zijn verlopen voordat ze je een nieuwe geven. Het enige wat kan is om in elke US haven opnieuw in en uit te klaren voor $ 38,00. We stemmen er mee in. Wat kan je anders.



Onze chauffeur windt zich op de terugweg danig op over deze bureaucratie. Wij genieten van het prachtige heuvelachtige landschap met veel vernielde huizen en dode bomen. In de bergen is de electriciteit 6 maanden na Maria nog niet hersteld.

We gaan langs de zuidkust naar het Oosten. Zonder in en uit te klaren.


maandag 9 april 2018

Turks and Caicos


Aan de kust van sommige eilanden gaat de diepte binnen honderd meter van 1200  naar 12 meter. Dat zijn mooie duikplekken. Hier bij West Caicos is zo’n plek. Er liggen 6 moorings voor de duikersboten. Grote boten waar de gasten aan boord slapen en die een reis maken langs de super duikplekken. Eén mooring is bezet, we nemen één van de andere. We hadden gerekend met een ETA van 20.30 uur, maar de oostenwind ruimde een beetje, zodat we rechtstreeks konden varen en we om 18.00 uur aankomen.

Onderweg vangen we een grote Mahi Mahi, goed voor 4 maaltijden. Een mooi afscheid van de Bahamas. We zijn nu in de Turks and Caicos, eigenlijk een afgelegen stuk Bahamas. We blijven hier tot de wind gunstig is voor een oversteek naar Puerto Rico. Voorlopig zien we ongunstige zuidoosten wind.

Veel boten durven de Turks and Caicos Bank niet op. De Caicos vormen met 8 eilanden en veel rotsen een cirkel met een diameter van 110 km. In het Oosten en Westen kun je de cirkel binnenvaren, het is overal 3 m diep. De zandbodem licht turquase op. Vanuit de ruimte zien ze een lichtblauwe cirkel. In het midden zie je geen land en is het alsof je in een nogal groot uitgevallen zwembad vaart. Er zijn wat riffen, maar met de zon rechtboven zijn die goed te zien, het zijn bruine of zwarte plekken.

Na 10 uur motoren zijn we aan de overkant van het ronde zwembad. De wind is gaan liggen, er zijn geen golven, ieder plantje en elk koraaltje is scherp te zien. De schaduw van de mast gaat over de bodem. Het is heet. Als we ankeren achter de Six Hill Cays, kunnen we goed zien hoe het anker zich ingraaft. Geen emmer met doorzichtige bodem nodig.


Maar is ook wel saai, 10 uur motoren, 3 keer zien we een andere boot in de verte. We lezen veel, detectives (Nicci French, Borjlond, Schepp, Ohlson, Berg en Paris (aanrader)) en filosofie (epicuristen, Stoa, sceptici in een boeiend overzicht van Gottlieb). En gisteren deden we een quiz: waar stond het Kinderziekenhuis vroeger? Waar komt het nieuwe Feyenoord Stadion? Een Rotterdam Quiz dus. Wat anders....

Van de Six Hills naar Cockburn Harbour is maar 10 nMijl, maar er is weer wat golfslag en de zon staat nog voor ons. Omdat de passage “unsurveyed” is, weten we niet wat voor ons ligt. Stel je voor, dat een deel van het Ijsselmeer niet in kaart is gebracht. Daar zou de VVD meteen kamervragen over stellen (van de VVD moeten wij jachteigenaren het wel hebben). Maar Mark laat dat natuurlijk niet gebeuren.

Cockburn Harbour is half vernield door de laatse hurricane. We lopen door alle straten, maken foto’s en gaan langs de Customs en langs Immigration. Allemaal heel aardige vrouwen. De Nederlandse boot, die na ons arriveert vraagt een passerende auto waar het Customs gebouw is. Stap maar in, zegt ze, dat ben ik. Ze was na ons bezoek voor de lunchpauze op weg naar huis, maar keerde om. Op zoek naar de ATM machine praat ik met mensen, die in schaduw van hun huis zitten. Ik krijg een lift naar Digitel/Canadian Bank. Een erg prettig eiland in de meest verre uithoek. Het Customs gebouw is boven op de hoogste heuvel en geeft een prachtig uitzicht op het lichtblauwe water.

De Seeview Marina wordt aanbevolen in de Waterway Gids, het had prachtige voorzieningen, maar er is niks meer van over. Bij navraag blijkt er toch diesel verkrijgbaar. Onze diesel begint op te raken, dus morgen eerst tanken en dan naar de overkant, naar Grand Turk. Zijn we ook nog niet geweest. Dus zijn we benieuwd.

Grand Turk is verrassend. Veel vakantiehuizen en klaine hotels in historische koloniale panden, op zondag een cruiseschip. We liggen als enige zeilboot tussen de riffen voor Cockborn Town. Wat reisgids wetenswaardigheden: De ezeltjes, die de zoutkarren trokken, zwerven nu over het eiland. De Amerikanen hadden hier een basis voor het uit zee vissen van de ruimte capsules, Glenn was de eerste. In het Noorden is een kreek waar een Rothchild een haven wilde maken, de toevoer verzande steeds ook al werden alle autowrakken van het eiland er voor gegooid. Hier is het scubadiving begonnen, vanwege alle Spaanse wrakken en grote koraalriffen. Er is een monument voor de eerste landfall van Columbus, maar dat feit wordt door de wetenschap betwist. Het oudste scheepswrak is hier gevonden, een Spaanse Caravel, dat wordt niet betwist. Het Turks Head bier is erg lekker, maar kost $5,00. Turks komt van de cactussen met een rode hoed, zoals de Turken die dragen. Maar dat wist u waarschijnlijk wel.


Vanuit Johns Ocean View Bar roept een aangeschoten man dat het 1e biertje gratis en de 2e dubbel kost. Hij herhaalt de grap nog 4 keer en nodigt ons uit voor een rit in zijn taxi, die met draaiende motor voor de bar staat. Toch maar niet, hoewel je hier hooguit een ezel kunt aanrijden.



Een heel mooi oud houten huis wordt te koop aangeboden door de makelaar Theo de Boer.


We gaan ergens eten waar ze WIFI hebben en posten dan deze blog. We wachten nu op gunstig weer voor de oversteek naar Puerto Rico. De wind is niet hard, maar precies uit de
richting waar we heen moeten. Dat wordt misschien 500 nM in plaats van 300 nM varen. We zien wel. Vrijdag of zaterdag is er een bericht uit Puerto Rico.

donderdag 5 april 2018

KORTE GOLF BERICHT

korte-golf radio bericht.doen er een paar dagen langer over. alles goed. we denken aan John

Gerard Rommy:
21 44 974 N 69 39 367 W

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

dinsdag 3 april 2018

Long Island en verder.


Het blijkt verstandig, dat we naar de Thomson Bay aan de zuidkant van Long Island zijn uitgeweken. De wind is hier in de luwte van het eiland nog geregeld 25 knopen. De 2e dag maken we een wandeling over het strand aan de oceaankant en zien de zee op de riffen en rotsen knallen.


Salt Pond is een aantal huizen langs de lange weg die in de lengte van het 100 km lange Long Island loopt, de enige weg. Er is profiand, hardware, liquor, diesel en de South Bar. De Tourist Office swapt boeken. De bewoners zeggen, dat dit het vriendelijkste eiland van de Bahamas is. Ongeveer 28 boten hebben hetzelfde idee gehad en liggen hier de storm uit. We komen ze tegen op de dinghysteiger of in Salt Pond. De steiger is van een visser, die daar vis staat schoon te maken als hij binnen is na een week vissen. Enorm dikke groupers, grote lobsters en heerlijke hogfish. Onder de steiger zwemmen haaien en needle fishes voor het visafval. Zijn vrouw heeft naast de hardwarestore een beautysalon en knipt je haar. Wij eten onze zelf gevangen mahi mahi (dolphin of goudmakreel) en Rommy knipt mijn haar. Het is allemaal al duur genoeg.

De hardewarestore verkoopt emmers met een doorzichtige bodem. We hebben er zelf één gemaakt, maar die is te klein en te slap. De emmers kosten $ 9,50 en met plexiglas bodem $ 64,50. Dus zijn we nu op zoek naar een stuk plexiglas..... Waar het voor dient? Om te kijken of het anker goed is ingegraven. Je kunt hier gemakkelijk 12 meter diep kijken, maar als er veel golven zijn moet je je hoofd in het water steken of zo’n emmer gebruiken.

Naar Clarence Town aan de oceaankant van Long Island is een stevige tocht. We sturen om de beurt een uur en na 12 uur tegen de wind en golven in lopen we de baai van Clarence Town binnen. De baai is nogal ingewikkeld, veel ondieptes en riffen. Er liggen al 2 boten voor anker, ze roepen ons op en waarschuwen voor een “unmarked rock”. Maar wij begrijpen niet waar die moet liggen. Als we uitleggen, dat onze bedoeling is de betonning te volgen (die er niet meer ligt, maar wel op de electronische kaart staat) en dan bakboord uit te gaan en achter hun te ankeren, is het goed. Als we geankerd zijn, blijft de man aanwijzingen geven voor het binnenvaren en hij nodigt ons uit voor de party op zijn boot. Het wordt ons duidelijk, dat de party al een tijdje aan de gang is. We bedanken vriendelijk, we hebben allebei 6 uur achter het roer gestaan en nog niet gegeten. De nacht is onrustig, veel stroom en swell.

Naar Crooked Island is een nog zwaardere tocht. We denken even aan omkeren. Om 22 uur komen we aan. De volle maan zat steeds achter een dik wolkenpak, maar komt door als we voor het strand het anker uitgooien. We hadden graag een dag op Crooked doorgebracht, we hebben er leuke herinneringen aan. Omdat we 5 dagen gestopt zijn vanwege het weer, moeten we echter door. Rond de noordkant van Crooked Island naar Atwood Harbour, langs de witte vuurtoren die we gisteren voor een zeilschip aanzagen. De toren geeft geen licht. Atwood Harbour is een schitterende baai in de verlaten noord-west hoek van Atckins Island. Als we door de opening in de riffen naar binnen varen zien we 2 boten, een Duitser en een Amerikaan. Rond de hele baai ligt een wit strand en het water is lichtblauw. 

De oversteek naar West Plana Cay is 40 nMijl. Om 13.30 liggen we voor het strand. De Plana Cays zijn onbewoond. Het is het enige gebied waar hutia’s ongestoord leven. De Arawaks aten de knaagdieren, die zo groot zijn als een kat.Een eiland van 5 bij 3 km met een prachtig strand helemaal voor ons alleen. We lopen een paar kilometer over het strand vol met stukken koraal. Na het zwemmen en haar wassen gaan we zitten lezen. Als  we om 17.30 opkijken zien we een Canadese zeilboot naast ons liggen.

Weer een tocht met veel gestamp tegen de wind in. De lezers haken af, geen leuke ontmoetingen, geen interessante plaatsen, alleen zeilen. We moeten verder. Abrahams Bay bij Mayaguana Island zijn we 2 keer eerder binnengevaren. Het is eigenlijk  geen baai, maar een strook koraalriffen. Het vereist eyeball navigatie om de rotsen en riffen te ontwijken. Dit keer doen we het in het donker. Op de electronische kaart kunnen we zien hoe we de vorige keer zijn gevaren. We volgen dat spoor een halve mijl en gooien dan het anker uit in 4 meter diep water.

Er is wel meen GSM mast in de buurt, tijd om dit blog te posten.

De BTC company heeft het alleenrecht op de mobiele telefonie in de Bahamas, maar met de verplichting overal waar mensen wonen een mast te plaatsen. Dus hebben we overal internet en weten we van de uitslag van Feyenoord (5-0) en ander wereldnieuws.