Het blijkt verstandig,
dat we naar de Thomson Bay aan de zuidkant van Long Island zijn uitgeweken. De
wind is hier in de luwte van het eiland nog geregeld 25 knopen. De 2e
dag maken we een wandeling over het strand aan de oceaankant en zien de zee op
de riffen en rotsen knallen.
Salt Pond is een
aantal huizen langs de lange weg die in de lengte van het 100 km lange Long
Island loopt, de enige weg. Er is profiand, hardware, liquor, diesel en de
South Bar. De Tourist Office swapt boeken. De bewoners zeggen, dat dit het
vriendelijkste eiland van de Bahamas is. Ongeveer 28 boten hebben hetzelfde
idee gehad en liggen hier de storm uit. We komen ze tegen op de dinghysteiger
of in Salt Pond. De steiger is van een visser, die daar vis staat schoon te
maken als hij binnen is na een week vissen. Enorm dikke groupers, grote
lobsters en heerlijke hogfish. Onder de steiger zwemmen haaien en needle fishes
voor het visafval. Zijn vrouw heeft naast de hardwarestore een beautysalon en
knipt je haar. Wij eten onze zelf gevangen mahi mahi (dolphin of goudmakreel)
en Rommy knipt mijn haar. Het is allemaal al duur genoeg.
De hardewarestore
verkoopt emmers met een doorzichtige bodem. We hebben er zelf één gemaakt, maar
die is te klein en te slap. De emmers kosten $ 9,50 en met plexiglas bodem $
64,50. Dus zijn we nu op zoek naar een stuk plexiglas..... Waar het voor dient?
Om te kijken of het anker goed is ingegraven. Je kunt hier gemakkelijk 12 meter
diep kijken, maar als er veel golven zijn moet je je hoofd in het water steken of
zo’n emmer gebruiken.
Naar Clarence
Town aan de oceaankant van Long Island is een stevige tocht. We sturen om de
beurt een uur en na 12 uur tegen de wind en golven in lopen we de baai van
Clarence Town binnen. De baai is nogal ingewikkeld, veel ondieptes en riffen.
Er liggen al 2 boten voor anker, ze roepen ons op en waarschuwen voor een “unmarked
rock”. Maar wij begrijpen niet waar die moet liggen. Als we uitleggen, dat onze
bedoeling is de betonning te volgen (die er niet meer ligt, maar wel op de electronische
kaart staat) en dan bakboord uit te gaan en achter hun te ankeren, is het goed.
Als we geankerd zijn, blijft de man aanwijzingen geven voor het binnenvaren en hij
nodigt ons uit voor de party op zijn boot. Het wordt ons duidelijk, dat de
party al een tijdje aan de gang is. We bedanken vriendelijk, we hebben allebei
6 uur achter het roer gestaan en nog niet gegeten. De nacht is onrustig, veel
stroom en swell.
Naar Crooked Island
is een nog zwaardere tocht. We denken even aan omkeren. Om 22 uur komen we aan.
De volle maan zat steeds achter een dik wolkenpak, maar komt door als we voor
het strand het anker uitgooien. We hadden graag een dag op Crooked doorgebracht,
we hebben er leuke herinneringen aan. Omdat we 5 dagen gestopt zijn vanwege het
weer, moeten we echter door. Rond de noordkant van Crooked Island naar Atwood
Harbour, langs de witte vuurtoren die we gisteren voor een zeilschip aanzagen.
De toren geeft geen licht. Atwood Harbour is een schitterende baai in de verlaten
noord-west hoek van Atckins Island. Als we door de opening in de riffen naar
binnen varen zien we 2 boten, een Duitser en een Amerikaan. Rond de hele baai
ligt een wit strand en het water is lichtblauw.
De oversteek naar
West Plana Cay is 40 nMijl. Om 13.30 liggen we voor het strand. De Plana Cays
zijn onbewoond. Het is het enige gebied waar hutia’s ongestoord leven. De
Arawaks aten de knaagdieren, die zo groot zijn als een kat.Een eiland van 5 bij
3 km met een prachtig strand helemaal voor ons alleen. We lopen een paar
kilometer over het strand vol met stukken koraal. Na het zwemmen en haar wassen
gaan we zitten lezen. Als we om 17.30
opkijken zien we een Canadese zeilboot naast ons liggen.
Weer een tocht
met veel gestamp tegen de wind in. De lezers haken af, geen leuke ontmoetingen,
geen interessante plaatsen, alleen zeilen. We moeten verder. Abrahams Bay bij
Mayaguana Island zijn we 2 keer eerder binnengevaren. Het is eigenlijk geen baai, maar een strook koraalriffen. Het
vereist eyeball navigatie om de rotsen en riffen te ontwijken. Dit keer doen we
het in het donker. Op de electronische kaart kunnen we zien hoe we de vorige
keer zijn gevaren. We volgen dat spoor een halve mijl en gooien dan het anker
uit in 4 meter diep water.
Er is wel meen
GSM mast in de buurt, tijd om dit blog te posten.
De BTC company
heeft het alleenrecht op de mobiele telefonie in de Bahamas, maar met de
verplichting overal waar mensen wonen een mast te plaatsen. Dus hebben we
overal internet en weten we van de uitslag van Feyenoord (5-0) en ander
wereldnieuws.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten