woensdag 23 augustus 2017

Bristol, Newport, Mystic en Essex.

Bristol Harbour is het meest noordelijke punt van onze Amerika reis. Het is de plaats waar de gebroeders Herreshoff zijn geboren en hebben gewerkt. Voor de landrotten: zij bouwden de prachtige houten jachten met grote zeilen van de kalenders. De ene broer had maar één oog en daar stak hij per ongeluk een stok in. Blind leidde hij het bedrijf en zijn broer ontwierp de boten. Eerst motorboten, later jachten voor de miljonairs uit New York, zoals VanderBilt.

Bristol is tot onze verrassing mooi. Veel huizen uit de Engelse tijd. We doen vooral praktische dingen: kapper, propaanfles omruilen, boodschappen, laundry en liquor store. Block Island was erg duur, dus we hadden onze voorraden niet aangevuld.

We hebben een mooring genomen en dat geeft gratis vervoer naar de wal, met de launch-boat van Mike. Bij elke overtocht vertelt hij iets over de stad. Bij de gemeentelijke havenmeester doen we de was en vragen naar propaangas en supermarkt. Eén van de havenmeesters brengt ons er heen met de pickup van de Havendienst. Het is weer eens ver buiten het centrum.


Het Herreshoff Museum is een hal volgestouwd met prachtige boten en alles over de America Cup.


Een korte trip naar Newport, daar eerst tanken en dan ankeren in de haven. Er is een hoekje waar je 14 dagen mag ankeren, verder honderden moorings. Veel mooie zeilboten, klassieke schoeners en grote wedstrijdjachten. Er is een speciale haven voor de grote wedstrijdboten. ’s Nachts zie je de rode toplichten van de 30 m hoge masten. Het fort bij de ingang van de haven is de plek van het Newport Jazz Festival.


Newport is een druk stadje. Mansions als Engelse paleizen, grote pakhuizen, oude winkelpanden, landhuizen, parken en houten kerken uit de 18e eeuw. Het is weer een geschiedenisboek.

Dit is het Mekka van de zeilsport, het Medenblik van Amerika. Overal zeilsport. In de winkelstraat vol met toeristen schuiven de Porsches en Audi’s achter elkaar aan. En wat opvalt: de meeste mensen zijn slank. Tot dusver was het opvallend een paar slanke mensen te zien lopen, hier is het omgekeerd, de dikken zijn een uitzondering. Hier zie je rijke slanke witte mensen.

Als we het anker ophalen, komt een Amerikaan in een rubberboot een praatje maken. Hij heeft een stalen zeilboot van de ontwerper Frans Maas. Maas ontwierp veel voor Ted Hood, hier in Newport. Tussendoor maakte hij dat bootje: Amerikaanse stijl, met lang overhangende spiegel. We hebben het over het recente ongeluk waarbij Frans en zijn kleinzoon verdronken. Afgebroken kiel. Frans was 80, mooie dood, maar het is erg voor zijn kleinzoon.

Dan gaan we voor het eerst zuidwaarts, dat wil zeggen: vooral westwaarts, want de kust loopt hier west-oost. Tegen wind en stroom varen we 8 uur en ankeren in de baai van Stonington. Weer een historisch stadje. Maar we komen voor Mystic, 5 km verderop. Het Mystic Seaport Museum is het grootste maritiem museum van de US. Een houten walvisvaarder, een vikingschip, een brigantijn en heel veel klassieke jachten. Langs de haven een openluchtmuseum met alles: lijnbaan, rigger, grocery, kuiperij, smid, walvisvaart, reddingswezen, instrumenten en een planetarium. Op de scheepswerf is men de Mayflower 2 aan het restaureren. Je kan rondlopen door de werkplaatsen. Het planetarium is vandaag gericht op de eclips. Om 14.30 uur is er een 70 % zonsverduistering. Er zijn speciale kijkapparaten, maar je kan van iedereen even een bril lenen. Naast me hoor ik Nederlands: Ton Dubbeldam met zijn gezin. Hij is een kunstschilder uit Groningen, die in Watchhill, een dorp in de buurt, exposeert. Maakt mooie dingen. Vermoeid keren met de ubertaxi huiswaarts.


Maar Mystic heeft nog iets speciaals: het Art Museum. De volgende dag is dat onze bestemming met de uber-taxi. Prachtige  tentoonstelling van regionale schilders en een zaal gewijd aan Brackmann, ook uit de buurt. Brackmann werd beroemd met zijn portretten van de Lindbergs. We lopen 3 mijl naar de supermarkt. Op een bankje bij een kruispunt praten we met een vrouw, die haar demente moeder in een rolstoel naar het verkeer laat kijken. Verderop is nog een geweldige thriftshop. We kopen een stapel dvds en een roman over Chesapeake Bay.


De uber-chaufeur van de terug tocht is van Pools Joodse afkomst, we praten over Auswitzsch. Zijn moeder heeft veel familieleden gehad die daar zijn vermoord. De grootvader van de chauffeur van de heenreis kwam uit Zuid-Duitsland. Hij wil het dorp van zijn grootvader opzoeken als zijn stiefdochter is afgestudeerd. Elke uber-chauffeur verteld zijn of haar eigen verhaal over voorouders in Europa.

De vrouw met de demente moeder zei ons dat Essex zo’n mooi stadje was en de gids noemt het: the best small town of America. We hebben toch geen duidelijke pannen (volgende week New York) dus het lijkt ons wel wat. In verband met de stroom staan we om 6 uur op, vertrekken om 6.30 uur en varen om 12 uur de Connecticut River op, want daar ligt Essex. Rommy heeft gisteren een T-shirt gescoord met de tekst: A womans place is at the helm. Dat moet op de foto.


Nou, Essex is mooi, de oude huizen staan op de heuvels langs de rivier. Het River Museum heeft een replica van de Onrust, het bootje (44ft) waaarmee  Adriaen Block de Connecticut River opvoer. Met Amsterdamse vlag. Verder alle kaarten die Block hier heeft gemaakt en een replica van de eerste onderzeeboot, handaandrijving en één bom om onder vijandelijke schepen te plaatsen. Morgen gaan we vroeg verder de Long Island Sound op.





donderdag 17 augustus 2017

Block Island


Bij het uitvaren nemen we nog een foto van Atlantic City. De zon staat goed, het is mooie skyline.
Na 5 uur rustig moteren ankeren we in de baai van Barnegat. Nederlandse settlers noemden het Branding Gat, vanwege de branding bij harde wind. Nog steeds is deze inlet onstuimig bij harde wind, vandaag is er rustig. Hoewel: het water is nu onstuimig door langs scheurende powerboten. We liggen, verwijderd van de geul met powerboten, op 1,4 meter diep water. Je kan er staan, tijd om de snelheidsmeter weer gangbaar te maken. Die is na 2 weken stil liggen in Beaufort vast gegroeid. We weten de snelheid over de grond wel, maar het is fijn om de snelheid door het water te weten (het verschil is de stroom).

We maken een plan: een dag-nacht-dag oversteek naar Block Island, ten noord-oosten van Long Island. Steken we overdag de scheepvaart-routes naar New York over en zijn we om 12 uur bij de noordpunt van Long Island.

Weer voor de kust zien we waar al die motorboten vandaan kwamen: er ligt een “fish haven”. Een rechthoekig stuk waar de zeebodem is volgegooid met autowrakken, puin en betonnen hokjes. We tellen ongeveer 60 boten, de rechthoek is vol.

Tijdens de oversteek langs New York kruist één vrachtschip met bestemming Montreal voor ons langs en als we bij donker de scheepvaartroutes zijn gepasseerd, komt de Queen Mary 2 achter ons langs. Ik hoor flarden van het radiogesprek met Traffic Control: geen bijzonderheden, alleen een zeiljacht. Dat zijn wij dus. De wind is matig uit ZO en wordt later zwak Z. Eerst nog een regenbui met windkracht 6. Het wieltje van de snelheidsmeter gaat lopen als we 7,3 Kts varen (gangbaar maken was niet gelukt op de ankerplek).

Het is 120 nM motorzeilen. We vangen 3 makrelen en een tonijn. Rommy heeft het vissen zo’n beetje overgenomen. Ik doe nog het onthaken, doodslaan en fileren. En het bakken natuurlijk...
En we lezen: De Welwillenden en The American Expirement vol3. Wie De Welwillenden nog niet heeft gelezen: je begint te begrijpen hoe het is gegaan met de hollocaust en het is meesterlijk geschreven.
Block Island is ontdekt door Verrazano en in 1614 in kaart gebracht door Adriaen Block. Hij noemde het eiland naar zichzelf. Het is een wandel-eiland, heuvels, kreken, baaien en een oud havenstadje. Geen grote hotels, wel oude landhuizen. In het midden een beschut meer, daar liggen 200 boten. We pakken  een rustig plekje aan de rand. We lopen een eerste rondje van 1 ½ uur en drinken dan een lager en een ipa in de Aor (roeispaan). Keuze uit 12 tapbieren.
In het Historic Museum zien we op een antieke kaart, dat Adriaen de Block het eiland Adriaen Eylant noemde en twee eilanden langs de kust Texel en Vlieland. Het is dus enkel Block Island geworden. De natives zijn uitgeroeid omdat ze een blanke hadden vermoord.
Er zijn altijd veel Nederlandse vlaggen aan de gevels van winkels en bedrijven. Op de witte baan staat dan: OPEN, SALE of WELCOME. Ze hebben geen idee, dat het de Nederlandse vlag is.

Een vrouw komt op een peddle board voorbij. Holland? My grandmother lived in Holland during the war. The last year? Yes, she ate tulips. Terrible.. Ze peddelt weer door.
Vandaag, dinsdag wilden we Block Island verlaten en oversteken naar Newport, maar voor de kust passeert de orkaan Gert. Daar liggen we ver genoeg van af, maar de orkaan geeft wel hoge deining langs de kust. We wachten nog twee dagen. Het buitenboord motortje heeft weer een verstopte low speed sproeier, die maken we schoon en wandelen dan 2 ½ uur bij de Noordpunt. Morgen, donderdag naar Newport en Bristol met het Herreshoff Museum.

woensdag 9 augustus 2017

Atlantic City


We verlaten Norfolk en varen een dag, een nacht en een dag over zee voorbij de Chesapeake Bay en de Delaware Bay. Het is een mooie nacht met halve wind en volle maan. Met regen, harde wind en hoge golven van achteren sturen we de volgende dag tussen de pieren van de Cape May Inlet. De hoek om en de golven zijn weg. We ankeren in regen en wind. Een uur later is het windstil.

Als we ’s morgens  voor de kust bij Cape May zijn, zien we al een zwart vierkantje aan de horizon: het grootste hotel-casino van Atlantic City. We sturen 6 uur op dat vierkantje af. Later zien we de skyline van Atlantic City, nog meer casino-hotels en pieren met kermissen. Ook een immense hal, de Boardwalk Hall. Na de inlet ligt aan stuurboord Rum Point, een smalle doorgang naar een klein meertje. Heel rustig, rondom riet en daarachter dure huizen. Bij de doorgang is een strand, dat vol staat met auto’s. De achterklep open en de koelbox gereed.

Het heet Rum Point vanwege de rumrunners, die hier binnenkwamen tijdens de drooglegging. Vanuit een raam bovenin een casino seinde men met een lamp of de kust veilig was. De meeste casino’s en bars hadden een speakeasy waar de drank rijkelijk vloeide. Maar op de zandbanken, die ons zulke hoge golven bezorgden zijn veel rumrunners stukgelopen. Zandbanken bezaaid met whiskyflessen.

We doen een toeristisch dagje Atlantic City. Met de dinghy naar het historische Gardeners Dock. Vier uur gratis aanmeren. We lopen door vervallen buurten met grote braakliggende terreinen naar de Boardwalk. Na 3 mijl Boardwalk hebben we het wel gezien, het allemaal erg goedkoop en schreeuwerig lelijk. Het lelijkste is het Trump Taj Mahal casino, nu gesloten na een conflict met de vakbonden. Trump had het al verkocht toen de casino’s belasting moesten gaan betalen.

Een paar blokken achter de Boardwalk is een kunstcentrum en gebied met outletstores. Dat is ons doel. Het kunstcentrum is de onderste verdieping van een parkeergarage met achterin het African American Heritage Museum. Daar raken we in gesprek met Ralph Hunter, de oprichter van het museum. Hij vertelt over het ontstaan van AC als resort voor de rijken uit Philadelphia. Over de zwarte wijk, waar het hotelpersoneel woonde. Hoe later de zwarte advocaten en zakenlui wegtrokken en het getto daardoor arm en verwaarloosd raakte. Over de trompet van zijn vader die in de kerk bleef spelen, toen Amstrong in de clubs en bars ging spelen. Het is geweldig om naar hem te luisteren.

Terug aan de overkant proberen we een publieke aanlegsteiger te vinden, zodat we naar de supermarkt kunnen. Maar alle steigers zijn private en zitten aan huizen vast. Tenslotte vinden we een braakliggend perceel met een steiger. We lopen 2 blokken met de boodschappen en dan keren we heel moe terug op de boot. Tijd voor een koud blikje Budweiser. Het is al vijf uur, biertijd. Althans in Nederland is het vijf uur en we zijn tenslotte Nederlanders.



Ralph mailt of we een biertje komen drinken bij het Gardeners Dock. Maar we zijn te moe. We zoeken hem zeker op als we terugkomen.







zaterdag 5 augustus 2017

Portsmouth en Norfolk



We liggen aan de gemeentesteiger van Great Bridge. Er is een wandelpad in het bos. We lopen er een uur. Op de pakeerplaats bij de steiger verschijnen food trucks, het is vandaag de Food Truck Hump Day. We wilden uit eten, nou kan dat 20 meter van de boot. Er zijn standjes van het gebied, van de natuur, van de bibliotheek en een Bluegrass bandje. De brandweer toont drie grote glimmende wagens. En acht foodtrucks: hamburgers, gyros, pizza’s, crabcakes, jumbalaya. We raken in gesprek met de mannen van de Historic Society. De ene man vertelt over zijn bezoek aan het huis van de Duitse keizer in Doorn. Hij kent het Wilhelmus, we zingen tot vaderland getrouwe, dan moeten we stoppen van Rommy. Veel verder was ik ook niet gekomen. Mensen komen langs bij de boot, we vertellen over onze reis en laten de kinderen van de fotografe de boot van binnen zien. De foto die ze van ons maakt staat op facebook: @ColleenHPhotography.


Gesprekken gaan veelal volgens hetzelfde patroon: we vragen wat, we praten wat, ze horen ons accent, vragen waar we vandaan komen, zeilboot uit Nederland, toch niet..... ja overgestoken, just the two of you? how long did it take you? Daarna proberen we weer over andere dingen te praten en dat lukt meestal wonderwel. De Amerikanen, die we spreken zijn openhartig. En dan vragen ze, wat wij nou van die man vinden. We reageren daarop ontwijkend, maar als ze aandringen geven we onze mening. En die wordt dan met instemming begroet.


Na de brug van Great Bridge volgt een sluis. Er zijn oude mannen in zwemvesten met een pikhaak, die je touwen aannemen. Daarna zijn de oevers steeds meer bebouwd. Als we Norfolk/Portsmouth naderen wordt het beeld Rotterdamser, grote schepen, scheepswerven, hoge bruggen, graansilo’s, losinstallaties. En tenslotte grote marine terreinen met de grijze oorlogsschepen. Norfolk is de grootste marinehaven van de wereld. We ankeren op de rivier voor het Marine Hospitaal en een kade met historische woonhuizen. Aan de overkant Norfolk met een groot Maritiem Museum en het Battleship Wisconsin. Even wat anders na 4 dagen eindeloze natuur.


De kunsthal van Portsmouth vertoont prachtige zwart-wit foto’s van havenarbeiders (hardhats) en een tentoonstelling over Portsmouth in de Eerste Wereldoorlog (1917-1918). Op de voorpagina van een tentoongestelde krant: Holland Worries. De Engelsen willen de Duitse keizer berechten. Weer die keizer.
Er is hier taoistisch tai chi klas.  Ik heb vanuit Beaufort contact gelegd. Ze geven me instructies hoe te rijden, welke tunnel, welke afslag, waar te parkeren. Ze kunnen zich niet voorstellen, dat iemand niet met de auto komt. Een taxi blijkt ongeveer $ 40,00 te kosten, dan maar geen tai chi. Helaas.  Niet alleen vanwege de tai chi, maar vanwege het ontmoeten van aardige mensen.


Met de veerboot naar de overkant, een veerboot met een nep schoepenrad aan de achterkant en nep schoorstenen. Het Chrysler Museum is net zoiets als Boymans met oude en nieuwe kunst. Kleine afdelingen met goede collecties. Verrassend is de afdeling glas.


Via de historisch Free Mason wijk lopen we naar het Naval Museum met het battleship Wisconsin. Het is groot en uitgebreid. De Wisconsin is een prachtig schip, je kunt er doorheen lopen: hutten, pantry’s, hospitaal, keuken, radiokamer, kapel, kanonnen. Vanaf het achterdek zien we de Annalena rustig voor anker aan de overkant.

Terug in Norfolk beginnen we richting supermarkt te lopen. We maken een praatje op de stoep en worden met de auto gebracht. De man importeerde koekjes uit Europa en had in Heidelberg gewoond. Was met een Duitse vrouw getrouwd, maar die hield niet van Amerika en ook niet meer van hem. Ze belt hem nog wel om raad.


Er vaart een vliegdekschip voorbij. Wat zijn we klein.


We gaan op zondag varen, hier het zeegat uit en 2 dagen doorvaren. Vandaag zaterdag gaan we eerst naar een fleemarket en dan naar de bioscoop. Het Commodore Theatre, gebouwd in 1945, 12 jaar leeggestaan en toen zorgvuldig gerestaureerd. Tapijten, lampen en muurschilderingen, het is prachtig. De zaal is ingericht met de stoelen rond tafeltjes. Op het tafeltje staat een telefoon. Draai een nul en je bestelt bij de keuken. We namen Chef Salad en een Red Irish Ale. De film? Dunkirk, een ontzettend slechte film. Het leek wel een Nederlandse film, rammelend verhaal, slecht acteren, slechte effecten. Don’t go there!


Morgen weer varen, je hoort nog van ons.


Feyenoord pakt de JCschaal, zat er dik in.


woensdag 2 augustus 2017

van Beaufort naar Great Bridge


Na 2 mooie weken verlaten we Beaufort NC. We gaan eerst tanken. Het dwars aanleggen op volle stroom kost moeite. Dan komt een man mij vertellen hoe ik moet aanleggen, ik reageer niet zo Amerikaans. Daarna draaien we met een lijn op de middenbolder om de hoek van de steiger. Zoals Bernt ons dat op de EZS geleerd heeft. Op het havenkantoor hebben we het over global warming en de man, die daar niets van wil weten. We are so embarrassed for Trump, he is such a moron, zeggen de havenmeesters.

Maar goed, we arriveren na een lekker tochtje in Oriental, een zeilsport stadje van 900 inwoners. Het kleine hoekje op lager wal waar we belanden blijkt erg ondiep. Weer met een lijn op de middenbolder weten we daar weg te komen. Leve de middenbolder. Een Amerikaanse zeiler komt langs en nodigt ons uit voor een biertje in de TikiBar. Ze hebben net een boot gekocht en brengen haar nu naar Maine. Hij was militair, heeft in Zeist gewoond en wist niet, dat de Nachtwacht zo groot was. Hij vertelt over Kosovo, over Sebrenica. Hij heeft het van dichtbij meegemaakt. Een schokkend verhaal. Rommy maakt zijn vrouw enthousiast voor de facebook groep Women who Sail. We zullen ze nog wel een keer zien op weg naar het Noorden.


De volgende ochtend lopen we 3 kwartier in de zon langs de autoweg naar de Piggly Wiggly. Voor de supermarkt staat een auto: Harbour Shuttle - Just Call 3402013915. In ieder geval hoeven we niet terug te lopen met de boodschappen. Omdat we toch gereden worden, slaan we wat meer in. Zoals 6 blikjes lokaal bier voor  9,99 dollar. IPA’s, Pale Ale, Belgium Style White Ale, Amber Lager, Scottish Ale. We  proberen ze allemaal. Tot dusver favouriet is de Rebel IPA. Omdat we tussen de vissersboten liggen, die dag en nacht een generator aan hebben, vertrekken we daarna.


We varen een paar uur op de Pamlico River, de oevers liggen in de verte. De hele dag zien we 6 andere boten: een shrimpboot, een zeilboot en 4 motorboten. We ankeren in een zijkreek. Dan een dag bijna alleen op de Pungo River, brede plassen met bossen aan de oevers. Voor het 20 nM lange Alligator kanaal ankeren we in een kreek. De zware depressie voor de kust, geeft ons vandaag ZW wind en later, als de kern is gepasseerd NO wind. De ZW kwam van het land en was matig, de NO komt van de Oceaan en is hard (7Bft). We blijven een dag in deze kreek, totdat de wind, die recht tegen staat wat is geluwd.


We liggen op een plek zonder GSM-bereik, dus zonder internet. Dus gaat de goede oude kortegolfzender aan. Het is even zoeken hoe het werkt, zender zoeken, gribfile request opstellen, zenden/ontvangen, tekst openen. Maar het lukt en we hebben een gribfile (weerkaart met pijltjes). Het blijft verstandig een dag hier voor anker te blijven. Rommy gaat aan de slag met een UV-hoes voor de rubberboot (van PVC). Ik ga een ander tweede anker gebruiksklaar maken. Er zal nog wel meer stormachtig weer komen.


r stond nog een verjaardagsgroet van Maciek op Sailmail. Dank voor je aardige woorden, Maciek. Het is al zolang geleden, dat we de zender gebruikten. Alles kon met VHF en GSM-WIFI.


et Alligator Canal duurt 4 uur, kaarsrecht tussen de bomen. We waren gewaarschuwd voor grote duwbakken, die het water wegtrekken als ze passeren. We passeren alleen een catamaran met twee vrouwen. Woman who sail. Langs de oever steken stompjes van bomen net boven het water uit. Het lijken wel alligators. Daarom zal het kanaal wel zo genoemd zijn. Hopen we.

Uit het kanaal de brede Alligator River op, pal in de wind maken we toch 4 knopen. Aan het eind een draaibrug, die opent voor een sleepboot en dan 5 minuten blijft openstaan om ons door te laten. De rij auto’s is aan weerskanten indrukwekkend.


We gaan een zijrivier in en ankeren. Het water is donkerbruin, de kleur van sterke thee. Dat komt door de tanine, van de wortels van de cypressen aan de kant. De zijrivier is een kilometer breed, de ene kant kijk je tot de horizon de Alligator River op, de andere kijk je naar een bocht 5 mijl verderop. Nergens een boot, een huis of een ander teken van leven. Ja toch, achter de bocht staan 2 GSM-antennes. Zo weten we dus al dat Miep naar het zomercarnaval was. We sluiten alles hermetisch af tegen de muggen, nemen een Southern Comfort en luisteren naar Morrison en Mozart.


merikanen zijn een ontwikkeld volk. Een merk van goedkope sigaretten heet Seneca. Omdat hij zo mooi over doodgaan heeft geschreven. Er is hier zelfs een plaats naar mijn geliefde stoïcijn genoemd.

Om zes uur ’s ochtends passeert een kreeftenvisser. Ik kneed een brood, doe het in de oven en we gaan varen. Een uur later ontbijten we op de Albemarle Sound. Bij het maken van het ontbijt doe ik een ontdekking. Er zit per ongeluk jam op het mes, als ik mijn boterham met corned beef smeer. De ontdekking van jam met corned beef, overheerlijk.


Er ligt een Hoog land inwaarts, dat houdt de tropische storm bij Florida hier vandaan Maar het is windstil en heel heet. De natuur is weer groots en we zien weer bijna niemand. De ankerplaats is vlakbij een brug, je hoort de banden van de auto’s.


We vertrekken om 6 uur, omdat de ankerplaats gisteren een drempel van 1 meter heeft en het water aan het zakken is. Nou, dan nog maar een keer vertellen hoe mooi het is. De ochtendnevel ligt over de moerassenb, de zon komt op, het water is spiegelglad. De vaargeul van Intra Coastal is aangegeven met groene vierkanten rode driehoeken. Het zijn dikke palen met aan de voor en achterkant een bord. Tussen de borden is vaak een platform, waar de zeearenden hun nesten bouwen. Als we aan komen varen vliegen de ouders weg en piepen de jongen keihard naar ons.

We komen 4 uur weer niemand tegen. Op één plek staan wat huizen met steigers. Maar de bewoners slapen nog, er staan bordjes met het opschrift: No Wake. We eindigen bij de steiger voor de Great Bridge. Hier vond de eerste veldslag van de Revolutie plaats in 1775. Er is een monument en een park. We gaan het bekijken. Morgen naar Portsmouth/Norfolk.