Bristol Harbour
is het meest noordelijke punt van onze Amerika reis. Het is de plaats waar de
gebroeders Herreshoff zijn geboren en hebben gewerkt. Voor de landrotten: zij
bouwden de prachtige houten jachten met grote zeilen van de kalenders. De ene
broer had maar één oog en daar stak hij per ongeluk een stok in. Blind leidde
hij het bedrijf en zijn broer ontwierp de boten. Eerst motorboten, later
jachten voor de miljonairs uit New York, zoals VanderBilt.
Bristol is tot
onze verrassing mooi. Veel huizen uit de Engelse tijd. We doen vooral
praktische dingen: kapper, propaanfles omruilen, boodschappen, laundry en
liquor store. Block Island was erg duur, dus we hadden onze voorraden niet
aangevuld.
We hebben een
mooring genomen en dat geeft gratis vervoer naar de wal, met de launch-boat van
Mike. Bij elke overtocht vertelt hij iets over de stad. Bij de gemeentelijke
havenmeester doen we de was en vragen naar propaangas en supermarkt. Eén van de
havenmeesters brengt ons er heen met de pickup van de Havendienst. Het is weer eens
ver buiten het centrum.
Het Herreshoff
Museum is een hal volgestouwd met prachtige boten en alles over de America Cup.
Een korte trip
naar Newport, daar eerst tanken en dan ankeren in de haven. Er is een hoekje
waar je 14 dagen mag ankeren, verder honderden moorings. Veel mooie zeilboten,
klassieke schoeners en grote wedstrijdjachten. Er is een speciale haven voor de
grote wedstrijdboten. ’s Nachts zie je de rode toplichten van de 30 m hoge
masten. Het fort bij de ingang van de haven is de plek van het Newport Jazz
Festival.
Newport is een
druk stadje. Mansions als Engelse paleizen, grote pakhuizen, oude winkelpanden,
landhuizen, parken en houten kerken uit de 18e eeuw. Het is weer een
geschiedenisboek.
Dit is het Mekka
van de zeilsport, het Medenblik van Amerika. Overal zeilsport. In de
winkelstraat vol met toeristen schuiven de Porsches en Audi’s achter elkaar
aan. En wat opvalt: de meeste mensen zijn slank. Tot dusver was het opvallend
een paar slanke mensen te zien lopen, hier is het omgekeerd, de dikken zijn een
uitzondering. Hier zie je rijke slanke witte mensen.
Als we het anker
ophalen, komt een Amerikaan in een rubberboot een praatje maken. Hij heeft een
stalen zeilboot van de ontwerper Frans Maas. Maas ontwierp veel voor Ted Hood,
hier in Newport. Tussendoor maakte hij dat bootje: Amerikaanse stijl, met lang
overhangende spiegel. We hebben het over het recente ongeluk waarbij Frans en
zijn kleinzoon verdronken. Afgebroken kiel. Frans was 80, mooie dood, maar het
is erg voor zijn kleinzoon.
Dan gaan we voor
het eerst zuidwaarts, dat wil zeggen: vooral westwaarts, want de kust loopt
hier west-oost. Tegen wind en stroom varen we 8 uur en ankeren in de baai van
Stonington. Weer een historisch stadje. Maar we komen voor Mystic, 5 km
verderop. Het Mystic Seaport Museum is het grootste maritiem museum van de US.
Een houten walvisvaarder, een vikingschip, een brigantijn en heel veel klassieke
jachten. Langs de haven een openluchtmuseum met alles: lijnbaan, rigger,
grocery, kuiperij, smid, walvisvaart, reddingswezen, instrumenten en een
planetarium. Op de scheepswerf is men de Mayflower 2 aan het restaureren. Je
kan rondlopen door de werkplaatsen. Het planetarium is vandaag gericht op de
eclips. Om 14.30 uur is er een 70 % zonsverduistering. Er zijn speciale
kijkapparaten, maar je kan van iedereen even een bril lenen. Naast me hoor ik
Nederlands: Ton Dubbeldam met zijn gezin. Hij is een kunstschilder uit
Groningen, die in Watchhill, een dorp in de buurt, exposeert. Maakt mooie
dingen. Vermoeid keren met de ubertaxi huiswaarts.
Maar Mystic heeft
nog iets speciaals: het Art Museum. De volgende dag is dat onze bestemming met
de uber-taxi. Prachtige tentoonstelling
van regionale schilders en een zaal gewijd aan Brackmann, ook uit de buurt.
Brackmann werd beroemd met zijn portretten van de Lindbergs. We lopen 3 mijl
naar de supermarkt. Op een bankje bij een kruispunt praten we met een vrouw,
die haar demente moeder in een rolstoel naar het verkeer laat kijken. Verderop
is nog een geweldige thriftshop. We kopen een stapel dvds en een roman over
Chesapeake Bay.
De uber-chaufeur
van de terug tocht is van Pools Joodse afkomst, we praten over Auswitzsch. Zijn
moeder heeft veel familieleden gehad die daar zijn vermoord. De grootvader van
de chauffeur van de heenreis kwam uit Zuid-Duitsland. Hij wil het dorp van zijn
grootvader opzoeken als zijn stiefdochter is afgestudeerd. Elke uber-chauffeur
verteld zijn of haar eigen verhaal over voorouders in Europa.
De vrouw met de demente
moeder zei ons dat Essex zo’n mooi stadje was en de gids noemt het: the best
small town of America. We hebben toch geen duidelijke pannen (volgende week New
York) dus het lijkt ons wel wat. In verband met de stroom staan we om 6 uur op,
vertrekken om 6.30 uur en varen om 12 uur de Connecticut River op, want daar
ligt Essex. Rommy heeft gisteren een T-shirt gescoord met de tekst: A womans
place is at the helm. Dat moet op de foto.
Nou, Essex is
mooi, de oude huizen staan op de heuvels langs de rivier. Het River Museum
heeft een replica van de Onrust, het bootje (44ft) waaarmee Adriaen Block de Connecticut River opvoer. Met
Amsterdamse vlag. Verder alle kaarten die Block hier heeft gemaakt en een
replica van de eerste onderzeeboot, handaandrijving en één bom om onder
vijandelijke schepen te plaatsen. Morgen gaan we vroeg verder de Long Island
Sound op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten