maandag 23 april 2018

Spanish Virgin Islands


De douane-man had een oplossing: we moesten gewoon 15 dagen de zee op, hij wees daarbij richting zee, en dan terugkomen om een nieuwe cruising license aan te vragen. Mooi niet. Sommige mensen hebben geen idee van varen. De veiligheid van onszelf en ons schip gaat natuurlijk boven alles.
Als we terug zijn van het douanekantoor en de supermarkt varen we de Mona Passage uit en gaan de hoek om naar de zuidkust. Het eiland Mona ligt als een omgekeerde pudding aan stuurboord. Nog net voor donker ten anker tussen de eilandjes voor Parguera. De wind staat steeds pal tegen, maar ’s nachts komt er een katabatische wind. Het eiland koelt meer af dan de zee, er ontstaat een hogedrukgebied boven land en er komt een valwind van de bergen. Daarom besluiten we om 5 uur ’s morgens te vertrekken, zodat we nog van die wind kunnen profiteren. De noordenwind blijft tot 08.00 uur staan, dan neemt de trade wind het weer over.


Als we morgen de oostkust van Puerto Rico bereiken, gaan we van eiland naar eiland kruisen. Met onze nachttochten hebben we dat weer mooi gedaan.
Steeds meer goede berichten van John. We hebben bewondering voor hoe hij er mee omgaat. Normaal gesproken klaagt en zeurt hij nogal, maar nu is hij een heer. We drinken een Medalla op zijn gezondheid.

We nemen niet de baai van Salinas met de zeekoeien, daar liggen te veel gezonken schepen, maar nemen de Bahia de Jobos. Uitzicht op een suikerfabriek. Door het nachtelijke vertrek hebben we de hele middag om te klussen: een nieuwe leuver, andere olie in de ankerlier, kabel van de contactzekering vernieuwen, kettingstripper vastzetten, kabel van de toerenteller beter vastmaken en lijmwerkzaamheden aan de dinghy, die langzaam uit elkaar valt. Wat niet lukt is de lekkende waterpomp. De waterseal vervangen is een heel karwei. We wachten op een stormdag en pompen in de tussentijd het lekkende water om het uur weg. 


Het is jammer dat we niet veel van Puerto Rico zien, het is ons favoriete eiland. Als we ergens gaan wonen, dan is het hier of op Tenerife. Maar we gaan hier natuurlijk niet wonen, we kunnen niet zonder onze familie en vrienden. Dat is toch wel duidelijk...
Het wordt overmorgen voor we de oostkust bereiken. Als we om 05.00 uur klaar zijn om het anker te lichten komt een zware onweersbui over. Eerst maar de bui afwachten en ondertussen een alternatief plan maken. Er is een baai op 20 nMijl afstand, Puerto Patillas. Maar het blijft hard waaien. Ik vervang de waterpomp door het oude exemplaar, waar ik 2 nieuwe lagers en een nieuwe seal in heb gezet. Rommy gaat verder met haar dinghy-chap. En we wachten op beter weer. Als we maar eenmaal de hoek om zijn.
Door de Boca de Infierno gaan we om 05.30 de zee op. Het was even NO, maar daar na weer pal Oost, 6 Bft en in buien soms 7 Bft. We worden nat van de regen en de overkomende golven. Drie uur de zee op en 3 uur terug. Puerto Patillas ligt 13 nMijl verder langs de kust, we leggen 25 nMijl af. Het ligt beschut achter de riffen. Er  zijn 9 steigers en ze zijn allemaal verwoest. Daarom vullen we de belastingaangifte maar in. Het is allemaal al ingevuld en het klopt allemaal. Alleen op verzenden drukken. Een kapotte waterpomp mag je niet aftrekken.

Vieques is een bijzonder eiland, dat ten oosten van Puerto Rico ligt. Altijd van de Amerikanen geweest voor schietoefeningen met vliegtuigen. Toen een raket in het dorp insloeg, was het genoeg. De Amerikanen vertrokken en nu is driekwart van het eiland beschermd natuurgebied. De hekken stonden er al. Het eiland heeft aan de zuidkant veel prachtige baaien. Aan de noordkant is één kleine baai en er ligt een dam 3 mijl de zee in. Die gebruikten de Amerikanen om kerosine te lossen voor de vliegtuigen. In het hoekje achter de dam is het goed ankeren. Daar liggen we heel tevreden. Weer 25 nMijl verder naar het Oosten gekomen. 

Drie uur naar het Noorden, drie uur naar het Oosten. Culebra  is nog altijd prachtig, maar wat is er veel vernield door Maria. Net als 5 jaar geleden treffen we veel Amerikanen, die hier zijn blijven hangen. Oude hippies en tandeloze alcoholisten, soms beide. Verder gespierde surfers en duikers, die rondrijden in Jeeps. Hoewel er niet valt rond te rijden, er is één weg met wat korte zijwegen. Met ons volle boodschappenkarretje krijgen we een lift van een oude Amerikaan, die hier al sinds 1959 woont. Toen waren er nog geen Jeeps, vertelt hij. We halen diesel bij de benzinepomp aan de kreek achter de nonlifting liftbrug en laten de was doen in het International Hostel. De eigenaresse is omgekomen in de hurricane, haar moeder runt het hostel. Een oude Zwitser heeft het dak gerepareerd voor gratis inwoning. Zijn zeilboot is gezonken.

De douane ambtenaren zijn heel vriendelijk. Ze geven ons een inklaring, voor de rest van de Amerikaanse eilanden. We gaan naar St Thomas en St John. Daarachter liggen  Tortola en Anageda. We verheugen ons op de hoofdstad van St Thomas, Charlotte Amalie met de Deense pakhuizen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten