De douane-man had
een oplossing: we moesten gewoon 15 dagen de zee op, hij wees daarbij richting
zee, en dan terugkomen om een nieuwe cruising license aan te vragen. Mooi niet.
Sommige mensen hebben geen idee van varen. De veiligheid van onszelf en ons schip
gaat natuurlijk boven alles.
Als we terug zijn
van het douanekantoor en de supermarkt varen we de Mona Passage uit en gaan de
hoek om naar de zuidkust. Het eiland Mona ligt als een omgekeerde pudding aan
stuurboord. Nog net voor donker ten anker tussen de eilandjes voor Parguera. De
wind staat steeds pal tegen, maar ’s nachts komt er een katabatische wind. Het
eiland koelt meer af dan de zee, er ontstaat een hogedrukgebied boven land en
er komt een valwind van de bergen. Daarom besluiten we om 5 uur ’s morgens te
vertrekken, zodat we nog van die wind kunnen profiteren. De noordenwind blijft
tot 08.00 uur staan, dan neemt de trade wind het weer over.
Als we morgen de
oostkust van Puerto Rico bereiken, gaan we van eiland naar eiland kruisen. Met
onze nachttochten hebben we dat weer mooi gedaan.
Steeds meer goede
berichten van John. We hebben bewondering voor hoe hij er mee omgaat. Normaal
gesproken klaagt en zeurt hij nogal, maar nu is hij een heer. We drinken een Medalla op zijn gezondheid.
We nemen niet de
baai van Salinas met de zeekoeien, daar liggen te veel gezonken schepen, maar
nemen de Bahia de Jobos. Uitzicht op een suikerfabriek. Door het nachtelijke
vertrek hebben we de hele middag om te klussen: een nieuwe leuver, andere olie
in de ankerlier, kabel van de contactzekering vernieuwen, kettingstripper
vastzetten, kabel van de toerenteller beter vastmaken en lijmwerkzaamheden aan
de dinghy, die langzaam uit elkaar valt. Wat niet lukt is de lekkende
waterpomp. De waterseal vervangen is een heel karwei. We wachten op een
stormdag en pompen in de tussentijd het lekkende water om het uur weg.
Het is jammer dat
we niet veel van Puerto Rico zien, het is ons favoriete eiland. Als we ergens
gaan wonen, dan is het hier of op Tenerife. Maar we gaan hier natuurlijk niet
wonen, we kunnen niet zonder onze familie en vrienden. Dat is toch wel
duidelijk...
Het wordt
overmorgen voor we de oostkust bereiken. Als we om 05.00 uur klaar zijn om het
anker te lichten komt een zware onweersbui over. Eerst maar de bui afwachten en
ondertussen een alternatief plan maken. Er is een baai op 20 nMijl afstand,
Puerto Patillas. Maar het blijft hard waaien. Ik vervang de waterpomp door het
oude exemplaar, waar ik 2 nieuwe lagers en een nieuwe seal in heb gezet. Rommy
gaat verder met haar dinghy-chap. En we wachten op beter weer. Als we maar eenmaal
de hoek om zijn.
Door de Boca de
Infierno gaan we om 05.30 de zee op. Het was even NO, maar daar na weer pal Oost,
6 Bft en in buien soms 7 Bft. We worden nat van de regen en de overkomende
golven. Drie uur de zee op en 3 uur terug. Puerto Patillas ligt 13 nMijl verder
langs de kust, we leggen 25 nMijl af. Het ligt beschut achter de riffen.
Er zijn 9 steigers en ze zijn allemaal
verwoest. Daarom vullen we de belastingaangifte maar in. Het is allemaal al
ingevuld en het klopt allemaal. Alleen op verzenden drukken. Een kapotte
waterpomp mag je niet aftrekken.
Vieques is een
bijzonder eiland, dat ten oosten van Puerto Rico ligt. Altijd van de Amerikanen
geweest voor schietoefeningen met vliegtuigen. Toen een raket in het dorp
insloeg, was het genoeg. De Amerikanen vertrokken en nu is driekwart van het
eiland beschermd natuurgebied. De hekken stonden er al. Het eiland heeft aan de
zuidkant veel prachtige baaien. Aan de noordkant is één kleine baai en er ligt
een dam 3 mijl de zee in. Die gebruikten de Amerikanen om kerosine te lossen
voor de vliegtuigen. In het hoekje achter de dam is het goed ankeren. Daar
liggen we heel tevreden. Weer 25 nMijl verder naar het Oosten gekomen.
Drie uur naar het
Noorden, drie uur naar het Oosten. Culebra
is nog altijd prachtig, maar wat is er veel vernield door Maria. Net als
5 jaar geleden treffen we veel Amerikanen, die hier zijn blijven hangen. Oude
hippies en tandeloze alcoholisten, soms beide. Verder gespierde surfers en duikers, die
rondrijden in Jeeps. Hoewel er niet valt rond te rijden, er is één weg met wat
korte zijwegen. Met ons volle boodschappenkarretje krijgen we een lift van een
oude Amerikaan, die hier al sinds 1959 woont. Toen waren er nog geen Jeeps,
vertelt hij. We halen diesel bij de benzinepomp aan de kreek achter de nonlifting liftbrug en laten de was doen in het International Hostel. De eigenaresse is omgekomen in de hurricane, haar moeder runt het hostel. Een oude Zwitser heeft het dak gerepareerd voor gratis inwoning. Zijn zeilboot is gezonken.
De douane
ambtenaren zijn heel vriendelijk. Ze geven ons een inklaring, voor de rest van
de Amerikaanse eilanden. We gaan naar St Thomas en St John. Daarachter liggen Tortola en Anageda. We verheugen ons op de
hoofdstad van St Thomas, Charlotte Amalie met de Deense pakhuizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten