De hoogste berg
loop je gemakkelijk op. 300 meter. Er is nog één van 200 meter. Daar blijven de
stapelwolken die van de oceaan komen niet op hangen. Dus geen regen. Af en toe
en buitje van een half uur. Op Madeira staan hogere bergen, omhuld met wolken.
Daar is het groen. Madeira betekent
hout. Maar dat wist u al.
Vroeger was het
allemaal landbouwgrond, nu is het droog, stoffig en woest. De terrassen van de
landbouw zijn nog te zien. En de ineengestorte boerderijen. Men verbouwde graan
op de hellingen en wijndruiven op de vlaktes. Nu plant men stugge naaldboompjes
aan om de grond vast te houden. De windmolens staan er voor de toeristen. Een
kleine ferry brengt elke dag vakantiegangers uit Madeira. Madeira heeft niet
veel strand, hier is een geweldig lang en beschut strand.
Op sommige
plekken beginnen buitenlanders de boerderijen op te knappen. Zo maar ergens
een huis bouwen gaat niet. Je mag alleen
opknappen. Men heeft een duidelijk plan: geen grote hotels, het karakter behouden.
Iedereen kent
iedereen. Dus weinig misdaad en overspel. Dat klopt: het hek van de haven staat
altijd open, er is nog nooit iets gestolen. Met betrekking tot overspel kan ik
niks zeggen, daar was de tijd te kort voor.
Kalkwinning,
conservenindustrie, alles weg. Alleen erosie en rust. Maar ze bouwen aan het
toerisme. Eerst te voortvarend. Er staan grote complexen leeg. Nu stap voor stap.
En je niet verkopen aan touroperators en hotelketens. Zoals Tenerife.
Wel een zeer
mooie golfcourse, geliefd bij grote spelers van wege de dwarswind die over het
eiland staat. Je moet hard en laag mikken. Het gras wordt besproeid met het gezuiverde
rioolwater van het eiland. Vanaf de bergen zie je een groene oase.
In 1940 legden de
gealieerden hier een geheim vliegveld aan. Het is na de oorlog een tijd van de
Nato geweest, die heeft het uitgebreid tot een 3000 m baan. Van Noord naar Zuid
op het lage middengedeelte van het eiland. Het eiland is daar 3500 m breed. Als
men niet kan landen op Madeira komt men eerst hier naar toe, hier kan een blind
paard landen.
Midden in de
dorre vlakte is iemand een botanische tuin begonnen. Het is een oase. Vogels,
palmen, bloemen, gras. De gemeente geloofde eerst niet in dit plan, nu hebben
ze een asfaltweg naar het parkje gelegd. Een mooi uitstapje voor de toeristen
als het geen strandweer is.
Op de dorre
vlakte zie je konijnen, fazanten en lege bierflesjes. De konijnen en fazanten
weten nog van niks, maar in oktober mag er een week gejaagd worden. Alleen door
vergunninghouders en alcohol is dan verboden. Behgalve de laatste dag van het
jachtseizoen, dan drinken ze. Maar ze laten hun geweer thuis en proberen de
fasanten met stokken dood te slaan. Ze nemen er nog één en rennen door elkaar
achter de fazanten aan.
We maken, met
gevaar voor eigen leven een wandeling langs de rand van de rotsen van de
noordpunt. Het pad bestaat uit losse stenen, rechts 40 m in de diepte slaan de
golven op de rotsen. Het pad wordt steeds erger, verderop zie ik een touw om
omhoog te klimmen. Dat doe ik niet, dan maar terug, uitglijdend over de stenen.
Maar dan ontdekken we een tunnel, die
door de berg is gehakt! Dat die andere
mensen dat niet ontdekt hebben! Het ontdekken
zit ons Nederlanders toch wel in het bloed. Aan het eind van de tunnel zie je
de zee van de westkant. Een kwestie van doorzetten en je angst overwinnen. Aan
de andere kant van de tunnel zijn gewone zandpaden en even later zelfs een
asfaltweg met een café met koude cola. Nog een berg over en naar beneden naar
het dorp. Sla en brood kopen voor bij de tonijn. Dan met de taxi naar de haven.
Wil Rommy niet. Nog 20 minuten lopen in de hitte. Wat heb ik lopen klagen en wat
smaakt de pils dan lekker, als je eindelijk op de boot bent.
Ik kreeg twee
halve moten tonijn van een sportvisser, die naast de zeilers ligt. Op de foto zie je
één halve moot. De andere heb ik aan Jacques gegeven Die heeft het ’s avonds laat met
de Fransen opgegeten. We zagen deze tonijn een dag eerder in het donker van de
boot komen: 91 kilo.
Het is mooi weer
om naar de Canarische Eilanden te zeilen, maar Madeira is te mooi. Daar kunnen
we niet aan voorbij varen.
De laatste dag op
Porto Santo bouw ik een trimvlak aan de bananaboot. Ziet er niet uit, maar mischien
kunnen we nu heel hard moteren. We kunnen dat niet uitproberen, want de buitenboordmotor
doet het niet. Eerst dacht ik, dat hij wel vonkte. Daarom heb ik de carburator
schoon gemaakt, maar hij vonkje toch niet. Gewoon lichtflitsen in de ogen. Het
motortje moet even langs een monteur. Meestal roeien we, dus het is niet
urgent.
Er rijst een plan
om over te steken naar Brazilie. Naar Jacaré, dat is een 500 mijl kortere
oversteek en daarna heb je langs de kust 2 knopen stroom op de kont. We hadden
dit plan eerder, maar toen werd in die streken een echtpaar vermoord. Maar
overal gebeurt wel eens iets.
We nemen afscheid
van Jacques en de twee Brusselse vrouwen naast ons. Jacques maakt foto’s voor
de Trismus-site.
Even voor het carnaval naar Brasil,niet omdat het moet maar omdat het kan.
BeantwoordenVerwijderengroetjes van ons.
john.