Met het opzoeken
van stalling in Trinidad en het aansluitende e-mails hebben we nogal wat stroom
verbruikt. Na het eten willen we de motor draaien, zodat onze nieuwe alternator
de accu’s bij kan laden. Als ik contact maak komt er een hoop lawaai en gevonk
uit het motorruim. Kapotte startmotor? Dat kan er ook nog wel bij. Bij de
afgebroken windgenerator, de defecte spanningsregelaar, de haperende tachometer,
de verloren roeispaan, de losgeschoten preekstoel en de verloren
kettingstripper. In het donker is het niet goed werken aan de motor, dus we
slapen eerst (onrustig). ’s Morgens ontdekken we dat de moer van de kabels aan de
plus van de startmotor los zit. Dat gaf het gevonk en geen start. Valt dus
gelukkig mee. Alle andere voornoemde dingen, behalve de chainstripper zijn
opgelost.
Van Marsh Harbour
varen we langs de tvtas van de Near Bahamas, langs Lubbers Island (hier wordt
een groot staatsman geƫerd) en we ankeren in de buurt van Little Harbour onder
Lyanard Cay. ‘s Morgens om 6 uur bereiden
we ons vertrek voor en als eerste van een stuk of 10 boten nemen we de nauwe
doorgang door de riffen en koersen naar Eleuthera. Voorspeld was 4 tot 5 Bft,
maar het is 5 tot 6 Bft: 11 uur stampen schuin tegen de wind in. Maar we
bereiken bij daglicht de baai van Royal Island. Er liggen 20 boten in de beschutte
baai met een ingang van 10 meter breed. De volgende morgen vertrekken we als
enige, er is een dag regen voorspeld. Maar de oversteek naar Alice Town gaat
soepel en de regen valt mee. Alice Town is een lagune waar de ingang door de
rotsen met explosieven is gemaakt.
Binnen liggen we
met 12 andere boten uit vele landen. Twee mannen van de boot naast ons komen aanvaren: Goede middag ... Robbert is op zijn 17e van Warmond naar de
USA verhuisd en heeft leren zeilen op de Kaagerplas. We praten over de Annalena
en de lastige doorgang Current Cut met stroom en riffen.
Volgende stop is
Governors Harbour, de hoofdstad van Eleuthera. In de nacht harde wind. We
liggen beschut, maar de swell doet de boot schommelen en stampen. We slapen
weinig.
Er staan mooie
Engelse zomerhuizen op de heuvels, er is een oude bibliotheek en op vrijdag kun
je bloed geven bij de medische post (voor een Guinness). We maken er lange
wandelingen en vergeten bloed te geven. Als Rommy naar de kapper is koop ik
zelf een blikje Guinness in de liquorstore. De kapster deed maar wat, zegt
Rommy. Voor we het anker ophalen praten we nog kort met de Amerikanen van de
grote boot naast ons. Ze hebben een zomer in Trinidad op de kant gestaan op
dezelfde boatyard als waar wij naar toe gaan. Het is er perfect zeggen ze,
alleen erg warm. Ze begonnen ’s nachts om 3 uur te werken en stopten om 9 uur.
Je kan er ook een airco appartement huren. We zien wel.
We gaan naar Rock
Sound, een mooie ondiepe baai zonder swell aan de zuidkant van Eleuthera. Het
is windstil en 25 nMijl rechtuit. Geschikt om de electrische stuurautomaat te
gebruiken. En er gebeurt niks.... We zitten we even in een periode van
storingen en pechgevallen. Ik haal de reserve stuur-unit tevoorschijn en sluit
die aan. Ook niks. Er is spanning op de stekker van de servomotor. Twee kapotte
automaten? Mijn analyse is een verrotte leiding (wel spanning, geen stroom).
Rommy’s hypothese is een kapotte
stekker. Ik haal de strekker er tussen uit...niks. Slechte hypothese. Nee, zegt
ze, een hypothese is nooit slecht. Of ik geen wetenschapstheorie heb gehad? Het
blijkt de leiding te zijn. Een goede analyse. Nieuwe kabel gelegd en hij werkt
weer als een zonnetje. Nu de kettingstripper nog.
We gaan verder
oostwaarts langs de buitenste eilanden: Eleuthera, Little San Salvador, Cat
Island, San Salvador, Conception en Rum Island. Allemaal door Columbus ontdekt
en benaamd. Het is er wat minder beschut en weinig zeilers gaan er naar toe, maar
de stranden zijn schitterend en het snorkelen is superb. Als we de baai van Little
San Salvador naderen vertrekt net de Nieuw Amsterdam, een cruiseschip van de
HAL, 86.700 ton, 2106 passagiers. Het eiland is eigendom van de HAL en de
schepen komen hier voor een dag strandplezier. Aan de zuidkant van de baai is
een caribisch dorp nagebouwd met een pretpark. Caribisch Disney Land. Men kan
jetskien en zwemmen in een met netten afgezet zwembad. Zeiljachten mogen aan de
noordkant liggen. Er vertrekt nog een veerboot met personeel en dan is het
uitgestorven. ’s Avonds is het pikkedonker, een eerste sikkeltje maan, alleen
maar duizenden sterren.
Als we de
volgende morgen om 7 uur opstaan liggen er de Koningsdam en Oosterdam. Er
liggen dus nu 3 Rotterdamse boten. De tenders varen druk heen en weer naar het
strand. Met 4000 man op een onbewoond eiland. Deze mensen beleven een heel
andere Cariben dan wij. Ze komen niet voorbij de aangeveegde namaak Caribische
souvenir en taxfree gebieden. Ook al liggen er 3 cruiseschepen, we komen er nooit
iemand van tegen op de markt, bij de vissers, in de snackbar of bij de kapper.
Maar we hebben hetzelfde mooie weer en het heldere water. Zij hebben een net om
hun zwembad, wij moeten uitkijken voor de haaien.
We posten deze
blog (het internet is ook prima hier) en varen dan langs de cruiseschepen naar
Cat Island. Ze beweren daar, dat Columbus er is geland, maar er zijn meer
eilanden die dat claimen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten