dinsdag 16 april 2013

Naar Provo



We halen het tweede anker uit de dinghy naar boven en beginnen dan meter voor meter de 40 m ketting van het hoofdanker binnen te halen. Bij 10 m zetten we alvast het grootzeil. Als we recht boven het anker liggen is er geen beweging meer in te krijgen. Het anker zit half achter een steen. Dan komt de boot van de duikschool aangevaren. De instructeur probeert onze boot naar voren te trekken. Als dat geen resultaat heeft, grijpt hij een duikfles, gooit die in het water, zet een bril op, rits zijn pak dicht en gaat achterover te water. Zijn twee leerlingen, een ouder Amerikaans echtpaar, kijken gefascineerd toe. Als hij bij het anker is, geven wij de ketting wat ruimte en hij trekt het anker los. Als we de ketting binnen hebben is hij met de twee leerlingen al een eind weg. We thank the Salt Cay Divers for their help.

 
Voor de wind met de zeilen naar twee kanten steken we over naar de Caicos Banks. De Caicos Banks is een ondiepte van  45 x 10 mijl. Binnen een halve mijl gaan we van 2000 m naar 20 m. Verderop is het 5 m. De zeekaarten geven verder geen informatie, het is blanco. We hebben kleurenfoto’s uit een gids om aan de kleur van het water te zien hoe diep het is. Omdat we in ons hoofd hebben om midden op zee te ankeren varen nog een paar uur door de banken op, met Bft 5 van achteren. Het ankeren onder zeil is geen probleem, we hebben 20 mijl naar alle kanten de ruimte. Maar eenmaal vast,  ligt de boot te stampen en te rukken. Ik verdeel de kracht van de ketting over 4 bolders, dat is geen probleem. Slapen wel.

 
De volgende morgen om 7 uur halen we het anker in met een touw, die we met een duivelsklauw aan de ketting haken. We hebben het touw via het blok van de bulletalie naar de grote lier geleid. Dat gaat prima, we halen steeds een meter in en zetten de ketting dan vast met een kort touw met een duivelsklauw. Zo steeds: trekken, vastzetten, klauw naar voren zetten, trekken, enzovoort. Het teamwork van Rommy & Gerard is voorbeeldig.

Belangrijk bij het zeilen zonder hulpmotor is, dat je niet vastloopt (Hogere Zeevaartkunde). Eén van ons zit voorop om de koraalriffen te zien, de ander staat aan het roer. Een paar keer schrik ik van een zwarte plek vlak naast de boot, maar dat is de schaduw van ons eigen zeil. Zo bereiken we, de riffen omzeilend, een werf/marina aan de zuidkust van Providenciales (Provo). Daar is alleen de man voor de zondag aanwezig, maar hij arrangeert  een sleepboot en 15 minuten later liggen we aan een steiger.

 
Ik doe mijn verkennende wandelingetje en praat lange tijd met de eigenaar van de duikschool. Hij was in de 70’s in Amsterdam (om voor een bedrijf hier stalen rompen te laten bouwen) en is nieuwsgierig hoe het er nu is. Stukken minder dus. Toch?

De volgende dag is een maandag, het kantoor van de shipyard/marina is bemand. Ik regel een afspraak met een tandarts, huur een jeep voor morgen en ga naar de dieselshop voor de starter. Mike geeft me de starter en terug op de boot monteer ik de starter. Ik ververs meteen de olie en  vervang het benzinefilter. De motor loopt als een tierelier.

 
Omdat de shipyard zich “budget” noemt, informeren we naar de mogelijkheid de boot op de kant te zetten en het onderwaterschip schoon te maken en van nieuwe antifouling te voorzien. Er zit veel aangroei (pokken) op. Het zou $ 2017,00 gaan kosten. Als we het werk zelf doen kost het 2/3 van de arbeid minder, dat is $ 420,00 minder. Je betaalt hen dus $ 210,00 om zelf te mogen werken. Dan doen we maar een paar dagen langer over de terugreis. Misschien dat het ergens goedkoper kan.

De douane komt langs en we nemen de gebruikelijke formulieren door. We mogen 7 dagen in de Turks and Caicos blijven. Voor het uitklaren moeten weer op Provo zijn. Maar we willen daarna nog een eiland van de T & C bezoeken, hoe moet dat dan? “What you do after clearing out is not our concern”. Met andere woorden, ga uitklaren en bezoek die eilanden. Het is altijd hetzelfde, ze zijn wel soepel, maar vraag ze niet dat uit te spreken.

Tot onze verassing worden we door de Mare Liberum opgeroepen. Ze horen ons radioverkeer met de marina en de sleepboot. Ze zijn dan op weg naar de noordkant van Provo. We spreken af morgen, als we een auto hebben, elkaar te zien.
Een auto betekent tevens: boodschappen kunnen doen in een grote supermarkt.
De supermarkt is fantastisch, maar duur. We proberen het nog een keer met de gasfles. Ook hier hebben ze geen passende aansluiting. Maar de man van het gas weet een metaalbedrijf om de hoek, die een adapter kan maken op de draaibank. Hij gaat met ons mee. De adapter wordt vandaag nog gemaakt. In de tussentijd ga ik naar het douanekantoor om uit te klaren ($ 50,00) en naar de tandarts, hij heet Mark Osmond, komt uit Engeland en is heel vakkundig voor $ 170,00.
Ondertussen hebben we dan het eiland ook wel gezien. Dure resorts, hotels en villa's. Geen dorp, alleen een shoppingmall. De kust is erg mooi, lichtblauw met veel riffen. Er zijn verschillende nog lichtblauwere baaien met eilandjes. Het doet toch erg levenloos aan.

 
Beladen met boodschappen, LPG, een uitklaringsformulier en een vulling komen we terug op de boot. Morgen om 10 uur gaan we naar West Caicos. We moeten de zon achter ons hebben om op zicht (eyeball navigation) tussen de riffen bij de eilanden door te varen  We arriveren dan weer wat te vroeg om aan een mooring van de duikers te kunnen liggen. Maar het seizoen is voorbij, misschien is er een mooring vrij. We zullen zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten