We halen het tweede anker uit de dinghy naar boven en
beginnen dan meter voor meter de 40 m ketting van het hoofdanker binnen te
halen. Bij 10 m zetten we alvast het grootzeil. Als we recht boven het anker
liggen is er geen beweging meer in te krijgen. Het anker zit half achter een
steen. Dan komt de boot van de duikschool aangevaren. De instructeur probeert
onze boot naar voren te trekken. Als dat geen resultaat heeft, grijpt hij een duikfles,
gooit die in het water, zet een bril op, rits zijn pak dicht en gaat achterover
te water. Zijn twee leerlingen, een ouder Amerikaans echtpaar, kijken
gefascineerd toe. Als hij bij het anker is, geven wij de ketting wat ruimte en
hij trekt het anker los. Als we de ketting binnen hebben is hij met de twee
leerlingen al een eind weg. We thank the
Salt Cay Divers for their help.
Voor de wind met de zeilen naar twee kanten steken we over naar
de Caicos Banks. De Caicos Banks is een ondiepte van 45 x 10 mijl. Binnen een halve mijl gaan we
van 2000 m naar 20 m. Verderop is het 5 m. De zeekaarten geven verder geen
informatie, het is blanco. We hebben kleurenfoto’s uit een gids om aan de kleur
van het water te zien hoe diep het is. Omdat we in ons hoofd hebben om midden
op zee te ankeren varen nog een paar uur door de banken op, met Bft 5 van
achteren. Het ankeren onder zeil is geen probleem, we hebben 20 mijl naar alle
kanten de ruimte. Maar eenmaal vast,
ligt de boot te stampen en te rukken. Ik verdeel de kracht van de
ketting over 4 bolders, dat is geen probleem. Slapen wel.
De volgende morgen om 7 uur halen we het anker in met een
touw, die we met een duivelsklauw aan de ketting haken. We hebben het touw via
het blok van de bulletalie naar de grote lier geleid. Dat gaat prima, we halen
steeds een meter in en zetten de ketting dan vast met een kort touw met een
duivelsklauw. Zo steeds: trekken, vastzetten, klauw naar voren zetten, trekken,
enzovoort. Het teamwork van Rommy & Gerard is voorbeeldig.
Belangrijk bij het zeilen zonder hulpmotor is, dat je niet
vastloopt (Hogere Zeevaartkunde). Eén van ons zit voorop om de koraalriffen te
zien, de ander staat aan het roer. Een paar keer schrik ik van een zwarte plek
vlak naast de boot, maar dat is de schaduw van ons eigen zeil. Zo bereiken we,
de riffen omzeilend, een werf/marina aan de zuidkust van Providenciales (Provo). Daar is alleen de man voor de zondag
aanwezig, maar hij arrangeert een sleepboot
en 15 minuten later liggen we aan een steiger.
Ik doe mijn verkennende wandelingetje en praat lange tijd
met de eigenaar van de duikschool. Hij was in de 70’s in Amsterdam (om voor een
bedrijf hier stalen rompen te laten bouwen) en is nieuwsgierig hoe het er nu
is. Stukken minder dus. Toch?
De volgende dag is een maandag, het kantoor van de
shipyard/marina is bemand. Ik regel een afspraak met een tandarts, huur een
jeep voor morgen en ga naar de dieselshop voor
de starter. Mike geeft me de starter en terug op de boot monteer ik de starter.
Ik ververs meteen de olie en vervang het
benzinefilter. De motor loopt als een tierelier.
Omdat de shipyard zich “budget” noemt, informeren we naar de
mogelijkheid de boot op de kant te zetten en het onderwaterschip schoon te
maken en van nieuwe antifouling te voorzien. Er zit veel aangroei (pokken) op.
Het zou $ 2017,00 gaan kosten. Als we het werk zelf doen kost het 2/3 van de
arbeid minder, dat is $ 420,00 minder. Je betaalt hen dus $ 210,00 om zelf te mogen
werken. Dan doen we maar een paar dagen langer over de terugreis. Misschien dat
het ergens goedkoper kan.
De douane komt langs en we nemen de gebruikelijke
formulieren door. We mogen 7 dagen in de Turks and Caicos blijven. Voor het
uitklaren moeten weer op Provo zijn. Maar we willen daarna nog een eiland van
de T & C bezoeken, hoe moet dat dan? “What you do after clearing out is not
our concern”. Met andere woorden, ga uitklaren en bezoek die eilanden. Het is
altijd hetzelfde, ze zijn wel soepel, maar vraag ze niet dat uit te spreken.
Tot onze verassing worden we door de Mare Liberum
opgeroepen. Ze horen ons radioverkeer met de marina en de sleepboot. Ze zijn
dan op weg naar de noordkant van Provo. We spreken af morgen, als we een auto
hebben, elkaar te zien.
Een auto betekent tevens: boodschappen kunnen doen in een grote supermarkt.
De supermarkt is fantastisch, maar duur. We proberen het nog
een keer met de gasfles. Ook hier hebben ze geen passende aansluiting. Maar de
man van het gas weet een metaalbedrijf om de hoek, die een adapter kan maken op
de draaibank. Hij gaat met ons mee. De adapter wordt vandaag nog gemaakt. In de
tussentijd ga ik naar het douanekantoor om uit te klaren ($ 50,00) en naar de tandarts, hij
heet Mark Osmond, komt uit Engeland en is heel vakkundig voor $ 170,00.
Ondertussen hebben we dan het eiland ook wel gezien. Dure resorts, hotels en villa's. Geen dorp, alleen een shoppingmall. De kust is erg mooi, lichtblauw met veel riffen. Er zijn verschillende nog lichtblauwere baaien met eilandjes. Het doet toch erg levenloos aan.
Beladen met boodschappen, LPG, een uitklaringsformulier en
een vulling komen we terug op de boot. Morgen om 10 uur gaan we naar West
Caicos. We moeten de zon achter ons hebben om op zicht (eyeball navigation) tussen de riffen bij de eilanden door te varen We arriveren dan
weer wat te vroeg om aan een mooring van de duikers te kunnen liggen. Maar het
seizoen is voorbij, misschien is er een mooring vrij. We zullen zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten