De voorspelde 15
knopen wind is in de praktijk toch 20. Achter Martinique geen probleem, maar
zodra we achter het eiland vandaan komen staan er de golven van drie meter en
loopt de wind soms op tot 28 knopen. Stevig stampen. In de herrie van de golven
horen we de Franse radio iets melden over een object dat zou drijven tussen
Portsmouth en Roseau. Wát precies verstaan we niet, maar je moet er met een
grote boog omheen. Ze herhalen het bericht in het Engels, maar dat begrijpen we
nog minder dan het Franse.
Achter Dominica wordt de zee kalm en verdwijnt
later ook de wind. Wat moeten we met de melding op de radio? Moeten we gaan
ankeren bij Roseau? In het donker tussen de pieren en moorings? Als het echt
gevaarlijk is, zouden ze het wel herhalen. Leek ons... We zetten de motor aan.
Ik vaar eerst nog langzaam om bij te komen van het geweld in de passage. In het
licht van de volle maan zie ik op 10 meter een boomstam langskomen. Hij is
langer en dikker dan onze boot en wordt gevolgd door nog heel veel takken en
stammen. Uit één van de rivieren van Dominica is een half bos de zee in
gespoeld. Rommy gaat voorop staan om ons langs de stammen te loodsen. Na 10
minuten is er niks meer.
Tussen Dominica
en Guadeloupe zal het wel niet zo heftig zijn. De Saintes en Marie Galanta
liggen voor de opening, dus de golven zullen wel niet zo hoog zijn. Leek ons...
Het waait hier nog harder. Als de golven achter Guadeloupe eindelijk minder
worden halen we een vaart van 8 knopen op één rif en een halve genua. En ineens
weer de rust. De zon komt op en we zoeken een plekje bij Pigeon Island.
Bij Pigeon Island
is het prachtig snorkelen. Ik moet een keer foto’s onder water maken, maar ik
ben bang dat de onderwatercamera daar niet tegen kan. De vorige liep ook meteen
vol. En ik ben ook niet zo’n onderwaterman. Helemaal geen waterman. Beter, dat
Rommy die foto’s maakt.
De volgende dag
een paar uur varen naar Deshaies (Déhé). Een rondom beschutte baai met een Caribisch
dorpje. We ankeren vooraan bij het strand. Dat geeft een mooi uitzicht en wifi
van de restaurants aan het strand. De Franse hippie achter ons zegt dat we weg
moeten gaan: als ons anker zou krabben, zouden we zijn anker los kunnen trekken
en zou hij op een achterliggende boot kunnen botsen. Kan. Hij gaat nog een tijdje
opgewonden tekeer en vaart dan terug naar zijn boot om verder tegen zijn
vriendin te schelden. We zagen hem eerder met twee andere Franse knapen met
veel haar ecologisch aan het vissen. Ze vingen niks, wat niet erg rendabel lijkt
voor drie man.
Achter de Customs
and Immigration computer zit een jongen de namen en nummers van acht paspoorten
in te voeren. Tijd genoeg om met de Engelsman, die na ons gaat inklaren, te
praten over zijn reis langs de Amerikaanse Oostkust. Terug naar het Zuiden was
erg zwaar, maar hij kon de Inter Coastal Waterway niet nemen vanwege zijn
diepgang. Wij kunnen met 1 meter diepgang wel over de ICW achter de kust langs
moteren. Eindeloze mangrovenbossen, maar ook grote baaien. Het plan staat
nog.
Boven op de
heuvel ligt een botanische tuin, tropische planten en bomen, krijsende
papagaaien, goudvissen en roze flamingo’s. De moeite van de zware klim waard.
Planten, die we in Nederland als kamerplant hebben. Mooi, maar ze leken wel op
elkaar. We waren vroeg in de ochtend begonnen de rivier, die in het dorp
uitkomt op te lopen. Het begint met een betonweg, daarna moet je klauteren over
de stenen. De stenen waren door de regen spekglad, het ging niet. Dus daarom gingen we
langs de autoweg naar de botanische tuin.
De Franse hippie
komt nog eens langs met zijn vriendin. Ze praat een soort Allo Allo Engels. We
ruziën wat en dan spreekt ze de onvergetelijke woorden: I only say this once.
Ik begin meteen over de Madonna with the big boobies. Ze kijken me verbijsterd
aan, voor het eerst stopt hun geaggiteerde gepraat. Wat kunnen misverstanden
toch leuk zijn. Overigens zijn we inmiddels weer vrienden met de hippie.
Het probleem van
ankeren in een kleine baai met veel boten is, dat de wind samen met de stroom
de boten alle kanten op kan sturen. Maar toen wij in de nacht na veel ketting
geschuur gingen kijken, waren we enige die naar het Oosten lag, alle andere
boten lagen naar het Westen. Dat maakt
je onrustig. Soms wil ik zelfs ik niet bijzonder zijn. Na een tijdje draaiden
we langzaam bij. Weer gelijk met de anderen.
We vertrekken om
7 uur naar de baai van Malhaut. Guadeloupe bestaat uit twee eilanden, die samen
op een vlinder lijken. De eilanden zijn verbonden door een mangrovengebied. Er
loopt een kanaal met drie draaibruggen, die vier jaar geleden al in reparatie
waren. Bij de noordelijke uitgang van het kanaal ligt Malhaut. Maar er stond toch een bak
wind recht tegen. Twee riffen waren gewenst. Nog niet eerder gezet. Lukte niet.
Alternatieven: oversteken naar Antigua of terug naar Deshaies. Terug dus. Nu
liggen we op een plek waar we ruim kunnen draaien. Ondertussen heeft Nederland
op de VVD gestemd en is het socialisme voorbij. Het kon erger. We bedanken
iedereen, die D66 heeft gestemd.
In de nacht gaat
het onaangekondigd 30 knopen (Bft 7) waaien. ’s Morgens is het rustiger en we
willen met de bus naar Pointe-A-Pitre. Naar het nieuwe slavernij museum. Al die
verwijtende blikken. Een Herzog/de Meuron achtig vogelnestgebouw.
Voor we vertrekken
moet ik nog even en bij het wegpompen van de uitwerpselen zit alles muurvast.
Tot 13 uur pompen, kranen en leidingen schoongemaakt. Telkens als je iets
losmaakt, komt er een bruine massa naar buiten. Een heel onsmakelijk karwei. En
hij doet het weer. Zeilen is repareren. Misschien morgen naar dat museum.
Wat is het
belangrijkste onderdeel van een zeilboot? Toen ik met Fokko op zijn tweemaster
meevoer, gingen we een keer met een groep schippers eten in het park in Kiel. Ik
verheugde me op leerzame verhalen over zeilvoering en manouvreren, maar het
ging de hele avond alleen maar over verstopte toiletten.
Ik heb me al twee
keer gewassen (zwemmen, shampoën, zwemmen en afspoelen), maar het voelt nog
steeds of ik onder de stront zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten