woensdag 27 maart 2013

Viques


 

We doen boodschappen en lopen door Dewey. Mannen hangen rond, politieagenten,  wachten op de veerboot, toeristen rijden in golfkarretjes en bij de kapper staat een hele mooie bromfiets. Het stalletje bij de brug is dicht, want op het bordje staat: “Open some days”.

 



We varen naar de uitgang van de baai. Daar ligt een rif, dat doorloopt voor het eiland. Achter een rif is het  goed liggen. De wind van de oceaan is lekker koel, terwijl deining en golfslag ontbreken. Wel hoor je dag en nacht het geraas van de branding op het rif. Het water is er lekker warm. We zien steeds schildpadden opduiken, maar het lukt weer niet om ze te fotograferen. Een toplocatie wat betreft het ankeren. Voor ons ligt een woonboot in caribische kleuren.

 

Dan naar Culebrita, een onbewoond eiland dat tegen Culebra aan ligt. Een prachtige baai, maar wat druk omdat het weekend is. We horen verschillende versies van I shot the sherif. Op het strand hoor ik een vrouw haar man vragen de radio uit te doen, want ze wil de branding horen. De man en ik kijken elkaar zuchtend aan. “It is a good station”, zegt hij. Op de kaart staat een plek aangeduid met “jacuzzi’s”. Nou, dat is niet mis. Je zit in een kom tussen de rotsen en dan onverwacht donderen er golven over je heen. Als je je niet goed vasthoudt, spoel je zo de rotsen over. Geweldig.

 

Een Australiër geeft me zijn emailadres, want hij heeft van bovenaf een foto van Rommy in de golven genomen. Hij heet Rob van de Haan en is als 7-jarig jochie met zijn ouders uit Nederland naar Australië geïmmigreerd. Hij wijst ons nog op een pad, dat naar boven loopt. Er staan mooie meloencactussen (ook wel turks genoemd, vanwege het hoedje).

 

Aan de andere kant van de baai staat de oudste vuurtoren van de Cariben. Gebouwd in 1882. We nemen het pad naar boven en zien, dat er sinds 1883 niks meer aan onderhoud is gedaan. Maar ‘s nachts brandt het licht wel, op zonnecellen,  continuous white.

 

Na de wandeling even afkoelen in het water en dan steken we over naar Viques, het andere grote Spaanse Maagdeneiland. Na paar uur halve wind op koers 180 ⁰ passeren we de oostpunt van het eiland. Het eiland is 37 km lang en heuvelachtig. De eerste 25 km zie je geen enkele bebouwing.  Alleen op de hoogste heuvel staat een soort verkeerstoren. Op die toren na, zien we precies hetzelfde dat Columbus gezien moet hebben. Groene heuvels, rotsen, baaien, witte stranden met palmen en het helderste water van de Cariben . Op de stranden staat om de 50 m het volgende bord.

 

We negeren de borden  en wandelen het eiland op. Zo’n bord is pure bangmakerij. Er liggen inderdaad wat projectielen, maar ze zien er allemaal ontploft uit. Nee, dit is niet waar. We gaan niet verder dan het bord.
 
 

De Amerikanen hebben dit eiland vanaf 1941 gebruikt hebben voor schietoefeningen, ondanks heftige protesten uit Puerto Rico. In 1999 werd een burger door een projectiel gedood, toen besloot Clinton dat het moest stoppen. In 2003 is het gestopt.

 

De hoofdstad Esperanza is niet meer dan een boulevard met bars, restaurants, winkeltjes met sieraden en kanoverhuurders. Daarachter drie straten met huizen, scholen, kerken en autowrakken. Twee loslopende paarden komen ons voorbij, verderop blaft een zwarte hond naar de paarden. Even later zien we de twee paarden bij een huis staan eten uit een bak, de hond zit ernaast.

 

In het verlaten een honkbalstadion jagen twee honden een soort wezel achterna. Het is relaxed en onbedorven. En erg warm.

 

Omdat de baai bij Esperanza nogal deinde, verplaatsen we ons naar het beschutte Puerto Ferro. De ingang is smal, de kaart toont een rots en een wrak. Rommy staat op het voordek  op de uitkijk.



We belanden achter in de baai, waar drie onbemande boten voor anker liggen. Daar gaan we liggen in twee meter diep groen water. De baai is bioluminescent. Als je ´s avonds je hand door het water haalt lichten de algen op. Je kan ook gaan zwemmen in het donker, alleen het wordt niet aangeraden. Haaien en barracuda’s hebben wel eens mensen in het been gebeten. Aan de oostkant is een mangrovenbos. Ik vaar met de dinghy door een kreek het bos in. Helemaal aan het eind van de kreek ligt een zeilboot voor anker. Wat je noemt een hurrican hole.



We feliciteren Wijnand met zijn verjaardag.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten