vrijdag 22 maart 2013

Charlotte Amalie


Alleen al voor die mooie naam willen we naar Charlotte Amalie. Het is de hoofdstad van St Thomas en ligt aan de zuidkant. Als we aankomen liggen er drie cruise schepen. Er is een jachthaven, maar alleen voor schepen langer dan 50 m. De rest ankert in een grote baai, die overal ca 5 m diep is. Natuurlijk is in het centrum het taxfree gebeuren: diamanten, sieraden, horloges, T-shirts en drank.

gc


We schaffen ons 4 flessen Bols likeur aan voor $ 5,00 per twee flessen, twee liter  lokale rum voor $10 per liter en twee liter Jack Daniels voor $ 20,00 per liter. U snapt inmiddels, wat het grootste gevaar van de Cariben is.


Het grote verschil met andere taxfree gebieden is, dat de winkels  hier in gerestaureerde Deense pakhuizen  zijn gehuisvest. Het centrum is dus een lust voor het oog, wel zit bijna in elk pand een juwelier.


Ik heb op de markt een nieuw  shirt gekocht, lekker ruim. Vanwege de hitte doe ik het shirt in een klein parkje terstond aan. Vanaf twee bankjes verder roept een oude vrouw: “That looks much better!” Ze heet Sonia en ze weet hoe ze mannen moet benaderen.
                                          Sonia

De Mare Liberum zeilde ons op weg naar St Thomas met een enorme vaart voorbij, we werden er een beetje depressief van. Gelukkig bleek later, dat Bas de motor had bijstaan. We lagen bij elkaar in de buurt op St John. Rommy en Marieke gingen daar ´s morgens een trail van 3 uur lopen. Ik ging naar de Annaberg Plantage, een ruïne van een Deense suiker plantage. Voor het geval u het niet mocht weten: de Denen hebben de US Virgin Islands in 1917 aan de Amerikanen verkocht voor $25.000.000.  Het kostte hen teveel. Hadden wij ook kunnen doen met onze eilanden. Toch?
                                          sugar mill

Frederique, de oudste  van Bas en Marieke vraagt ons of we er een bemanningslid bij willen hebben. “Hij eet niks”. Ze willen de Leprechaun opblaaspop kwijt. Neemt teveel plek, ook onopgeblazen.
                                          de Mare Liberum stuift ons voorbij

We zijn de gerestaureerde straten van Charlotte Amalie uitgelopen, gaan langs de Kathedraal en komen we in een achterbuurt. Als Rommy zich onveilig begint te voelen, slaan we een zijstraat in om terug te gaan. Een man roept: “Don’t go there”. We kijken hem verschrikt  aan. “It is a dead end street”, zegt hij dan. “I thought, you meant, that it was not safe there”, antwoord ik. “ I take care that you are save”, zegt de man.


Rommy zoekt een hemd met de opdruk Charlotte Amalie, maar we vinden enkel met de opdruk St Thomas.

We brengen de was naar een laundry, laten Rommy’s zonnebril  gratis van nieuwe neussteuntjes voorzien, drinken een milkshake bij Mc Donalds en slaan blikjes bier  in bij Pueblo, een goedkope supermarkt waar we nagenoeg de enige blanken zijn.

Morgenvroeg de was ophalen en dan verlaten we de USVI. We zeilen naar Culebra. Een eiland , dat bij Puerto Rico hoort. Culebra en Vieques worden ook wel de Spanish Virgin Islands genoemd. Dat klinkt beter vonden ze zelf. 35 mijl zuidelijker van hier ligt nog St Croix, ook een US Virgin Island met nog meer resten van Deense historie. Maar dat komt slecht uit met de wind en de verder plannen.

Plannen aangaande Tahiti, Bahama's en Cuba. Daarover later meer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten