Alleen al voor die mooie naam willen we naar Charlotte Amalie. Het is de hoofdstad
van St Thomas en ligt aan de zuidkant. Als we aankomen liggen er drie cruise
schepen. Er is een jachthaven, maar alleen voor schepen langer dan 50 m. De rest
ankert in een grote baai, die overal ca 5 m diep is. Natuurlijk is in het
centrum het taxfree gebeuren: diamanten, sieraden, horloges, T-shirts en drank.
gc
We schaffen ons 4 flessen Bols likeur aan voor $ 5,00 per twee
flessen, twee liter lokale rum voor $10 per
liter en twee liter Jack Daniels voor $ 20,00 per liter. U snapt inmiddels, wat
het grootste gevaar van de Cariben is.
Het grote verschil met andere taxfree gebieden is, dat de
winkels hier in gerestaureerde Deense pakhuizen
zijn gehuisvest. Het centrum is dus een
lust voor het oog, wel zit bijna in elk pand een juwelier.
Ik heb op de markt een nieuw shirt gekocht, lekker ruim. Vanwege de hitte
doe ik het shirt in een klein parkje terstond aan. Vanaf twee bankjes verder
roept een oude vrouw: “That looks much better!” Ze heet Sonia en ze weet hoe ze
mannen moet benaderen.
Sonia
De Mare Liberum
zeilde ons op weg naar St Thomas met een enorme vaart voorbij, we werden er een
beetje depressief van. Gelukkig bleek later, dat Bas de motor had bijstaan. We
lagen bij elkaar in de buurt op St John. Rommy en Marieke gingen daar ´s
morgens een trail van 3 uur lopen. Ik ging naar de Annaberg Plantage, een ruïne
van een Deense suiker plantage. Voor het geval u het niet mocht weten: de Denen
hebben de US Virgin Islands in 1917 aan de Amerikanen verkocht voor $25.000.000.
Het kostte hen teveel. Hadden wij ook
kunnen doen met onze eilanden. Toch?
sugar mill
Frederique, de oudste
van Bas en Marieke vraagt ons of we er een bemanningslid bij willen hebben.
“Hij eet niks”. Ze willen de Leprechaun opblaaspop kwijt. Neemt teveel plek,
ook onopgeblazen.
de Mare Liberum stuift ons voorbij
We zijn de gerestaureerde straten van Charlotte Amalie uitgelopen, gaan langs de Kathedraal en komen we in een achterbuurt. Als
Rommy zich onveilig begint te voelen, slaan we een zijstraat in om terug te
gaan. Een man roept: “Don’t go there”. We kijken hem verschrikt aan. “It is a dead end street”, zegt hij dan.
“I thought, you meant, that it was not safe there”, antwoord ik. “ I take
care that you are save”, zegt de man.
Rommy zoekt een hemd met de opdruk Charlotte Amalie, maar we vinden enkel met de opdruk St Thomas.
We brengen de was naar een laundry, laten Rommy’s zonnebril gratis van nieuwe neussteuntjes voorzien,
drinken een milkshake bij Mc Donalds en slaan blikjes bier in bij Pueblo,
een goedkope supermarkt waar we nagenoeg de enige blanken zijn.
Morgenvroeg de was ophalen en dan verlaten we de USVI. We
zeilen naar Culebra. Een eiland , dat bij Puerto Rico hoort. Culebra en Vieques
worden ook wel de Spanish Virgin Islands genoemd. Dat klinkt beter vonden ze
zelf. 35 mijl zuidelijker van hier ligt nog St Croix, ook een US Virgin Island
met nog meer resten van Deense historie. Maar dat komt slecht uit met de wind
en de verder plannen.
Plannen aangaande Tahiti, Bahama's en Cuba. Daarover later meer.
Plannen aangaande Tahiti, Bahama's en Cuba. Daarover later meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten