dinsdag 15 januari 2013

Bequia & Carell

De bar op het strand van de Blue Lagoon heeft heerlijke wahi wahi met wedges (goudmakreel met gemalen aardappelpartjes). We drinken rum-punch (1 deel zuur, 2 zoet, drie sterk en vier slap) en praten met Kelly. Een klein mannetje uit Nieuw Zeeland die hier de cable companies bezit. Dan voegt een lange man zich in ons gezelschap, die sprekend op Harrison Ford lijkt. Ongeschoren met glazige ogen, aangeschoten. Denk aan de film, waarin Ford met een blonde vrouw neerstort met een vliegtuigje. De man vertelt, dat hij pilot is. Rommy vraagt in welke haven. Nee, airplane pilot. Hij scoopt water met zijn vliegtuig en stort dat over de bosbranden, die hier voortdurend zijn. Al 90.000 landingen op het water gemaakt. Ik zie nu alleen maar Harrison Ford. Een dag eerder waren ook in deze bar met Jori en Wijnand. De bar-eigenaar onderbrak ons gesprek:” Since you are from Holland, I like to tell you something: Rudy Carell was a good friend of mine”.Carells vrouw en zijn vrouw zijn op dezelfde dag geboren en zijn nog steeds bevriend. Hij woonde hier in de buurt. Toen Carell zei:” Ik heb nog drie maanden te leven”, dacht onze basman eerst, dat het grap was. Toen is hij gestorven. In Nederland zagen we zijn afscheid van zijn Duitse publiek op de tv.
We moeten naar Martinique, want daar kan je spullen zoals een ankerlier kopen. Maar eerst nog even één eiland terug, naar Bequia. Een grote beschutte baai. Er zijn moorings te huur, dus het kan zonder ankerlier. Als we ons gereed maken voor vertrek, vraagt Rommy: Waar is het anker? We staren naar de lege plek op de voorplecht. Ons mooie dure Rocna anker is verdwenen. Waarschijnlijk bij de overtocht van de Cays naar St Vincent, we hebben toen aardig liggen stampen. We vinden hier op Bequia (spreek uit: bekwee) een geschikt Delta anker, dutyfree, maar toch nog twee keer zo duur als in Nederland. De lier gaat ook zo’n duizend US-dollar kosten.
We zagen de Ecolution van Toos en Wubbo vanochtend vertrekken. Ik had er nog even langs willen gaan. Maar we gingen wel langs Marijke en Thijs van de Doen, minstens zo leuke en interessante mensen. Bij het aan land gaan zagen we ze liggen, druk aan het schuren en poetsen. Ze kennen het hier goed en ze gaven ons de nodige aanwijzingen. Bequia is klein en relaxed. Alles is gericht op de toeristen van de kleine hotels en de zeilboten. Maar het zijn ook zeelui. Ze hebben het recht om 4 walvissen per jaar te vangen. Daarover wordt gezeurd, maar ze doen het met een speer in een open boot. Sommige jaren vangen ze er niet eens vier. We geven de was af, laten de gasfles vullen, halen brood en een plank teak. Een tray Hairoun (lokaal bier)halen we bij de groothandel. Dat laatste was een tip van Thijs en Marijke. Het zijn apothekers, die weten hoe je goedkoop kan inkopen.
Op de groentemarkt vragen vijf handelaren je aandacht:” Hey Amsterdam, taste my mango’s”, Ik heb gezegd, dat ze me Rotterdam moeten noemen, maar dat spreekt ze niet aan. We kopen kool en mango’s. Morgen uitklaren en 90 mijl varen naar Martinique. We vertrekken in de middag en varen de nacht door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten