dinsdag 25 april 2017

Mayaguana



Met laag water lopen we toch vast, stappen uit en slepen de dinghy tussen ons mee. Als het water tot boven de knieen komt stappen we weer in, herstarten de motor en varen verder. De dinghy geul naar de kade van Abrahams Bay is aangegeven met twee palen met een vierkant rood bord (IALA-B: rood rechts bij het binnen varen, red-right-return). We slepen de dinghy ver het strandje naast de kade op, het is laag laagwater. Er staat een oude verrroeste bus zwarte rook uit te stoten. De chaufeur biedt aan ons naar Customs and Immigration brengen, maar we willen na 4 dagen boot weer even lopen. Zelfs in deze hitte. Hij vertrekt om de schoolkinderen op te halen. Het is dus de schoolbus.

Vier jaar geleden botste een vliegtuigje met schoolkinderen op een generatorwagen, die naast de startbaan stond. De tank in de vleugel scheurde, er onstond brand en alle kinderen kwamen om. Wij waren hier kort nadat het gebeurde.

We lopen de weg naar het dorp af. Een kruising, een basketbalveldje, een kerk, een overdekte bank. In alle vier richtingen staan een handjevol huizen. Dit is het grootste van de drie dorpen. Op de stoep van het blauwe gebouwtje van de Sociale Dienst is er WIFI en Rommy checkt haar mail en meldt de familie, dat we op Mayaguana zijn.


Uit de deur van de nieuwe bar komt Skully naar buiten. Hij hielp mij vier jaar geleden met het inklaren. Skully doet de service voor de jachten. Hij herkent mij en we gaan binnen een biertje drinken. Er staan drie grote koelkasten met glazen deuren, daar pak je biertje uit. Bahama bier of het onvermijdelijke Heineken. Andere mannen in de bar begroeten ons, zeggen hun naam en geven een hand. Rommy wordt begroet met Hello Sister. Skully vertelt het verhaal van het jacht op de klippen. Het ligt er drie weken en is waarschijnlijk niet te bergen. Een Amerikaan had het jacht net gekocht en voer single handed. Met de stuurautomaat aan ging hij even liggen. BENG. Een stuurautomaat blijft keurig de koers of destination varen, ook als je opzij wordt gezet. Blijkbaar geen plotter, want dan zie je zo dat je op een eiland af vaart.


De Cruising Permit, die we hebben gehaald kost $300, de Bahama simkaart $60, nu zijn we wat krap bij kas en er is geen ATM. We hebben nog genoeg om in Lorraine’s Variety and Food Store wat vlees en groente te kopen. De winkel is een donkere schuur met een zware houten stelling in het midden, een vrieskist en een toonbank aan de ene kant, wandplanken aan de andere kant. Hier en daar staan wat blikjes. De wekelijkse mailboot is omgekeerd vanwege motorproblemen, dus er is geen groente. We kopen een rol bevroren beef. We beginnen over het vliegtuigongeluk. Op de toonbank waar we zojuist de beef afrekenden legt Lorraine met balpennen en dingen de startbaan uit. De startbaan werd gerenoveerd, daarom stond er een generatorwagen voor de baanverlichting. Te dicht op de startbaan. Lorraine stond aan de andere kant en zag het toestel met de vleugel de wagen raken. Het vliegtuig draaide door de klap en botste op een ander voertuig. Het stond al in lichterlaaie. Lorraine rende naar de blusapparaten, maar het had geen zin. They were dead allready. Huilend verschuift hij de balpennen en dingen. Onder de indruk verlaten we de Variety and Food Store.
Verhaal: Vier jaar geleden lag hier een Amerikaans jachtje waar Skully op paste. Hij komt aan boord om alles te controleren. Op de kajuittafel liggen getekende eigendomspapieren op naam van Skully. En een brief van de Amerikaan. Hij zou binnenkort sterven en schonk de boot aan Skully. Skully heeft de boot inmiddels verkocht. So, now you are a rich man? Nee, hij heeft drie studerende dochters.

We doen nog wat klussen: nieuwe lijn op de ankerhaak, olie verversen, nieuwe slang en pakking op de waterpomp en waterlijn schoonmaken. We liggen op 1.20 m bij laagwater, dus we kunnen gewoon rond de boot lopen. Verder op internet cadeautjes voor Rommy besteld, die Lynn kan meenemen. In de nacht trekt een heftig onweer over. De zee licht blauw op bij elke bliksem.


Tegen het eind van de middag gaan we nog een keer aan wal. Bij de kade spreken we de Fransman en zijn zoon, die we gisteren hebben ontmoet in Eddy’s Place. Ze zijn ontredderd. Getroffen door een bliksem, alle apparatuur uitgeschakeld. We lopen een rondje door het dorp. Het politiebureau en de kliniek, waar er gewerkt wordt aan een uitbreiding. Een blikje Bahama bier uit de grote koelkast van Eddy’s Place doet ons daarna goed. We drinken het buiten in de schaduw en de wind op. Er zit een man met cementstof op zijn armen. Hij komt van Nassau en werkt aan de uitbreiding van de kliniek. We wisselen uit over onze levens, onze kinderen, over muziek en over Jezus. Het gaat om the love of life, daar zijn we het met elkaar over eens. We nemen afscheid. Goodbuy Daughter,  zegt hij tegen Rommy.

Morgen op tijd vertrekken naar Acklins. 50 nMijl, 9 knopen oostenwind.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten