Met laag water
lopen we toch vast, stappen uit en slepen de dinghy tussen ons mee. Als het
water tot boven de knieen komt stappen we weer in, herstarten de motor en varen
verder. De dinghy geul naar de kade van Abrahams Bay is aangegeven met twee
palen met een vierkant rood bord (IALA-B: rood rechts bij het binnen varen,
red-right-return). We slepen de dinghy ver het strandje naast de kade op, het
is laag laagwater. Er staat een oude verrroeste bus zwarte rook uit te stoten.
De chaufeur biedt aan ons naar Customs and Immigration brengen, maar we willen
na 4 dagen boot weer even lopen. Zelfs in deze hitte. Hij vertrekt om de
schoolkinderen op te halen. Het is dus de schoolbus.
Vier jaar geleden
botste een vliegtuigje met schoolkinderen op een generatorwagen, die naast de
startbaan stond. De tank in de vleugel scheurde, er onstond brand en alle
kinderen kwamen om. Wij waren hier kort nadat het gebeurde.
We lopen de weg
naar het dorp af. Een kruising, een basketbalveldje, een kerk, een overdekte bank.
In alle vier richtingen staan een handjevol huizen. Dit is het grootste van de
drie dorpen. Op de stoep van het blauwe gebouwtje van de Sociale Dienst is er
WIFI en Rommy checkt haar mail en meldt de familie, dat we op Mayaguana zijn.
Uit de deur van
de nieuwe bar komt Skully naar buiten. Hij hielp mij vier jaar geleden met het
inklaren. Skully doet de service voor de jachten. Hij herkent mij en we gaan
binnen een biertje drinken. Er staan drie grote koelkasten met glazen deuren,
daar pak je biertje uit. Bahama bier of het onvermijdelijke Heineken. Andere
mannen in de bar begroeten ons, zeggen hun naam en geven een hand. Rommy wordt
begroet met Hello Sister. Skully vertelt het verhaal van het jacht op de
klippen. Het ligt er drie weken en is waarschijnlijk niet te bergen. Een
Amerikaan had het jacht net gekocht en voer single handed. Met de stuurautomaat
aan ging hij even liggen. BENG. Een stuurautomaat blijft keurig de koers of
destination varen, ook als je opzij wordt gezet. Blijkbaar geen plotter, want
dan zie je zo dat je op een eiland af vaart.
De Cruising Permit,
die we hebben gehaald kost $300, de Bahama simkaart $60, nu zijn we wat krap
bij kas en er is geen ATM. We hebben nog genoeg om in Lorraine’s Variety and
Food Store wat vlees en groente te kopen. De winkel is een donkere schuur met
een zware houten stelling in het midden, een vrieskist en een toonbank aan de
ene kant, wandplanken aan de andere kant. Hier en daar staan wat blikjes. De
wekelijkse mailboot is omgekeerd vanwege motorproblemen, dus er is geen
groente. We kopen een rol bevroren beef. We beginnen over het vliegtuigongeluk.
Op de toonbank waar we zojuist de beef afrekenden legt Lorraine met balpennen
en dingen de startbaan uit. De startbaan werd gerenoveerd, daarom stond er een
generatorwagen voor de baanverlichting. Te dicht op de startbaan. Lorraine
stond aan de andere kant en zag het toestel met de vleugel de wagen raken. Het
vliegtuig draaide door de klap en botste op een ander voertuig. Het stond al in
lichterlaaie. Lorraine rende naar de blusapparaten, maar het had geen zin. They
were dead allready. Huilend verschuift hij de balpennen en dingen. Onder de
indruk verlaten we de Variety and Food Store.
Verhaal: Vier
jaar geleden lag hier een Amerikaans jachtje waar Skully op paste. Hij komt aan
boord om alles te controleren. Op de kajuittafel liggen getekende
eigendomspapieren op naam van Skully. En een brief van de Amerikaan. Hij zou
binnenkort sterven en schonk de boot aan Skully. Skully heeft de boot
inmiddels verkocht. So, now you are a rich man? Nee, hij heeft drie studerende dochters.
We doen nog wat
klussen: nieuwe lijn op de ankerhaak, olie verversen, nieuwe slang en pakking
op de waterpomp en waterlijn schoonmaken. We liggen op 1.20 m bij laagwater,
dus we kunnen gewoon rond de boot lopen. Verder op internet cadeautjes voor
Rommy besteld, die Lynn kan meenemen. In de nacht trekt een heftig onweer over.
De zee licht blauw op bij elke bliksem.
Tegen het eind
van de middag gaan we nog een keer aan wal. Bij de kade spreken we de Fransman
en zijn zoon, die we gisteren hebben ontmoet in Eddy’s Place. Ze
zijn ontredderd. Getroffen door een bliksem, alle apparatuur uitgeschakeld. We
lopen een rondje door het dorp. Het politiebureau en de kliniek, waar er
gewerkt wordt aan een uitbreiding. Een blikje Bahama bier uit de grote koelkast
van Eddy’s Place doet ons daarna goed. We drinken het buiten in de schaduw en
de wind op. Er zit een man met cementstof op zijn armen. Hij komt van Nassau en
werkt aan de uitbreiding van de kliniek. We wisselen uit over onze levens, onze
kinderen, over muziek en over Jezus. Het gaat om the love of life, daar zijn we
het met elkaar over eens. We nemen afscheid. Goodbuy Daughter, zegt hij tegen Rommy.
Morgen op tijd
vertrekken naar Acklins. 50 nMijl, 9 knopen oostenwind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten