zaterdag 15 april 2017

Puerto Rico


Wat een mooi land, wat een aardige mensen. We liggen weer voor anker in de baai van Salinas. Van de vorige keer noemen we het altijd de baai met de zeekoeien. Nou, de zeekoeien hebben geleerd nog langer hun adem in te houden, want ik heb er geen zien opduiken. Een kwartier zitten staren naar een hoek van de baai bij de mangroven. Niks gezien. Wel op zaterdagavond de Puertoricanen, terug van een dagje buiten. Boten vol met speakers. Domme salsamuziek. Als ze langs varen kun je elkaar niet verstaan. Ze kijken: heb je me gezien?  Ja ik heb je gezien, maar wat?


Onderweg naar Salinas maken we foto’s van de Franse boot Tanga, als ze ons onder spinaker passeren. Gaby en Mario, Gaby uit Marseille en Mario uit Galgery. Gaby is Zuid Amerika rond geweest en ook Cuba. Onder het genot van hun rumpunch met tonic vertelt hij van zijn avonturen.
Wij vertrekken de volgende dag naar Ponce, een mooie stad 20 mijl verderop. Met de gennaker voor de wind. Mooie tocht. We ankeren voor de Lonely Planet, een Nederlandse Etap. Wim en Lineke komen zwemmend over en we drinken en praten wat. Wim vaart hier al 6 jaar, heeft 3 jaar in Guatemala gelegen en is ook de Amerikaanse Oostkust op en neer geweest.


Ankeren in baaien met andere schepen is niet eenvoudig. Hier in Ponce is het ongeveer 10 meter diep, dus je gooit 30 meter ketting uit. Je zoekt een plek om het anker uit te gooien, niet op grasbodem maar op zand en schat in wat er gebeurt als de wind en stroom draaien. Sommige lichte schepen draaien op de wind, zware schepen draaien meer op de stroom. En dan liggen er verschillende schepen aan een mooring. Die hebben een kortere draaicirkel. Daar moet je voorlangs draaien.
Zo ankeren we op keurige afstand van de Lonely Planet en 3 andere schepen, allen aan een mooring. Dan komt er een bui. De wind draait 180 graden en wakkert aan. Heftige regen. De draaicirkel van de mooringboten is helemaal niet kort. Voor we het weten liggen we op een meter van de Etap. In het donker lichten we het anker en zoeken een open ruimte. Daar moeten nog 3 keer opnieuw ankeren totdat we vastliggen. We zijn doorweekt. En dat dus met de Seatiger 555, met de hand. Valt me niet mee, zo vlak na het eten. Ja, jij wou een handlier, zegt Rommy. Is wel waar.
We lopen de volgende dag naar Ponce, 3,5 km. We dolen eindeloos door containerhavens en woonwijken, maken praatjes met bewoners, passeren mooie graffety, vinden een bootbeeld ter ere van Kenedy, zien een dode lenguaan, zitten in een parkje met alleen maar bankjes en na 2 ½ uur zijn we in het centrum van Ponce. En dat is een erg mooi centrum: art deco gebouwen in felle kleuren, een prachtige fontein en grote souvenierwinkels. We kopen 3 maskertjes voor aan de wand in de boot.


Auto huren en dan de bergen in. De smalle weg slingert omhoog naar het regenwoud. De bamboebomen buigen over de weg. Lianen hangen boven de weg. Palmen, varens, bomen met bloemen. Het is schitterend. We zoeken de Cueva Ventana, de venstergrot. Op de plek, die googlemaps aanwijst is een benzinestation.We rijden door, vinden niks, keren en zien achter het benzinestation een weggetje omhoog. Daar is de grot.
De vorige grot die we zagen (we zien nogal wat grotten) was op Barbados. Met een electrisch treintje reden over een uitgehakte asafaltbaan. De gids zat op de voorste wagen en las van een scherm haar tekst. Met een afstandsbediening schakelde ze bij elke grot de effectvolle kleurenverlichting aan. Hier kregen we een helm en een zaklantaren. De zaklantaren mocht je niet omhoog richten, slecht voor de vleermuizen. Eerst steil naar beneden klauteren over modderige stenen. Soms was er een houten leuning met kakkerlakken. Boven ons hoofd fladderende vleermuizen. En er was een slang, Mathilde, maar die vertoonde zich niet. Er waren twee grotten. De tweede met het grote venster. Uitzicht op het dal en de rivier beneden. Het was super. Low Tech. High Satisfaction.
Volgende dag naar San Juan. We willen eerst naar een grote watersportzaak. Op het adres is alleen een buitenboordmotoren zaak. Ik vraag de man, die naar buiten komt naar West Marine. Hij denkt na....te ingewikkeld om uit te leggen: Follow me. We rijden een kwartier achter hem aan en dan zijn we er. Gracias, bon dia...


We bezoeken het fort Castillo San Felipe del Morro. Een groot fort van vijf verdiepingen met een wirwar van doorgangen, tunnels en trappen. Van buiten niet te zien hoe het fort in elkaar zit. Onneembaar.

We wandelen in de oude stad, paleizen, grote huizen in felle kleuren, pleinen met fonteinen, kunstgalerieen, brede trappen, imponerende bankgebouwen en overal stalletjes met eten en drinken. We kopen nog een gekleurd duivel maskertje. Toeristisch, maar toch mooi.


Op Goede Vrijdag is alles dicht. Ook het Museo de Arte. Ook de hardwarestore. Jammer. Customs and Border Protection is wel open. Het is gehuisvest in een pand uit 1445. Weer het zelfde Clearence formulier invullen. Nu kunnen we morgen vertrekken naar de Bahamas.
We rijden naar het regenwoud om te wandelen, maar vinden de trail niet. Dan terug naar de Dry Forest. Daar wandelen in de zengende hitte. We keren al gauw om. Bij het havenstadje Guanica lopen we nog een stuk door de mangroven. Midden in het mangrovenbos zit een oude man voor een hutje. Zeven hondjes aan kettingen blaffen fel, maar zijn toch wel aan te halen. Eén van de vele poezen heeft jongen. Hij laat ze ons zien. En ook grote bakken vol met kreeften. Dat is zijn werk: kreeften vangen. We lopen terug een nemen het welverdiende pilsje. Met Hollandse kaasballetjes en stukjes vis. Het ziet er uit als kibbeling, maar de vis is veel lekkerder.


Plan is om nog in een baai aan de westkant van Ouerto Rico te overnachten. Dan naar Big Sand Cay op de Turks and Caicos oversteken. En via Crooked Island (spreek uit: kroeked ailand) naar Long Island. Lynn komt daar 3 mei aan.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten