Wat een mooi
land, wat een aardige mensen. We liggen weer voor anker in de baai van Salinas.
Van de vorige keer noemen we het altijd de baai met de zeekoeien. Nou, de
zeekoeien hebben geleerd nog langer hun adem in te houden, want ik heb er geen zien
opduiken. Een kwartier zitten staren naar een hoek van de baai
bij de mangroven. Niks gezien. Wel op zaterdagavond de Puertoricanen, terug van
een dagje buiten. Boten vol met speakers. Domme salsamuziek. Als ze langs varen
kun je elkaar niet verstaan. Ze kijken: heb je me gezien? Ja ik heb je gezien, maar wat?
Onderweg naar
Salinas maken we foto’s van de Franse boot Tanga, als ze ons onder spinaker
passeren. Gaby en Mario, Gaby uit Marseille en Mario uit Galgery. Gaby is Zuid
Amerika rond geweest en ook Cuba. Onder het genot van hun rumpunch met tonic
vertelt hij van zijn avonturen.
Wij vertrekken de
volgende dag naar Ponce, een mooie stad 20 mijl verderop. Met de gennaker voor
de wind. Mooie tocht. We ankeren voor de Lonely Planet, een Nederlandse Etap.
Wim en Lineke komen zwemmend over en we drinken en praten wat. Wim vaart hier
al 6 jaar, heeft 3 jaar in Guatemala gelegen en is ook de Amerikaanse Oostkust
op en neer geweest.
Ankeren in baaien
met andere schepen is niet eenvoudig. Hier in Ponce is het ongeveer 10 meter
diep, dus je gooit 30 meter ketting uit. Je zoekt een plek om het anker uit te
gooien, niet op grasbodem maar op zand en schat in wat er gebeurt als de wind en
stroom draaien. Sommige lichte schepen draaien op de wind, zware
schepen draaien meer op de stroom. En dan liggen er verschillende schepen aan een
mooring. Die hebben een kortere draaicirkel. Daar moet je voorlangs draaien.
Zo ankeren we op
keurige afstand van de Lonely Planet en 3 andere schepen, allen aan een
mooring. Dan komt er een bui. De wind draait 180 graden en wakkert aan. Heftige
regen. De draaicirkel van de mooringboten is helemaal niet kort. Voor we het
weten liggen we op een meter van de Etap. In het donker lichten we het anker en
zoeken een open ruimte. Daar moeten nog 3 keer opnieuw ankeren totdat we
vastliggen. We zijn doorweekt. En dat dus met de Seatiger 555, met de hand.
Valt me niet mee, zo vlak na het eten. Ja, jij wou een handlier, zegt Rommy. Is
wel waar.
We lopen de
volgende dag naar Ponce, 3,5 km. We dolen eindeloos door containerhavens en
woonwijken, maken praatjes met bewoners, passeren mooie graffety, vinden een
bootbeeld ter ere van Kenedy, zien een dode lenguaan, zitten in een parkje met
alleen maar bankjes en na 2 ½ uur zijn we in het centrum van Ponce. En dat is
een erg mooi centrum: art deco gebouwen in felle kleuren, een prachtige fontein
en grote souvenierwinkels. We kopen 3
maskertjes voor aan de wand in de boot.
Auto huren en dan de bergen in.
De smalle weg slingert omhoog naar het regenwoud. De bamboebomen buigen over de weg. Lianen hangen
boven de weg. Palmen, varens, bomen met bloemen. Het is schitterend. We zoeken
de Cueva Ventana, de venstergrot. Op de plek, die googlemaps aanwijst is een
benzinestation.We rijden door, vinden niks, keren en zien achter het benzinestation een
weggetje omhoog. Daar is de grot.
De vorige grot
die we zagen (we zien nogal wat grotten) was op Barbados. Met een electrisch
treintje reden over een uitgehakte asafaltbaan. De gids zat op de voorste wagen
en las van een scherm haar tekst. Met een afstandsbediening schakelde ze bij
elke grot de effectvolle kleurenverlichting aan. Hier kregen we een helm en een
zaklantaren. De zaklantaren mocht je niet omhoog richten, slecht voor de
vleermuizen. Eerst steil naar beneden klauteren over modderige stenen. Soms was
er een houten leuning met kakkerlakken. Boven ons hoofd fladderende
vleermuizen. En er was een slang, Mathilde, maar die vertoonde zich niet. Er waren twee
grotten. De tweede met het grote venster. Uitzicht op het dal en de rivier
beneden. Het was super. Low Tech. High Satisfaction.
Volgende dag naar
San Juan. We willen eerst naar een grote watersportzaak. Op het adres is alleen
een buitenboordmotoren zaak. Ik vraag de man, die naar buiten komt naar West
Marine. Hij denkt na....te ingewikkeld om uit te leggen: Follow me. We rijden
een kwartier achter hem aan en dan zijn we er. Gracias, bon dia...
We bezoeken het
fort Castillo San Felipe del Morro. Een groot fort van vijf verdiepingen met
een wirwar van doorgangen, tunnels en trappen. Van buiten niet te zien hoe het
fort in elkaar zit. Onneembaar.
We wandelen in de
oude stad, paleizen, grote huizen in felle kleuren, pleinen met fonteinen,
kunstgalerieen, brede trappen, imponerende bankgebouwen en overal stalletjes met
eten en drinken. We kopen nog een gekleurd duivel maskertje. Toeristisch,
maar toch mooi.
Op Goede Vrijdag
is alles dicht. Ook het Museo de Arte. Ook de hardwarestore. Jammer. Customs and Border
Protection is wel open. Het is
gehuisvest in een pand uit 1445. Weer het zelfde Clearence formulier invullen. Nu
kunnen we morgen vertrekken naar de Bahamas.
We rijden naar
het regenwoud om te wandelen, maar vinden de trail niet. Dan terug naar de Dry
Forest. Daar wandelen in de zengende hitte. We keren al gauw om. Bij het
havenstadje Guanica lopen we nog een stuk door de mangroven. Midden in het
mangrovenbos zit een oude man voor een hutje. Zeven hondjes aan kettingen
blaffen fel, maar zijn toch wel aan te halen. Eén van de vele poezen heeft
jongen. Hij laat ze ons zien. En ook grote bakken vol met kreeften. Dat is zijn
werk: kreeften vangen. We lopen terug een nemen het welverdiende pilsje. Met
Hollandse kaasballetjes en stukjes vis. Het ziet er uit als kibbeling, maar de
vis is veel lekkerder.
Plan is om nog in een baai aan de westkant van Ouerto Rico te overnachten. Dan naar Big Sand Cay op de Turks and Caicos oversteken. En via Crooked Island (spreek uit: kroeked ailand) naar Long Island. Lynn komt daar 3 mei aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten