maandag 24 april 2017

Big Ambergris Cay


In 1,1 meter helderblauw water, achter twee parallel in zee stekende dammen liggen we rustig voor anker met 17 knopen wind voor de windgenerator. Tussen de riffen door probeerden we eerst Fish Cay als ankerplaats, maar de golven achter dat eiland waren te hoog. De poging om noordwaarts te gaan naar de beschutte baai van South Caicos gaven we snel op. Tegen wind en golven in maakten we nog geen 3 knopen. Drie uur stampen. Maar er was een derde mogelijkheid. Big Ambergis Cay, een eiland 4 mijl naar het Zuiden. Het eiland is gekocht door een ontwikkelingsmaatschappij. Het heeft een airstrip en er staan vakantievilla’s, een hotel, een huttendorp en een powerplant. De twee dammen zijn het kanaal naar een aanlegplaats voor boten. Door de verrekijker zien we geen menselijke activiteit, het resort is nog niet in bedrijf.



Het vorige bericht posten we in Salt Cay vanaf het terras bij het restaurant van Debby een oudere Amerikaanse dame. We treffen nog meer oudere Amerikaanse dames, die we tijdens onze wandeling al hebben gesproken. Ze reden in electrische golfkarretjes. Meer dames en ook heren arriveren. Er is een etentje ter gelegenheid van het vertrek van een stel. Zo langzamerhand vertrekken de Amerikanen, het wordt te heet en er is kans op hurricanes. We kennen met deze 12 Amerikanen al 10 %van de bevolking. Overdag hebben ook nog een tiental autochtonen gesproken, dat is samen 20 % van de bevolking van Salt Cay.
De Amerikanen komen lichtbeschonken binnen. Of ze hebben voorgedronken vanwege de hoge prijzen ($7,00 voor een Corona) of ze zijn altijd om 19 uur teut. Maar ze zijn erg onderhoudend en we maken ons met moeite los uit de gesprekken. Het is te duur om te blijven plakken.


Vroeg in de ochtend vertrekken we van Ambergis. Het oversteken van de Caicos Bank dient met zonlicht in de rug te gebeuren en een vaart van 6 knopen is nodig om met goed licht de overkant te halen. Urenlang geeft de dieptemeter 2.60 m aan, maar je moet voortdurend uitkijken voor de riffen. Anders ben je het volgende wrak.
We verlaten de bank om 17.30 uur en leggen ons achter West Caicos vast aan een boei van de duikersboten. Een hele dag opletten en sturen is wel anders dan dommelen met de stuurautomaat. Het is een vermaarde duikplek, de bodem gaat steil van 10 meter naar 200 meter. West Caicos is hetzelfde verhaal als Ambergis: Ritz Carlton bouwde er een groot hotel, een jachthaven en een powerplant. Maar de bouw is 6 jaar geleden gestaakt. Het hotel staat er als een skelet, de haven is verzand.
Weer vroeg op, een frisse duik, ontbijten en losmaken van de mooring. Het is 50 nMijl naar Mayaguana, het eerste eiland van de Bahama’s. 20 knopen wind recht van achteren, geen probleem. Mayaguana is een heel groot eiland waar maar 400 mensen wonen. De Amerikanen hadden er een rakketbasis. Geen mooi eiland, maar het ligt precies halverwege Caicos en Atkins. We hebben besloten het eens te bekijken. Voor de kust ligt een 3 mijl lang rif, daarachter kan je ankeren. In de westhoek is een smalle ingang met een haakse bocht. Met 22 knopen wind op de kont gaan we dat niet doen. We nemen de ingang aan de oostkant, die is breder. Als we de baai binnenvaren regent het. De bodem is gelukkig nog te zien. We ankeren achter het rif. Op het rif ligt een jacht op zijn kant, de zeilen klapperen nog. Akelig om te zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten