Voorop een Duitser,
dan een Nederlander en tenslotte een Belg. In volgorde van belangrijkheid varen
we van Ribadeo naar Viveiro. 30 zeemijlen. Viveiro is een wat grotere stad aan
een riviermonding. Een oude stad, oude kerken en twee grote stranden. En een
nagebouwde grot van Lourdes. Nou, als je die in Lourdes kent: deze is nog
lelijker. Roomse kitsch. Op de deur van de grote kerk een bordje: van 14 tot 16
uur gesloten. Ook God houdt hier siesta, het is ook een heel oude man en hij
moet alles laten functioneren. De Spanjaarden gaan dan ook maar slapen in navolging.
Naast de
jachthaven is een grote supermarkt. Dit is een ideale vertrekplaats voor een
oversteek. De wifi is slecht. ’s Avonds drinken we wat aan boord van de Polaris
uit Amsterdam. Dat staat tenminste op hun boot, maar ze komen uit de buurt van
Nijmegen. Toch een heel gezelige avond, Rommy vertelt waar ik overal bang voor
ben. Schijnt hilarisch te zijn. Vooral mijn zwemtocht in een donkere grot, waar
ik van een waterval moest springen.
In Spanje is elke
tweede zaak een kapper. We stappen er één binnen. Ik wil geknipt. De kapper
laat me foto’s zien: types als Pelle, jonge voetballers. Geen types zoals
Richard Greer of George Clooney. Ik kies het meest ouderwetse model en daar
gaan we. Hij is op Aruba geweest. Het wordt eigenlijk best mooi. Even wennen,
maar best wel mooi. Aan het eind grijpt hij nog een keer de tondeuse en begint van
achteren op te scheren. Zou ik niet gedaan hebben, zegt Rommy vanaf de kant.
Maar hij is al bezig.
Ik kijk ’s
morgens op mijn telefoon: SIM-kaart geheugen vol. Hoe moet dat nu weer? Ook nog
een voicemailbericht. Zal wel reclame zijn of evaluatie: hoe vond u uw laatste
bestelling verlopen? Het is een verzekeringskantoor. Of ik terug wil bellen. Om
het slechte nieuws mondeling te vertellen, dat doen ze altijd. De mevrouw van
het telefoontje is er niet, een ander zoekt op haar bureau mijn dossier. Er is
een offerte. Hoge premie, nog een paar vragen, maar het lijkt gelukt. Ze zal
het op de mail zetten. Ik pak de laptop en alles in mijn rugzak, als de
telefoon gaat. Het andere kantoor: een offerte, alle documenten nog een keer
tekenen, heel lage premie. Te laag, zegt Rommy, zal wel niet kloppen. Ik ben
opgelucht, Rommy moet het nog zien gebeuren. Maandag gaan we bellen.
De voorspelling
is: hoge golven en weinig wind. Dan gaan we weer een baai verder. Cedeira, de
meest beschutte baai aan de noordkust. De Duitsers (Reiner en Ursula met een
Swan 40) gaan ook. De hoge golven zijn geen probleem, de boot glijdt er rustig
overheen. Totdat de wind toeneemt tot 20 knopen: de golven worden hoger en
steiler. Dat hadden we niet afgesproken. Het is weer stampen en rollen.
De kust is
rotsachtig, de ingang van de Ria Cedeira is tussen twee rotsen met veel schuim. De golven nemen daartussen
toe, gelukkig breken ze niet. Tegen de zijstroom in worstelen we achter de Swan
naar binnen. Daar een baai van rust. ’s Avonds drinken we een biertje bij de
Duitsers. Voor het eerst een tochtje in de bananaboot dit jaar, maar zelfs na
de biertjes roei ik in een rechte lijn terug naar de Annalena. Rommy had het
ankerlicht ontstoken, indachtig de vele keren dat we onze boot niet konden
terugvinden in het donker.
Reiner en Ursula
zijn al een keer met een ketch in drie jaar rond de wereld gegaan. We praten
over de tocht van vandaag, boten, reizen, werk, kinderen, kleinkinderen. De
volgende dag vertrekken zij, wij blijven liggen om wat te klussen. Later gaan
we met de bananaboot naar de wal. Cedeira is niks bijzonders. Een kapel en
achter het strand een soort Drunense Duinen. Daarvoor hoef je niet helemaal
naar Spanje te gaan. Daar nemen Bas en Marieke je zo naar toe.
De kerken zijn
vaak indrukwekkend, maar ik krijg steeds de neiging om ze les in de Verlichting
te geven: een persoonlijke God kan niet bestaan, alles is God, er is geen goed
en kwaad, de geest is een idee van het lichaam, zonder lichaam is er geen
geest, vrije wil is een illusie, de mens is gewoon een deel van de natuur, alles
heeft een oorzaak, alles is volmaakt. Dat alles in mijn beste Italiaanse
dialect. Ze zullen het niet snappen. In je beste Nederlands ook niet, zou Wim
zeggen.
Dan Ares, weer
een baai die van alle kanten beschut is. We ankeren bij laag water en laten de
bijboot te water. Het roeien gaat steeds beter. Ares is meer een badplaats. De
stranden liggen vol. Toch is het maandag. In augustus is er elke week een
feestdag, maar het kan ook zijn dat veel Spanjaarden hier op vakantie zijn. We
zijn de enige buitenlanders.
We willen
kniekussentjes. Die gebruiken we om de voor en achterkant van de bananaboot
dicht te stoppen. In de chinese bazar snappen ze niet wat we willen, ook al lig
ik op de knieen dweilbewegingen te maken. In de ijzerwinkel doet Rommy
hetzelfde. Ze hebben ze niet in Spanje. Van die kussentjes met twee handvaten
en een golvende zijkant, ongeveer 2 cm dik, buigzaam, in vele kleuren. We
gebruiken ze overal voor. Maar niet om te dweilen.
We vertrekken met
windstil weer naar La Coruna. Niet zo heel vroeg, want mijn nieuwe haar kost
wat tijd. Het is nu dinsdag, Lynn komt zaterdag. Kijken of ze daar
kniekussentjes hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten