St Francois ligt aan de zuidkust van Guadeloupe en is een
mondaine badplaats. Catamarans van 40 bij 50 voet, modewinkels, restaurants. We
liggen buiten, achter een rif met een stevige branding, in lichtblauw water. Als we vanaf de ankerplek naar de haven varen,
stopt de buitenboordmotor. Benzine op. Tankje vergeten. We peddelen tegen de
wind terug naar de boot. Dit is me al twee keer eerder gebeurd, een keer een
Duitser en een keer een Brit sleepten me toen terug. Maar hier zijn geen
Duitsers of Britten, alleen maar Fransen. In het dorp vinden we geen WIFI, maar
dan is er in de jachthaven een gezellig café, met WIFI en Leffe.
Nederlands zeiljacht blokkeert de vissersvloot
Voor we gaan zitten kijk ik nog even naar de overkant van de
haven, waar onze dinghy ligt. Drie mannen staan tevreden te kijken hoe vijf
dinghy’s de haven in drijven. Dat kleintje is van ons. “Maar hij zit toch vast
met een kabelslot”, zegt Rommy. Kennelijk doorgeknipt. We hadden onze dinghy
bij een rijtje andere gelegd, maar het is
de plek van een grote catamaran.
Nadat ik nogal kwaad (op alle Fransen) de dinghy heb
opgepikt en voor het terras gelegd, versturen we de blog over Point á Pitre.
Volgende dag motorzeilen we naar La Désirade. Halverwege
begint het temperatuuralarm van de motor te piepen. Ik zie geen water in de
wierpot komen. Liggen we zo schuin, dat de inlaat misschien lucht hapt? Voor de
zekerheid zet ik de aandrijfriem van de pomp nog wat strakker. Daarmee lijkt
het probleem opgelost.we zwemmen naar dat rif, maar eerst gaan we lunchen
In de haven van La Désirade is weinig ruimte om te ankeren.
En na 5 seconden houdt de lier er mee op. Met de hand lukt het uiteindelijk ook
wel. De Voltmeter geeft geen spanning bij het relais. Als ik de plus meet bij
de schakelaar ten opzichte van de min-rail is er wel spanning. Ergo: de
minkabel zit los bij de accu. Op het eerste gezicht lijkt de kabel goed vast te
zitten, maar hij is toch een beetje te bewegen. Dan kan er ook corrosie tussen
komen. Schoonmaken, de bout stevig aanzetten en de ankerlier doet het weer.
La Désirade is het tegengestelde van St Francois. We kijken
uit op twee betonnen loodsen en wat autowrakken. Het eiland was eerst een
dumpplaats voor asocialen en later een leprakolonie, want verder konden de Fransen er niks mee. Het
eiland is maar klein, maar er rijden enorm grote SUV’s. Als je door de achterdeur van zo’n SUV instapt en door
het voorportier weer uitstapt, ben je al het halve eiland over.
de coach van Cabo Verde ontspant zich voor de wedstrijd
De ankerplaats blijkt ‘s nachts niet helemaal goed, een uur
lang raken we de bodem. Nou is onze kiel een halve meter breed en 10 meter lang
en wordt het roer beschermd door een hak, dus het kan wel wat hebben. Maar je
slaapt gewoon niet als je telkens een por krijgt.
Vanmorgen naar de kant geroeid en bij de Tourist Office (die
gaan er over, bij gebrek aan een
havenmeester) gevraagd waar we beter kunnen ankeren. De mevrouw begrijpt
uiteindelijk, dat ik een fles water wil van een meter hoog… We gaan zelf wel iets vinden, uit de weg van de veerboten. Aan land
blijkt trouwens, dat het eiland toch wel mooier is. Groot palmenstrand. Houten
huisjes. Er komen veel dagjesmensen met de veerboten. Op het brede strand tel
ik ’s middags 15 mensen.
jazeker, ik ben het licht met mijn dubbele koplampen
De volgende ochtend om 7 uur varen we de haven uit, door het
stukje waar geen rotsen en branding is (diepte=1,7 m) en zetten koers naar
Antigua. De hengel gaat uit, Everyday is
a fishing day, zeggen ze op Dominica. Na een tijdje valt de wind weg en
gaan we uitrekenen of we nog bij licht in Antigua kunnen ankeren. We denken,
dat het beter is naar Port Louis in het noorden van Guadeloupe te varen. Een
grote vierkante haven met twee steigers voor plezierbootjes. Het is niet duidelijk
of we ergens kunnen liggen, dus we ankeren in de haven. Port Louis blijkt
vooral te bestaan uit nieuwe huizen aan brede straten. De hoofdstraat heeft een
aantal mooie creoolse huizen. Het is er uitgestorven. Waar is iedereen? Aan de
andere kant van het dorp is een strand: dáár is iedereen. Heel gezellig met
stalletjes van vrouwen in gekleurde jurken die sorbet verkopen. Ze hebben
tonnetjes gevuld met ijs en vruchten, met een vijzel persen ze daar cocos- of ananas-sorbetijs uit. En dat is lekker!!
no blog today
Geen opmerkingen:
Een reactie posten