woensdag 13 februari 2013

La Désirade


St Francois ligt aan de zuidkust van Guadeloupe en is een mondaine badplaats. Catamarans van 40 bij 50 voet, modewinkels, restaurants. We liggen buiten, achter een rif met een stevige branding, in lichtblauw water.  Als we vanaf de ankerplek naar de haven varen, stopt de buitenboordmotor. Benzine op. Tankje vergeten. We peddelen tegen de wind terug naar de boot. Dit is me al twee keer eerder gebeurd, een keer een Duitser en een keer een Brit sleepten me toen terug. Maar hier zijn geen Duitsers of Britten, alleen maar Fransen. In het dorp vinden we geen WIFI, maar dan is er in de jachthaven een gezellig café, met WIFI en Leffe.
                                          Nederlands zeiljacht blokkeert de vissersvloot

Voor we gaan zitten kijk ik nog even naar de overkant van de haven, waar onze dinghy ligt. Drie mannen staan tevreden te kijken hoe vijf dinghy’s de haven in drijven. Dat kleintje is van ons. “Maar hij zit toch vast met een kabelslot”, zegt Rommy. Kennelijk doorgeknipt. We hadden onze dinghy bij een rijtje andere  gelegd, maar het is de plek van een grote catamaran.
Nadat ik nogal kwaad (op alle Fransen) de dinghy heb opgepikt en voor het terras gelegd, versturen we de blog over Point á Pitre.
Volgende dag motorzeilen we naar La Désirade. Halverwege begint het temperatuuralarm van de motor te piepen. Ik zie geen water in de wierpot komen. Liggen we zo schuin, dat de inlaat misschien lucht hapt? Voor de zekerheid zet ik de aandrijfriem van de pomp nog wat strakker. Daarmee lijkt het probleem opgelost.

                                          we zwemmen naar dat rif, maar eerst gaan we lunchen

In de haven van La Désirade is weinig ruimte om te ankeren. En na 5 seconden houdt de lier er mee op. Met de hand lukt het uiteindelijk ook wel. De Voltmeter geeft geen spanning bij het relais. Als ik de plus meet bij de schakelaar ten opzichte van de min-rail is er wel spanning. Ergo: de minkabel zit los bij de accu. Op het eerste gezicht lijkt de kabel goed vast te zitten, maar hij is toch een beetje te bewegen. Dan kan er ook corrosie tussen komen. Schoonmaken, de bout stevig aanzetten en de ankerlier doet het weer.

La Désirade is het tegengestelde van St Francois. We kijken uit op twee betonnen loodsen en wat autowrakken. Het eiland was eerst een dumpplaats voor asocialen en later een leprakolonie, want  verder konden de Fransen er niks mee. Het eiland is maar klein, maar er rijden enorm grote SUV’s. Als je door  de achterdeur van zo’n SUV instapt en door het voorportier weer uitstapt, ben je al het halve eiland over.
                                         de coach van Cabo Verde ontspant zich voor de wedstrijd

De ankerplaats blijkt ‘s nachts niet helemaal goed, een uur lang raken we de bodem. Nou is onze kiel een halve meter breed en 10 meter lang en wordt het roer beschermd door een hak, dus het kan wel wat hebben. Maar je slaapt gewoon niet als je telkens een por krijgt.

Vanmorgen naar de kant geroeid en bij de Tourist Office (die gaan er over,  bij gebrek aan een havenmeester) gevraagd waar we beter kunnen ankeren. De mevrouw begrijpt uiteindelijk, dat ik een fles water wil van een meter hoog…  We gaan zelf wel iets  vinden, uit de weg van de veerboten. Aan land blijkt trouwens, dat het eiland toch wel mooier is. Groot palmenstrand. Houten huisjes. Er komen veel dagjesmensen met de veerboten. Op het brede strand tel ik ’s middags 15 mensen.
                                          jazeker, ik ben het licht met mijn dubbele koplampen
De volgende ochtend om 7 uur varen we de haven uit, door het stukje waar geen rotsen en branding is (diepte=1,7 m) en zetten koers naar Antigua. De hengel gaat uit, Everyday is a fishing day, zeggen ze op Dominica. Na een tijdje valt de wind weg en gaan we uitrekenen of we nog bij licht in Antigua kunnen ankeren. We denken, dat het beter is naar Port Louis in het noorden van Guadeloupe te varen. Een grote vierkante haven met twee steigers voor plezierbootjes. Het is niet duidelijk of we ergens kunnen liggen, dus we ankeren in de haven. Port Louis blijkt vooral te bestaan uit nieuwe huizen aan brede straten. De hoofdstraat heeft een aantal mooie creoolse huizen. Het is er uitgestorven. Waar is iedereen? Aan de andere kant van het dorp is een strand: dáár is iedereen. Heel gezellig met stalletjes van vrouwen in gekleurde jurken die sorbet verkopen. Ze hebben tonnetjes gevuld met ijs en vruchten, met een vijzel persen ze daar cocos-  of ananas-sorbetijs uit. En dat is lekker!!

 
no blog today
 
Weer om 7 uur varen we dan naar Atigua, nu nog maar 35 mijl. Het op één na grootste gevaar van de Cariben is het water tussen de eilanden. Om de hoek van een eiland kan het hard waaien. Nu komen er buien over, die er uit de verte onschuldig uitzien, maar die toch een pak wind en golven met zich meebrengen. Het schiet wel lekker op en om 15 uur ankeren we in Englishman’s Bay. Ook deze dag halen we de hengel binnen zonder iets gevangen te hebben. Men zegt in Dominica: Every day is a fishing day, but not every day is a catching day

Geen opmerkingen:

Een reactie posten