donderdag 12 mei 2022

Einde van mijn reis.

De electronische toegangspoort in de hal van het National Art Museum begint de piepen. Ik ben er ongemerkt doorheen gelopen en schrik me rot. Ik moet me melden bij een mevrouw van de security, mijn fototoestel en portemonnee in een bakje leggen en nogmaals door het poortje gaan. No, I wont do that. Because of my pacemaker. You have to frisk me. Maar daar doen ze niet aan, ik moet weer door het poortje. Rommy haalt de federale wet erbij, maar de security is onverwurmbaar. Ze geleiden ons met zachte hand naar de uitgang. Wat kan je doen? Nou Rommy is inmiddels naar de leiding gestapt en vraagt waar ze klacht kan indienen. Dat lijkt de chef geen goed idee. Hij besluit, dat twee keer door het poortje niet hoeft. Hij stapt met ons naar de uitvoerende beambten en wijst hen terecht. We kunnen naar binnen.





In de eerste zaal, die we binnenlopen hangen zes Rembrandts en niet de geringste. Wow. En Hals en Cuyp en Steen en Rubens en Mesdag, het is als in de hemel. Er zijn ook zalen met fransen, italianen en duitsers, maar die halen het niet bij onze jongens. Helaas was de Eastwing van het museum ( een enorm gebouw met moderne kunst) al jaren tijdelijk gesloten. Waar kennen we dat van?

It takes two men to replace me, zeg ik tegen de vrouw van het havenkantoor. Ze kijkt me nadenkend aan. Oh, is that a joke? Zegt ze na enige tijd. Ook mijn laatste grap in Amerika valt in het water. Het land van Seinfeld, Louis CK en South Park.




Washington is geen aanrader. De monumenten zijn nogal pompeus. Voor het Witte Huis heb je een telelens nodig. De rest van de binnenstad staat vol met grote lompe departementen en federale gebouwen. De musea zijn wel de moeite waard en er staat verspreid wel goede moderne architectuur. 

In de beeldentuin bewonderen we voor de derde keer de  Burgers van Calais. Eerder in Calais en Parijs.




Het openbaar vervoer in Amerika is slecht. Het kost ons 2 uur om op vliegveld Dulles te komen. Afscheid van Rommy en dan nog een onbemande trein, die rondjes rijdt langs de vertrekhallen. Hier willen ze me wel handmatig onderzoeken. En grondig, de man is een kwartier bezig en ik mijn broek zonder riem maar handmatig ophouden. 

De eerst zes uur naar Reykjavik heb ik drie stoelen voor mezelf. Met enige schroom ga ik er languit op liggen. De twee en half uur naar Amsterdam zit ik krap midden in de midden rij tussen Friesen met kinderen en christelijke meisjes, die in IJsland wild hebben gekampeerd. Kan het erger? Christelijken met kinderen en Friesen, die wild hebben gekampeerd?

Ze moesten zelf hout zoeken en dat ligt er niet zoveel in IJsland.  Met Gods hulp. ia het ze toch gelukt. En de kinderen mogen straks weer maximaal 1 1/2 uur spelletjes doen. Spieljen is goed mar net te folle, zegt een oud Fries spreekwoord.

Nu zit ik thuis 8 hoog dit te typen en Rommy vaart nu met Jos en Geert Jan naar St Mary dichtbij de Chessapeake Bay.


Dit laatste blog is opgedragen aan Rommy.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten