Wij vinden de Bahama’s geweldig. En wel hierom: Het is echt zeilen, navigeren,
waterhoogtes uitrekenen, weerkaarten lezen, geulen zoeken. Er zijn oneindig
veel eilanden waar je kunt ankeren. Ongelooflijk veel soorten vissen. Ook veel
haaien. Weinig charterschepen. De bewoners zijn heel relaxed en vriendelijk.
Het is er veilig, iedereen kent iedereen. Maar de prijzen zijn hoog. Er is
weinig landbouw, dus weinig groentes. Op het land is meestal weinig te zien,
geen bergen, geen rivieren, watervallen en er zijn geen steden. Maar voor het
zeilen is het een heel goed gebied .
Eleuthera heeft een U-vorm. Over land van
punt naar punt is 100 mijl. En het is overal maar een paar mijl breed, soms
minder. Tussen de punten ligt een ondiep gebied. Bos Kalis zou dit met gemak
kunnen opspuiten en dan had je een cirkel-eiland. Kan je éénrichtings verkeer
op de hoofdweg instellen. Minder ongelukken én je hebt er een rijstrook bij.
Dat ze daar zelf niet opkomen..
We komen aan in de baai van Rock Sound. Wat een naam. Er staan veel huizen, die zijn bezweken
bij een hurricane. Afbreken en opruimen doen ze hier niet. Daardoor ziet het
geheel er wat rommelig uit. De winkels liggen 2 km van het stadje aan een grote
parkeerplaats. Twee van de drie aanlegsteigers zijn gedeeltelijk ingestort. De benzinepomphouder
heeft wifi-antennes rond de baai aangelegd. We halen gribfiles binnen en zien
voor de komende 4 dagen westelijke winden bij de Amerikaanse kust. Dat kan een
probleem gaan opleveren. We halen voor de zekerheid 60 liter diesel bij die
benzinepomp.
De tweede dag varen we voor de zuidelijke wind naar Governor’s Harbour. Een mooi koloniaal
stadje. Een bibliotheek uit 1896 en een roze regeringsgebouw, dat nu
postkantoor is. Rijke lui hebben hier prachtige huizen. Over de heuvel aan de
oceaankant is het roze strand van Club Med. Onderweg weer een
gebroken vislijn. Maar ik heb er nu 6 mm lijn op gezet met een knal-oranje
inktvis. De man van het Gibson 2 restaurant op Crooked Island viste alleen maar met oranje aas. En die liet ons
foto’s zien met vissen van 2 meter in zijn armen.
Aan de wind varen we 18 mijl verder naar Alice Town. Dat noemt zich de meest
veilige haven van de Bahama’s. In de rotsen voor de kust is een opening van 35
m gemaakt. Daarachter ligt een grote baai. Er liggen al 6 boten, Amerikanen en
Canadezen. Het stadje is ingeslapen en staat vol met kerken en autowrakken. Bij
een strandje is een prachtige vrouw aan het zwemmen, ik mag een foto maken. In
de schaduw van een grote boom is een vrouw vlechtjes aan het zetten bij een
andere vrouw. Duurt 8 uur vertelt ze, ik mag een foto maken. De man die er bij
zit vraagt of ik geen hash wil hebben. Ik zeg, dat ik bang ben gearresteerd te
worden en de boot kwijt te raken. “They never arrest a tourist”. Toch maar
niet. Bij het internetcafé drie dikke vrouwen. We halen het weerbericht op. Het
wordt eerder oosten wind. Mooi. De bar in het dorp zit vol, men kijkt naar de
Kentucky Derby, de grote paardenwedstrijd van het jaar. We blijven een dag om
de schakelaar van de ankerlier te vervangen en de verbindingen van de accu na
te kijken. Vandaag gaf het log “Error Batt”
aan, als het schip heftig schommelde. Dat moeten we niet hebben.
Een winstille dag liggen we in de baai bij Alice Town. Dan is het bij 30 ⁰C geen
pretje om alle bedrading te controleren. Ik vervang een gebarsten accuklem. Het
probleem lijkt uiteindelijk een vochtige stekker bij de display van het log.
Gedroogd en goed met vulcaniserende tape omwikkeld. We maken later op de dag
een wandeling door het dorp. Er staan mooie huizen. De bar is vol, we nemen een
flesje Kalik. Men drinkt hier bier altijd uit het flesje. Op de terugweg gaan we langs bij een Canadese boot. Het is 5
mei en we praten over de bevrijding door de Canadezen en koningin Juliana, die
naar Canada was gevlucht. De man is zeebodem-onderzoeker en is op werkbezoek in
Delft en den Helder geweest. Als kind heeft hij gezwaaid naar onze koningin,
toen die in 1954 een bedankbezoek bracht aan Canada.
De laatste stop is Royal Island. Een onbewoond eiland, met
een mooie ankerbaai. We gaan door een kleine opening in Eleuthera, Current Cut,
zeg maar Stroomgat. Het verval is hier niet groot. Maar een kleine opening in
een eiland van 100 mijl, dat wil wel stromen. We komen er rond eb en we raken
verdwaald in de riffen naast de
doorgang. De kaart van C-map laat ons aardig in de steek, maar we vinden dieper
water en komen voor de doorgang. We hebben nog wat stroom mee, niet teveel
gelukkig want de wind is tegen. Volgens C-map ploegen we door het land naast de
doorgang.
De meter geeft later toch nog een “Error Batt” melding. En
de Batterij Monitor van Batterij 1 geeft een leeg scherm. Na enig systematisch
zoeken blijkt dat een gecorrodeerd contact in een zekeringhouder te zijn. Uiteindelijk
vind ik ook de oorzaak van “Error Batt”. Het is een verbinding naast de stekker
die ik gister verdacht. Het komt vaak voor, dat 2 storingen gelijk optreden en
dat ze niets met elkaar van doen hebben. Gewoon om je in de war te brengen. We
ontdekken, dat we geen detailkaarten hebben van het stuk naar Florida. De
Amerikanen naast ons (hij is geboren in Durban en spreekt Zuid-Afrikaans) lenen
ons hun kaarten en daar maken we foto’s van.
Er is een oud damhoofd en de overwoekerde ruïnes van een
dorpje. Met zaagmachines en bulldozers heeft men een weg gemaakt en er staan
een paar borden, die aangeven welke beaches er ooit zullen komen. Voorlopig
lijkt dit project stil te staan, zoals overal. We wandelen naar de Noordpunt
van Royal Island. Dat wil zeggen, na een half uur lopen bij 32 ⁰C en de wind in
de rug hebben we de punt nog niet bereikt en draaien om. In het midden staan
wat loodsen met een GSM-zendmast. Alleen op de Zuidpunt is een nieuw huis met
een strand.
We besluiten om de volgende dag vroeg te vertrekken. 45 nM
naar het Westen ligt Great Abaco de wind zal naar het Oosten
draaien.
Er wordt weer vis gegeten! Meerdere dagen. Onderweg naar Great Abaco vangen we een grote gouddorade, de lekkerste vis die er is.
Hij ging aardig tekeer, maar met de haak haalde ik hem binnen.
Van de zuidpunt van Great Abaco naar Florida is 150 zeemijl,
ongeveer 30 uur. Dus als je ’s morgens om 8 uur weg gaat, ben je om 14 uur aan
de overkant. Ons plan is, om morgen eerst even diesel en water te tanken aan de
steiger en meteen wat boodschappen te doen en een weerbericht op te halen. Als
we om 11 uur vertrekken zouden we dan rond 17 uur aankomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten