donderdag 22 november 2012

Oversteek naar Cabo Verde



Woensdag  14 november om 12 uur ’s middags zijn we vertrokken, uitgezwaaid door de achterblijvende Nederlanders. Er was weinig wind voorspeld, maar aanvankelijk gaan we toch 5 knopen op een halve wind. Later in de middag valt de wind weg en begint het verwachte dobberen. Als de wind tegen de nacht weer oppakt, besluiten we, tegen onze eigen regels in, geen rif te steken. Er komt toch geen harde wind. Nou, dat viel tegen: harde wind en regenbuien. Door ruimer te varen gaat het allemaal goed. Later is het helder en dan zien we heel veel sterren. Als je eens laat uit de kroeg komt en je kijkt omhoog, dan denk je: wat veel sterren. Nou er zijn er drie keer zoveel. Ook veel vallende stellen, maar er zijn er toch genoeg. Een groen licht schuift achter ons langs, een andere zeilboot dus. Dan vaart het de verdere nacht aan bakboord met ons op. Als het licht is, zien we dat het een dwarsgetuigde tweemaster is, alle zeilen op behalve de bezaan. We steken nu achter haar langs en lopen aan bb-zijde voorbij. Het verbaast ons, dat we zoveel harder gaan.

De volgende dag om 12 uur hebben we 90 mijl afgelegd, met zo weinig wind toch een goed begin. Elke dag om 12 uur gaat de computer aan en zien we hoeveel we hebben afgelegd.

We kijken intensief uit naar dolfijnen en walvissen. Iedereen ziet ze, maar wij zien nooit niks.

De tweede dag is zonnig met meer wind. Als tegen donker de wind wegvalt, zetten we de motor aan. Om 3 uur gaat de motor uit en varen we een tijdje 0 knopen. We hebben ons uit een pikdonker stuk gemoterd (niet prettig om recht in een zwarte muur te varen) en krijgen meer zicht. Voor het eerst zien we het licht van een boot. Het is wit en gaat aan en uit. Het blijft op dezelfde plek (net als wij) en ik begin het aantal seconden aan/uit te tellen. Alsof er midden op de oceaan een vuurtoren zou zijn ….. waarschijnlijk is het een visser, die hebben grote schijnwerpers aan als ze aan het binnenhalen zijn.

De derde dag begint bewolkt en zonder wind. Later komt er wind en zetten we de genaker op. Dat is een hoop gedoe met lijnen, die om elkaar heen zitten. Het duurt een tijd, op de Grevelingen waren we ondertussen al bij de dijk geweest, maar nu hebben we de tijd. Als de genaker staat gaan we als een speer.

 Ik probeer weerkaartjes via de sat-telefoon binnen te halen, maar dat wil niet lukken. Wel kan ik Maciek bellen en hij geeft me later alle weerinfo. Bedankt. (De volgende dag lukt het wel Gribfiles down te loaden).

Om half zeven gaat de zon onder (blijft mooi om te zien) en om half acht komt hij weer op (ook mooi om te zien). Dus je vaart een hele tijd in het donker. En dan heb ik ook nog het idee dat de dagen korter zijn.

Na 24 uur hebben we 200 mijl afgelegd en heb ik Nachttrein naar Lissabon voor de helft gelezen. Het boek heb ik van Raoul gekregen, die heeft daar gewoond. Een magistraal boek. Als ik het uit heb geef ik het weer aan iemand of zet het in het ruilkastje van het havenkantoor. Er is altijd een plankje Nederlands.  Je ziet nu alle zeilers met  e-books rondlopen, vroeger ging je met je uitgelezen boeken in je bijboot naar een andere boot om te ruilen. Nu vraag je of ze een stick met 300 boeken willen downloaden. Maar ze hebben al 3000 boeken.

De  derde nacht gaan we met één rif met gemiddeld 6 knopen op een koers van 230 ° ( 215 ° is de ideale koers, maar de wind gaat nog naar het NO). Ons nieuwe wachtschema is Rommy 21h-00h, Gerard 00h-03h, Rommy 03h-06h en Gerard 06h-09h. Dan maakt Rommy het ontbijt en overdag hebben we geen schema. Wel houden we in de gaten, dat één van ons tweeën om de 20 minuten de horizon afspeurt. Voor je het weet vaar je ergens tegenop. Hoewel, we hebben na de eerste dag alleen maar twee vogels gezien.

’s Nachts zetten we een eierwekker steeds op 20 minuten. Dan kijken we rond en checken de koers. We varen op een windautomaat, dus met een ingestelde hoek met de wind. Als de wind draait, dan draaien we mee.  Soms kijk ik binnen op de GPS nog even naar de COG (course over ground) en SOG (speed over ground). Het verschil met de kompaskoers en de snelheid door het water (die je bij het roer meet) wordt bepaald door het zijdelings afdrijven van de boot, de kompasafwijking en de stroom. Op de Zeevaartschool hebben we van meneer Wever heel goed geleerd dat uit te rekenen, maar we kijken nu op de GPS.

De derde dag is de lucht eerst vol cumulus-wolken. De vaart blijft er goed in en om 12h hebben we 305 mijlen afgelegd.  En we zitten bijna op de rechte lijn naar Cabo Verde.

Nog steeds geen boot of walvis gezien. Niks, nada. Op de kaart staat, dat we hier in een scheepvaartroute zitten. Nou, als dit een scheepvaartroute is, dan is de Botersloot ook een scheepvaartroute. Nada.

We gebruiken nu de zoutwaterkraan voor het omspoelen en het koken van eieren. We houden zo meer zoet water over. En we bedienen de kranen met een voetpomp, dat scheelt weer elektriciteit. De was doen we eerst met zout water.

 

De vierde dag en vijfde dag zijn kopieën van de derde dag, een rustige NO-wind, bewolking en hoge deining. De snelheidsmeter geeft circa 5 knopen en de dieptemeter meldt knipperend een verontrustende diepte van 0,8 m. Dat kan betekenen, dat we door een laag modder aan het ploegen zijn en een nieuwe Waddenzee hebben ontdekt. Die gaat dan Mar d’Annalena heten en wij worden beroemd. Of het is hier te diep voor dieptemeter en wijst hij de scheiding met de warme bovenlaag aan. Of er zwemt constant een dikke vis voor de dieptemeter, of een onderzeeër. Je krijgt zo van die gedachten als je lang op zee bent…

Soms denk ik, dat we op een vergeten stuk zee zijn terecht gekomen en we hier zullen verdwalen. Al drie dagen niets gezien, behalve golven en wolken. Van die gedachten krijg je dan dus.

Na vijf dagen varen, moeten we nog 250 mijl. Er komt schot in de zaak.

De vijfde nacht is weer met een sterrenhemel. Je zag meer vallende sterren, dan bij Celebrities on Ice. De wind blijft met Bft 5 uit het NO waaien. We maken 5,5 knopen gemiddeld. Na zes dagen nog 160 mijl te gaan. Als we zo door gaan, komen we over 32 uur aan. Zou om 8 uur ’s avonds zijn, plaatselijke tijd 7 uur.

Gisteren nog een makreel gevangen Maar hij was aan de kleine kant en heb hem teruggegooid. Rommy heeft de CD uit mijn Bongo lesboek op mijn Ipod gezet. Als ik elke dag oefen, kan ik op de Cariben meedoen.
 
We komen inderdaad om half zeven LT aan in Mindelo. Het laatste stuk ging als een speer. Nog een blauwe vis van ca 60 cm gevangen, maar bij het binnenboord halen schoot hij toch los van de haak. Als ikme  in het havenkantoor aanmeld, zien we Irma en Raoul met hun opstapper Guido lopen. We hebben bij hen aan boord de champagne gedronken, die we hadden gekocht om de oversteek te vieren. Het werd nog zeer gezellig. Toen we terug liepen naar onze boot, wisten we niet of zo slingerden van 7 dagen deining of van de wijn en champagne.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten