Een platte witte
doos. ’s Morgens staat de doos met een taart op de kuipbank. Van de Canadezen?
Ze waren gisteren winkelen in de Walmart... we willen gaan vragen of de taart
van hen is, maar ze komen aanlopen en vragen ons, of hun taarten van ons zijn.
We hebben dus alle 3 een taart gekregen van een anonieme gever. Cambridge is
een gastvrij stadje.
We verlaten de
Choptank River, maken een slag naar het Zuiden en naar de overkant, ankeren bij
Solomon Island in de Patuxent River. De rivieren aan de westkant van de Bay voeren
90 % van het water aan. Je vindt er grote steden, Washington, Baltimore. De oostkant
is grotendeels moeras en bos. Oost is de provincie, west is stedelijk. Net als
in Nederland. In de tijd van de Indianen waren de stammen aan de west-oever
oorlogzuchtig, die aan de oostkant leefden in vrede met elkaar. De blanken hebben
ze uiteindelijk overal uitgeroeid.
Er werd 34 knopen
wind (8Bft) voorspeld voor dinsdag, daarom gaan we de Potomac op, de grootste rivier
in de Chesapeake Bay. Een dag later is de voorspelling gezakt naar 23 knopen,
maar we blijven bij ons plan.
De Potomac is de
grootste van de 48 rivieren, die naar de Bay stromen en is bij de ingang 10 km
breed. 170 km stroomopwaarts ligt Washington. De noordoever is Maryland
(katholiek) en de zuidoever is Virginia (protestants), waar de meeste Founding
Fathers vandaan komen. Overal zijn historische plaatsen uit de tijd van Revolutie,
de Civil War en de Underground Railroad.
We gunkholen van
kreek naar kreek. Gunkholen is een onvertaalbaar woord, het betekent zoiets als
rondzwerven, kreekjes invaren en ankerplekken zoeken. Langs een militair
vliegveld (er vliegen 2 drones met een spanwijdte van 5 m over de mast), komen we
bij St Marys City. We liggen bij een kerkje en een groot wit kruis. Er is een
klein museum waar mensen in historische kostuums oude ambachten beoefenen. Aan de kade een replica van één van de twee
scheepjes waarmee in 1634 300 immigranten uit Engeland aankwamen. Ze plaatsten
een kruis en een altaar. Later werd St Marys City de hoofdstad van Maryland. Nog
later niet meer.
We steken de
Potomac over en gaan de Yeocomico River op. We raken door onze voorraden heen
en in het dorpje Kinsale is een grocery. Het zal in de nacht hard waaien, dus
we zoeken een beschut plekje. Nou, de grocery is al jaren gesloten en voor het
eerst krabt het anker 40 m. We liggen ‘s morgens voor het volgende huis. Al
gaat het ankeren 100 keer goed, de volgende keer kan het fout gaan. Het huis waar we
voor zijn komen te liggen heeft goed en niet beveiligd draadloos internet.
Zo zien we, dat de wind snel zal afnemen en dat de enige supermarkt bij de zuidtak
van de Yeocomico ligt. Het is 3 km lopen vanaf Harryhogan Point (ik noem de
namen, omdat ik ze zo mooi vind).
Als we goed vast
liggen bij Harryhogan Point, komt van het huis aan de kant een piratenboot
aangevaren: zwart, verscheurde zeilen, piratenvlag, kanon, zwaarden en een
skelet met zeis achterop. De man zegt, dat we wel bij hem kunnen landen. We
willen naar de supermarkt zegt Rommy. I bring you with my truck, just come to
the house. Danny is een gepensioneerde
brandweercommandant, hij heeft het huis verbouwd, twee piratenboten gebouwd,
een guesthouse gebouwd (waar we mogen douchen) en van de garage een
brandweerkazerne gemaakt met een bar, twee oude sofa’s en pooltable. To hang
out with the boys... Onderweg naar de
supermarkt stoppen we 2 keer om kennis te maken met mensen en om iemand te
helpen met het tillen van een groot matras. In Philadelphia kwam hij bij
brandende huizen, waar de mensen hun buren niet eens kénden. Hij is erg
gelukkig hier aan het water ..... alleen zijn vrouw is vorig jaar overleden. Ze
deed aan holistic healing, maar toch.. Hij wil alles weten over Nederland en
onze tocht. Over de president zijn we het snel met hem eens.
Danny komt ons tegen
de avond halen met de piratenboot voor een tochtje door de creek. Holy de hond staat voorop naast het rondborstige boegbeeld. Danny vertelt over
de creek, de bloeiende havens zijn verdwenen. Er is nog een visfabriekje, voor
de rest huizen van gepensioneerden. Voor 3 tot 4 ton kun je hier nog een huis
aan het water kopen. Maar bedenk wel, dat de muggen in de zomer vreselijk zijn.
Voor we de
volgende morgen vertrekken bekijken we nog het grote zeilschip dat bij Danny
aan de steiger ligt. Een houten tweemaster van 80 voet. Een buurman bouwde het
in Manchester - Engeland, charterde er mee in de Bahamas en nu na 2 strokes
ligt zijn schip werkeloos en onverkoopbaar bij Danny. Als het schip in
Delfshaven lag gingen we er op wonen. We nemen afscheid en gaan naar Tangier
Island, midden in de Chesapeake Bay. Een tip van Danny.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten