Langs de hoeken
van de eilanden gaat de wind versnellen. Daar staan in de pilot mooie kaartjes
van. Het waaide bij het midden van Tenerife weinig, dus we begaven ons opgewekt
in de versnellingszone. Tussen de 20 en 25 knopen met hoge golven. Er moest
gestuurd worden, maar voor de wind met één rif ging het als een trein. Op de zuidhoek
is een klein bergje, de Montana Roja. Daarachter zou de wind afnemen. Was onze
theorie. Maar de versnelling van de wind langs de landkant van het bergje was
ongekend. Eén moment waaide het 33 knopen. De volle venturi. Eén moment maar en
de boot ging nog steeds als een trein. Later nog eens in de pilot gekeken, maar
over wind langs de achterkant hebben ze het niet. Wel, dat je daar
“comfortable” kunt ankeren.
We gaan in San
Miguel liggen, omdat dan de oversteek naar La Gomera maar 30 mijl is. En omdat
we daar ons nieuwe voorzeil naar toe willen laten sturen. Kunnen we dat alvast
even melden. De Belg, die ons de Annalena verkocht lag hier 4 jaar geleden. Met
een ander schip deed hij nog steeds tochtjes met toeristen. Nu ligt hij in La
Galeta, 5 mijl verderop. De Nederlandse mevrouw van de Belgische onderzeeboot
was er nog wel. Omdat er geen plek meer was, lagen we de eerste nacht aan de
meldsteiger voor de onderzeeboot. Naast ons kwam nog een boot uit Letland. Een
oude Nederlandse wedstrijdboot. Ging veel aan stuk, zeiden ze.
We lopen over het
pad langs de zee voor de grote hotels langs. Zoals overal veel projecten waarvan de bouw is gestaakt. Dat is de recessie, maar soms is er ook iemand met veel geld vandoor. Dan blijft het jaren staan totdat het juridisch is afgehandeld. Beneden de restaurants:
English Breakfast €4,50, Happy Hour: Beer €1,00., Wine €1,50. Kunnen we doen, maar we lopen door naar Los
Abrigos een charmant vissersdorp, dat nu is weggeven aan de toeristen. Voertaal
Engels.
De bedoeling is
om via La Gomera naar La Palma te varen en dan terug naar La Gomera. Als het
zeil is aangekomen steken we even over naar San Miguel. Dan naar Cabo Verde.
Dat is het plan.
Weer een versnellingszone
bij de oversteek naar La Gomera. Eerst was de zee als een spiegel. Overal
dolfijnen, dat wel. Dan 5 mijl voor La Gomera begint het als een gek te waaien:
25 knopen. Nu moeten we aan de wind zeilen met golven dwars. Rottig zeilen. En voor
de kust weer vlakke zee. We hebben het niet meer over versnellingszones en gaan
een dag van ons vertrouwde San Sebastian genieten. Columbus (Colon noemen ze
hem hier) kwam hier ook steeds terug. Men zegt, dat hij wat had met de regentes
van het eiland. Ik ken de regentes niet eens, maar kom hier ook graag terug.
We lopen een
rondje door het stadje. Veel herkennen we. Drinken een biertje op het plein en
gaan eten bij een klein restaurantje. De eigenaar komt uit Cuba. Hij toont me
op de kaart waar zijn huis staat. Aan de zuidkust, een half uur rijden van
Havana. Rommy is zo verrukt van haar dorade, dat ze een foto naar haar Whatsapp
groepje stuurt. Dat ik dat nog moet meemaken. Naast ons zitten 14 Zweden paella
te eten. Tien pittige vrouwen van rond de zestig en vier sukkelige mannen. Ze
zijn hier om te wandelen. Af en toe houdt iemand een
Dik-Buitenhuis-toespraakje. Of ze zingen een somber zweeds lied, waarbij ook in
de handen wordt geklapt. Tenslotte neemt Rommy nog een foto van haar lege bord.
We komen hier zeker terug, want ook mijn tuna mojo canarias was geweldig. De
Cubaan is mijn regentes.
De volgende dag
bezoeken we mijn favouriete winkel: de Kilo Bazar. Drie verdiepingen stampvol
met chinese rotsooi. Ze hebben alles. Maar het kunstaas kopen we toch maar in
een visserszaak. Dan is het siesta tijd. Als de zon wat minder heet wordt ga ik
dit stukje typen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten