Als we de hoek
van La Gomera om zijn zien we La Palma liggen. We moeten er dan nog tien uur op
af varen. Het gaat lekker met halve wind en een tijd lang zwemt een groep
dolfijnen met ons mee. De laatste 13 mijl zetten we de motor bij, anders komen
we in donker aan. La Palma heeft een nieuwe chique marina van dezelfde club als
die in Arrecife. Die was overvol, hier liggen vijf bezoekende zeilboten en nog
drie vaste. Het gebouw langs de haven zou restaurants en winkels moeten huisvesten,
maar het staat helemaal leeg. Weer zo’n groot project, dat het niet trekt.
De volgende
ochtend kijken we eerst naar de samenvatting van Feyenoord. Daarna lopen we zeer
tevreden het haventerrein af, dat de marina deelt met de cruiseschepen
terminal. Langs de Mc Donald, de weg oversteken en we zijn in een heel mooi
stadje. Veel toeristische winkels en terassen, maar schilderachtig. Mooie oude
gebouwen, kerken met schitterende altaren en schilderijen, pleinen met
fonteinen. That are my favourite things. Daar zit in mijn toneelstuk Katshoek
een mooie vertaling van.
Aan het eind
van de hoofdstraat een groot bootbeeld. Als ik een bootbeeld zie is mijn dag
goed. Maar het is eigenlijk geen beeld, het is een namaakboot van Columbus, die
het nautisch museum huisvest. Een aardig museum met oude kaarten van de Cariben
en de gebruikelijke sextanten en dingen. We leren, dat men vroeger zijn
testament in orde maakte alvorens men aan de Atlantische oversteek begon. Elk
jaar wordt het Mariabeeld uit de kerk voor de boot langs gedragen en dat beschermt
het eiland dan ergens tegen. Geloof is per definitie primitief.
La Palma is
groen. Nat en vruchtbaar. Grote bananenplantages, wijnbouw, laurierbomen en in
het midden een enorme vulkaan. We wandelen een uurtje aan de voet van de
vulkaan, boven zit alles in de wolken en zie je amper 20 meter. De Panda van
vandaag is een Volvo XC90. Zegt ons niks, maar we schieten de berg omhoog. En
nu willen we geen Panda meer. Er is besloten om de volgende keer een paar
tientjes meer uit te trekken voor een grote bak. En als we weer in Nederland
zijn willen we ook een grote bak. Ik zie Wim bedenkelijk kijken, maar die heeft
het niet gevoeld, de kracht.
We lopen door de
haven van Tazacorte. Eén van de weinige havens aan de oceaankant. Een groot
complex met mooie kademuren. Maar nog nooit in bedrijf geweest. Ook voor het
recreatieve deel is goed in de Europese buidel getast. Brede boulevards en
stranden. En dan te bedenken, dat tussen nu en 2515 de vulkanen zullen
uitbarsten en de westelijke helft van La Palma in zee zal storten. Daar gaat
dan ons geld.
Een bejaard paar zit op campingstoeltjes in de zon en uit de wind tegen de kademuur. Het duurste windscherm dat er bestaat.
Als we ver lopen, zien we twee bootbeelden
naast elkaar. Geweldig plaatsje.
Hoog in de bergen
vinden we een prehistorisch park. Daar hebben 200 jaar voor Christus mensen in
holen gewoond. We bekijken in de regen een paar holen. Maar het hoogtepunt zijn
de tekeningen die ze in de rotsen hebben gekerfd. Spiralen, cirkels en
rechthoeken. Petroglyphen, fascinerend. Nou ja, we hadden de entree al betaald
voordat het ging regenen. En dan ga je door. Eerst zagen we helemaal niks, maar
je leert ze herkennen, de spiralen, cirkels en rechthoeken. Net als in de
Carieb hebben de Spanjaarden de oorspronkelijke bewoners volledig uitgemoord. Geen
schadevergoeding voor nabestaanden. Je hoort er niemand meer over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten