zaterdag 20 juli 2013

Roscoff


De nieuwe jachthaven van Roscoff staat nog niet op onze kaarten. Ik heb bij Steve en Rachel een  schetsje gemaakt. We komen voor de wind op de haven af na een dag stevig kruisen met de stroom mee. Ik ga naar de spiegel om het blad van de windpilot uit het water te halen (het steekt te kwetsbaar uit, in de haven) en ik zie een snelle rubberboot met acht ME’ers recht op ons af komen. Het zijn douane mensen. Ze komen langszij en vier mannen in blauw stappen aan boord. We geven ze een plek in de kuip en gaan door met de dingen, die we doen voor een haven: zeil strijken, zeil bergen, landvasten aanleggen, stootwillen ophangen. Van de schrik vergeet Rommy de grootzeilval uit de klem te halen. Ik laat één van de mannen de klem openen, een ander laat ik de grootzeilschoot aanhalen en de baas (de enige die Engels praat) zit aan de VHF en spreekt met de havenmeester. Zo gaan we heel gesmeerd de haven in. De havenmeester komt ons met een rubber boot naar een box brengen. De mannen helpen bij het aanmeren. Het aangeboden Anlegebier  wordt beleefd geweigerd. Daarna de papieren en het doorzoeken van de boot. Maar vindt maar eens wat in die tweehonderd kastjes en holle ruimtes. Dan moet je toch een hond meenemen, zoals in Marokko. De baas laat me onze complete reis vertellen. Ik laat T-shirtjes zien van de betreffende eilanden. Hij wil gewoon kunnen zien, hoe ik me gedraag. Of het helpt, dat ik vertel dat ik een gepensioneerde flique ben? Buiten in de kuip, vraagt hij Rommy nog een keer hetzelfde. Daarna nemen we hartelijk afscheid. Het hele schetsje niet nodig gehad.



De mensen van de TAO, een knalgele Franse boot, komen later langs. Ze zagen ons binnenkomen met een boot volle blauwe mannen. Ik noem ze taoïsten, maar dat zijn ze niet. We varen al sinds Brest dezelfde route. Leuke mensen, maar dat moet ook wel als je je boot TAO noemt.

Het moet een droom zijn voor een architect een jachthaven te ontwerpen op zo’n mooie plek. Grote rotsen, droogvallen rotsen, de zee op de achtergrond. Het gebruikelijke beton, glas, hout en rvs.  Het had beter gekund. Morgen gaan we het uitgebreid bekijken.

Gisteren waren we in L’Aber Wrac’H en daarvoor in Camaret sur Mer. Beide plaatsjes met een hoog stokbrood gehalte, waar geen architect aan te pas is gekomen. Steeds gevaren tegen de NO wind. Dat schiet niet op, maar we hebben nog even. Het schijnt dat het in het weekend gaat draaien. Nous verons.
 

Toen de boot schuin ging bij het kruisen en ik even binnen zat met een cryptogram, zag ik water op de vloer staan. Vanochtend in Roscoff hebben we de vloerplaten allemaal losgeschroefd en gezocht naar een lek in de watertank (want het was gelukkig zoet water). Uiteindelijk lijkt het volgende het geval: nu we weer in jachthavens liggen met walstroom, hebben we de elektrische waterkraan weer in gebruik genomen. Een jaar lang deden we het met de voetpomp. Uit een koppeling druppelt water. Niet veel, maar 24 uur druppelen is toch een teiltje vol. En zeven dagen zijn 7 teiltjes en dat komt boven de vloer. Alles onder de vloer schoongemaakt. We gaan weer over op de voetpomp.  Zijn we gewend.



Roscoff is mooi en toeristisch. Veel boulangers en crêperies. De veerboot van Plymouth komt hier aan. In de jachthaven liggen veel Engelse boten. Hier liggen en met de veerboot oversteken is goedkoper dan een jachthaven in Engeland.
 
 
 
We zijn weer de enige trekkersboot. Vol met antennes, jerrycans, panelen en zonneschermen. Een beetje afgeleefd. Mensen kijken naar ons alsof we vreemd zijn. En dat zijn we ook. We spreken mensen, die het een hele onderneming vinden om hier in Bretagne te zeilen. We proberen niet op te scheppen en vertellen steeds, dat het niets voorstelt zo'n Atlantisch rondje. Maar we blijven bijzonder.



De komende week is er weinig wind. Met de getijstroom mee gaan we elke dag een stuk verder. Morgen is het doel Trebeurden. Schijnt heel mooi te zijn…et aangeboden Anlegebier H

Geen opmerkingen:

Een reactie posten