zaterdag 27 juli 2013

Alderny en Cherbourg


We komen te laat in de Alderny Race (langzame buren, dieselpomp dicht). Lange tijd gaan we nog 5 knopen, maar bij de zuidkant van Alderny vallen we opeens terug naar 1 knoop. We schuiven langzaam naar de kust en komen dan in een tegenstroom. We varen nu  weer 5 knopen. Maar bij de noordpunt krijgt de stroom ons te pakken en liggen binnen enkele ogenblikken 400 meter terug. We proberen het nog een keer, nu dichter langs de rotsen, maar je ziet ook rotspunten af en toe boven het water komen. Dus ik blijf er toch 15 meter bij vandaan. En dan liggen we weer 400 meter terug. We zien een vissersboot uit het Noorden tussen de rotsen doorvaren. De boot versnelt en wordt met een vaart van 60 km/uur tussen de rotsen door gespoeld. We hebben het dan wel gezien en zakken terug naar een baaitje, dat een paar honderd meter zuidelijk ligt: Longy Bay. We ankeren naast een groot fort en hebben uitzicht op nog een fort. Boven op de klif een soort klooster en ver weg bij het strand een klein gehucht.
 
 
 We ankeren op 2,90 m diep water. Zes uur later wijst de dieptemeter 10,30 m aan. Maar we hebben genoeg ketting gestoken. We liggen heel rustig, je merkt niets van het in en uit stromen of van de enorme stroom, die in de Race loopt. Er komt een reddingsboot langsvaren. Even zijn we bang gered te worden, maar het ziet er uit als een tochtje voor familie en sponsors.
 

Om 6 uur kneed ik het meel, om acht uur eten we warm volkorenbrood met brie en jam. Dan lichten we het anker en varen met de stroom mee naar Cherbourg. De GPS geeft een Speed Over Ground (SOG) van 9,5 knopen. De snelheid door het water kunnen we niet zien, want het wieltje van het log is weer eens dichtgegroeid. In Fort Lauderdale heeft Bas het onderwaterschip nog helemaal afgeborsteld. Er is een vrijwilliger nodig om het wieltje met een borstel weer gangbaar te maken.

Cherbourg bevalt ons. Het is een hele gewone Franse stad. Niet veel is gerestaureerd na de oorlog, maar het heeft wel sfeer. De buitenhaven met de forten is groots. De vertrekhal, vanwaar de Titanic vertrok en waar nu het Cité de la Mer is. Boven is een fort met een tentoonstelling over de oorlog. De oorlog is hier in Normandië overal aanwezig. De namen van de stranden zijn beroemd, Utah Beach, Omaha Beach. Je kunt ankeren in de caissonhaven bij Arromanches of naar Caen varen door de Pegasusbrug.

We lopen over de voorjaars braderie. Goedkope kleren, nephorloges, dezelfde rotzooi als bij ons op de markt. De Carrefour in het nieuwe winkelcentrum is verschrikkelijk groot. Heel veel soorten kaas en paté, maar de pinda’s kon ik niet vinden. Wel vind ik bij de speciale bieren “ La Bierre de Demon”, de sterkste blonde ter wereld. We blijven zaterdag, omdat er veel buien zijn voorspeld. La Cité de la Mer heeft een zeer gedetailleerde tentoonstelling over de Titanic. Veel films, nagebouwde hutten, rapporten voor de eerste SOLAS-conferentie. Verder een groot aquarium en een atoomonderzeeër. In een klein groepje maakten we zogenaamd een tocht over de oceaan bodem. De virtuele middelen deden wat gedateerd aan, maar heel leuk was de film aan het eind over de helden die deze tocht hadden gemaakt. Ze hadden steeds video opnames gemaakt van ons groepje en dat kunstig in een film gemonteerd.
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
Zondagmorgen om acht uur  varen we weg uit Cherbourg. We hopen in de loop van de haven in Le Havre aan te komen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten