woensdag 5 juli 2017

Georgetown, Independence Day


Zo zou de Biesbosch er uit hebben gezien, als het 100 keer groter was geweest.  De eerste 10 mijl vanaf Charleston varen we nog voorbij aan een lange rij mansions met elk een steiger, dan riet en kreken zover het oog reikt. Een gebied van 20 km breed en 60 km lang (is dat 100 keer de Biesbosch?). Het is zaterdag, de eerste van een serie vrije dagen naar Independence Day toe. Er passeren geregeld kleine motorbootjes, model Dexter. De meesten minderen vaart bij het passeren, maar geven weer gas zodra ze je voorbij zijn en dan zit je nog in hun golven. Om vijf uur ankeren we in Georgetown in de Sampit River, een kleine rivier langs de achterkant van de hoofdstraat. Er is een boardwalk, gezellig druk. ’s Avonds begint in een café een band te spelen: My daddy was a rolling stone. Dat nummer betrek ik altijd op mezelf en schiet dan vol. Deze café versie met verkort intro geeft slechts een vage droefheid.

De muziek op de radio in Amerika is voor ons een verademing. In de Carib was er alleen maar gedreun zonder melodie, vandaag horen we hier Niel Young, Beatles, The Band, Ellington en Sinatra. Veel reclame tussendoor. En er zijn blues, klassieke en jazz programma’s.

Georgetown is beeldschoon. Huizen uit de Engelse tijd en van na de Independence (1776). Een hoofdstraat met een bioscoop en mooie eikenlanen (southern live oak). We gaan later naar de Big Tuna om een lokale IPA te drinken. We zitten buiten en beneden in het water zwemt/drijft een alligator. We praten met een couple met drie kleine kinderen. Zijn zus woont in Delft, getrouwd met een ingenieur. Het meisje Lulu laat haar plastic eendje in het water vallen. Huilen. De alligator en twee schilpadden schieten er op af. Met een dustpan uit de bar redden we de badeend. Wordt de reis toch nog een avontuur.

Het eerste huis bij de vissershaven is gebouwd door een Schotse dokter. De dochter werd verliefd op een visser. Dat werd haar verboden, maar stiekem zagen ze elkaar toch. Totdat hij naar een ver oord vertrok. Vaak zien mensen licht achter de ramen van het huis. Dat is haar geest. Zo maakte ze geheime afspraakjes met de visser. Zo heeft elk huis hier zijn geesten. Bijvoorbeeld het huis waar de Engelse soldaten waren ingekwartierd tijdens de burgeroorlog. De knappe dochter van de  familie lonkte met de Engelse soldaten, maar ze was een spionne. Op een dag vertelde ze de Engelsen, dat een beroemde rebellenaanvoerder in de stad was. De Engelse soldaten stormden naar buiten. Eén soldaat struikelde op de trap en brak zijn nek. Nog voelen de huidige bewoners een hand op hun schouders als ze die trap afdalen. Alsof de geest hun wil beschermen tegen struikelen. Er zijn ook huizen met kwade geesten, maar daar vertellen de bewoners niet over. Dat maakt het huis onverkoopbaar.


Het historisch gedeelte van Georgetown beslaat een vierkant van 4 bij 12 straten. De huizen zijn uit de 17e en 18e eeuw. Er zijn meer dan 20 kerken met elk een eigen kerkhof. Elk huis heeft een jogglingboard op de veranda, een verende zitbank. Typisch voor South Carolina. Leer je toch nog iets van deze blog. Het plafond boven de veranda is altijd lichtblauw geverfd. De Gullah slaven deden dat om boze geesten af te weren. Een man is in de tuin aan het werk, we maken een praatje. Over het huis, over Amsterdam en Delft (waar ze geweest zijn), over Rotterdam, over Trump, over de burgeroorlog, over immigranten. Zijn vrouw komt er bij staan, leuke mensen, we praten nog een kwartier.

Het is 4th of july, Independence Day. We hadden heel wat feestelijkheden verwacht, maar het is stil op straat. En 33,4 graden. Met twee zitkussentjes gaan we naar het koorconcert op het grasveld voor het Kaminski House. Het is erg patriotisch. Saluut aan de vlag, het volkslied, voorlezen van de Declaration of Independence , saluut aan de vijf legeronderdelen (de mannen die gediend hebben gaan staan en er is dan applaus en hugs). Maar het was bijzonder om mee te maken (iets wat we van de hele reis kunnen zeggen).

Na het concert lopen we over de boardwalk terug. Vanaf een balkon horen we roepen: ROTTERDAM! Het is donker, we zien de mensen op het balkon eerst niet goed. Het zijn de mensen van vanochtend, die met de tuin. Ze zijn bij vrienden in het appartement om naar het vuurwerk te kijken. We ontmoeten boven de Zwarts, de bewoners, Katherine en Jack van vanochtend en Nancy en haar man. Ze geven ons te eten en te drinken en vragen ons honderd uit over onze reis. Maar ook vragen ze, wat we van Trump vinden. We aarzelen, we zijn gast. No you are among friends. Rommy zegt: he is a patient. Dat vinden ze mooi gezegd. Rommy steelt de show, ik ben de sukkel met hoogtevrees die niet kan zwemmen. Be it so. Na het vuurwerk blijven we nog wat drinken en het is heel gezellig. We komen langs op de terugreis. We had a great night, we felt welcome to the USA. Thank you. Dit, voor als ze het blog lezen, maar het is waar.

De Amerikanen hebben van die dingen, zoals: bij de intro van het concert vraagt de spreker: wil iedereen, die hier voor het eerst is zijn hand opsteken en blijven opsteken. Dan vraagt hij het publiek te zeggen: welcome, we are glad you are here. Het werkt, geloof het of niet.
In de ochtend vertekken we met bloedend hart (rode tonnen aan bakboordzijde). Er is nog nooit een hurricane in de Chesapeake Bay geweest. Daar gaan we heen.
Vandaag wordt onze vriend John aan zijn hart geopereerd. We hopen, dat het goedkomt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten