Zo zou de Biesbosch
er uit hebben gezien, als het 100 keer groter was geweest. De eerste 10 mijl vanaf Charleston varen we nog
voorbij aan een lange rij mansions met elk een steiger, dan riet en kreken
zover het oog reikt. Een gebied van 20 km breed en 60 km lang (is dat 100 keer
de Biesbosch?). Het is zaterdag, de eerste van een serie vrije dagen naar
Independence Day toe. Er passeren geregeld kleine motorbootjes, model Dexter.
De meesten minderen vaart bij het passeren, maar geven weer gas zodra ze je voorbij
zijn en dan zit je nog in hun golven. Om vijf uur ankeren we in Georgetown in
de Sampit River, een kleine rivier langs de achterkant van de hoofdstraat. Er
is een boardwalk, gezellig druk. ’s Avonds begint in een café een band te spelen:
My daddy was a rolling stone. Dat nummer betrek ik altijd op mezelf en schiet
dan vol. Deze café versie met verkort intro geeft slechts een vage droefheid.
De muziek op de
radio in Amerika is voor ons een verademing. In de Carib was er alleen maar
gedreun zonder melodie, vandaag horen we hier Niel Young, Beatles, The Band, Ellington
en Sinatra. Veel reclame tussendoor. En er zijn blues, klassieke en jazz
programma’s.
Georgetown is
beeldschoon. Huizen uit de Engelse tijd en van na de Independence (1776). Een
hoofdstraat met een bioscoop en mooie eikenlanen (southern live oak). We gaan
later naar de Big Tuna om een lokale IPA te drinken. We zitten buiten en
beneden in het water zwemt/drijft een alligator. We praten met een couple met
drie kleine kinderen. Zijn zus woont in Delft, getrouwd met een ingenieur. Het
meisje Lulu laat haar plastic eendje in het water vallen. Huilen. De alligator
en twee schilpadden schieten er op af. Met een dustpan uit de bar redden we de
badeend. Wordt de reis toch nog een avontuur.
Het eerste huis
bij de vissershaven is gebouwd door een Schotse dokter. De dochter werd
verliefd op een visser. Dat werd haar verboden, maar stiekem zagen ze elkaar
toch. Totdat hij naar een ver oord vertrok. Vaak zien mensen licht achter de
ramen van het huis. Dat is haar geest. Zo maakte ze geheime afspraakjes met de
visser. Zo heeft elk huis hier zijn geesten. Bijvoorbeeld het huis waar de
Engelse soldaten waren ingekwartierd tijdens de burgeroorlog. De knappe dochter
van de familie lonkte met de Engelse soldaten,
maar ze was een spionne. Op een dag vertelde ze de Engelsen, dat een beroemde
rebellenaanvoerder in de stad was. De Engelse soldaten stormden naar buiten.
Eén soldaat struikelde op de trap en brak zijn nek. Nog voelen de huidige
bewoners een hand op hun schouders als ze die trap afdalen. Alsof de geest hun
wil beschermen tegen struikelen. Er zijn ook huizen met kwade geesten, maar daar
vertellen de bewoners niet over. Dat maakt het huis onverkoopbaar.
Het historisch
gedeelte van Georgetown beslaat een vierkant van 4 bij 12 straten. De huizen
zijn uit de 17e en 18e eeuw. Er zijn meer dan 20 kerken
met elk een eigen kerkhof. Elk huis heeft een jogglingboard op de veranda, een
verende zitbank. Typisch voor South Carolina. Leer je toch nog iets van deze blog.
Het plafond boven de veranda is altijd lichtblauw geverfd. De Gullah slaven
deden dat om boze geesten af te weren. Een man is in de tuin aan het werk, we
maken een praatje. Over het huis, over Amsterdam en Delft (waar ze geweest
zijn), over Rotterdam, over Trump, over de burgeroorlog, over immigranten. Zijn
vrouw komt er bij staan, leuke mensen, we praten nog een kwartier.
Het is 4th of july, Independence Day. We hadden heel wat feestelijkheden verwacht, maar
het is stil op straat. En 33,4 graden. Met twee zitkussentjes gaan we naar het
koorconcert op het grasveld voor het Kaminski House. Het is erg patriotisch.
Saluut aan de vlag, het volkslied, voorlezen van de Declaration of Independence
, saluut aan de vijf legeronderdelen (de mannen die gediend hebben gaan staan
en er is dan applaus en hugs). Maar het was bijzonder om mee te maken (iets wat
we van de hele reis kunnen zeggen).
Na het concert
lopen we over de boardwalk terug. Vanaf een balkon horen we roepen: ROTTERDAM!
Het is donker, we zien de mensen op het balkon eerst niet goed. Het zijn de
mensen van vanochtend, die met de tuin. Ze zijn bij vrienden in het appartement
om naar het vuurwerk te kijken. We ontmoeten boven de Zwarts, de bewoners, Katherine en
Jack van vanochtend en Nancy en haar man. Ze geven ons te eten en te drinken en
vragen ons honderd uit over onze reis. Maar ook vragen ze, wat we van Trump
vinden. We aarzelen, we zijn gast. No you are among friends. Rommy zegt: he is a patient. Dat vinden ze
mooi gezegd. Rommy steelt de show, ik ben de sukkel met hoogtevrees die niet
kan zwemmen. Be it so. Na het vuurwerk blijven we nog wat drinken en het is heel
gezellig. We komen langs op de terugreis. We had a great night, we felt welcome
to the USA. Thank you. Dit, voor als ze het blog lezen, maar het is waar.
De Amerikanen
hebben van die dingen, zoals: bij de intro van het concert vraagt de spreker:
wil iedereen, die hier voor het eerst is zijn hand opsteken en blijven
opsteken. Dan vraagt hij het publiek te zeggen: welcome, we are glad you are
here. Het werkt, geloof het of niet.
In de ochtend
vertekken we met bloedend hart (rode tonnen aan bakboordzijde). Er is nog nooit
een hurricane in de Chesapeake Bay geweest. Daar gaan we heen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten