Bij zonsopgang zijn de landingsvaartuigen verdwenen, niks
van gemerkt, goeie mariniers. De eerste 10 mijl varen we door het oefengebied
van de Marines. Her en der liggen kapotte pantservoertuigen. Dit is pas de
Mekong. Je mag nergens aan land, er passeren visbootjes, verder is het stil.
De brug van Surf City laat ons een half uur wachten. Er komt
een ambulance. Als de ambulance in aantocht is sluit de brugwachter de bomen en
na vijf minuten zijn de linker weghelften leeg. De ambulance voorafgegaan door
een politiewagen gaat over de brug. Dan opent de brug en kunnen we doorvaren.
Goed werk.
We ankeren in de creek bij Beaufort NC (spreek uit: bovert),
een klein stadje met een historisch centrum. Er zijn veel tochtjesboten, de
eilanden voor het stadje zijn prachtig met wilde paarden. De Water Bug vertelt
de toeristen, dat die zeilboot uit Rotterdam komt. En dan is er de piratenboot,
de Revence of Queen Anne. Ze zijn verkleed en voeren een hele theatershow op
voor de kinderen. De kinderen mogen schieten met waterkanonnen, die op reling
zijn gemonteerd. En dan komt een klein bootje met een piraat langszij: eerst ruzie dan een zeeslag. Als ze
ons passeren horen we steeds hetzelfde stuk tekst: wanna –be-Jack-Sparrow,
Walt-Disney-reject. Het doet ons denken aan het Land van Ooit.
Beaufort heeft een buitengewoon Maritiem Museum. Een grote
collectie, goed uitgestald, goede teksten en vriendelijke staf. We mogen op het
uitkijkdek op het dak. Het museum is van de State, dus gratis. Als iets van
belastinggeld is betaald mag er niet aan verdiend worden, zo zijn ook de
zeekaarten van de NOAA gratis. Goed idee.
We lopen elke dag naar het winkelcentrum. Op het land is
heet, erg heet. Een dame stopt haar auto, draait het raam omlaag: are you boaters? Ze keert en brengt
ons naar het winkelcentrum. We kopen een Amerikaanse gasfles met regulator. Die
fles kunnen we nu bij elke supermarkt omwisselen, een half volle Europese fles
dient als reserve.
En dan wil de computer niet meer aan. Geen biepje, geen
lampje, geen gezoem, nada. Na wat omzwervingen komen we terecht bij een
computer nerd in Morehead City, de aangrenzende stad. Dan is het wachten op een
telefoontje. Is het te repareren? Moeten er onderdelen worden besteld? Moeten
we een nieuwe kopen?
We zijn dus nog wel een paar dagen in Beaufort. Maar erg is
dat niet, het is hier erg mooi, de mensen zijn erg vriendelijk en in Morehead
City is er twee keer in de week een Taoistisch Tai Chi klas. Hamish haalt me op
bij de steiger, in zijn rode sportwagen rijden we naar de klas. De instructeur
heet Terri en is Tai Chi glimlachend positief en aardig. In de pauze komt
iedereen naar me toe voor een praatje. Een vrouw vertelt, dat haar dochter
vorige maand in Rotterdam is geweest en dat ze het de mooiste stad van Europa
vond. Ik kreeg het even te kwaad.
De Nederland connecties zijn telkens verbazend. Hamish heeft
Nederlandse buren, hij heeft zelf veel in Nederland gewerkt, kent Zwolle,
Helmond en Rijswijk. We spreken een vrouw bij haar historische huis. Haar man
is van Nederlandse afkomst en is de stamboom aan het uitzoeken. Haar zoon is
met een Nederlandse vrouw getrouwd. De mensen waar we 4th of july vierden
heetten Zwart. Gisteren spraken we een man, die voor General Electric aan de
Helpman Centrale in Groningen had gewerkt. En ga zo maar door, altijd zijn er
connecties of zijn ze zelf in Nederland
geweest. Nou ja, Amsterdam. Hier dichtbij is een gebied, Terrasea gesticht door
Nederlandse settlers. Met tulpen, klompen en souveniers.
Het moederbord is defect. Er kan een nieuwe uit Taiwan
komen. Ik vraag de computerman naar een soortgelijke computer te zoeken, die je
hier kan kopen. Hij gaat aan de slag. Hamish maar bellen, dat ik ook naar de
vrijdagklas kom.
Het is morgen een jaar geleden, dat we uit Delfshaven
vertrokken. We krijgen een mail met een foto van de Islemunda collega’s. Moet
ik alweer bijna huilen. Ik mis John en die andere lui.
De mensen, die in Southport met ons als heroes op de foto
wilden sturen de foto. We laten hem zien.(oh nee, gaat niet. foto staat op de computer in reparatie. in plaats daarvan een foto van Rommy met het laatste stuk pizza)
In verband met de Tai Chi klas ontbijt ik om 07.00 uur en
lees mijn boek over de Amerikaanse geschiedenis (Burns). Op de privésteiger aan
de overkant zit een jonge vrouw te lezen. Als Rommy mij overzet naar die
steiger, zit ze er nog. Ze roept: Hallo, jullie zijn het. In het Nederlands
dus. We zagen haar eerder even op een motorbootje, dat een Amerikaanse en een
Nederlandse vlag voer. Ze heet Marie-Clair en haar familie bezit hier een huis
met steiger.
Tijdens de klas gaat mijn telefoon. Later bel ik de
computerman terug: hij heeft hetzelfde model gevonden, laat het opsturen en
vervangt de onderdelen. Zal 3 tot 5 dagen duren.
We zitten in de kuip en een jongen in een Laser vaart langs.
Hij roept: Bonjour (?), could you do me a favour? Yes?? Keep Trump! Hij ziet
rood-wit-blauw en denkt, dat we Fransen zijn. Trump is vandaag, in Frankrijk. Echter Trump heeft geen stijl,
geen manieren en geen intelligentie. Geen kans, dat de Fransen hem een dag langer
willen houden.
Morgen naar de Farmers Market en een tochtje met Hamish en Dorothy
naar het fort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten