dinsdag 16 mei 2017

Spanish Wells


We liggen mooi geankerd bij Channel Cay en vertrekken vroeg naar Current Island (de namen van de eilanden zijn erg saai). De hele overtocht moeten we uitkijken voor zandbanken en riffen. Een zwarte plek betekent:  a. Diep water b. Een waterplant c. Een omhoogstekend koraarif. Je moet dus maar van mogelijkheid c uitgaan en uitwijken. Grijs-bruin betekent: koraal of stenen op 2 tot 3 meter diepte. Wit betekent: zandbank, zeker als het zand boven het water uitsteekt. Helderblauw is lekker zand. Je staat voorop en leest een veelkleurige 1 : 1 kaart.


Onderweg vangen we een grote snapper, die zich hevig verzet. Even lijkt het of hij te sterk is voor onze lijn, maar dan laat hij zich ineens gemakkelijk binnenhalen. Reden: een haai heeft het staartstuk van de snapper afgebeten. We halen een halve snapper binnen.


De ankerplek bij Current is niet goed. Een laag van 10 cm zand op een steenlaag. Het anker ligt scheef omdat de punt op de steenlaag stuit. Op de kaart gezocht naar een plek met diep zand. Een half uur verder varen. Onze enige kans want daarna wordt het te donker. Maar we ankeren op zand. Rommy gaat voor de tweede keer te water om naar het anker te kijken. Helemaal perfect.


Na het zondagse ontbijt om 8.30 uur plaatselijke tijd begint de kampioenswedstrijd in de Kuip. We luisteren naar het verslag op Radio Rijnmond. Wat mooi voor Dirk. Als het 3-0 is, geloven we het wel en lichten het anker.

Doordat we de dag ervoor 3 mijl verder zijn gevaren ligt Spanish Wells maar op 2 uur afstand. Daar is het lastig ankeren. Het zijn 3 eilandjes met kanalen ertussen. De kanalen zijn te smal en te druk. We bellen de Yacht Haven. Ja er is plek. Als we arriveren zien we een nieuwe grote lege jachthaven met alleen 2 grote motorjachten. We zien een bar en een zwembad. Dit gaat ons wat kosten. Maar erg gunstig voor het vertrek van Lynn met de ferry en voor het repareren van de waterpomp op de Yanmar. Het blijkt $ 56 per nacht te kosten.  Mag voor een keertje.

Dus gaan we meteen in het zwembad liggen. Het echtpaar uit New Orleans, dat met het hele grote motorjacht chartert troont ons mee naar de douches. Prachtige marmeren badkamers, zo hadden ze het nog nergens gezien. We gaan alle drie douchen. Rommy en ik voor het eerst sinds december op de Kaarverden. Het was wel lekker, maar we houden toch meer van een plons in het blauwe water.

Spanish Wells is niet zo Bahamas, alles is hier spic and span, men spreekt zelfs Oxford English. Een grid stratenpatroon: fifty second street - corner High Road. Alle gekleurde huizen goed in de verf, geen rotzooi, geen ruines van vorige huricanes en men rijdt in golfkarretjes. Wat moet je met een auto. Ze zijn trots op hun eiland met een electriciteitscentrale en een grote supermarkt, die eigendom van de gemeenschap zijn. Aan de kade zit een oude man met een golfkarretje, die je gratis overal heen brengt. Voor de gesprekken met mensen. Niemand loopt hier, wel vragen ze steeds of je mee wil rijden in hun karretje. Nee we willen wandelen .... rare buitenlanders.


Met slingers en ballonnen uit de hardwarestore in Georgetown is de boot versierd voor Rommy’s verjaardag. De pavoisiervlaggen gehesen en een brownietaart gebakken. Lynn had de cadeau’s meegenomen. Een mooi begin van de dag. Daarna ga ik met mijn lekkende waterpomp wat garages bij langs en vindt de man die hem maken kan. Daar hou ik van: op zoek gaan naar een onderdeel of een mannetje. Je komt nog eens ergens en aan het eind is je probleem opgelost. We besloten de dag met een etentje bij Budda’s, een gezellige tent drie straten van de jachthaven. Als we binnenkomen zien we Heike en Herwich van de Worlddancer, die we eerder bij de varkensbaai ontmoetten. Ze willen over een paar dagen oversteken naar Chesapeak Bay (bij Washington).


De laatste dag van Lynn liggen we aan het zwembad. Om 13 uur gaan we met een grote reistas richting ferry. Ik vraag me af hoe lang het zal duren voordat we een lift van een golfkarretje krijgen. Het duurt ongeveer 6 seconden. Dennis, een Amerikaan brengt ons naar de ferry. Daar blijkt, dat we nog een uur moeten wachten. Stap in en ik laat je het eiland zien.. Dennis woont hier 10 jaar, kent iedereen en weet alles. Hij bouwde distributiehallen en heeft de zaak aan zijn bussines partners gelaten. Hij kreeg gisteren een groot stuk tonijn. Iedereen geeft hier iedereen dingen. We rijden naar zijn huis om een stuk tonijn voor ons te halen. Zijn huis is verbluffend, groot met een grandioos uitzicht. Beneden ligt zijn catamaran. Hij is duidelijk miljonair.  Zijn vrouw vond het niks. Ze zijn gescheiden en zij heeft het huis in Amerika. Terug bij de kade is de ferry er nog steeds niet. We rijden naar de oostpunt en zitten in een soort prieel naar de ferry uit te kijken. Ondertussen vertelt Dennis over het eiland, de politiek, het drugsverleden. Maar vooral over de hardwerkende bevolking. Een groot contrast met de andere eilanden van de Bahamas. Door de Engelse protestantse cultuur lost men hier samen de problemen op. Men helpt elkaar, men is actief. Op de terugreis willen we hier beslist langer blijven. Ik sprak gisteren in de supermarkt een politieagent en vandaag zagen we hem een paar keer op een brommer langskomen, luid groetend. We zijn gevallen voor Spanish Wells.



De veerboot naar Nassau komt uiteindelijk een half uur te laat. Eerst moeten er nog 40 kerkbanken (een donatie van de Methodisten) en een paar containers worden ingeladen. Een uur later zwaaien we Lynn uit.
We eten met Herwig en Heike bij Buddas. Morgen inkopen doen, tanken en dan op weg naar de Amerikaanse kust.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten