We liggen mooi geankerd
bij Channel Cay en vertrekken vroeg naar Current Island (de namen van de
eilanden zijn erg saai). De hele overtocht moeten we uitkijken voor zandbanken
en riffen. Een zwarte plek betekent: a.
Diep water b. Een waterplant c. Een omhoogstekend koraarif. Je moet dus maar
van mogelijkheid c uitgaan en uitwijken. Grijs-bruin betekent: koraal of stenen
op 2 tot 3 meter diepte. Wit betekent: zandbank, zeker als het zand boven het
water uitsteekt. Helderblauw is lekker zand. Je staat voorop en leest een
veelkleurige 1 : 1 kaart.
Onderweg vangen
we een grote snapper, die zich hevig verzet. Even lijkt het of hij te sterk is
voor onze lijn, maar dan laat hij zich ineens gemakkelijk binnenhalen. Reden:
een haai heeft het staartstuk van de snapper afgebeten. We halen een halve
snapper binnen.
De ankerplek bij
Current is niet goed. Een laag van 10 cm zand op een steenlaag. Het anker ligt
scheef omdat de punt op de steenlaag stuit. Op de kaart gezocht naar een plek
met diep zand. Een half uur verder varen. Onze enige kans want daarna wordt het
te donker. Maar we ankeren op zand. Rommy gaat voor de tweede keer te water om
naar het anker te kijken. Helemaal perfect.
Na het zondagse ontbijt
om 8.30 uur plaatselijke tijd begint de kampioenswedstrijd in de Kuip. We
luisteren naar het verslag op Radio Rijnmond. Wat mooi voor Dirk. Als het 3-0
is, geloven we het wel en lichten het anker.
Doordat we de dag
ervoor 3 mijl verder zijn gevaren ligt Spanish Wells maar op 2 uur afstand.
Daar is het lastig ankeren. Het zijn 3 eilandjes met kanalen ertussen. De
kanalen zijn te smal en te druk. We bellen de Yacht Haven. Ja er is plek. Als
we arriveren zien we een nieuwe grote lege jachthaven met alleen 2 grote
motorjachten. We zien een bar en een zwembad. Dit gaat ons wat kosten. Maar erg
gunstig voor het vertrek van Lynn met de ferry en voor het repareren van de waterpomp
op de Yanmar. Het blijkt $ 56 per nacht te kosten. Mag voor een keertje.
Dus gaan we meteen
in het zwembad liggen. Het echtpaar uit New Orleans, dat met het hele grote
motorjacht chartert troont ons mee naar de douches. Prachtige marmeren
badkamers, zo hadden ze het nog nergens gezien. We gaan alle drie douchen. Rommy
en ik voor het eerst sinds december op de Kaarverden. Het was wel lekker, maar
we houden toch meer van een plons in het blauwe water.
Spanish Wells is
niet zo Bahamas, alles is hier spic and span, men spreekt zelfs Oxford English.
Een grid stratenpatroon: fifty second street - corner High Road. Alle gekleurde
huizen goed in de verf, geen rotzooi, geen ruines van vorige huricanes en men
rijdt in golfkarretjes. Wat moet je met een auto. Ze zijn trots op hun eiland
met een electriciteitscentrale en een grote supermarkt, die eigendom van de
gemeenschap zijn. Aan de kade zit een oude man met een golfkarretje, die je
gratis overal heen brengt. Voor de gesprekken met mensen. Niemand loopt hier,
wel vragen ze steeds of je mee wil rijden in hun karretje. Nee we willen
wandelen .... rare buitenlanders.
Met slingers en
ballonnen uit de hardwarestore in Georgetown is de boot versierd voor Rommy’s
verjaardag. De pavoisiervlaggen gehesen en een brownietaart gebakken. Lynn had
de cadeau’s meegenomen. Een mooi begin van de dag. Daarna ga ik met mijn
lekkende waterpomp wat garages bij langs en vindt de man die hem maken kan.
Daar hou ik van: op zoek gaan naar een onderdeel of een mannetje. Je komt nog
eens ergens en aan het eind is je probleem opgelost. We besloten de dag met een
etentje bij Budda’s, een gezellige tent drie straten van de jachthaven. Als we
binnenkomen zien we Heike en Herwich van de Worlddancer, die we eerder bij de
varkensbaai ontmoetten. Ze willen over een paar dagen oversteken naar Chesapeak
Bay (bij Washington).
De laatste dag
van Lynn liggen we aan het zwembad. Om 13 uur gaan we met een grote reistas
richting ferry. Ik vraag me af hoe lang het zal duren voordat we een lift van
een golfkarretje krijgen. Het duurt ongeveer 6 seconden. Dennis, een Amerikaan
brengt ons naar de ferry. Daar blijkt, dat we nog een uur moeten wachten. Stap
in en ik laat je het eiland zien.. Dennis woont hier 10 jaar, kent iedereen en
weet alles. Hij bouwde distributiehallen en heeft de zaak aan zijn bussines
partners gelaten. Hij kreeg gisteren een groot stuk tonijn. Iedereen geeft hier
iedereen dingen. We rijden naar zijn huis om een stuk tonijn voor ons te halen.
Zijn huis is verbluffend, groot met een grandioos uitzicht. Beneden ligt zijn
catamaran. Hij is duidelijk miljonair. Zijn vrouw vond het niks. Ze zijn gescheiden
en zij heeft het huis in Amerika. Terug bij de kade is de ferry er nog steeds
niet. We rijden naar de oostpunt en zitten in een soort prieel naar de ferry
uit te kijken. Ondertussen vertelt Dennis over het eiland, de politiek, het
drugsverleden. Maar vooral over de hardwerkende bevolking. Een groot contrast
met de andere eilanden van de Bahamas. Door de Engelse protestantse cultuur
lost men hier samen de problemen op. Men helpt elkaar, men is actief. Op de
terugreis willen we hier beslist langer blijven. Ik sprak gisteren in de
supermarkt een politieagent en vandaag zagen we hem een paar keer op een
brommer langskomen, luid groetend. We zijn gevallen voor Spanish Wells.
De veerboot naar
Nassau komt uiteindelijk een half uur te laat. Eerst moeten er nog 40
kerkbanken (een donatie van de Methodisten) en een paar containers worden
ingeladen. Een uur later zwaaien we Lynn uit.
We eten met
Herwig en Heike bij Buddas. Morgen inkopen doen, tanken en dan op weg naar de
Amerikaanse kust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten