woensdag 8 februari 2017

Martinique



Komende nacht voor het eerst. Voor het eerst sinds Mindelo, vier weken geleden. Voor het eerst slapen in op een bed, dat niet beweegt. Na de oversteek, in de baai van Barbados lagen we behoorlijk te schommelen van de swell die de hoek om kwam zetten. Afgelopen nacht, de overtocht naar Martinique, werd ons 20 knopen wind beloofd. Gemiddeld klopte dat wel: de wind ging van 10 naar 30 knopen. Bij 30 haalden we grootzeil naar beneden en gingen verder op een puntje genua. En dat schommelt. Af en toe kom je los van het bed. Je slaapt wel omdat je moe bent, maar je wordt niet echt uitgerust wakker. En nu in de baai Cul de sac van Le Marin beweegt de boot niet. Je kan een kopje los op tafel zetten. Niet dat je dat doet, daarvoor zit alles vasthouden nog te veel in je systeem. Het is een ondiepe baai, omgeven door heuvels, die mijlen naar binnen loopt. Er liggen wel 1000 zeilboten en aan de kant zijn watersportwinkels, restaurants, service monteurs, charterbedrijven en bars waar een internationaal gezelschap sterke verhalen verteld. Morgen gaan we de was doen en een rubberboot zoeken. En sterke verhalen vertellen. Maar eerst slapen.


Onze fluitketel, model Lapin van de HEMA is stuk. Daarom zoeken we al een tijdje een lasser. We houden van de Lapin, maar de kwalitieit is slecht, we hebben er al drie versleten. Zie ik in een werkplaats, het bekende licht van een lasapparaat. Kun je even dit handvat lassen? Nee, dat doen we niet. Alleen maar drie keer aantippen. Zal ik het zelf doen? Nee we doen het niet. Stomme Franzosen. Op Barbados lopen ze twee blokken met je mee om je een winkel te wijzen, waar ze het wel hebben. Daar werkte een man een half uur aan mijn Penn en wou er niks voor hebben. Engelse cultuur vs Franse cultuur. Maar dan ’s middags in de oude haven, als Rommy onze nieuwe rubberboot betaalt, loop ik weer een werkplaats binnen (acces interdit au public), laat le Lapin aan een lasser zien. Moeilijk, dun, misschien brandt het door.. Een jonge metaalbewerker verstaat genoeg Engels: als er een gat in valt jammer, probeer het maar. En ons keteltje is even later weer gemaakt. Combien? Une bierre. Het blijft toch moeilijk met je vooroordelen over Engelsen en Fransen.


Jawel, een nieuwe rubberboot. Ik wou er één van 2.50 m, Rommy één van 2.70 m. Ze hadden er één uitgestald van 2.50 m, toch wel groot genoeg, dacht Rommyt.  Kom ik terug van de lasser: de 2.50 m was niet in voorraad, we kunnen de 2.70 kopen voor de prijs van een 2.50. Zitten we toch met een te grote rubberboot. Met opblaasbare V-bodem.


We brengen de oude banaboot (ik zwoer bij de bananaboot, tegen beter weten in) naar de Annalena en gaan grote pilsen drinken in de Mangobar. De Mangobar is van een Nederlander en heeft verschillende Belgische bieren, Affligem, Duvel, Hoegaarden. Vorige keer zaten we hier met Aad en Heleen. Nu spreken we wat Duitsers. Toch minder.

We zien mooie groene heuvels rond de baai en willen graag weer een lange wandeling maken. Maar het is hier zo bloedheet. Morgen vroeg opstaan? Als het nog koel is. We zullen zien.


Ik probeer  een selfie te maken, maar ik weet het juiste knopje niet te vinden. Ben ik bejaard of niet? Daarom maakt Rommy een foto, terwijl ik dit typ in de Mangobar van de Limburger. Met rode broek, opdracht van de mental coach. En rumpunch  drinken was ook de opdracht. Nou maakte ik dat altijd met een beetje Angustura. De Angustura is op, nu doen we het met Heusdener Kruidenbitter. Veel lekkerder.

Elke ochtend in Barbados kwamen paarden zwemmen in zee. Ze maakten luid snuivend een rondje om de boot. Mooi gezicht.

1 opmerking: