zaterdag 4 februari 2017

Barbados


Barbados 1

Nigel, de man wiens navigatielicht we vernielden, noemt de oversteek een “life changing experience”. Waarom? Je gaat op weg naar het midden van de oceaan. Daar ben je naar alle kanten 1000 nM (1800 km) verwijderd van het land, je bent op jezelf en op elkaar aangewezen. De boot, de wind, de golven, van niets ben je zeker. Je viert, dat je halverwege bent, maar de volgende dag is het nog 900 nM. Verdomd ver van alles vandaan. Als het nog 2 dagen te varen is, begint de wind in vlagen tot 28 kts te gaan en de golven van 3 meter worden dan golven van 5 meter. In het stikke donker zie je nog net de volgende pikzwarte wolken aankomen met weer zo’n bak wind. Dan wou je, dat je achter de geraniums zat. Maar na een paar uur past de angst zich aan, dan begin je 28 kts normaal te vinden. Als alles voorbij is, zeg je heel stoer: je moet bang durven te zijn, anders moet je het niet doen. Maar als je jezelf vast moet houden om niet door de kuip gesmeten te worden, alleen in het donker, met het helse lawaai van de golven, dan ben niet zo stoer.


We vinden een kerel die de lamp van Nigel kan bestellen. Morgen, donderdag om 11 uur arriveert het pakket. Er is altijd een oplossing. Later gaan we met een taxi naar de gasfabriek, ver buiten Bridgetown. Nee, die fles konden ze niet vullen. Misschien bij Rubigas.. Via landweggetjes komen we bij de Rubigas, ze kijken lang naar mijn fles en de adapter, die ik op Puerto Rica heb laten maken. Een levensgevaarlijk ding zegt Coen en die zit in gas. Ja, ze vullen hem. Bij het betaalloket zien we de Belg die ons hielp de dinghy te redden. Is geen Belg maar Nederlander. Rubigas was zijn vierde gasstation. We praten over de reisplannen tot de flessen gevuld terugkomen. Morgen ga ik met de andere fles. Het gas kost $16, de taxirit $60, maar een Barbados dollar is ongeveer een halve Euro.


In de stad zoeken we: een bakker, een autoverhuurbedrijf, een lasbedrijf. Zonder die te vinden belanden we in de Barbados Yacht Club en worden ‘visiting member’ voor een week. Wel aan dresscode voldoen. Op het strand van de club drinken we een Banks, het locale bier. Heerlijk, het was bloedheet in de stad. Langs het strand lopen we terug, de dinghy ligt in de oude haven, naast het beeld van Nelson.


De eerste mail, die we hier via de Pirates Cove binnenhaalden was van Lex: de trouwerij in juni is een jaar uitgesteld. Myriams familie kan niet reizen. Als haar ouders de USA verlaten komen ze er niet meer in. De USA bezoeken is ook niet mogelijk. We hadden gepland de maand juni in Nederland te zijn, dat is dus niet meer nodig. Kan wel, maar kost veel geld. Voorzichtig maken we andere plannen. Bijvoorbeeld: niet naar Curacao om de zomer over te blijven, maar naar New York. Dan na de zomer via de intercoastal naar het zuiden en naar Cuba. Kan allemaal. Voorlopig van hier naar Martinique en daar met Jori en Wijnand wat rondzeilen.


We huren een auto bij Adams Rental. Staat de volgende ochtend bij Independence Square, waar we onze dinghy leggen. De deur is open, de sleutel onder de mat... Links rijden kost veel concentratie, vooral in de stad. Maar we halen nog een volle gasfgles bij Rubigas en maken een rondje over het eiland. 21 bij 14 mijl, groot is het niet, maar de meeste wegen laten vanwege de gaten niet harder dan 40 km/uur toe. We lopen door een stuk regenwoud met apen, reeën en turtles. En we gaan naar Harrisons Cave. Met een treintje ga je daar door heen. Ik verwachte Indiana Jones: scheuren een een klein karretje over rails op hoge palen, die bijna omvallen. Nou het treintje was een soort grote scootmobiel met karretjes op brede rupsbanden. Over een uitgehakt asfaltweggetje reden we langs de grotten. Vreselijk saai, zeker voor mensen die net in een klein bootje de oceaan zijn overgestoken. Maar daarna was de Oostkust indrukwekkend, hoge branding, uitgesleten rotsen en een lekker biertje om van het uitzicht te genieten. Komt een Amerikaan uit Texas naast ons zitten om uit te leggen dat Trump groot gelijk heeft. Die vreemdelingen kosten te veel en ze dragen niets bij. We horen het glimlachend aan. Zo relaxed zijn we inmiddels wel.


Adams Car Rental is in een steegje bij het cricketstadion, jawel: het cricketstadion. Maar we vinden het niet. Vragen aan een politieagent, die auto’s aanhoudt om iets te controleren. Hij legt het uit. Oh, sorry, maar English is not your first language en hij legt nog twee keer langzaam uit. We kennen het dan uit het hoofd: twee keer bij het stoplicht links, dan het witte gebouw. Als ik vertel, dat ik bij de poilitie was, krijg ik een brother handshake en dan zet hij het verkeer van beide kanten stil, zodat we de auto kunnen keren. Zo aardig zijn ze hier allemaal. Ze lopen met je mee als je de weg niet weet, een man repareerde mijn Penn-reel voor niks (weddenschap wel gewonnen, maar geen nieuwe reel meer nodig). We gaan trouwens wel voor een opblaasboot, de banaboot is te wankel (weddenschap wel gewonnen maar toch).

Dit bericht maken we onder een palmafdak van Pirates Cove Beach. De prijzen van de drankjes zijn ongehoord. Vlak voor ons ligt de Annalena te dobberen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten