Terug in Oriental, North Carolina. We liggen aan het gratis town dock tegenover The
Bean, het koffiehuis waar het hele stadje binnenloopt. Alle nieuws wordt
uitgewisseld en van commentaar voorzien. Af en toe staat iemand op om zijn
koffiebeker bij te vullen en ondertussen lullen ze maar door. Ik zit met een
cappucino te lezen, maar raak snel in de gesprekken betrokken. De
één na de ander komt aan mijn tafeltje zitten. Aan de hand van Google Maps
wijst een man mooie eilanden in Georgia aan. Op één ervan leefde hij in een
hippy-commune. Later, Rommy is er bij komen zitten, komt een vrouw komt binnen
en zegt: blijf op afstand want ik krijg chemo, ik kwam alleen maar om
te vertellen dat ik mijn auto vandaag niet gebruik, dat de boaters hem kunnen
lenen. Op een meter afstand van elkaar
praten we over haar vriendin, die in Leiden is gepromoveerd. Wij werden gisteren
door de cheffin van de supermarkt overal naartoe gebracht. Er is een tweedehands
watersportwinkel, de sleutel van de winkel krijg je mee van de autohandelaar
ernaast. Zo’n stadje dus.
We willen
eigenlijk nog een dag blijven, maar we willen ook graag naar Beaufort om Hamish
en Dorothy weer te zien. Uiteindelijk varen we toch naar Beaufort, kan ik vrijdag
nog een keer aan de Tai Chi klas meedoen.
We ankeren weer
in de Taylor Creek. De New York Times brengt 5 metoo beschuldigingen aan het
adres Louis C. K. mijn favouriete komiek. Hij is zo goed en wat nu? Hij blijft
natuurlijk goed, maar moet ik er niet meer naar kijken? Gewoon een verschil
maken tussen de komiek en de persoon? Twee dagen later publiceert Louis C. K.
een brief waarin hij erkent, dat hij het niet hadden moeten doen. Hij deed
nooit iets zonder instemming, maar als je zo beroemd bent geeft dat erg veel
macht, erkent hij nu. Klopt. Hij is weer mijn man.
In de nacht daalt
de temperatuur naar 2 graden C. De laatste avond eten we een piza met onze vrienden.
We nemen afscheid, we zien elkaar waarschijnlijk nooit meer. De tocht naar de
boot in de dinghy is ijskoud. Als we ’s morgens om 7 uur wegvaren staat Terry
op de steiger bij de Townhall ons uit te zwaaien en foto’s te maken. Met de
stroom mee worden met 8,4 knopen naar buiten gelanceerd. De betonning is
verwarrend, tegen de zon in is de kleur niet te zien en ze zijn allemaal
vierkant. Toen we Fort May bezochten zagen we een zeilboot op een zandbank
lopen. Wij komen veilig naar buiten. Langs Cape Fear naar de inlet bij
Georgetown. Eén nacht doorvaren.
Rommy heeft een
nieuw aas en lijn op de grote hengel gezet. Na een uur hebben we een tonijn,
een litle tunny, genoeg voor 2 maaltijden.
In de Bean
vertelt een man een mop met zijn
linkerhand op de rug. Hij vertelt: Ik zag een man met één arm aan het
vissen. Gaat dat, vroeg ik. Ja hoor, als ik beet heb klem ik de hengel zo onder
mijn arm en draai met hand de molen (de verteller hij doet het voor met
zijn rechterarm). Gister heb ik zo’n
grote vis gevangen. En steekt zijn ene hand naar voren ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten