woensdag 15 november 2017

Oriental en Beaufort revisited





Terug in Oriental, North Carolina. We liggen aan het gratis town dock tegenover The Bean, het koffiehuis waar het hele stadje binnenloopt. Alle nieuws wordt uitgewisseld en van commentaar voorzien. Af en toe staat iemand op om zijn koffiebeker bij te vullen en ondertussen lullen ze maar door. Ik zit met een cappucino te lezen, maar raak snel in de gesprekken betrokken. De één na de ander komt aan mijn tafeltje zitten. Aan de hand van Google Maps wijst een man mooie eilanden in Georgia aan. Op één ervan leefde hij in een hippy-commune. Later, Rommy is er bij komen zitten, komt een vrouw komt binnen en zegt: blijf op afstand want ik krijg chemo, ik kwam alleen maar om te vertellen dat ik mijn auto vandaag niet gebruik, dat de boaters hem kunnen lenen.  Op een meter afstand van elkaar praten we over haar vriendin, die in Leiden is gepromoveerd. Wij werden gisteren door de cheffin van de supermarkt overal naartoe gebracht. Er is een tweedehands watersportwinkel, de sleutel van de winkel krijg je mee van de autohandelaar ernaast. Zo’n stadje dus.

Een bekende hier in town is Martijn Dijkstra. Hij komt uit Bruinisse en vaart al 11 jaar langs deze kust. Hij haalt spullen van gezonken boten en verkoopt ze. Hij repareert oude spullen en knapt zijn grote stalen Colin Archer op. Hij bouwt motoren om en zet masten recht. Hij ziet er naar uit om straks naar St Maarten te varen en spullen van de gezonken boten te halen. Handige kerel, aardige kerel. Hij spreekt Amerikaans met een Zeeuws accent.



In Oriental stemmen ze Democraten, de gepensioneerde professoren en journalisten. In de omgeving stemmen de plattelanders Trump. We praten over Updike: suburb missery. De oude vrouw zegt: you learn the most from fiction. Helemaal mee eens: Updike, Franzen, Mc Innerly en ook Hemmingway, Steinbeck en  Faulkner zijn de beste leerboeken over Amerika. 


We willen eigenlijk nog een dag blijven, maar we willen ook graag naar Beaufort om Hamish en Dorothy weer te zien. Uiteindelijk varen we toch naar Beaufort, kan ik vrijdag nog een keer aan de Tai Chi klas meedoen.
We ankeren weer in de Taylor Creek. De New York Times brengt 5 metoo beschuldigingen aan het adres Louis C. K. mijn favouriete komiek. Hij is zo goed en wat nu? Hij blijft natuurlijk goed, maar moet ik er niet meer naar kijken? Gewoon een verschil maken tussen de komiek en de persoon? Twee dagen later publiceert Louis C. K. een brief waarin hij erkent, dat hij het niet hadden moeten doen. Hij deed nooit iets zonder instemming, maar als je zo beroemd bent geeft dat erg veel macht, erkent hij nu. Klopt. Hij is weer mijn man.

Het is Veterans Day, scholen en postkantoren zijn gesloten. In de Tai Chi klas werken we aan het kick gedeelte. Dat deden we op de heenreis ook, hebben ze ondertussen 104 bewegingen gedaan. Terry, de lerares, brengt me terug. Aan boord praten we met haar met een kopje thee. Buiten waait een stevige en koude wind. In de tweedehands watersportwinkel kopen we een in-line filter voor de buitenboordmotor. Als het past kan het de verstoppingen van de low-speed sproeier voorkomen. We dineren bij Hamish en Dorothey, gegrilde groente, spruiten, zijn hier zeldzaam..

In de nacht daalt de temperatuur naar 2 graden C. De laatste avond eten we een piza met onze vrienden. We nemen afscheid, we zien elkaar waarschijnlijk nooit meer. De tocht naar de boot in de dinghy is ijskoud. Als we ’s morgens om 7 uur wegvaren staat Terry op de steiger bij de Townhall ons uit te zwaaien en foto’s te maken. Met de stroom mee worden met 8,4 knopen naar buiten gelanceerd. De betonning is verwarrend, tegen de zon in is de kleur niet te zien en ze zijn allemaal vierkant. Toen we Fort May bezochten zagen we een zeilboot op een zandbank lopen. Wij komen veilig naar buiten. Langs Cape Fear naar de inlet bij Georgetown. Eén nacht doorvaren.


Rommy heeft een nieuw aas en lijn op de grote hengel gezet. Na een uur hebben we een tonijn, een litle tunny, genoeg voor 2 maaltijden.

In de Bean vertelt een man een mop met zijn  linkerhand op de rug. Hij vertelt: Ik zag een man met één arm aan het vissen. Gaat dat, vroeg ik. Ja hoor, als ik beet heb klem ik de hengel zo onder mijn arm en draai met hand de molen (de verteller hij doet het voor met zijn  rechterarm). Gister heb ik zo’n grote vis gevangen. En steekt zijn ene hand naar voren ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten