Als we havenhoofd ronden staan Coen, Mette, Mats en Jule daar te zwaaien. Nog meer welkom..
De tocht heeft 15 dagen geduurd.
We vertrekken op 2 juni van Bermuda:
Het uitklaren en het tanken duurt langer dan gedacht. Er
gaan veel boten weg. Om 11 uur melden we Radio Bermuda, dat we vertrekken en
verwachten over 17 dagen in Flores aan te leggen. We bedanken voor de
assistentie en hij wenst ons een goede reis.
We varen achter de Witchcraft, de Vaia Lobi en de Mero. We
houden elkaar op de hoogte, maar aan het eind van de dag zijn ze buiten VHF
bereik. Er is ook een Nederlands korte golf netje. Onze ontvangst is echter
slecht. Het weer is schitterend. Een kalme zee en
een matige ZO wind.
De koers is 70 ⁰. De bedoeling is om bij de 38ste
breedtegraad te geraken. We varen dan met een boog naar de Azoren. Ten westen
van de Azoren ligt bijna altijd een hogedruk gebied. Daar is het windstil. De
rechtstreekse route (rhumbline route) betekent veel dagen op de motor. Zoveel diesel
hebben we niet aan boord. Ten noorden
van de 40ste breedtegraad komen de depressies langs (we zien een zware storm in
aantocht op de weerkaart), die later over Engeland en Nederland gaan. Dus het
is zaak niet te laag en niet te hoog te varen.
De nacht is regenachtig. We krijgen de wind meer van
achteren. De windpilot houdt de boot niet meer op koers. De elektrisch
stuurautomaat doet het niet meer. In de ochtend zetten we de boom uit en dan
kan de windpilot het wel aan. We hebben 140 nM afgelegd.
De eerste dagen zijn lastig. Het is nog zo heel ver. Het
weer voor de tweede helft is nog onbekend. We zijn nog niet gewend aan het
ritme van drie uur slapen en drie uur wacht. Het schommelen is doodvermoeiend.
Na vier dagen komen we in het ritme. Dan denken we: gewoon rustig doorgaan en dan kom je er
vanzelf een keer.
Er zijn weer problemen en storingen. De genua wil halverwege
niet meer naar binnen, het touw van de rol klemt zichzelf vast. Dus naar voren,
de boel met de hand dichtdraaien en het touw er winding voor winding uit halen.
En dat bij golven die zo af en toe over het dek spoelen. Het probleem met de
elektrische stuurautomaat is weer een gebroken aandrijfriem. Bij weinig wind
halen we het stuurwiel los en repareren de riem met een canvas strip en
bisonkit. Later breekt de beugel die de spinakerboom omhoog houdt. Popnagelen
op een stampend voordek is niet aantrekkelijk, dus maken we met twee harpjes en
een slangenklem een constructie. Tenslotte is er het probleem met het downloaden van
gribfiles. Na veel pogingen lukt het soms. We hebben daarom Bas via sms
gevraagd naar een weerbericht. Hij geeft de nodige informatie voor de komende 7
dagen. Werkt prima.
De wind is de eerste dagen zuidelijk en later
westelijk. Dat betekent halve wind varen of voor de wind. Meestal waait het
rond de 4 Bft. Soms wat meer, soms wat minder. Allemaal heel plezierig. De
dagafstanden zijn tussen de 90 en 140 nM. We doen bijna alles met de windpilot
stuurautomaat. Het is een hele kunst hem in de goede stand te krijgen, maar het
gaat steeds gemakkelijker.
Op dag vijf komt er een groep dolfijnen langs. Ze blijven
niet lang. We varen op dat moment maar 3,5 Kts, zeker te langzaam. Het zijn
gespikkelde dolfijnen. Het Nederlandse
korte golf netje kunnen we half verstaan. We horen de posities van de schepen.
Aan het eind vangen we het advies op voor “de achterblijvers” om op de 36e
breedtegraad te blijven. Een passerend containerschip verteld ons, dat de tropical
storm boven Florida op de 40e graad zal langstrekken. We besluiten
naar het zuiden af te buigen. In de ochtend passeren we de 37e graad
en zien een groot zeiljacht aan stuurboord oplopen. We besluiten een boom op de
genua te zetten om meer vaart te maken en langer in de buurt van het jacht te
blijven. Ik trek de genua naar het
uiteinde van de boom. Met een heldere TAK breekt de boom. Het uiteinde wordt
door de genuaschoot als een afgeschoten onderbeen door het water getrokken. Het
ander stuk steekt nutteloos naar buiten. We staan allebei te vloeken, ik op het
voordek, Rommy achter het stuurwiel. “Alles gaat verdomme stuk”. Maar we hebben
nog de grote passaatboom op het dek liggen. Ik maak een bevestiging om hem vast
te zetten en het werkt eigenlijk prima. Het zeiljacht naast ons was ons tijdens
deze consternatie aan het oproepen. Als de passaatboom goed staat, roep ik ze
op. Het is de Lila, een charterschip met bemanning uit St Maarten en een Zuid
Afrikaanse kapitein. We krijgen een weerbericht en we wensen elkaar “goede
vaart”. Een half uur later roept hij ons op en raadt ons af verder naar het
zuiden af te zakken. We zitten tegen het hogedruk gebied aan en zouden weldra
zonder wind komen. De depressie die overkomt op 40 graden zal 15 tot 20 knopen
wind geven op deze hoogte. We volgen zijn advies.
De wind valt inderdaad wel mee. Maar de golven. Drie tot
vier meter hoog, de windpilot loopt er telkens uit. Ik vind het niet leuk meer.
Waren we toch maar naar 36⁰ gegaan. Die
nacht komt er niets van slapen. De volgende ochtend met een zonnetje er bij is
mijn angst weggezakt. Het is nu veel sturen om de hele grote golven op te vangen.
Op de Navtex heeft het Hurrican Center de tropical storm Andrea (ze beginnen met de A) omgedoopt tot een ”Post Tropical
Storm”. Het orkaan seizoen is begonnen, goed dat we naar Europa gaan.
Inmiddels zitten we in de zuidkant van wat eerst Andrea was.
Windkracht 6 en golven van 4 meter. Als het even wat harder waait, sturen we met
de hand. Met de stroom er bij maken we 6 tot 7 knopen. We zien uit naar het
moment dat de wind afneemt en naar het noorden draait. Weer komt een groep
dolfijnen langs. Nu we zo hard gaan blijven ze in onze boeggolf zwemmen. Het is
altijd geweldig om te zien.
‘s Nacht is het niks
met de wind. We zetten de motor bij. In de ochtend maak ik van de windstilte
gebruik om het stuurwiel er af te halen en nogmaals de aandrijfriem van de
stuurautomaat met canvas en bisonkit te repareren. Als we nou niet op de
knopjes van de automaat drukken om de koers bij te stellen, maar de automaat
even uit doen, met de hand bijsturen en dan de automaat weer aan. Dan komt het
geplakte stuk van de riem niet bij het tandwiel van de aandrijving. Hoop
ik..
’s Middags weer goede wind. Met de genaker gaan we als een
lier. Voor de nacht zetten we de genua en een tweede rif. Dat blijkt ook nodig,
we gaan nog steeds meer dan 6 knopen. In de ochtend is het weer rustig. Om 06.30
uur zwemt een groep tuimelaars een half uur mee. We beginnen het gewoon te
vinden. Als Rommy is uitgeslapen halen we het tweede rif er uit, ik zet de boom
en met de zeilen over twee kanten gaan we dan 5 knopen. Het is nog 489 nM naar
de Azoren. De koers is recht op Flores aan ( de VOG is bijna gelijk aan de VMG
naar Flores). Het stralende dag, rustig voor de wind, de windpilot doet het
werk. Ik doe wat klussen en we lezen. We lezen een boek per dag, een e-book
dus. Ik herlees alles van Hermans, Mulisch, Brakman en Karel van het Reve.
Verder makkelijke boekjes van Brusselmans, Koch, Simenon, le Carré en Fortsyth.
Ik geniet erg van Mc Ewans “Solar” (al zijn boeken zijn opgedragen aan “Annalena”).
Een dag later hebben we goede ontvangst van het Nederlandse
korte golf netje. We horen dat we nog 4 dagen een mooie ZW wind kunnen
verwachten. Het begint 14 juni met een dag met wat meer wind, daarna is het nog
360 nM te gaan.
De hengel staat altijd uit. Eén keer brak de lijn, maar
daarna is er niets meer gebeurd. We eten al een week uit blik.
Bij het weghalen van het tweede rif komt de vislijn in de
windgenerator. Het lukt niet de snoer uit de molen te krijgen. Op het randje
van de reling gaan staan bij een sterk schommelend schip midden op de oceaan is
niet verstandig. De generator draait niet meer, maar de komende twee dagen
kunnen we zonder. Weinig wind van achteren levert toch geen stroom
op.
De nacht is pikdonker. Met de kompasverlichting voor je, zie
je zelfs het grootzeil niet. Rond de boot is alles zwart, geen horizon, geen
sterren, niks. Dan een mooie ochtend, de
wind ruimt. Daardoor moeten we aan de wind varen. We maken geen vaart meer. Met
motor en grootzeil varen met een Franse tweemaster aan bakboord richting
Flores. De nieuwe vislijn is er ook al weer af. Een zeer grote vis. De
gerepareerde aandrijfriem van de stuurautomaat heeft het niet gehouden. Op de
Azoren een nieuwe zien te krijgen. Nog 139 nM. Blauwe lucht, weinig wind. Het
Azoren Hoog..
We varen een nacht en een dag op de motor. Om de beurt sturen we. Zeer vermoeid komen we op Flores aan. Waar de dolfijnen en de Mero ons verwelkomen.
Het is goed om van jullie te horen , jammer van al die tegenslagen .
BeantwoordenVerwijderen