Ik zit voor het raam van Gerry s appartement aan het IJ. Het is 2 maanden geleden, dat ik naar het hospitaal van Hampton ben gebracht. Alles gaat uitstekend, alleen de lichamelijke en geestelijk conditie is nog niet helemaal wat het is geweest.
Ik zal hieronder
verslag doen van het ziekenhusi- avontuur en daarmee het blog (voorlopig)
afronden.
Na een week bij Norfolk te heb gelegen, gingen we naar
Hampton, het stadje waar de NASA is begonnen. Ik bezocht het museum en wandelde
in de buurt. Rommy ondernam steeds de voettocht naar de FoodLion, dat was voor
mij te ver. Elke dag werd ik kortademiger. Op het eind zette ik Rommy af op de
gemeente-steiger en liep daar nog een klein stukje. Ik had leuke gesprekken met
Robbert van de toeristenboot. Ik was in de war, toen Robbert zei: ik ga een
ambulance voor je bellen. Hij was zelf
medic op een ambulance geweest en wist wat hij zag. Ik sputterde nog wat, belde Rommy. Dat kost
hier wel $600 dollar, maar als ik moest het maar doen. Even later lag ik de
ambulance.
In het algemene ziekenhuis van Hampton werd ik 3 dagen aan
alle mogelijke testen onderworpen. Een stetoscopie bracht tenslotte de dichtgeslibte
kransslagaders aan het licht. Ik werd overgebracht naar het Hart Hospital in
Norfolk. Dat is het beste hart ziekenhuis van de USA en daarmee misschien wel
van de wereld. En het was een perfect ziekenhuis, voor zover ik het heb
meegemaakt.
Rommy was ondertussen heel druk met het regelen van de
vergoedingen bij de SOS-dienst en de OHRA. Ze deden overal moeilijk over en
stelden hun besluiten uit. Ook wist Rommy een gratis ligplaats in Norfolk van
de OCC te krijgen en werd ze geweldig geholpen door een aantal mensen daar. De
chirurg, dokter Unger heeft de operatie gedaan zonder formele toestemming uit
Nederland, het kon niet meer wachten.
Na de operatie begon de ellende. Ik lag voor dood aan de
machines en leek niet te herstellen. Na
5 dagen coma kwam er weer leven in me en na 10 dagen werd ik uit de coma
gehaald en verbleef nog een paar weken op de IC. Daar herinner ik me helemaal
niets van . Ik had vreselijke nachtmerries met moord en doodslag, die ik me nog
steeds tot in detail kaan herinneren. De eerst tijd dat ik wat meer bij kennis
was, kon ik ook nachtmerrie en werkelijkheid niet onderscheiden.
De machteloosheid: ik kon het knopje om de zuster te bellen
niet indrukken, ik kon een hoofdkussen niet optillen en ik had nooit geweten,
dat mijn mobiel zo loodzwaar was.
Maar het langzaam beter, eerst langzaam en later heel snel.
Een week fysiotherapie deed wonderen. De mooiste momenten waren; Voor het eerst
naast mijn bed staan, de fit-to-fly verklaring van Unger, weer mogen eten, weer
dunne vloeistoffen mogen drinken, de eerste 5 stappen buiten mijn kamer en
tenslotte de discharge en de tocht naar het Marriott- hotel. Ik moest steeds
janken, ik ben nog steeds erg jankerig.
Bereid je maar voor. Het was weer heel veel mailen en bellen om een
vlucht geboekt te krijgen, maar na 10 dagen hotel vlogen we business-class van
Washington naar Amsterdam in een bijna lege Airbus 330.
In Amsterdam werd ik meteen met een ambulance naar het AMC
gebracht. Na twee dagen testen en met dezelfde 12 medicijnen als in de US
bracht Bert ons naar de Westerdoksdijk aan het IJ. Bert heeft een huisarts
geregeld en ons overal naar toe gebracht. Het AMC heeft controles, fysiotherapie
en dieet advies geregeld. Ik loop elke dag een paar blokjes om en doe alles
weer.
Ik ben dankbaar voor
de hulp van zoveel mensen aan Rommy en aan mij. Allereerst Robbert, die me in
de ambulance zette en daarmee mijn leven redde. Natuurlijk dokter Unger en
IC-zusters. De staf van het ziekenhuis, die dingen uitzocht en regelde. Carl en
Bernie van de ankerplaats in Hampton, die met de boot hebben geholpen en me met
de auto hebben rondgereden. Bij een afscheidsborrel op de steiger in Norfolk
waren 14 mensen, die ons hadden geholpen. Nou jank ik dus. En Door en Bert in
Nederland. Jank, jank. En Heike en Herwig. Danke fur alles und wir sehen uns
bestimmt wieder. En Gerry, die ons een maand hier laat wonen. Op het eerste
bericht van Rommy op de App, kwamen 30 meelevende reacties van internationale
zeilvrienden.
Met Door en Bert gingen we donderdag een penthouse in
Rotterdam-Zuid bezichtigen. Inmiddels heben we geboden en is er redelijke kans,
dat Scherpenhoek 86 onze nieuwe woning wordt.
Alleen maar gunstige berichten. Maar Rommy mist het
Caribische leven heel erg en het is extra erg omdat je hier door her virus
bijna niks leuks kan ondernemen.
De boot staat in ergens heel veilig op het land en volgend
voorjaar gaan we misschien nog even varen en dan maakt Rommy de oversteek
terug. Er hebben zich een aantal enthousiaste en kundige zeilvrienden gemeld om
die overtocht mee te maken. Het ligt nog niet vast, dus je kan je ook nog
melden. Het is een onvergetelijke ervaring.
De afgelopen 4 jaar zijn so-wie-so onvergetelijk, ook daar
ben ik dankbaar voor.. Dat nemen ze ons niet meer af.
Zoo, dat is schrikken! Sterkte gewenst met het verdere herstel. Groeten van Atty en Jan Willem van de Quies
BeantwoordenVerwijderenNow you know. Beterschap!!
BeantwoordenVerwijderen