De volle maan zit
nog achter het bergachtige eiland, als we aankomen bij Providencia. De geul
naar de ankerbaai heeft verlichte tonnen, we houden rood rechts en ankeren om
21 uur.
De volgende dag
is zondag en maandag is een feestdag (vrouwendag). Het eiland is al zeer
laidback, maar nu is het helemaal ingeslapen. De mensen die we tegenkomen zijn
allemaal in voor een praatje, het bevalt ons meteen. De hoofdstad is een dorp
met supermarkten, drogisten, hardware stores, restaurants en scooterverhuur. De
jonge eco-toeristen zitten aan de zuidkant in kleine hotels, daar zijn ook de
duikscholen. Op zaterdag is er een paardenrace op het zuidwest strand. Ook is er een
arena voor hanengevechten.
De gemeentelijke
kade heeft een hoge betonnen rand, we gooien ons kleine paraplue anker uit om
de dinghy van de kant te houden. Anders schuurt onze nieuwe Mercury
buitenboordmotor tegen de rand. We lopen een voetpad langs de zee naar Morgans
Head, een rots in het water. Een mooie wandeling. Als we 2 uur later terugkomen
heeft de motor lelijke krassen opgelopen: het ankertje is gestolen. Mr Bush,
onze agent, die we $80 betalen om ons naar het douanekantoor te brengen, zegt
dat dat niet kan, dat hier niet gestolen wordt. Hij zit in de ontkennende fase.
Ik heb gelezen,
dat er op een gegeven moment 800 mannen van dit eiland in de gevangenis zaten,
opgepakt als bemanning van Colombiase cocaïneboten. Zo eerlijk zijn ze ook weer
niet. De volgende dag gaan we naar de Fiscales (recherche). Er wordt een noticia criminal opgesteld, mijn
vingerafdruk komt erop. Een interessante ervaring. De rechercheur legt zijn
pistool tussen ons op tafel: hij heeft meteen gezien dat ik te vertrouwen ben.
Jammer dat hij alleen Spaans spreekt. Later komt de Officier van Justitie
langs, die spreekt goed Engels. Maar alles staat correct in de noticia.
Er wonen hier
overigens ongeveer 5000 mensen.
Providencia is
natuurlijk ontdekt door Columbus. De Spanjaarden waren verder niet
geinteresseerd in het eiland. De eerste settlers waren Engelse Puriteinen, daarna
kwamen de Nederlandse slavenschepen van de Triangle Trade. Een tijd was het in
handen van piraten, Morgan en Aury zijn bekende namen. De huidige bewoners
stammen af van gestrande slaven uit Jamaïca. Het ligt vlak voor de kust van
Nicaragua maar is met San Andrés deel van Colombia. San Andrés is koraal,
Providencia is vulkanisch.
We beklimmen The
Peak, de hoogste berg. Is goed te doen zei men, alleen aan het eind gaat het
erg steil omhoog. Inderdaad het gaat op het laatst steil omhoog, dan zijn we op
een soort platform en zien dat het steile stuk nog komt. Alles in de felle zon,
midden op de dag. Eerst hebben we een gids, Livingston. Hij vertelt over
planten en dieren, doet plantensap op een kras op mijn arm en voorhoogt al
lopende zijn tarief. We betalen hem 30.000 pesos en gaan alleen verder.
Rommy gaat een
dag duiken en ik toer rond op een scooter. Er is één weg rond het eiland met
een paar zijstraten. Bijna iedereen vervoert zich met een scooter of een lichte
motor. Gezinnen met kleine kinderen en baby’s, hoog opgestapelde dozen waar ze
net overheen kunnen kijken, palen, hekken, autodeuren, de geluidsinstallatie
van een reggaeband, hele dikke vrouwen ..... alles op de scooter.
Ik kom Mr Bush
tegen op straat en begin over het ankertje. Did you find it? Vraagt hij. Hij zit nog steeds in de ontkennende fase.
De infrastructuur
is voorbeeldig, overal hoge stoepen van beton of loopbruggen met gekleurde
leuningen, straatverlichting en wegen zonder gaten. Om de 100 m overdekte
zitbankjes. Zelfs diep in het bos zijn er stevige bruggen over elk riviertje.
Colombia heeft hier miljoenen ingestopt. Misschien om het werken in op de
cocaïneschepen tegen te gaan? Overal beelden en mozaïek en veel huizen zijn
getooid met een portret van een reggae zanger.
Buitenlanders
kunnen hier geen grond kopen, dus geen villawijken. Geen grote hotels, alleen
kleinschalig eco-toerisme. Er zijn 100 auto’s en 3000 scooters. Providencia
ziet er nog net zo uit als voor het toerisme. Als het in het voorjaar begint te
regenen komen de Zwarte Landkrabben uit de bossen en lopen naar de zee om daar
hun eieren te leggen. Dagenlang is de autoweg zwart van de duizenden krabben.
De wegen worden dan afgesloten voor het verkeer. De gezinnen, die leven van het
vangen van de krabben in het bos hebben ze voor het oprapen. Mag niet, maar er
zijn krabben genoeg. Later komen de kleine krabjes uit de zee, steken de weg
over en gaan naar het bos. De wegen zijn dan roze.
Het behoud van de
natuur en de cultuur (creools, muziek, dans, kunst) is in handen van een groep bedilliger wereldredders, die hier niet zijn geboren. Ze doen goed
werk.
Het duiken was
fantastisch meldt Rommy. Ze zagen haaien, zwommen door een kloof en rond een
wrak. En er is een onderwater Jesus (hij liep er over, maar zonk). Ik zie mooie foto’s,
zal proberen ze gestuurd te krijgen.
Mr Bush heeft een
Welcome Party voor ons georganiseerd bij het restaurant Mento. Een groepje
jonge mensen runt het restaurant en ze zijn ook een dansgroep. Ze laten
gecostumeerd traditionele dansen zien, van Schotse en Engelse oorsprong zoals
de slaven die voor hun meesters dansen (mooie jurken, maar altijd met een wit
schortje omdat ze slaaf waren). Dan mambo en aan het eind gaan ze los op moderne punkreggae, heftig.
We bedanken vanaf het podium en loven het eiland. Ik wil nog over het ankertje
beginnen, maar weet me in te houden. Tijdens een pauze wordt de song Annalena gedraaid.
In de loop van de
komende week gaat iedereen zijns weegs. Een aantal boten gaat naar de Caymans
en Cuba, anderen gaan terug naar Panama (Boca de Torres) en wij gaan met een
groepje naar Honduras (Bay Islands).
De vorige groep, die naar Honduras ging
heeft ’s nachts zonder licht en AIS gevaren en in codetaal over de radio
gesproken (Red Fox for Red Ranger, we are 2 miles from waypoint 8). We zijn er
voor om gewoon met licht en en AIS te varen, de laatste overval is 3 jaar
geleden en hield verband met verloren pakketten cocaine. De kustwacht houdt een
oogje in het zeil, ze willen wel dat we dicht bij elkaar blijven. Wij zijn de
langzaamste boot.
We houden een afscheidsfeest van de Rally op de catamaran van Steiner en Janne. Genoeg plaats voor 26 mensen.
Vanaf november trekken we met elkaar op. Noren, Engelsen, Amerikanen, Duitsers, Oostenrijkers, Nederlanders en Canadezen.We kennen elkaar en zijn vrienden geworden. De Q4 van Tim, die in de Lemmon Keys overleed ontbreekt. En de Franse Cocktail 2 is in de San Blas gebleven. Een paar boten, die niet bij de Rally horen (België, Canada en Amerika) varen met ons mee.
Er zullen nog wel een paar afscheidsfeesten volgen.
We houden een afscheidsfeest van de Rally op de catamaran van Steiner en Janne. Genoeg plaats voor 26 mensen.
Vanaf november trekken we met elkaar op. Noren, Engelsen, Amerikanen, Duitsers, Oostenrijkers, Nederlanders en Canadezen.We kennen elkaar en zijn vrienden geworden. De Q4 van Tim, die in de Lemmon Keys overleed ontbreekt. En de Franse Cocktail 2 is in de San Blas gebleven. Een paar boten, die niet bij de Rally horen (België, Canada en Amerika) varen met ons mee.
Er zullen nog wel een paar afscheidsfeesten volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten