Om 04 uur ’s
nachts beginnen de apen te brullen. Om 7.30 uur (half seven. zeggen de
Engelsen) gaan we wandelen over de verlaten wegen en spoordijken van het kamp Sherman. Er zijn 3 soorten apen, veel meerkatten, toekans en
andere prachtige vogels. Een groep gele vogels heeft hangende nesten aan het
eind van de bladeren van een hoge palmboom. Zelf vind ik de overwoekerde
artilerrie batterijen en gebouwen mooier. In 1999 hebben de Amerikanen het kamp
overgedragen aan Panama. De haven is de jachthaven geworden waar we nu liggen
en 1 van de 7 grote gebouwen bij de airstrip wordt door het leger gebruikt. De
rest is aan de jungle overgelaten. Vanaf 1950 was er het jungle trainings
centrum, de soldaten die in Korea en Vietnam vochten zijn hier door de jungle
gekropen. The Green Hell werd het
genoemd.
We vinden een
blok gevangeniscellen, ondergrondse munitiebunkers, een kerk en riante
stafkwartieren. Ook de resten van een dierentuin: om de soldaten te tonen hoe
een boa constructor er uit ziet, voor het geval dat. Bij een omgezaagde teakboom
vind ik een paar kleine stukken voor mjn houtsnij hobby. Terug halen we verse
croisants, het kon slechter.
De bus naar Panama City brengt ons langs een uitzichtpunt bij de nieuwe sluizen. Alles is groot en massief. Er is een voorlichtingsfilm: zoveel zand, zoveel staal, zoveel werkers, de Amerikanen worden niet genoemd. Een groot cruiseschip wordt keurig in de sluis gevaren. Op de terugweg zien vanaf de veerpont de Zuiderdam passeren.
Het is Carnaval,
het geboekte hotel zat vol en we zijn overgeboekt naar een top hotel.
Uitzicht over de Pacific. De wagens en kostuums zijn prachtig, maar verder is
carnaval niet aan ons besteed. Er zijn ongeveer 1000 politieagenten op het
carnavalsterrein en alles verloopt zonder problemen. De muziek staat veel te
hard. Bij de ingang wordt je gefouilleerd en moet je een ID tonen. Nu hadden ze
ons juist aangeraden geen ID mee te nemen. Steve was politieagent in Londen en
op één of andere manier weet hij ons groepje naar binnen te kletsen. Er zijn honderden
etensstalletjes, die allemaal hetzelfde verkopen: gegrilde vleesstokjes,
chorizostokjes en hotdogs. Ik maak nog een praatje bij de politie commandowagen
(soy polizista pensionado de Rotterdam) en complimenteer ze voor hun perfecte
optreden. Ze hadden me graag in de wagen gelaten, maar zonder ID kan dat niet.
’s Avonds eten we
Aziatisch in een door Phili[p Starck geinspireerd gebouw, de Yoo Panama. Het is lekker en gezellig.
Na het overvloedige hotelontbijt, gaan we naar het Bio Museum, een gebouw van
Frank Gehry. Het museum is gesloten vanwege carnaval, maar de buitkant en de
tuinen er om heen zijn de moeite waard. We lopen terug langs de voormalige
Amerikaanse basis en steken door naar de oude stad. Taxichauffeurs raden ons af
dat lopend te doen, vanwege de slums waar we doorheen moeten. We wuiven dat
weg, we zijn met zijn vieren, wat kan ons gebeuren. En die taxichauffers willen
alleen maar een ritje. Als we dan midden in de armoede, vuil en lawaai lopen
zijn we toch wel even beangstigd. Gelukkig is het vanwege carnaval druk op
straat en groeten verschillende mensen ons uitbundig. Waarschijnlijk uit
waardering dat we hun wijk durven bezoeken.
De oude stad is
vergelijkbaar met die van Cartegena en Santa Cruz (Puerto Rico). Vanaf de
volkswijk staan de gevels in stalen geraamtes om later gerestaureerd te worden,
aan het einde is alles al mooi gerestaureerd. Gemiddelde huizenprijs 1,5
miljoen dollar. Om de oude stad loopt een autoweg op palen in het water, die
het uitzicht danig bederft.
De 3e
dag zijn de winkels weer open en gaan we naar een kaartenwinkel en Centro
Marine. Het brengt ons in het alledaagse Panama. Voor de bus vertrekt kijken
nog wat rond bij de hoogbouw, één gebouw met verdraaide verdiepingen staat ons
wel aan: El Tornillo (de schroef). Nog even langs Colon, naar de supermarkt en
voor een usb-kabel. We komen voorbij een bouwvallige en smerige gevangenis. De
gevangenis in Holland waar ik in zat was veel mooier, zeg ik trots. Ze weten
niet wat ze daar nu weer van moeten denken.
Rhonda (de weduwe) vertrekt naar de States en brengt ons haar hele voedselvoorraad en nog nog 2 omvormers. We maken een selectie en geven de rest aan de armen. Ik help Bob met de voorbereidingen van onze kanaaltrip: we gaan samen met Terry en Fiona mee als linehandlers op de Rhapsody van Sarah en Bob. Dus over een paar dagen zijn we weer in Panama City. Gaan we waarschijlijk nog wat dingen bekijken, die met het carnaval waren gesloten. Je moet toch wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten