Twee dagen later wordt de kou minder en varen we van Tampa Bay, waar de manatees zich verzameld hebben bij de uitlaat van de powerplant naar de westkant en ankeren bij het schattige stadje Gulfport. Het is een rustige kleurige badplaats met een danszaal, restaurants, een bibliotheek, een wandelpier, toeristenwinkeltjes, een strand met volleybalvelden en een mooie dinghysteiger. In een paviljoen bij het strand dansen bejaarden bij een accordionist met electronische drums. De bus naar downtown St Petersburg gaat 3 keer per uur en laat je de witte en zwarte woonwijken zien.
We wandelen door het eindeloze grid van straten met vrijstaande huizen. De meeste huizen zijn simpel, maar we zien ook een paar leuke ontwerpen. Eén huis is in prairiestij. Terug bij de Mainstreet stuiten we op een markt. Zelfde recept: vega, handwerk enzo. Een Taise mevrouw heeft sambal oelek, sambal brandal, ketjap manis en vele soorten mie. We kopen een potje sambal. Bij WestMarine in de shopping mall kopen we later nieuwe blokken en lijnen voor de windstuurinrichting en een inverter van 12 naar 110 volt. De lijnen van de windpilot hebben veel te lijden van het constante heen en weer bewegen. De inverter is voor de Sailrite naaimachine.
Dan hebben we het wel gezien en motoren 15 nMijl noordwaarts naar het stadje Dunedin. De vijf basaculebruggen worden perfect geopend. Rommy dringt erop aan dat ik de brugwachters bedank na de doorvaart: Indian Rock Bridge, we are clear. Thank you for the opening. Alle Amerikaanse captains doen dat. Ze voegen er ook nog aan toe: we appreciate it. Dat gaat me te ver, ik hou niet van dat gelul over de radio. Hier zijn ze er gek op. Roger that, hoor je steeds, dat is luchtvaart radiotaal. En: tenfour, van de politie en CB radio, wat betekent: understood. Copy that zeggen ze dan ook wel. Ik niet. Ik zeg wel affirmative en say again, zoals ik dat op de Enkhuizer Zeevaartschool heb geleerd.
Dunedin is een kuststadje met een lange historie. Veel panden aan de hoofdstraat zijn historisch. Er zijn 7 brouwerijen, veel toeristenwinkeltjes, een klein kunstmuseum en een hele sjieke onbespoten grocery.
Dunedin heeft 2 tai chi locaties, ik ga naar beide. De klas op zaterdag is in het Internationele Centrum. Ze hebben een oud hotel gekocht, opgeknapt en verhuurd aan Marriot. De grote tai chi zaal staat achter het hotel. Wat ik leer is, dat de taoistische tai chi verandert naar meer vloeiend, draaiend en meer vanuit de ruggegraat. Het voelt weldadig aan. Ik zal goed moeten oefenen om het aan te leren.
Rommy gaat naar de kapsalon Paris. En dan is er weer zo’n zelfde markt in het park. We lopen de markt over en gaan naar een gebouw waar kunstenaars open ateliers hebben. We zien mooie dingen en hebben gesprekken met de artiesten. En er is het Penny Lane Beatles Museum, een kamer vol met Beatles parafernalia: poppetjes, T-shirts, contracten, handtekeningen, platen, posters. Foto’s van de Cavern en Hamburg tot kaartjes voor het laatste concert.
Zondag is er een ukelele festival in het park, lessen, concerten, jamsessies. Rommy heeft een ukelele, dus daar willen we heen.
Donderdag gaat het een dag erg hard waaien, dan willen we verkassen naar de steigers in het natuurpark aan de overkant van deze baai. Daarna gaan we hier weer liggen en wachten een gunstige wind af om de hoek (Panhandle) over te steken. Dat is het plan, maar het loopt vaak anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten