Er was een
filmpje op YouTube: twee cruiseschepen die botsen. Dat was bij Cozumel, het eiland ten zuiden van hier, waar wij
een cruiseschip in distress tegenkwamen.
We zijn in de
laguna gebleven. De holding is toch prima en het water is veel kalmer dan in de
baai. Door de modderige bodem lijkt het water minder schoon, maar de enige
reden om er niet in te springen is de krokodil, die is gezien door een
Amerikaan.
Nou zijn veel Amerikanen
paranoide, die zien een drijvende kokosnoot aan voor een krokodil. Zoals ze ook
in elk vissersschip een piraat zien en hun wapen tevoorschijn halen. Als je de
Amerikaanse Noonsite leest durf je hier niet meer naar toe te komen. Nou is
er in de rest van Mexico wel kans op
beroving en gaat er met de zeilboten ook wel eens wat mis. Hier in Yucatan is
het redelijk veilig.
In Panama zijn 4
Noorse vrouwen beroofd en verkracht. Ze lagen geankerd in de baai van Fort
Portobello. De onsmakelijk reactie van een Amerikaan: dat gebeurd niet als je
een USA vlag hebt, dan weten ze dat er een wapen aan boord is. We ankerden daar een baai verder en zijn met de chickenbus naar Portobello gegaan om
in te klaren.
Met de soms harde
noordenwind is het hier erg koud. Vorige nacht daalde de temperatuur naar 17
graden. Het laken was niet afdoende, er moest een fleece
dekentje bij. Het is schandelijk, maak je een woeste reis naar de tropen en dan
moet je een deken over en een vest aan. Nu overdag is het 24 graden, toch ook
geen weer voor een T-shirt en korte broek.
Met de Nederlandse
, Belgische en Colombiaanse vrienden deden we een kerstmaaltijd. Indonesich.
Lekker. En heel gezellig. We willen voor oudejaarsavond een tafel huren op het
dorpsplein. Daar is muziek en eten. Clara, de Colombiaanse is al 2 keer naar
het gemeentehuis geweest voor die tafel, maar ook hier is weer een ingewikkelde
bureaucratie.
Met dezelfde
mensen gingen we naar het Maya Museum, aan het eind van de hotelzone van
Cancun. De smalle strook tussen een grote laguna en de zee is volgebouwd met grote
hotels, 12 km hotels met een 4-baans weg erlangs. Het strand is nergens te
bereiken, elk hotel heeft zijn eigen strand. Overontwikkeling. Een paar Maya
ruines heeft men nog voor de oprukkende buldozers en plunderaars kunnen redden. Het museum zag er goed uit en
de artefacten waren prachtig. Ook mooie draken van hedendaagse kunstenaars. In
de museumwinkel een Maya muismat gekocht, kun je nagaan hoe ver ze waren. Nog
geen muis of computer, maar al wel een muismat.
In het nieuws
vandaag: er is een groot Maya paleis ontdekt, hier bij Cancun. Het AD had zelfs
een filmpje.
Dokter Salas: De
uitslag op mijn onderbeen begint op te rukken, tijd om naar dokter Salas te
gaan. Met behulp van de Mercks met vieze plaatjes had ik gevonden, dat het bacterieel of
parasitair kon zijn. Dat dacht de dokter ook en hij schreef voor: Ivexterm
tegen parasieten, Bixelor-c tegen bacterien en Celestamine tegen allergie, dit
voor de medici. De eerste twee kreeg ik meteen
toegediend: in elke bil een prik. Dat is pas een dokter, hij prikt twee keer en je komt
niet met lege handen thuis. We betaalden hem omgerekend $ 65. In het handje, de
gezondheid van zijn portemonnee is ook belangrijk. Ik voel me stukken beter.
De tafel op het
plein is gelukt, maar het gaat misschien regenen.
Het vigerende
plan is om naar Key West te varen en dan naar Tampa met einddoel New Orleans of
Corpus Christi, Texas. Dit maakt de oversteek korter, we hebben 3 dagen zuidoosten
wind nodig, maar die staan nu nog niet in de voorspelling. Eerst veel
Northerlies, koud en hard.
Mexico (spreek
uit meggieko) zijn we nog niet geweest. Van achter het rif bij San Pedro is het
240 nMijl naar Isla Mujeres. We
vertrekken ’s middags om 12 uur en gerekend met
een vaart van 5 knopen denken we 2 dagen later om 12 uur aan te komen.
Wat vroeger als het meezit. Maar het zit
geweldig mee. De wind is 14 knopen van net achter de mast en de stroom doet er
ook nog 1 á 2 knopen bij. Dus we scheuren met 7 tot 8 knopen door de golven in een lekker zonnetje overdag
en volle maan ’s nachts. De Worlddancer 2
van Heike en Herwich zit de hele tocht 3 nMijl achter ons.
Om 06 uur bij
zonsopgang is de boot omgeven met kleine dolfijnen. Een stuk of dertig zwemt
met ons mee. Samen op naar Mexico, olé.
We varen in het
donker oostelijk langs het grote toerische eiland Cosumel en zien op het scherm 6 grote cruiseschepen vertrekken. De Explorer of the Sea lijkt met 20 knopen
voor ons langs naar het oosten te varen, maar valt dan stil en draait wat rond.
We gaan hén dus passeren en ik roep ze op om te vragen wat de intenties zijn.
Er is een "distress" zegt de mevrouw en of we wat afstand willen houden. Ik
vertel ze dat we hen op 3 nMijl afstand aan stuurboord zullen voorbijlopen.
Daar zijn ze ons heel erkentelijk voor. Als we er langs varen, is de distress
blijkbaar verholpen en komen ze volle vaart onze kant op. Keurig 4 nMijl achter ons langs. De Worlddancer krijgt het nu benauwd, maar
het cruiseschip neemt ook goed afstand van hen. Mooi ding zo’n AIS. En dank aan
Jori voor het meebrengen van een nieuwe antenne. Om 2 uur ’s nachts varen we de
baai van Isla Mujeres binnen en
ankeren.
We slapen 4 uur, lanceren
de dinghy, verzamelen de papieren en gaan aan land. Het kantoor van de
Capitania zit vol, dus gaan we eerst maar eens geld en een SIM-kaart halen.
Daarna begint het inklaren. De Mexicanan zijn de kampioenen van de formulieren,
36 formulieren (inclusief kopieen) moet worden ingevuld, getekend en gestempeld.
Dan naar Immigration 200m verderop aan de drukke straat langs het strand.
Ondertussen een paar keer naar de pappeleria om kopieen te maken. En naar de
bank om Immigration te betalen: 4 formulieren uit een soort stencilmachine. En weer terug naar de Capitania, waar ook 2
Customs ambtenaren een tafel hebben, maar die meestal weg zijn om een boot te
inspecteren. En wij weer terug naar Immigration. Steeds hebben ze nieuwe
formulieren, maar je moet steeds hetzelfde invullen, naam, nummers, data,
bestemming, enz, enz. Dan een uur wachten op de dokter, een dikke man van 200
kilo. Hij heeft ook nog 6 formulieren over ziektes en voedsel. Eigenlijk hadden
we de boot moeten laten ontsmetten, maar dat ziet hij deze keer door de
vingers. Hij meet of de kapitein geen koorst heeft. Dan zijn we er bijna. Nog
wat formulieren voor het betalen van de Capitania en een uur wachten op de
verwerking daarvan. En dan Listo!!
Klaar. Niet helemaal: de volgende dag nog naar Canzon, de grote stad aan de overkant
voor de TIP, de tijdelijk invoervergunning voor je boot. Maar dan is het gedaan
en hebben een agent van $100 uitgespaard.
In Belize is mijn achternaam veranderd in Anger......
Het klinkt erg,
maar we waren met de Zanzibar, de Evy en de Pimentao (Nederlanders en een Belg
met een Colombiaanse vriedin). Hele dag gezellig gekletst en na afloop lekker
gelunched: Zopote con pollo, heerlijk. Ik neem een foto over van Tineke, links
Leo, midden Angelique en die magere man rechts ben ik.
In een
souvenierwinkel hebben ze een pharmacie toonbank. De Omeprazol is in de
aanbieding: 2 keer 60 pillen van 20 mg voor 300 pesos oftewel $15. Dit is een heel goedkoop land.
Dus de volgende
dag om 8 uur naar de ferry voor de invoervergunning, Een boottocht met live
muziek van 20 minuten en twintig minuten lopen. Het is een rond, modern en
airconditioned gebouw. We leveren onze stapel formulieren in. Er ontbreken twee.
Niet gekregen. Kunt u ze laten mailen of
faxen? Nee u moet persoonlijk de orginelen brengen. Komt u maandag maar terug.
De oude stad van
Canzon is stoffig, lawaaierig en heet. We sjouwen een uur naar de markt, kopen
allerlei fruit en stappen in een gratis collectivo. Gratis omdat het bij de
prijs van de veerpont is inbegrpen. Dat kaartje kostte $15, dus dat mag ook
wel.
Aan de Caribische
Zee ligt het moderne Canzon: grote hotels, casinos en dancings.
Op maandagmorgen
weer met de veerboot, dit keer met een muzikant die Santana speelt, niet goed,
maar toch. Naar de watersportwinkel voor een startaccu en naar de Capitania
voor de invoervergunniing. Steinar, onze Noorse vriend en 3 Zweden zijn voor
ons, ze hebben hun papieren niet helemaal in orde (te weinig kopien, 2-zijdig
bedrukte kopien, bankbiljetten met een scheurtje), dus het duurt even. René,
die twintig jaar in Afrika heeft gewoond verteld me ondertussen hoe het daar
bij het inklaren gaat. Andere koek. Als we aan de beurt zijn, doen René in ik
het in een kwartier. Nu zijn we helemaal ingeklaard.
De
startproblemen, die aanleiding zijn om een aparte startaccu te installeren
blijken veroorzaakt door een slecht contact en de bijbehorende spanningsval. Slechte
contacten is een weerkerend probleem op het zoute water. Met Henk van de
Zanzibar maak ik de kabels voor de startaccu. Ik heb een eigen schema om de startaccu te laten
werken, maar die lijkt sterk op het schema in het grote boek van Calder, de vraagbaak voor alle elektrische en mechanische problemen.
Ondertussen is er
slecht weer op komst: 30 knopen (dikke 7 Bft) uit het Noorden. Een aantal boten
gaat naar de lagoon, maar daar is het water niet zo helder, is er weinig ruimte en is de
“holding poor”. Ons anker ligt er diep in, deze baai is rondom beschut, dus we
wagen het erop. We hebben wel eens erger meegemaakt. Volgende week zou het
trouwens erger kunnen worden, als de voorspelling blijft staan.
Morgen binnen
zitten en de Amerikaanse Golfkust bestuderen: waar en hoe in te klaren,
ankerplaatsen, plaatsen om te bezoeken, welke stukken is er een Intra Coastal
Waterway. We willen van Corpus Christi, Texas naar Key West, Florida. Dan kom je langs Houston en New Orleans en
vele andere interessante plaatsen.
Maar nee dus. Als
het de volgende ochtend gaat waaien, gaat eerst de grote Amerikaan krabben,
neemt de Pimentáo van René mee, zet koers naar de lagoon, de Pimentao met zich
meeslepend. Rijke vent, slechte zeeman. Dan liggen wij dwars, we krabben dus.
We halen het anker binnen en zetten ook koers naar de lagoon. Vlak voor de
Zanzibar ligt de Cornelia, Henk en Tineke worden zenuwachtig, roepen de
Cornelia op en die antwoorden vanuit de supermarkt een kilometer verderop. Twee
keer slecht zeemanschap, vlak voor een ander schip gaan liggen en niet aan
boord zijn als er gusts overkomen. Als ze terug zijn begint de Cornelia meteen
te krabben. Nu liggen we met de Pimentáo, René en Angelique en de Zanzibar,
Henk en Tineke aan de steiger van een chique resort. De wind giert en tiert,
maar we liggen zeker en vast. En je kunt in het zwembad aan de bar zittend naar
voetbal kijken.
Tyfustering:
Jules Deelder is overleden. We doen de vlag halfstok en ik geef hieronder Voor Ari weer. Zijn dochter Ari zat bij
Lynn op het Montesori Lyceum. We stonden wel eens samen te wachten op de stoep voor de
school.
Leuk om weer in
de Kukumber Marina te zijn. We kennen iedereen, de havenmeester en de
havenmeesteres (die tai chi van me wil leren), de havenmannen en de mannen uit
Istanbul aan de kassa van de bar bij het zwembad. De tweede dag slaan we eten
in voor de week met Jori en Steef, de derde dag halen we ze van het vliegveld.
Alles gaat vlot. Ik haal nog 4 maaltijden bij de liliput dame in de kiosk onder
het havenkantoor en we steken van wal. Terug naar Robinson eiland. De volgende dag wordt Jori dertig, hetgeen we vieren met slingers, taart en kadootjes. Kleine kadootjes, die in een koffer passen.
We nemen ze mee naar onze favouriete eilandjes: Tobacco Cay, Colson Cay en Hide Away
Cay. Hide Away Cay is niet veel groter dan het restaurant en het huis van
Dustin met vrouw en kind. We eten verse lobster en kletsen gezellig met Dustin
en zijn dochter Ana. Hij raadt ons aan de volgende dag de Sittee River op te varen en in
Hopkins boodschappen te doen.
De Sittee River
heeft weer een zandbank voor de monding, maar er is een betond geultje dat diep
genoeg blijkt. De Sittee River Marina
is laidback en heeft een eigen krokodil. Puck brengt ons met zijn oude taxi
naar Hopkins. Er wordt een oude dame
begraven en uit de kerk klinkt swingende muziek met veel drums.
Alles gaat goed
met zijn vieren, al is het voor mij niet gemakkelijk, ik kan eigenlijk alleen
Rommy verdragen en die ook vaak niet. Het varen is uit kunst, veel wind, lekker
zeilen. Maar de laatste nacht draait de wind anders de voorspeld, gaat het
anker krabben en eindigen we vlak voor het koraal. De accu krijgt de motor niet
aan de praat, we hebben weinig gemoterd en het was vaak bewolkt. Steef gooit
het tweede anker erin en we wachten, totdat de zon de accu genoeg heeft
bijgeladen. En dat gaat goed met de nieuwe panelen. Toch nog wat pech onderweg.
Weer met z’n
tweeen gaan we noordwaarts richting Mexico. Eerste stop is bij Caulcer Cay, een
soort hippie eiland met straten van zand en veel kroegen, restaurants en
duikscholen. Herwig en Heike komen naast ons ankeren en ‘s avonds gaan we de
bars bijlangs waar live muziek wordt gespeeld. Ik raak aan de praat met Ian in
een Hendrikx T-shirt. Hij haalt zijn gitaar uit de kroeg waar hij die avond speelt. Op verzoek doet hij elk Hendrikx nummer. Het mooiste is natuurlijk And the wind cries Mary. Hij laat horen
hoe goed Jimmi Page is, ik ben snel overtuigd.
18 mijlen pal Noord naar
San Pedro, een grotere toeristenstad,
om daar uit te klaren. Er komen 2 dagen oostenwind en daarna is het steeds
noord. Een beetje noordenwind is met de zuidelijk stroming al niet te doen.
Rommy gaat nog een dag duiken en ik wandel door het stadje, kijk naar een
softbal wedstrijd. Een klein mager mannetje gooit ongelooflijk hard. Op het
strand komen we Heike en Herwig weer tegen. Ze hadden willen wachten op latere
oostenwind, maar daar is geen enkel teken van. We gaan samen maandagmiddag weg
door de cut hier in het rif en profiteren van de wind op dinsdag en woensdag.
Woensdagavond draait hij weer naar Noord. We kunnen altijd onderweg een baai
opzoeken of achter Cosumel gaan liggen. Doel is Isla Mujeres. Daar vieren we
Kerst met een tiental bevriende boten.
En dan besluiten we of we via de zuidkust van Cuba naar Jamaica gaan of oversteken naar New Orleans en langs de Amerikaanse kust terug hobbelen. New Orleans schijnt leuk te zijn.
Nergens een boot
te zien. We zijn de laatsten die met dit hoogwater de zandbank in de
riviermonding over zijn gegaan. Over 2 weken met springtij zullen er meer zijn.
De Zanzibar, de Pimentao en de Evy,
allemaal Nederlandstaligen waarmee we
dagelijks in het zwembad lagen. De Evy van Leo steekt 2 meter en moet door een
sleepboot zijwaarts over de bank worden getrokken. Springtij geeft trouwens
maar 15
cm meer water.
Nu hebben we de
zee voor ons alleen. Matige wind uit het zuidwesten. Prachtig en een beetje
angstig, het is allemaalo weer nieuw. In een rechte lijn stevenen we op Punta Gorda af (koers 355) om daar in te
klaren. Inklaren in Big Creek met de
tocht in de Hokey Pokey watertaxi is een belevenis, maar kost een dag en veel
geld. In Punta Gorda is alles in één
gebouw en zijn er geen opslagen zonder bonnetje.
Dichterbij zien
we twee docks, afgaande op de beschrijving in de gids moeten we de rechter
hebben. We ankeren en ik ga met de papieren aan land. We hadden toch het andere
dock moeten hebben. In de hitte loop ik het stadje door en meld me bij
Immigration.Where is your wife? Every crewmember has to
present himself. Terug. Twee uur
later hebben we samen 12 formulieren ingevuld (met vragen over firearms,
stowaways en alles eetbare) en een sim-kaart gehaald. Op de telefoon zien we,
dat de wind zwak blijft, dus we blijven voor de nacht liggen.
Het is hier
anders dan in Guatemala. Het lijkt meer op een Oost-Caribisch eiland. Heel
gemengde bevolking, Engelde kolonie, betere huizen, grotere auto’s en erg
laidback. En veel duurder. Maar met het op één na grootste barrier-reef van de
wereld. Honderden rif eilandjes met mangroven, stranden en palmen. Prachtig
duiken en snorkelen. Hoger in de bergen nog mooie Maya sites. Aan de kust en op
eilandjes zijn ook Maya overblijfselen, maar die zijn afgesloten. Ze zijn niet
bootvriendelijk, overal vragen ze geld voor. De meeste boten zijn Amerikaanse
charters en die mensen betalen alles wat men vraagt.
Het stadje aan de
Rio was altijd druk en vol met vrachtauto’s, tuc-tucs en motoren. De mensen
wurmden zich tussen de vrachtauto’s en de stalletjes door. De telefoonwinkels
hebben grote boxen met keiharde muziek. Zowel TIGO als CLARO hebben meerder
winkels. Elke vijf meter loop je tegen een straatventer aan: telefoonhoesjes,
hangmatten, T-shirts, nootjes, vruchten. Kleine kinderen verkopen cocosnoten. De
helft van de gezinnen leeft in armoede, ze doen alles om aan een paar Quetsales
te komen.
Hier in Belize is
het rustig op straat, af en toe een 4-wheel drive. Veel Amerikanen hebben hier
een huis. De Chinese supermarkt heeft meer dan de Dispenza in de Rio, maar de
hardware store kan niet op tegen Lorene. Om de paar dagen is er een
cruiseschip, dus er zijn eindeloos veel houitsnijwerk en tassen stalletjes. Allemaal
hier gemaakt. Veel mooie dingen.
Leuk om weer in
Placencia te zijn. Vorige keer was het heet en uitgestorven, nu is er een
verkoelende wind en lopen er meer toeristen. Men spreekt hier Engels en Spaans.
Ze zijn verrast als we Spaans praten. Nou ja, een soort Spaans.
Van Placencia
gaan we in drie ettapes naar Cucumber
Beach Marina bij Belize City om daar Jori en Steef op te pikken.
De laatste
ankerplaats is bij Robinson Island. Zeven mijl van Cucumber Marina. Heel mooi
en van alle kanten beschut. We ruimen op en maken schoon schip. De achtercabine
dient normaal als opslagplek, het is een hele kunst alles weg te stouwen. Na het
werk nemen we een verfrissende duik in de Caribische Zee. Nou ja, we dalen
voorzichtig het zwemtrapje af.
’s Morgens om 6 uur
is een groep dolfijnen naast de boot aan het vissen. Het lijkt wel of ze af en
toe met elkaar stoeien. De kleintjes maken sprongen uit het water. Een mooie
manier om de dag te beginnen. En het wordt nog mooier als de kleine zwart-witte
vogeltjes op het voordek gaan zitten te tjilpen.
De klep met de schalelaars en instrumenten staat open. Ik
ben bezig met een kapotte GSM-antenne. En dan heftige kortsluiting: twee draden
worden roodgloeiend en de isolatie staat in brand. Binnen 10 seconden is de
kajuit gevuld met stinkende witte rook. Ik probeer de draad weg te trekken en
verbrand mijn vingers. Paniek. We zien de boot in vlammen opgaan. Dan ren ik
naar de batterijschakelaars en gooi de stroom eraf. We hoesten van de giftige
rook. We weten het even niet meer. Later komen Allen en Greg helpen. Greg is
elektro-man en hij verwijdert de verbrande draden en fatsoeneert de rest.
Daarna gaan we erbij zitten met een Gallo biertje. De Canadezen hebben ons weer
eens gered.
De volgende dag, na de tai chi, vervang ik beschadigde
draden. Alles werkt nu weer normaal en we kunnen door met de klussen van de
lijst. Het gaat lukken. Volgende week de verbeterde keuken en de 100 pW
zonnepanelen. De airco naar de opslag brengen, losmaken, tanken en wegwezen.
Veel werk gehad aan de diesel leiding. Onder de vuldop
was de leiding losgeschoten. Ik heb een inspectieluik in de wc-wand gezaagd en
een stuk tussen de slang gezet. De slang vastgezet aan een dwarsbalkje, zodat
hij nooit meer los kan komen. Omdat we toch bezig waren, hebben we alle
wc-slangen en Y-valves losgemaakt en ontkalkt. Smerig karwei.
We nemen afscheid van de Rio Dulce.
Van de Shack, Bruno’s, SunDog Café, Ram, Mar, Loranes
Hardware Store, de Dispensa en ons eigen Nanajuana.
De Shack waar altijd goede muzikanten spelen, de
hamburger legendarisch is en iedereen later op de avond dronken en stoned is,
meestal allebei tegelijk.
Bruno’s waar de fishfingers en de liquadas perfect zijn,
druk bezocht door gezinnen uit de streek en met de dinghy steiger voor de
boaters met vooraan de militaire patrouilleboot.
RAM de naast ons gelegen marina, waar veel kenissen op
het land staan, de winkel de lekkerste frapucino verkoopt en waar we vele
avonden op het terras hebben zitten kletsen.
RAM en onze marina Nanajuana leven op voet van oorlog,
gescheiden door een Berlijnse muur met prikkeldraad. De oorlog is
waarschijnlijk begonnen door onze eigenaar, die tot 20 jaar gevangenis is
veroordeeld, dat uitzit als huisarrest vanwege psychische klachten en het
afgelopen lange feest-weekend zowaar verlof had en op de marina rondliep.
MAR, aan de overkant waar we een paar leuke films zagen
en elke maand een markt heeft van 2e hands bootspullen. Nou ja, spullen,
ik scoorde de complete Blackadder serie op dvd.Daar zit Julia van Pass it on, die met geld en spullen van
de zeilers scholen en bejaardenhuizen helpt. En Anna die de shoppingtrips en
onze reis naar Tikal organiseerde.
Loranes, die geweldige hardware store, die alles heeft of
weet te krijgen. Met een onbegrijpelijk indeling van de spullen en soms nemen
ze je mee naar achteren waar duizend laatjes alle mogelijke verbindingsstukken,
kranen en klemmen bevatten.
De Dispensa waar we ons dagelijks voedsel halen, met de
enige slagerij waar het vlees wordt gekoeld. Altijd vol, altijd warm, altijd
rijen, maar het personeel is vriendelijk en zelfs de gewapende bewaker zet je
mandje voor je terug.
In Sundog hadden we van 10 tot 11 Spaanse les van Melvin.
Met ongelofelijke pizza’s en salades en lekkere muziek. Pizza, Beer and Rock and Roll.
Op Nanajuana de marina waar wij verbleven lopen
ontzettend behulpzame mensen rond en het grote zwembad was elke dag
verfrissend. Het rijtje boten met Canadezen, Zuid-Afrikanen, Nederlanders,
Engelsen en één Belg.is een dorpje, je helpt elkaar, je vertelt eindeloos
verhalen en je viert de verjaardagen.
Bij MAR vieren we e verjaardag van Ken, de Canadese
vriend die zijn boot moet verkopen omdat zi9jn vrouw Alzheimer heeft. Er zijn
zo’n 30 mensen en we kennen ze allemaal. Het is tijd om te vertrekken.
Omar Castenada komt op het allerlaatste moment 2 nieuwe
zonnepanelen monteren. We gaan van 110 W naar 200 W. En Carlos komt op het
allerallerlaatste moment een stuk fineer brengen, zodat ik de keuken helemaal
perfect kan maken. Om 17 uur maken ze ons los en gaan we midden op de Rio voor
anker.
De volgende morgen de oude zonnepanelen naar Pass it on brengen. Bij de pharmacia helen we nieuwe voorraad Omeprazol en 3 antibiotica kuren. Tanken, fruit en drinkwater kopen en
daar gaan we. Heerlijk.
We hebben het uitklaren dit keer aan Raul uitbesteed. Hij
komt ons de gestempelde paspoorten het uitreisdocument brengen als voor
Livingston zijn. Ruim op tijd om de zandbanken voor de Rio monding over te
steken. Op de dieptemeter is het laagste punt 1,6 meter. Geen probleem. Op naar
Belize.
Een Maya
grafmonument is eigenlijk een soort hunebed. Een graf van zand en stenen.
Alleen heeft de Maya-beschaving geen Cuby and the Blizzards voortgebracht. Niet
iedereen was het hier mee eens. Zelfs Henk niet en die komt uit Dalen. We waren drie dagen in het Noorden en verkenden twee Maya sites, een
grot, het eilandje Flores en een shopping mall.
Zo’n Maya-site is
heel uitgestrekt, je rijdt eerst kilometers door de dichte jungle, bij de
ingang koop je een kaartje en is het nog een paar kilometer tot aan de site.
Tientallen monumenten, huizen en paleizen of er nog van over is. Vooral de
grootte maakt indruk.
Het mooiste van
zo’n reis vind ik de bustocht. Het landschap, groene heuvels en bergen of
vlaktes met koeien. Af en toe een arm dorpje met tiendas en veel mensen op straat.
En dan een stuk met banden-reparateurs, pompstations en wegrestaurants. Op het laatst rijd je langs de grens met Belize.
Het had veel geregend en ons busje haalde de laatste klim van het zandpad niet. We gingen met z'n allen achterin boven de wielen zitten, ook dat lukte net niet. Toen gingen drie sterke mannen duwen en we haalden het (mijn sterkte was mijn gewicht op de wielen).
Terug op de boot
hebben weer wat klussen geklaard: Arnie maakte een nieuw ingangsluik van
fiberglas en het 3-kleuren toplicht doet het weer. Louis, een Canadese klusjesman
is drie keer de mast in geweest. Uiteindelijk vonden we het probleem in de
stekker bij de mastvoet. Iemand had twee draden omgewisseld...
Er keren steeds
meer vrienden terug in de Rio. Janna en Steiner uit Noorwegen, Heike en Herwig
uit Hamburg, Sabrina en Tom uit Kansas en Sjeff en Dianna uit Engeland, Michiel
en Katie uit de USA en Sharon uit Schotland. Donderdag komt Ken uit Canada, hij heeft zijn vrouw Grace thuis moeten laten. Ze heeft Alzheimer en vindt het avontuurlijke leven verschrikkelijk.
In het hotel in
Santa Elena keken we drie uur naar het debat tussen de Democratische
kandidaten. Onze keuze was Buttigieg, maar hij is nog zo jong. Warren is een
zeurkous en Sanders wel erg oud. Niemand met het statuur van Obama, maar Rutte
leek ook eerst een snotneus en is nu een groot leider.
Rommy naait het
zeil van Leo uit Antwerpen, Ana geeft ons gratis Spaanse les in de palappa. Melvin doet het
in SunDogCafe elke morgen met ons samen van
10 to 11 voor 15 Qetzales per les (€1,60). Ik worstel met het verschil tussen
de Preterito en de Imperfecto. Rommy oefent de vier vormen
van de Subjuntivo en Futuro. Werkwoordtijden,
die we in het Nederlands zelden of niet gebruiken. Maar alleen in de
tegenwoordige tijd praten met enkel de onvoltooid verleden tijd, dan praat je
als een gastarbeider, als sommige gastarbeiders. In Latijns Amerika gebruiken
ze de (on)voltooid verleden tijd toch al bijna niet. Ze zeggen altijd: ik zag
je (te vi) of ik zag je altijd: (te veia siempre). Eigenlijk: ik placht je te zien.
's Morgens om 7
uur doe ik Tai Chi op het terras bij het zwembad. Dat wil zeggen: ik geef les
aan 4 leerlingen. Dat is ontzettend leuk om te doen. We zijn al bij de 29ste
beweging. Er zijn er 108, maar er zijn veel herhalingen.
We vertrekken
over drie weken en we zien er naar uit. Bestemming is Belize City. Daar een
weekje varen, snorkelen en relaxen met Jori en Steef. Daarna Mexico, Cuba,
Cayman’s en Jamaica. Je moet toch wat. Er heerst nog steeds Staat van Beleg en gisteren is er 556 kilo cocaine onderschept. Stelt hier niks voor. Voor mijn spaans lees ik de regionale krant. Met bloedige fotos van frontale botsingen en schietpartijen. Een pitbull die werd afgemaakt omdat hij een baby had doodgebeten staat nog even levend op de foto, met de bloedige baby op de achtergrond. We zagen nog Ajax-Feyenoord op een live stream. Wat een leuk ploegje, jong en onbevangen. We hebben genoten, jammer dat ze het de tweede helft voor gezien hielden. Een Amerikaanse zeiler probeert iedereen Belize Dollars aan te smeren. Hij was in Belize op een rif gelopen, er door de kustwacht afgetrokken en in de cel gezet voor het vernielen van het koraalrif. Na het betalen van $20.000 kwam hij vrij. Later wist hij het geld terug te krijgen, maar het werd hem in Belize Dollars uitgekeerd. Dat is bij de bank te wisselen voor 30% kosten. Dus loopt hij er mee te leuren.
Al een week zijn
we weer terug en nu pas komen we weer in ons ritme. Niet het tijdsverschil maar
de hitte doet ons de das om. Zelfs de locals klagen over de verzengende hitte
en de afwezigheid van regen. Het behoort hier regenseizoen te zijn, elke dag dikke
bakken regen, maar het regent maar af en toe. Stevig, maar niet van die
tropische regenbuien, die horizontaal massief naar beneden storten.
Tegen het
middaguur valt er niet meer te klussen en als we dan nog boodschappen moeten
doen, stellen we onszelf een ijskoude liquada in het vooruitzicht. Als het een
beetje waait zijn de overtochtjes in de dinghy wel verfrissend.
Na een week staat
de romp in de antifouling, is het heklicht gemonteerd, staat de propellor in de
zinkverf en is men de nieuw beklede kussens, de gerepareerde ankerlier en de
gegalvaniseerde ketting komen brengen.
De nieuwe keuken
kastjes zijn tijdens onze afwezigheid 2 cm gekrompen. Verkeerd hout gebruikt.
Is te verhelpen, maar pas als we weer in het water liggen. Carlos de timmerman
mag de boatyard niet meer betreden, nadat de verf van een boot viel, die hij
had geschilderd. Wisten wij niet. We zijn benieuwd hoe dat afloopt, mischien
gaan we voor $ 500 het schip in,
misschien lost hij het op. Op zijn website heeft Carlos het steeds over God en
zijn lieve kinderen. Misschien kunnen we op zijn schuldgevoel werken.
De klusmannen
zijn best betrouwbaar. Als ze zeggen dat het morgen klaar is, wordt het
overmorgen of de dag daarna of de dag daarna of daarna.
Onze dagplanning
ziet er als olgt uit: van 6 tot 9 klussen, van 10 tot 12 Spaanse les in SunDog
Café, even boodschappen doen bij Dispensa, lichte lunch soms lastig. Maar
zonder plan kom je nergens.
Er is nog steeds
noodtoestand met avondklok, wegcontroles en samenscholingsverbod. Een aantal weken
geleden zijn bij een controle 3 militairen door een drugsbende doodgeschoten,
sindsdien is hier een soort militaire bezetting. Wij, de buitenlanders merken
er niet veel van. Ons busje wordt nooit aangehouden, maar we zien wel andere
voertuigen gestopt en doorzocht. Veel geweren overal. In de lijnbus wordt je
wel gefoulleerd, na elke stop opnieuw. Maar dat was altijd al zo. En
activiteiten, zoals filmvertoningen, pubquizen, jamsessies beginnen nu om half
vijf, zodat men nog voor de avondklok naar huis kan varen.
Vandaag zou
Carlos om 8 uur komen en Arni met het toegangsluik om 10 uur, beiden zijn niet
geweest. Dat is normaal hier, je maakt een week lang nieuwe afspraken en
uiteindelijk komen ze een keer.
Van de werkplaats
(taller) waar onze lier is gerepareerd loop ik langs een soort pharmacia. De
winkelier groet me en we maken een praatje. Hij verkoopt natuurlijke
geneesmiddelen. Nou ik heb niets nodig zeg ik... behalve voor mijn schouder,
die doet zo’n pijn, dat ik niet kan slapen. Hij heeft daar iets voor. Ik koop
een pot met pillen. Het ziet er uit als gemalen koeiestront. Terug op de boot
neem ik er één en de pijn is weg. Rommy wil het niet geloven, maar drie dagen
later neemt ze ook een pil voor haar schouderpijn. En de pijn is ook meteen
weg. We weten niet wat we er van moeten denken. Placebo? Pijnstiller door de
koeiestront? Toeval?
We gaan 3 dagen
naar Tikal en omstreken. Nog wat Maya ruïnes bekijken, beklimmen en ons
verwonderen hoe dat allemaal kan en zo ineens is verdwenen. We gaan met 12
zeilers en hebben een eigen bus met
airco, die ons overal haalt en brengt. Verslag volgt.