vrijdag 24 februari 2017

Dominica



Als je met je rug naar de wind gaat staan en je streekt je rechterhand naar voren, dan wijst je duim naar de depressie. Dus ligt er een aardige depressie ergens bij St Maarten of Saba, want het is hier al drie dagen Westenwind.


Dat was het niet, toen we van Martinique een nacht doorzeilden voorbij Dominica naar Gouadeloupe. Toen was er gewoon Oostenwind. We gingen als een trein.

Maar die Oostenwind neemt midden in de nacht erg af. Dus dan maar de motor bij. Maar de motor wil niet starten. Relais tikt als een gek, maar verder niks. Zal wel aan de accu liggen, morgen laadt de zon de accu weer op. De zon laadt de accu, de wind bleef weg, we dobberden uren voor Gouadeloupe en starten, ho maar. Het werd weer donker. Plan: ankeren bij Les Saintes, de eilandengroep tussen Gouadeloupe en Dominica. Kruisend kwamen we nader. Toen durfden we niet. Ankeren op zeil met geen veilige aftocht. Toch maar niet. De wind was er wel weer. Oost, tot de volgende ochtend kruisen naar Le Pitre, een haven met service en winkels. Daar bij ochtendgloren voor de kust geankerd achter een rif. Ging wonderwel. We belden om acht uur naar de haven en Freds Marine Service. Ze waren er klaar voor: buiten de haven even oproepen en we zouden naar binnen worden gesleept. Zes keer oproepen. Zes keer geen antwoord. Ja ga maar naar de groene boei. Dat kunnen we met alleen een fok niet bezeilen. Doe het toch maar. Lastig als het havenpersoneel niets van zeilen begrijpt. Ga dan maar ankeren, maar niet in de geul vanwege de cruiseschepen. Het anker krabt en we liggen midden in de geul. Enzovoort. Uiteindelijk liggen we aan een steiger, de volgende dag vervangt een monteur de startmotor en daarna varen we opgewekt en € 700 armer naar Les Saintes. Tegen de inmiddels naar West gedraaide wind in.


Gouadeloupe, is weer rommelig, vervallen en toch Frans met goede restaurants en een oud koloniaal centrum. Langer blijven is eenn optie, maar er wachten nog andere plekken: Les Saintes en Dominica.

Les Saintes is beeldschoon. Alleen zijn alle ankerplaatsen berekend op Oostenwind, Dus liggen we aardig te stampen aan een mooring. De Italianen liggen er ook.


Al deze ontberingen en genietingen doen we samen met Jori en Wijnand. Het is niet anders. Dit is ons leven, steeds weer het volgende probleem oplossen. Soms zeer oncomfortabel en soms superrelaxed (ik neem even het woordgebruik van Jori over).


En dan weer verder Zuid naar Rupart Bay in het Noorden van Dominica, ons favouriete eiland. Welcome to Paradise roept Alexis, die ons opovangt. Regenwoud, watervallen, rivieren. De industrie van suiker, rum, koffie, kokosolie heeft het afgelegd tegen Del Monte en United Fruit. Nu probeert men met ecotoerisme overeind te krabbelen. En na vier jaar is het te zien: wegen zijn hersteld, huizen gebouwd en opgeknapt. Alleen Big Papa, de regaebar is gesloten. Big Papa stierf kort na zijn moeder op Gouadeploupe, zonder haar nog te zien.


We gaan een dag met Charly naar de ondergrondse rivier uit de Pirates of the Carib (de meeste scenes zijn hier opgenomen), de watervallen, de geplette schoolbus. The works. Zoals we vier jaar geleden met Octavia deden. We zien Octavia onderweg een paar keer. Probleem: Charly is zoveel minder leuk en minder gedreven. En hij slaat de warme bronnen over. En hij houdt niet op over de orkaan Erica. En zijn antikapitalistische verhaal gaat zelfs ons te ver. Rommy geeft keurig negatieve feedback aan Alexis. Nu mogen Jori en Wijnand morgen voor niks de Indian River tour doen. Goede deal.


Maandag is het Carnaval! vanavond spelen er regaebands in de strandtenten. Mogen we klagen? We hadden een heerlijke lunch ergens in het tegenwoud. Vanavond wat hapjes bij de rumpunch in de Purple Turtle Bar. Daar verstuur ik dan deze blog. Veel plezier met sneeuwballen gooien.

dinsdag 14 februari 2017

Grand Anse



Zojuist 3 minuten naar de stand van de eredivisie gekeken. Het stemde me gelukkig, zo hoort de wereld er uit te zien. Van alle vergankelijke dingen maakten ons de complete Ring des Nibelungen vanaf een logeplaats en een reggaeband in een strandtent in deze baai voor anker met een verfrissend windje, misschien wel het meest gelukkig. En dan ook wel Clapton in de Ahoy en Janis in de Albert Hall. Maar goed, we zijn weer happy.


Gelukkig hebben we mijn wandelsandalen kunnen opsporen en redden (search and rescue) na het omslaan van de bananaboot. De wandeltocht van Grand Anse naar Pti Anse over de klif was steil en rotsig. Wat we wel kwijt zijn, is onze loopconditie. Drie weken oversteek, één week Barbados en een week Le Marin. Vijf weken geen wandelingen. Alle conditie weg. Ik ging kapot steigend bij 32 graden.


Bij de ondergaande zon kijk ik richting strand, het stel van de Italiaanse boot naast ons heeft gezwommen en douchen in de kuip. Ze doen badjassen aan en zij beweegt op de maat van de muziek van het strand tegen hem aan, de badjassen vallen op de grond en ze gaan naar binnen. Waarom hebben wij geen badjassen, vraag ik Rommy, die ondertussen de zon heeft zien ondergaan. We zijn overgeleverd aan elke natuurkracht in de omgeving.


Bijna boven op de heuvel hoor ik Italiaans. Met uiterste krachten haal ik de groep in en begin een praatje met de vrouw. Ik laat geen gelegenheid voorbij gaan mijn Italiaans te oefenen.  La barca alcanta alla vostra. Als de Italianen doorlopen moet ik afhaken, conditie. Had je die mensen al eerder gezien, vraagt Rommy. Badjassen, zeg ik.

Deze baai zit vol met schildpadden, die af en toe boven komen, even rondkijken met hun ronde koppies en dan weer onderduiken. Een paar keer per dag zet een boot een groep toeristen af om naar de schildpadden te kijken. Die gaan dan te water met flappers en snorkels en als ze een schilpad zien, roepen ze naar de anderen: Ici! Ici! Tegen de tijd dat de anderen zijn gearriveerd is de schilpad al weer verdwenen, maar de eerste waarnemer had nog gezien in welke richting. Daar flapperen ze dan naar toe, tot een achtergebleven dikke man verderop roept: Ici! Ici! Om vijf uur zijn de toeristen weg en zwemmen de schildpadden gemoedelijk tussen de zeilboten. Maar als je keihard Ici! roept, duiken ze allemaal weg.


Vandaag de reling-grill gemonteerd, die Rommy bij haar afscheid van de Hogeschool had gekregen. Althans, ze kreeg het halve bedrag, de rest moesten we bijleggen. Zoiets vergeet je dus nooit. Dachten zeker, dat we alleen maar halve kippen wilden grillen. De vlaggestok houder dient als bevestiging. De vlag hangt tegenwoordig in de achterstag. Strijken bij zonsondergang doen we ook niet meer. ‘T is maar een gekleurd lapje.
Morgen maken we ruimte in de achtercabine voor Jori en Wijnand. Rond een uur of 10 in de avond zullen ze hier zijn.


zaterdag 11 februari 2017

Ti Grill



De Duitse Halberg Rassy ‘Annabelle’ naast ons haalt zijn anker op. Ga je weg? Nee, mijn stuurautomaat is gerepareerd en die ga ik uitproberen. Later is hij terug en komt langs met zijn Schlauchbot. Claus is alleen de plas overgestoken zonder stuurautomaat. Claus weet van alles de prijs en praat alleen maar over problemen. En hij praat onafgebroken, zoals de meeste solozeilers, die drie weken niemand hebben gesproken. De boegschroef vloog eraf, de koeling van de dieselgenerator ging kapot. Niet berekend op het warme water hier. We kochten een nieuwe FMradio: niet voluit aanzetten, dat trekt de koeling niet, is op Europa berekend.



We liggen in de baai te ver voor wifi, dus ik typ dit nu op het terras van Ti Grill. Bereik door de mangroven. Rommy is naar de telefoonwinkel voor een plaatselijke simkaart. Ik eet een gegrillde kip met couscous. Dit is de Bram Ladage van Martinique. Een stroom van mensen komt halen en rondom me zit iedereen een bordje te eten. Ik kan met die heerlijke geuren niet achterblijven.


Rommy is terug: men sprak geen Engels, nu heeft ze voor €35 van alles in de telefoon. Zal het werken? Zal het veel frustraties geven. Zal het me genoeg worden? Nous verons.

We gaan boodschappen doen bij Carrefour en terug naar de boot. De nieuwe radio aansluiten. Morgen varen. Naar Grand Anse. Een dag daar en dan naar Trois Illes. Van daaruit halen we Jori en Wijnand van het vliegveld. Dat zijn de plannen.

Rommy kan haar nummer niet vinden.

woensdag 8 februari 2017

Martinique



Komende nacht voor het eerst. Voor het eerst sinds Mindelo, vier weken geleden. Voor het eerst slapen in op een bed, dat niet beweegt. Na de oversteek, in de baai van Barbados lagen we behoorlijk te schommelen van de swell die de hoek om kwam zetten. Afgelopen nacht, de overtocht naar Martinique, werd ons 20 knopen wind beloofd. Gemiddeld klopte dat wel: de wind ging van 10 naar 30 knopen. Bij 30 haalden we grootzeil naar beneden en gingen verder op een puntje genua. En dat schommelt. Af en toe kom je los van het bed. Je slaapt wel omdat je moe bent, maar je wordt niet echt uitgerust wakker. En nu in de baai Cul de sac van Le Marin beweegt de boot niet. Je kan een kopje los op tafel zetten. Niet dat je dat doet, daarvoor zit alles vasthouden nog te veel in je systeem. Het is een ondiepe baai, omgeven door heuvels, die mijlen naar binnen loopt. Er liggen wel 1000 zeilboten en aan de kant zijn watersportwinkels, restaurants, service monteurs, charterbedrijven en bars waar een internationaal gezelschap sterke verhalen verteld. Morgen gaan we de was doen en een rubberboot zoeken. En sterke verhalen vertellen. Maar eerst slapen.


Onze fluitketel, model Lapin van de HEMA is stuk. Daarom zoeken we al een tijdje een lasser. We houden van de Lapin, maar de kwalitieit is slecht, we hebben er al drie versleten. Zie ik in een werkplaats, het bekende licht van een lasapparaat. Kun je even dit handvat lassen? Nee, dat doen we niet. Alleen maar drie keer aantippen. Zal ik het zelf doen? Nee we doen het niet. Stomme Franzosen. Op Barbados lopen ze twee blokken met je mee om je een winkel te wijzen, waar ze het wel hebben. Daar werkte een man een half uur aan mijn Penn en wou er niks voor hebben. Engelse cultuur vs Franse cultuur. Maar dan ’s middags in de oude haven, als Rommy onze nieuwe rubberboot betaalt, loop ik weer een werkplaats binnen (acces interdit au public), laat le Lapin aan een lasser zien. Moeilijk, dun, misschien brandt het door.. Een jonge metaalbewerker verstaat genoeg Engels: als er een gat in valt jammer, probeer het maar. En ons keteltje is even later weer gemaakt. Combien? Une bierre. Het blijft toch moeilijk met je vooroordelen over Engelsen en Fransen.


Jawel, een nieuwe rubberboot. Ik wou er één van 2.50 m, Rommy één van 2.70 m. Ze hadden er één uitgestald van 2.50 m, toch wel groot genoeg, dacht Rommyt.  Kom ik terug van de lasser: de 2.50 m was niet in voorraad, we kunnen de 2.70 kopen voor de prijs van een 2.50. Zitten we toch met een te grote rubberboot. Met opblaasbare V-bodem.


We brengen de oude banaboot (ik zwoer bij de bananaboot, tegen beter weten in) naar de Annalena en gaan grote pilsen drinken in de Mangobar. De Mangobar is van een Nederlander en heeft verschillende Belgische bieren, Affligem, Duvel, Hoegaarden. Vorige keer zaten we hier met Aad en Heleen. Nu spreken we wat Duitsers. Toch minder.

We zien mooie groene heuvels rond de baai en willen graag weer een lange wandeling maken. Maar het is hier zo bloedheet. Morgen vroeg opstaan? Als het nog koel is. We zullen zien.


Ik probeer  een selfie te maken, maar ik weet het juiste knopje niet te vinden. Ben ik bejaard of niet? Daarom maakt Rommy een foto, terwijl ik dit typ in de Mangobar van de Limburger. Met rode broek, opdracht van de mental coach. En rumpunch  drinken was ook de opdracht. Nou maakte ik dat altijd met een beetje Angustura. De Angustura is op, nu doen we het met Heusdener Kruidenbitter. Veel lekkerder.

Elke ochtend in Barbados kwamen paarden zwemmen in zee. Ze maakten luid snuivend een rondje om de boot. Mooi gezicht.

zaterdag 4 februari 2017

Barbados


Barbados 1

Nigel, de man wiens navigatielicht we vernielden, noemt de oversteek een “life changing experience”. Waarom? Je gaat op weg naar het midden van de oceaan. Daar ben je naar alle kanten 1000 nM (1800 km) verwijderd van het land, je bent op jezelf en op elkaar aangewezen. De boot, de wind, de golven, van niets ben je zeker. Je viert, dat je halverwege bent, maar de volgende dag is het nog 900 nM. Verdomd ver van alles vandaan. Als het nog 2 dagen te varen is, begint de wind in vlagen tot 28 kts te gaan en de golven van 3 meter worden dan golven van 5 meter. In het stikke donker zie je nog net de volgende pikzwarte wolken aankomen met weer zo’n bak wind. Dan wou je, dat je achter de geraniums zat. Maar na een paar uur past de angst zich aan, dan begin je 28 kts normaal te vinden. Als alles voorbij is, zeg je heel stoer: je moet bang durven te zijn, anders moet je het niet doen. Maar als je jezelf vast moet houden om niet door de kuip gesmeten te worden, alleen in het donker, met het helse lawaai van de golven, dan ben niet zo stoer.


We vinden een kerel die de lamp van Nigel kan bestellen. Morgen, donderdag om 11 uur arriveert het pakket. Er is altijd een oplossing. Later gaan we met een taxi naar de gasfabriek, ver buiten Bridgetown. Nee, die fles konden ze niet vullen. Misschien bij Rubigas.. Via landweggetjes komen we bij de Rubigas, ze kijken lang naar mijn fles en de adapter, die ik op Puerto Rica heb laten maken. Een levensgevaarlijk ding zegt Coen en die zit in gas. Ja, ze vullen hem. Bij het betaalloket zien we de Belg die ons hielp de dinghy te redden. Is geen Belg maar Nederlander. Rubigas was zijn vierde gasstation. We praten over de reisplannen tot de flessen gevuld terugkomen. Morgen ga ik met de andere fles. Het gas kost $16, de taxirit $60, maar een Barbados dollar is ongeveer een halve Euro.


In de stad zoeken we: een bakker, een autoverhuurbedrijf, een lasbedrijf. Zonder die te vinden belanden we in de Barbados Yacht Club en worden ‘visiting member’ voor een week. Wel aan dresscode voldoen. Op het strand van de club drinken we een Banks, het locale bier. Heerlijk, het was bloedheet in de stad. Langs het strand lopen we terug, de dinghy ligt in de oude haven, naast het beeld van Nelson.


De eerste mail, die we hier via de Pirates Cove binnenhaalden was van Lex: de trouwerij in juni is een jaar uitgesteld. Myriams familie kan niet reizen. Als haar ouders de USA verlaten komen ze er niet meer in. De USA bezoeken is ook niet mogelijk. We hadden gepland de maand juni in Nederland te zijn, dat is dus niet meer nodig. Kan wel, maar kost veel geld. Voorzichtig maken we andere plannen. Bijvoorbeeld: niet naar Curacao om de zomer over te blijven, maar naar New York. Dan na de zomer via de intercoastal naar het zuiden en naar Cuba. Kan allemaal. Voorlopig van hier naar Martinique en daar met Jori en Wijnand wat rondzeilen.


We huren een auto bij Adams Rental. Staat de volgende ochtend bij Independence Square, waar we onze dinghy leggen. De deur is open, de sleutel onder de mat... Links rijden kost veel concentratie, vooral in de stad. Maar we halen nog een volle gasfgles bij Rubigas en maken een rondje over het eiland. 21 bij 14 mijl, groot is het niet, maar de meeste wegen laten vanwege de gaten niet harder dan 40 km/uur toe. We lopen door een stuk regenwoud met apen, reeën en turtles. En we gaan naar Harrisons Cave. Met een treintje ga je daar door heen. Ik verwachte Indiana Jones: scheuren een een klein karretje over rails op hoge palen, die bijna omvallen. Nou het treintje was een soort grote scootmobiel met karretjes op brede rupsbanden. Over een uitgehakt asfaltweggetje reden we langs de grotten. Vreselijk saai, zeker voor mensen die net in een klein bootje de oceaan zijn overgestoken. Maar daarna was de Oostkust indrukwekkend, hoge branding, uitgesleten rotsen en een lekker biertje om van het uitzicht te genieten. Komt een Amerikaan uit Texas naast ons zitten om uit te leggen dat Trump groot gelijk heeft. Die vreemdelingen kosten te veel en ze dragen niets bij. We horen het glimlachend aan. Zo relaxed zijn we inmiddels wel.


Adams Car Rental is in een steegje bij het cricketstadion, jawel: het cricketstadion. Maar we vinden het niet. Vragen aan een politieagent, die auto’s aanhoudt om iets te controleren. Hij legt het uit. Oh, sorry, maar English is not your first language en hij legt nog twee keer langzaam uit. We kennen het dan uit het hoofd: twee keer bij het stoplicht links, dan het witte gebouw. Als ik vertel, dat ik bij de poilitie was, krijg ik een brother handshake en dan zet hij het verkeer van beide kanten stil, zodat we de auto kunnen keren. Zo aardig zijn ze hier allemaal. Ze lopen met je mee als je de weg niet weet, een man repareerde mijn Penn-reel voor niks (weddenschap wel gewonnen, maar geen nieuwe reel meer nodig). We gaan trouwens wel voor een opblaasboot, de banaboot is te wankel (weddenschap wel gewonnen maar toch).

Dit bericht maken we onder een palmafdak van Pirates Cove Beach. De prijzen van de drankjes zijn ongehoord. Vlak voor ons ligt de Annalena te dobberen.