dinsdag 28 maart 2017

Statia



Statia oftewel St Eustatius. Een stukje Nederland in de tropen. Engels is de voertaal en je betaalt met US dollars. De mensen, die hier getogen zijn spreken Nederlands. Ze hebben vaak een tijd in Nederland gewoond.

De vorige reis legden we de rubberboten aan de pier van het hotel. Ik ben toen niet verder geweest dan het zwembad van het hotel. Met Pieter en Bas heb ik toen aan de rand van het zwembad veel bier gedronken. Raoul was met de jongens duiken en de vrouwen beklommen de vulkaan. Nu niet de slechte invloed van Bas en Pieter: ik beklim met Rommy de vulkaan. Op de vulkaan komen we de Zweden, Engelsen en Amerikanen tegen die met ons in de baai liggen. Het is allemaal wat serieuzer dit keer.

We zagen Oranjestad. Vorige keer ook gemist. Veel gerestaureerde gebouwen, een fort met kanonnen, een ruïne van de Nederlands Hervormde kerk, grote huizen met veranda’s. Achter het politiebureau staan een stuk of tien in beslag genomen scooters. Veel welzijns instellingen. Beneden aan het strand drie hotels, twee duikscholen en wat restaurants.

Men rijdt in grote auto’s, maar je kunt alleen van het dorp naar beneden en weer omhoog. Nog een weggetje met wat villa’s langs de zee en een weg naar het vliegveld. Er komt weinig op de teller. Men groet elkaar door kort te claxoneren. En iedereen kent iedereen, dus dat is lekker lawaaierig.


Rommy heeft op me gewacht op het terras van het hotel. Als ik na 1 ½ uur terug kom van de douane en haven autoriteiten (diepgang bij aankomst, diepgang bij vertrek), nemen we nog twee Heineken. De mensen naast ons eten appeltaart. En dan BITTERBALLEN. Ik wil ook, maar dan zie ik dat die mensen elk 200 kilo wegen. Toch maar niet. Weet je waar ik heel erg zin in heb? Zoute haring.

Eerder was de afvoer van de wc bij de eerste kraan verstopt, nu is hij bij de benedenkraan verstopt. Twee centimeter ketelsteen. Het zijn T-kranen die het spul om de vuilwatertank heen leiden. Je wil die troep toch niet bewaren? Wat gebeurt er als je die kraan losmaakt. Jawel, het was weer een vrolijke bruine spuitpartij. Uiteindelijk werkt alles weer en blijf ik me maar wassen. De rubberen ring van de kraan is met het vieze water weggegooid. Van een JanWillempie maak ik een ring. Een JanWillempie is een elastiek, die je in het theater gebruikt om kabels te binden (uitgevonden door, ja je raadt het al, Jan Willem). Ik had er per ongeluk nog een paar in de zak. Dank aan Islemunda.

De wind is zwak uit het zuidwesten. Dat betekent, dat de swell de baas is. Het was dus lastig slapen met het geschommel. De lichte charterboot die te dicht naast ons ankert, draait op de zwakke wind andersom. Onze achterkanten liggen nog 5 meter van elkaar. Ik roep: you are too close. De mensen in de kuip kijken me verbaasd aan en roepen de schipper. De schipper ziet de situatie, start de motor en haalt het anker op. Verderop is nog veel ruimte en de swell is overal even erg.

Morgen naar Saba. Bijna geen wind, dus 20 mijl moteren. We zijn erg benieuwd.


Tijdens de oversteek naar Statia een Wahoo gevangen. Zie de foto met de man die niet op Donald Trump lijkt. De wahoo was niet groot maar we hadden er voldoende aan voor het avondeten.

Boven op de vulkaan loopt een haan, die dichtbij komt staan als we op een steen zitten en wat drinken. De meeste mensen eten ook wat en daar is het de haan om te doen. Hoe komt die haan hier? Het is een uur klimmen, maar misschien is dat voor een haan niks.

zaterdag 25 maart 2017

Montserrat


Na een perfecte oversteek liggen we in Little Bay. De douane beambte is uiterst behulpzaam. Laat Rommy alvast naar de Haven Autoriteit gaan, terwijl ik de boot en paspoortgegevens invul. To kill time, zegt hij. Heel bijzonder. Er is wat swell, het schommelt licht, maar daar slaap je goed op. We worden ’s nachts alleen opgeschrikt door de fluit (hoorn voor de landrotten) van de veerboot. We liggen midden in zijn aanloop naar de kleine jetty. Wij niet alleen, we waren gewoon bij de andere boten gaan liggen. Met veel lawaai gaat de veerboot rakelings tussen ons en een Engels bootje door. Om ons te laten schrikken? Bad seamanship. ’s Morgens gaan we een stukje verder liggen. Onze ankerprocedures zijn al zo ingesleten, dat dat geen probleem meer is. Alleen klaagt Rommy over mijn kleine gebaren. Ik geef aanwijzingen (vooruit, achteruit, rechts, links) in de stijl van Gergiev. Klein, soms maar het opheffen van een pink, maar alles zit erin. Het vergt grote oplettendheid van het orkest.

Het uitzicht op de voormalige hoofdstad Plymouth is indrukwekkend. Wat daken en bovenverdiepingen steken boven de as uit. Ook het scorebord van het cricketveld staat in de asvlakte. De as is vruchtbaar, zodat alles dichtbegroeid is. Dat maakt het op het eerste gezicht wat vriendelijker. We lopen door een hotel: zwembad vol met as, alle zalen bedekt met 20 cm as. De as is het enige exportproduct, er zijn vier bedrijven die het fijnmalen en als bouwstof verkopen. Moet je aan denken, als je Montserrat op een cementzak ziet staan. Er kwamen 19 mensen om, boeren die de exclusion zone waren binnen geglipt om hun vee te verzorgen. In het Observatie Centrum was een film te zien over de uitbarsting. Het was een reeks explosieve uitbarstingen en de lava was dik als tandpasta. Rotsblokken van meters doorsnede werden de lucht in geslingerd.


We steken de rivier over die bij Plymouth in zee stroomt. De brug van voor de uitbarsting moet 2 meter onder ons onder de as liggen, nu loopt de weg door de bedding naar de overkant. Bij hevige regenval komt er water dat weer as en stenen meesleurt, dan kan je niet oversteken. Hier zijn de vier asbedrijven. De baai is nu een landtong. Ten zuiden van de rivier mag niemand meer wonen. Voorlopig. De huizen van de ministers en de rechter in de heuvels zijn niet getroffen, maar staan al 20 jaar leeg.



Vanaf het observatorium heb je goed zicht op de Soufriere Hills Vulcano, die onafgebroken stoom uitstoot, zodat hij steeds in een wolk is gehuld.


Aan de noordkant wonen nog 4000 mensen, die blij zijn, dat ze niet in een flat bij London zitten zoals de meeste evacuées. Het ziet er allemaal fris en schoon uit. George Martin had hier een opnamestudio en heeft samen met artiesten het cultureel centrum bekostigd. Het witte hotel waar de artiesten verbleven ligt prachtig. De oude studio lag in het rampgebied. De Stones, Boy George, iedere taxichauffeur heeft ze wel eens rondgereden.



Ik vroeg op Antigua een man met rastahaar en oude auto of je het huis van Clapton kon zien. I wish I could. Can you? I meant, can you see it from the road, I thought you were local. I look local, yeah, the hair, I am not. He was the best. Jimmy was the best. Yes. See you man…


Michel van de Nederlandse van der Stadt, die verderop is komen liggen komt langs. We vertellen over onze tocht naar Plymouth. Ik had hem gezien op Tenerife, maar niet gesproken. Ze hebben de halve overtocht met de hand gestuurd. De aandrijfriem van de electrisc he stuurautomaat brak en ook de reserve riemen braken meteen. Oorzaak: de riempjes zijn versterkt met metaalweefsel, dat oxideert. Ook de reserve riempjes die je tegelijkertijd met de automaat kocht oxideren en breken. Weer wat geleerd. Ze hadden een duikschool op Gran Canaria en kunnen onderweg wat bijverdienen als instructeur. Genoeg om zonder haast de wereld rond te gaan.



Er kwam ook een Nederlandse catamaran binnen, die leek te gaan ankeren in de vaarroute van de veerboot. Ik riep naar ze, maar het bleken Polen te zijn. Nee, er werd toch nog een Nederlander opgeduikeld. Toen begrepen we elkaar.

Het wordt tijd, dat wij belasting gaan betalen over onze boten.



Er legt een grote bak met sleepboot aan. Een heel gedoe met touwen naar de kant. Zandauto's komen aanrijden. We gaan het meemaken: de export van vulkanische as. De vrachtauto's rijden leeg de bak op en een shovel vult ze met stenen. Stenen? Stenen genoeg toch? Als we met de dinghy water gaan halen vraag ik uitleg bij de opzichter. Het zijn stenen voor de wegenbouw. Harde stenen. Hier zijn alleen maar zachte stenen, die water absorberen. Duidelijk. We halen water uit een kraan bij  de douane. Jay, de commodore van de zeilclub wees ons de kraan achter de bosjes. De haven vraagt $ 75,00 voor water. Ze hebben alleen formulieren voor grote passagiersschepen en die beginnen bij 1000 gallon. Gisteren vroegen ze hoeveel passagiers er onderweg waren overleden.

De jetty is veel te klein. Men is al twee keer begonnen aan een grotere, maar de projecten werden afgeblazen Vier miljoen Pound verspild. Maar het is een prachtig eiland.













Antigua



Dit keer geen geklaag over de overtocht. Integendeel, met twee riffen en een half voorzeil gingen we bij halve wind van 5 tot 6 Bft steeds 6,5 kts. Over de grond een knoop meer. Na 7 uur varen gooiden we het anker uit in Falmouth Bay. Falmouth Bay en Englisman Bay zijn de naast elkaar gelegen baaien waar Nelson zijn jonge jaren sleet. De boatyard en alle gebouwen zijn gerestaureerd. Het is het centrum van de superjachten. Grote protserige glimmende bakken van zes verdiepingen, maar ook zeer fraaie scherpe klassieke zeiljachten. Aan de wal de vele servicebedrijven voor die jachten en gewone winkels en cafés. Bij Jane’s Yacht Service kunnen we onze gasflessen laten vullen. De laatste vulling was op Barbados. Op Franse eilanden kan het niet. Bij Sam en Dave kunnen we onze was laten doen. Alles kost twee keer zoveel.


In één van de oude gebouwen van Nelson Dockyard gaan we inklaren. En dat is op Engelse eilanden geen kleinigheid. Eerst zelf alles invullen op de computer, dan heen en weer tussen vier loketten. Na 1 ½ uur stonden we weer buiten met een formulier met veel stempels en parafen. Dat hebben de Fransen beter gedaan: hetzelfde formulier op de computer invullen in een winkel of een restaurant, even laten zien aan de winkelier, stempelen, een paar Euro betalen en klaar. Al dat werk van de Engelsen kost     us$ 48,00. In de wachtrij voor de loketten veel gelegenheid om met andere zeilers ervaringen uit te wisselen. Over de Customs Officer in Barbados, die trots achter  drie stapels formulieren van 1 meter zat van de drie cruiseschepen aan de kade. Over Tunesië en Senegal waar je moet bijbetalen. Over Suriname, waar we niet in één dag langs alle kantoren verspreid over Paramaribo konden. Sterk punt van Nelsons Dock: alles is in één ruimte. Een bloedhete ruimte, maar als je aan de beurt bent, hou je je hoofd dichtbij bij de opening in het glas. De koude airco lucht van de ruimte erachter komt erdoor naar buiten.


We zien de roeiboten terug, die zich op La Gomera klaar maakten voor een Atlantisch oversteek. De laatste soloroeier is een dag geleden aan gekomen. Past alleen maar grote bewondering.

De verlichte masten van de superjachten lijken ’s nachts wel een stad. De volgende dag komen maten van de SKAT een grote hoekige grijze motorboot ons uitnodugen voor een party. Je moet wel verkleed komen, alsof je op je zeilboot een kast met verkleedkleren heb. Ik kan gewoon als Donald Trump gaan.


Zoals in alle baaien is het vol met pelikanen. Ze vliegen wat rondjes en duiken dan als een rakket naar beneden. Een doffe plons en even later duikt de pelikaan weer op. Blijft even drijven en kijkt onnozel voor zich uit. Is de teleurstelling aan het verwerken van dat hij er net weer naast zat. Vliegt dan weer traag op en gaat weer rondcirkelen. Als dan ook af en toe een schilpad langs komt zwemmen, even naar de boot kijkt en dan onderduikt, dan is het goed om een de baai te liggen.


We lopen over de heuvels tussen de twee baaien. Aan het eind van de klim moet je met handen en voeten langs de rotsblokken omhoog. Ik kijk angstvallig niet naar beneden. Als de afdaling aan de andere kant ook zo gaat krijg ik het moeilijk. Naar beneden durf ik niet en terug ook niet. Gelukkig is de afdaling geleidelijk.

Nederlandse trekkers nemen altijd wel even contact met elkaar op. We treffen hier drie boten en we drinken een pilsje met Gerard en Karina van de K’DANS. Ik sprak Gerad kort op La Gomera. Later zien we op de K’DANS ook Bob en Anja. Zij doen het ook voor de tweede keer. Ze verkochten hun Breehorn 37 voor een Hanse. Nou zeg..  Verhalen over schade en pech bij de Suriname-gangers, gebroken mast, gebroken giek, motorpech en twee aanvaringen met walvissen. De CDI boxjes van Volvo gingen op drie verschillende boten op tilt, twee tegelijk op een catamaran. Volvo ontkent het probleem. Bob en Anja gaan straks ook naar Amerika, maar genieten nu nog van de vele baaien van Antigua.


Wij hadden het wel een beetje gehad met Antigua, de hoge prijzen en de onvriendelijke mensen, bedorven door de miljonairs van de superjachten. We gaan oversteken naar het westelijk gelegen Montserrat. In 1997 is het zuidelijk deel verwoest door een vulkaanuitbarsting. Alles weg. In 2008 en 2010 weer uitbarstingen. We gaan het bekijken en ons alles laten vertellen. De baai van Little Bay, waar je veilig voor de vulkaan kan liggen is alleen comfortabel met zuid-oosten wind. En dat is het de komende dagen.

zaterdag 18 maart 2017

Nog steeds in Guadeloupe


Een enerverende busrit naar Pointe-a-Pitre. We merkten bij de eerst klim het dorp uit, dat de bus moeite had de heuvel op te komen. De chauffeur met rasta-haar ging daarom steeds zo hard mogelijk naar beneden, bochten of geen bochten, om vaart te hebben voor de naderende beklimming. Ook de dikke vrouwelijke chauffeur op de terugweg hanteerde dezelfde techniek, alleen keek ze daarbij steeds over haar rechterschouder om met een vriendin te praten, die rechtsvoorin zat. Geen STOP knopjes. De cpasgiers tikten vlak voor de halte op het raam: tik, tikke, tik. Werkte perfect. Maar je moet wel een ring om je vinger hebben, gewoon tikken was in de herrie (alle ramen en de voordeur stonden open en ratelden in hun voegen) niet hoorbaar. Wij (zonder ringen) hebben geroepen: Arrête si vous plait! Ze stopte en wenste ons nog een bonne soirree.

Het slavernij museum ACTe is de moeite waard. Veel informatie, mooie vormgeving, bijzonder gebouw. De informatiezalen werden afgewisseld met grote kunstwerken. Mijn fototoestel mocht niet naar binnen, dus heb ik alleen foto’s van het gebouw. Geen verwijtende blikken, er waren alleen maar blanke bezoekers. En klassen schoolkinderen, maar die hadden het te druk met elkaar. Bij de slavenhandel uit Afrika werd Nederland steeds genoemd, naast Portugal, Spanje, Frankrijk en Engeland. Als je doorklikte op de informatie monitors kon je vinden, dat Nederland maar een heel klein aandeel heeft gehad.

In de nacht waait het weer 6 tot 7 Bft en dat blijft de ochtend aanhouden. We blijven nog een dag. Gaan nu de rivierwandeling doen. Grote contrôle van alle verstaging. Joon repareren. Route plannen.  Genoeg te doen.


De rivierwandeling duurt drie uur. Klimmen van rots naar rots. Ik was kapot, Rommy ging nog even snorkelen.


Lees op internet dat er in Amsterdam een demonstratie was tegen racisme. Tegen het wij-zij denken. Wij, de niet-racisten demonstreren tegen zij, de wij-zij denkers. Er zijn een boel goede mensen in Nederland. Zo goed, dat ze demonstreren tegen de slechte mensen.

Morgen de boel opruimen, anker lichten en koers zetten naar Aguila. Weer in Engelse sfeer.

donderdag 16 maart 2017

Oversteek naar Guadeloupe


De voorspelde 15 knopen wind is in de praktijk toch 20. Achter Martinique geen probleem, maar zodra we achter het eiland vandaan komen staan er de golven van drie meter en loopt de wind soms op tot 28 knopen. Stevig stampen. In de herrie van de golven horen we de Franse radio iets melden over een object dat zou drijven tussen Portsmouth en Roseau. Wát precies verstaan we niet, maar je moet er met een grote boog omheen. Ze herhalen het bericht in het Engels, maar dat begrijpen we nog minder dan het Franse.
 Achter Dominica wordt de zee kalm en verdwijnt later ook de wind. Wat moeten we met de melding op de radio? Moeten we gaan ankeren bij Roseau? In het donker tussen de pieren en moorings? Als het echt gevaarlijk is, zouden ze het wel herhalen. Leek ons... We zetten de motor aan. Ik vaar eerst nog langzaam om bij te komen van het geweld in de passage. In het licht van de volle maan zie ik op 10 meter een boomstam langskomen. Hij is langer en dikker dan onze boot en wordt gevolgd door nog heel veel takken en stammen. Uit één van de rivieren van Dominica is een half bos de zee in gespoeld. Rommy gaat voorop staan om ons langs de stammen te loodsen. Na 10 minuten is er niks meer.

Tussen Dominica en Guadeloupe zal het wel niet zo heftig zijn. De Saintes en Marie Galanta liggen voor de opening, dus de golven zullen wel niet zo hoog zijn. Leek ons... Het waait hier nog harder. Als de golven achter Guadeloupe eindelijk minder worden halen we een vaart van 8 knopen op één rif en een halve genua. En ineens weer de rust. De zon komt op en we zoeken een plekje bij Pigeon Island.
Bij Pigeon Island is het prachtig snorkelen. Ik moet een keer foto’s onder water maken, maar ik ben bang dat de onderwatercamera daar niet tegen kan. De vorige liep ook meteen vol. En ik ben ook niet zo’n onderwaterman. Helemaal geen waterman. Beter, dat Rommy die foto’s maakt.
De volgende dag een paar uur varen naar Deshaies (Déhé). Een rondom beschutte baai met een Caribisch dorpje. We ankeren vooraan bij het strand. Dat geeft een mooi uitzicht en wifi van de restaurants aan het strand. De Franse hippie achter ons zegt dat we weg moeten gaan: als ons anker zou krabben, zouden we zijn anker los kunnen trekken en zou hij op een achterliggende boot kunnen botsen. Kan. Hij gaat nog een tijdje opgewonden tekeer en vaart dan terug naar zijn boot om verder tegen zijn vriendin te schelden. We zagen hem eerder met twee andere Franse knapen met veel haar ecologisch aan het vissen. Ze vingen niks, wat niet erg rendabel lijkt voor drie man.

Achter de Customs and Immigration computer zit een jongen de namen en nummers van acht paspoorten in te voeren. Tijd genoeg om met de Engelsman, die na ons gaat inklaren, te praten over zijn reis langs de Amerikaanse Oostkust. Terug naar het Zuiden was erg zwaar, maar hij kon de Inter Coastal Waterway niet nemen vanwege zijn diepgang. Wij kunnen met 1 meter diepgang wel over de ICW achter de kust langs moteren. Eindeloze mangrovenbossen, maar ook grote baaien. Het plan staat nog. 
Boven op de heuvel ligt een botanische tuin, tropische planten en bomen, krijsende papagaaien, goudvissen en roze flamingo’s. De moeite van de zware klim waard. Planten, die we in Nederland als kamerplant hebben. Mooi, maar ze leken wel op elkaar. We waren vroeg in de ochtend begonnen de rivier, die in het dorp uitkomt op te lopen. Het begint met een betonweg, daarna moet je klauteren over de stenen. De stenen waren door de regen spekglad, het ging niet. Dus daarom gingen we langs de autoweg naar de botanische tuin.

De Franse hippie komt nog eens langs met zijn vriendin. Ze praat een soort Allo Allo Engels. We ruziën wat en dan spreekt ze de onvergetelijke woorden: I only say this once. Ik begin meteen over de Madonna with the big boobies. Ze kijken me verbijsterd aan, voor het eerst stopt hun geaggiteerde gepraat. Wat kunnen misverstanden toch leuk zijn. Overigens zijn we inmiddels weer vrienden met de hippie.
Het probleem van ankeren in een kleine baai met veel boten is, dat de wind samen met de stroom de boten alle kanten op kan sturen. Maar toen wij in de nacht na veel ketting geschuur gingen kijken, waren we enige die naar het Oosten lag, alle andere boten lagen naar het  Westen. Dat maakt je onrustig. Soms wil ik zelfs ik niet bijzonder zijn. Na een tijdje draaiden we langzaam bij. Weer gelijk met de anderen.

We vertrekken om 7 uur naar de baai van Malhaut. Guadeloupe bestaat uit twee eilanden, die samen op een vlinder lijken. De eilanden zijn verbonden door een mangrovengebied. Er loopt een kanaal met drie draaibruggen, die vier jaar geleden al in reparatie waren. Bij de  noordelijke uitgang van het kanaal ligt Malhaut. Maar er stond toch een bak wind recht tegen. Twee riffen waren gewenst. Nog niet eerder gezet. Lukte niet. Alternatieven: oversteken naar Antigua of terug naar Deshaies. Terug dus. Nu liggen we op een plek waar we ruim kunnen draaien. Ondertussen heeft Nederland op de VVD gestemd en is het socialisme voorbij. Het kon erger. We bedanken iedereen, die D66 heeft gestemd.
In de nacht gaat het onaangekondigd 30 knopen (Bft 7) waaien. ’s Morgens is het rustiger en we willen met de bus naar Pointe-A-Pitre. Naar het nieuwe slavernij museum. Al die verwijtende blikken. Een Herzog/de Meuron achtig vogelnestgebouw.
Voor we vertrekken moet ik nog even en bij het wegpompen van de uitwerpselen zit alles muurvast. Tot 13 uur pompen, kranen en leidingen schoongemaakt. Telkens als je iets losmaakt, komt er een bruine massa naar buiten. Een heel onsmakelijk karwei. En hij doet het weer. Zeilen is repareren. Misschien morgen naar dat museum.

Wat is het belangrijkste onderdeel van een zeilboot? Toen ik met Fokko op zijn tweemaster meevoer, gingen we een keer met een groep schippers eten in het park in Kiel. Ik verheugde me op leerzame verhalen over zeilvoering en manouvreren, maar het ging de hele avond alleen maar over verstopte toiletten.
Ik heb me al twee keer gewassen (zwemmen, shampoën, zwemmen en afspoelen), maar het voelt nog steeds of ik onder de stront zit.


vrijdag 10 maart 2017

Regen in Fort de France



De rondleiding door het fort is niet zo boeiend. De Franse marine heeft maar een klein gedeelte van het fort opengesteld en de gids heeft veel jaartallen en weinig human interest. Martinique is afwisselend van de Fransen en de Engelsen geweest met veel oorlog. Ook Michiel de Ruyter deed een poging het eiland te veroveren. Hij trok zich terug een dag nadat de Fransen zich hadden teruggetrokken. Dat laatste was hem ontgaan. Vind je in de Nederlandse geschiedenisboeken niet terug. En wanneer de slavernij werd ingevoerd, afgeschaft en weer ingevoerd op aandringen van Josephine, dochter van een slavenhouder. Daarom wilde men het beeld van Josephine omver trekken, maar alleen het hoofd ging eraf. Het beeld staat hier buiten voor het hotel Imperatrice.

We doen nog het precolumbiaans museum, mooie sieraden en vlechtwerk. Gaan dan maar klussen. De koelkast heeft weer eens een mindere fase, dwz hij doet het niet zo goed. Nou is 18 gr bij een omgeving van 32 gr al een hele prestatie, maar we willen gewoon naar 6 gr. Oorzaak is het spanningsverlies als hij werkt. Dan houdt hij dus op met werken. We hebben al veel contacten vernieuwd, nu gaan alle min-leidingen op de schop. Verbingsrails vervangen de kroonstenen, drie nieuwe min-blokken en alles met kabelschoenen. Daarvoor hebben we een hele mooie dure tang. Niet zo’n plat ding,  maar één die klik zegt als de draad vast zit. We zetten zo’n 60 kabelschoentjes vast. De samenwerking is goed. En dan doet de koelkast het nog niet. Toch maar een nieuwe leiding leggen naar de koelkast. Heidens karwei in de hitte. De koelkast doet het weer. Gisteren brak het pedaal van de waterpomp, een nieuwe Whale pomp gemonteerd. Doet het weer. Moe maar voldaan nemen we om 13 uur een pilsje van 6 gr. Om te kijken of de koeling wel goed werkt.
Vannacht waren er zware regen buien en ook nu komt er ieder half uur een bui over met windvlagen.  Gewoon maar even blijven liggen. Zodra het mooi weer is gaan we naar Guadeloupe. Tijd om weer op gang te komen.
Er kwam nog een boot uit Rotterdam aan. De Koningsdam van de HAL.

En er is een plan. Een plan voor het komende jaar. Via de Virgin Islands gaan we naar de Bahama’s. Daar komt Lynn aan boord. Lynn gaat mee tot Nassau, neemt daar het vliegtuig naar huis en wij steken over naar de Amerikaanse kust. Langs de kust sukkelen we naar het Noorden en zijn in juli bij New York. We gaan door de Long Island Sound nog wat verder, want aan land is het in New York dan te heet. Keren na de zomer zuidwaarts. In november weer in Florida. Lijkt ons een betere manier om de hurricane season door te brengen, dan in Curacao tussen alle Nederlanders aan de drank te raken. Langs Staten Island, langs het Vrijheidsbeeld, onder de Brooklyn Bridge door, langs Roosevelt Island. Fantastisch.

Bolcom zegt nu, dat we te hard op het scherm hebben gedrukt. Rommy dreigde met berichten op facebook. Ze sturen een nieuwe, probleem opgelost. Ik heb een Sony met knopjes voor het omslaan van de bladzijden, werkt al vijf jaar tadeloos. Dit was al haar derde Kobo. We lieten gisteren in de oude Kobo met werkend scherm een voedingseenheid monteren voor € 39. Doet het ook weer. Het is een mooie dag in de regen.


dinsdag 7 maart 2017

Terug in Fort de France en mail van Bolcom.



We ankeren op nagenoeg hetzelfde plekje, helemaal vooraan dicht bij de kant. Het Kobra-anker doet het weer best. Dit keer leg ik een touw met een demper over de ketting, zodat het geluid van de over de bodem schuivende ketting niet tot de boot doordringt. Bij Sea Services, een grote watersportwinkel, halen we LED-lampjes om de laatste halogeenspotjes te vervangen. Van 3 Amp naar 0,1 Amp. Dan naar een Semerie voor kromme naalden. Rommy is al dagen bezig de lamsleren bekleding van het stuurwiel opnieuw te naaien. Een heidens karwei, waarbij veel naalden breken. Of het lamsleer is weet ik niet zeker. Band en naalden haal je bij ons bij de fournituren winkel. Leek me Frans, maar hier heet het Semerie. Weer wat geleerd.

Vanaf de boot internetten gaat beperkt. Genoeg om te weten van de rotstreek van Sparta. Bloggen en foto’s versturen doen we in de lobby van een mooi oud hotel aan de rand van het park. Dat zal nog wel eens gebeuren, want de weersvoorspelling is niet goed. We twijfelen nog. Maar als je moet wachten tot je naar Gouadeloupe of Marie Galante kan oversteken, kan je dat beter hier doen. Hier is alles te krijgen, hier is van alles te zien. En de ankerplaats is zeer goed. Het mooiste dat er is te zien, is de gietijzeren bibliotheek van Gustav Eiffel. In Frankrijk gebouwd en als bouwpakket hier neergezet. Er is ook nog een gietijzeren kerk.

Rommy had via Jori een nieuwe e-reader besteld, de vorige Kobo had een kapot scherm. Jori nam hem twee weken geleden mee. Bij het vierde boek: scherm kapot. Vervelend, maar onder de garantie. Jori kon de reader mooi mee terugnemen en opsturen. Rommy mailde intussen Bolcom. Antwoord: we zien op de foto gebruikssporen en u zult hem wel hebben laten vallen. Trouwens u kunt best boeken lezen op uw tablet. Probeer het eens bij uw inboedelverzekeraar. Een onvoorstelbaar antwoord.


Op de boot zijn we als lezers afhankelijk van e-readers, zoveel boeken kunnen we niet wegbergen. We doen ook niet moeilijk als ze kapot gaan na een jaar, maar na 6 dagen.... En dan de valse beschuldiging, dat we hem hebben laten vallen. Alsof een monteur na een week bij je nieuwe afwasmachine komt en zegt: ik zie gebruikssporen en u zult hem wel van de trap hebben gegooid. Maar u kunt best met de hand afwassen. In de loop van de jaren hebben we voor tienduizenden euro’s gekocht bij Bolcom en nooit iets teruggestuurd. En nu zo’n behandeling. We are fucked. Ik wil in mijn rubberboot in de onderbroek op vijf meter afstand liggen roepen: You are thieves! You are not honest!  

En dat Cobra dan voorbij komt en de €180 terughaalt.

En als de woede weer even zakt, spreken we verder over onze Amerika-plannen. Om van de zomer, als de hurricanes komen, langs de Oostkust van Amerika naar New York te varen, daar een tijdje blijven en dan in de herfst weer af te zakken naar de Bahama’s. Ik ben erg voor, Rommy twijfelt: geen Curacao, geen vakantie in Nederland. Gisteren is hier de Ti Sento uit Workum komen liggen. Zij deden vorige zomer hetzelfde. We gaan ze vandaag uithoren met de kaart erbij.

Nog even over Bolcom. We leven hier tamelijk stressloos. Harde wind, reparaties en fruitmannen daargelaten. In Nederland zou ons die Bolcom-reactie minder hebben geraakt, gewend als daar je bent aan agressie en onredelijkheid. Welke agressie en onredelijkheid? Precies....


zondag 5 maart 2017

Carenage Tourelles




En beetje zenuwachtig lichten we om half negen het anker. Het waait hard en we moeten met de wind dwars achteruit het dock van de portaalkraan binnenvaren. Uiteindelijk liggen we om tien onder de kraan. De kraan wordt bediend door een oude man met ervaring, die aan de handels zit en een jonge knaap, met meer inzicht. Ze discusieren over elke beweging van de kraan. Uiteindelijk doen ze steeds wat de jongen wil. Die moet er dan wel van zuchten. Zo staan we na een uur ergens geparkeerd.


De polyesterman is Joël, een dikke man in een oranje T-shirt. Een prima vakman zal blijken. Hij bekijkt ons roer met een hoek eraf. Pas de problem. Naast ons bij het fort lag de Amerikaanse boot Wanderlust, een mooie oude Morgan voor anker. Zonder mast. Hier op de werf zijn twee jonge mensen met een mast aan het werk. Pas als we kennismaken met Ben en Quinn leggen we het verband. Toen ze onder Dominica vandaan kwamen en de wind versnelde braken de bouten van de stagplaten en brak de mast in tweeën. Eerder waren ze al hier voor een rompreparatie nadat ze op de rotsen waren geslagen, door een gebroken ankerpen. De mast is klaar en het wachten is op de kraanwagen. Er ligt nog een een boot met een grote steen in de stukgeslagen romp. En tegenover zijn een stel Franse hippies hun boot aan het leegmaken. De boot heeft vier dagen op de kust liggen beuken: achterkant weg, zijkant helemaal open. Ze willen de boot zover opknappen, dat ze er op land op kunnen wonen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om de aangroei van de waterlijn te boenen. Dan zie ik de vrouw van de Franse boot vanaf het dek op het beton vallen. Ze krijst. Het lijkt een gebroken enkel. Ons hoekje uit het roer wordt steeds lulliger.  


In de stromende regen helpen we Ben en Quinn met het terugzetten van de mast. Nicolaas van de Java uit Amsterdam is met hen meegekomen om te helpen. Die zijn gisteren bij het fort geankerd. We hadden al gezwaaid.


In de hoek van het rommelige terrein kan je een trap op en dan sta je in een restaurant met uitzicht over de haven. De eigenaar is een visser, die van twaalf tot drie lunch serveert. Het zit stampvol met zakenlieden. We drinken een biertje en vragen waar we vanavond kunnen eten. Langs de pharmacy en dan zie je het wel. Zo gedaan, maar we zien alleen een patattent met plastic stoelen en fel TL licht.

We zoeken overal en gaan dan maar terug naar de patattent. Blijkt een kok uit St Lucia daar lokale gerechten te maken. Heerlijk. Dan slapen op de boot die nog in de kraan hangt. Morgenvroeg erin en  terug naar het fort. Het gaat erg hard waaien dit weekend, beter hier gebleven. Een biertje drinken op de Wanderlust of de Java. Ik doe nog een laagje primer op het lullige hoekje.