zaterdag 27 augustus 2016

A Coruna, Galicia




A Coruna is erg opgeknapt. Vroeger, vorig jaar nog, was er druk autoverkeer langs de kade. Nu is er een tunnel. De kade is nu prachtig en de terassen bij de arcades (Picasso was daar aan gehecht) hebben een goed uitzicht. Op de heuvel ligt de oude stad. Mooie doorkijkjes, oude kerken en kloosters, maar wel een beetje leeg. De nieuwe stad heeft brede winkelstraten en erachter liggen grote stranden. Een grote baai met aan de ene kant de Torre Hercules, een antieke vuurtoren. Aan de andere kant een obelisk uit 2000. Galicia is het land van de menhirs.

En dan loop je in de Ikea en de bouwmarkt, voor bierglazen en aluminiumprofielen (perfiles). Geen verschil met Nederland. Het ligt aan de rand van de stad, eindpunt lijn 11. Maar geen kniekussentjes. B

’s Morgensvroeg, ik was nog even met mijn haar bezig, komt Rommy van buiten: We hebben nieuwe buren. Ik ga kijken welk jachtje in de box naast ons is komen liggen. Ik zie niks liggen. Als ik me omdraai: een enorm cruiseschip, zo’n drijvend flatgebouw. De Brittania, 3647 passagiers en 1350 bemanningsleden. Midden op de oceaan roepen we zo’n schip wel eens op voor een weerbericht. De gebruikelijke uitwisseling gaat dan: Annalena, this is Seven Seas, destination Bermuda, 3862 persons on board, over. Seven Seas, this is sailing-yacht Annalena, destination Flores, 2 persons on board, good morning sir, over.


We lopen langs een oude kerk, de San Nicolas. Nou is San Nicolas de beschermheilige van de zeevarenden, hij heeft al veel mensen van de verdrinkingsdood gered. Eén keer zelfs vier kinderen , die bijna werden gepakt door een zeemonster. Daar zijn mooie plaatjes van. Nederlanders zijn dan wel zo gehecht aan St Nicolaas, maar dit weten de meeste mensen niet. Er is een klein winkeltje in beeldjes en medaillons tegenover de kerk. Ze hebben een beeldje van San Nicolas. Te groot voor onze barka, leg ik uit. De mevrouw merkt dus, dat ik het serieus neem, dat ik ik de zee op ga. Maar dan moet ik een beeltenis van de heilige Carmen nemen, dat is in Galicia de heilige van de zee. We kopen toch een medaillon van San Nicolas, je moet je heiligen trouw blijven. Ik hou ook niet zo van vrouwelijke heiligen. Veel lijden en opoffering, slecht voor jezelf zorgen, maar nooit klagen. Geef mij Rommy dan maar. De medaillon kost € 23, 90. Plata, dat wel.


Ze doen het dus wel. Slecht nieuws overbrengen met een mailtje. Het is ook DNA-verzekeringen niet gelukt ons boot bij een verzekeraar onder te brengen. Er loopt nu nog de aanvraag met een premie van €1500 en met €3500 eigen risico. Daar vragen ze steeds nieuwe gegevens, schiet niet op. En de voorwaarden geven te denken. Misschien moeten we de medaillon van San Nicolas maar een mooi plaatsje geven en nog een kaarsje voor hem branden.

Er zijn drie wetenschap musea. Moderne gebouwen. We gaan naar de MUNCYT, een museum met alle natuurkundige uitvindingen. Alleen voorwerpen en video’s. Het museum over de mens is een mooi gebouw op de rotsen aan het strand. Een gebogen koperen muur met één rij raampjes. We gaan niet naar binnen, het onderwerp spreekt ons niet zo aan.


Met een lege gasfles naar een vulstation buiten de stad. De taxichauffeur kijkt naar het adres: ja, dat kent ie, stap maar in. Na 20 minuten zet hij me af bij een gasfabriek, helemaal verlaten. Overal gore fabrieken, gras wil er niet groeien. Hij rijdt weg voordat ik het door heb. Met de fles lopend terug naar een woonwijk, heuvelop, bewakers van de verlaten fabrieken wijzen me de weg. Een buschauffeur legt uit, dat ik helemaal verkeerd zit. Moet met hem terug naar het centrum en dan een andere bus. Tegen die tijd is het vulstation gesloten, dus keer ik met lege fles terug. Moest even klagen, jullie hebben het gemakkelijk. Gas uit de kraan. Water uit de kraan. Warme douche. Koude pils uit de koelkast. Krant in de bus. Muziek op de radio. Piza’s thuisbezorgd. Inboedel verzekerd. Auto voor de deur. Bouwmarkt om de hoek. Jullie weten niet half hoe goed  je het hebt.

Vanavond komt Lynn aan op het vliegveld. We gaan haar ophalen met de bus. Maandag gaat het goed waaien bij Kaap Finistere (het einde van de wereld), lijkt ons geen goed begin voor Lynn. Dus we varen meteen morgen of dinsdag.


woensdag 24 augustus 2016


Voorop een Duitser, dan een Nederlander en tenslotte een Belg. In volgorde van belangrijkheid varen we van Ribadeo naar Viveiro. 30 zeemijlen. Viveiro is een wat grotere stad aan een riviermonding. Een oude stad, oude kerken en twee grote stranden. En een nagebouwde grot van Lourdes. Nou, als je die in Lourdes kent: deze is nog lelijker. Roomse kitsch. Op de deur van de grote kerk een bordje: van 14 tot 16 uur gesloten. Ook God houdt hier siesta, het is ook een heel oude man en hij moet alles laten functioneren. De Spanjaarden gaan dan ook maar slapen in navolging.


Naast de jachthaven is een grote supermarkt. Dit is een ideale vertrekplaats voor een oversteek. De wifi is slecht. ’s Avonds drinken we wat aan boord van de Polaris uit Amsterdam. Dat staat tenminste op hun boot, maar ze komen uit de buurt van Nijmegen. Toch een heel gezelige avond, Rommy vertelt waar ik overal bang voor ben. Schijnt hilarisch te zijn. Vooral mijn zwemtocht in een donkere grot, waar ik van een waterval moest springen.

In Spanje is elke tweede zaak een kapper. We stappen er één binnen. Ik wil geknipt. De kapper laat me foto’s zien: types als Pelle, jonge voetballers. Geen types zoals Richard Greer of George Clooney. Ik kies het meest ouderwetse model en daar gaan we. Hij is op Aruba geweest. Het wordt eigenlijk best mooi. Even wennen, maar best wel mooi. Aan het eind grijpt hij nog een keer de tondeuse en begint van achteren op te scheren. Zou ik niet gedaan hebben, zegt Rommy vanaf de kant. Maar hij is al bezig.

Ik kijk ’s morgens op mijn telefoon: SIM-kaart geheugen vol. Hoe moet dat nu weer? Ook nog een voicemailbericht. Zal wel reclame zijn of evaluatie: hoe vond u uw laatste bestelling verlopen? Het is een verzekeringskantoor. Of ik terug wil bellen. Om het slechte nieuws mondeling te vertellen, dat doen ze altijd. De mevrouw van het telefoontje is er niet, een ander zoekt op haar bureau mijn dossier. Er is een offerte. Hoge premie, nog een paar vragen, maar het lijkt gelukt. Ze zal het op de mail zetten. Ik pak de laptop en alles in mijn rugzak, als de telefoon gaat. Het andere kantoor: een offerte, alle documenten nog een keer tekenen, heel lage premie. Te laag, zegt Rommy, zal wel niet kloppen. Ik ben opgelucht, Rommy moet het nog zien gebeuren. Maandag gaan we bellen.

De voorspelling is: hoge golven en weinig wind. Dan gaan we weer een baai verder. Cedeira, de meest beschutte baai aan de noordkust. De Duitsers (Reiner en Ursula met een Swan 40) gaan ook. De hoge golven zijn geen probleem, de boot glijdt er rustig overheen. Totdat de wind toeneemt tot 20 knopen: de golven worden hoger en steiler. Dat hadden we niet afgesproken. Het is weer stampen en rollen.

De kust is rotsachtig, de ingang van de Ria Cedeira is tussen twee rotsen  met veel schuim. De golven nemen daartussen toe, gelukkig breken ze niet. Tegen de zijstroom in worstelen we achter de Swan naar binnen. Daar een baai van rust. ’s Avonds drinken we een biertje bij de Duitsers. Voor het eerst een tochtje in de bananaboot dit jaar, maar zelfs na de biertjes roei ik in een rechte lijn terug naar de Annalena. Rommy had het ankerlicht ontstoken, indachtig de vele keren dat we onze boot niet konden terugvinden in het donker.


Reiner en Ursula zijn al een keer met een ketch in drie jaar rond de wereld gegaan. We praten over de tocht van vandaag, boten, reizen, werk, kinderen, kleinkinderen. De volgende dag vertrekken zij, wij blijven liggen om wat te klussen. Later gaan we met de bananaboot naar de wal. Cedeira is niks bijzonders. Een kapel en achter het strand een soort Drunense Duinen. Daarvoor hoef je niet helemaal naar Spanje te gaan. Daar nemen Bas en Marieke je zo naar toe.

De kerken zijn vaak indrukwekkend, maar ik krijg steeds de neiging om ze les in de Verlichting te geven: een persoonlijke God kan niet bestaan, alles is God, er is geen goed en kwaad, de geest is een idee van het lichaam, zonder lichaam is er geen geest, vrije wil is een illusie, de mens is gewoon een deel van de natuur, alles heeft een oorzaak, alles is volmaakt. Dat alles in mijn beste Italiaanse dialect. Ze zullen het niet snappen. In je beste Nederlands ook niet, zou Wim zeggen.


Dan Ares, weer een baai die van alle kanten beschut is. We ankeren bij laag water en laten de bijboot te water. Het roeien gaat steeds beter. Ares is meer een badplaats. De stranden liggen vol. Toch is het maandag. In augustus is er elke week een feestdag, maar het kan ook zijn dat veel Spanjaarden hier op vakantie zijn. We zijn de enige buitenlanders.

We willen kniekussentjes. Die gebruiken we om de voor en achterkant van de bananaboot dicht te stoppen. In de chinese bazar snappen ze niet wat we willen, ook al lig ik op de knieen dweilbewegingen te maken. In de ijzerwinkel doet Rommy hetzelfde. Ze hebben ze niet in Spanje. Van die kussentjes met twee handvaten en een golvende zijkant, ongeveer 2 cm dik, buigzaam, in vele kleuren. We gebruiken ze overal voor. Maar niet om te dweilen.

We vertrekken met windstil weer naar La Coruna. Niet zo heel vroeg, want mijn nieuwe haar kost wat tijd. Het is nu dinsdag, Lynn komt zaterdag. Kijken of ze daar kniekussentjes hebben.


woensdag 17 augustus 2016

Ribadeo



Geen touristenplaats, geen bezienswaardigheden. Ribadeo is wel mooi gelegen en er is toch één bijzonder gebouw: de Torre de los Moreno. De gebroeders Morerno, u kent ze misschien, lieten het in 1905 bouwen aan het grote plein. In een eclectische stijl, maar stukjes van de voorgevel zijn modernistisch. Het is dan per slot de tijd van Wagner en onze beunhaas Berlage.

We treffen het, zegt de havenmeester, vandaag is het nationale feestdag en morgen is het plaatselijke feestdag. Mooi. Twee dagen zondag met Spanjaarden aan de wandel in hun mooiste kleren. Wij ook wandelen. Het is een hele klim naar het stadje, maar de tweede dag ontdekken we nog een bijzonder gebouw. Ter ere van de renovatie van de haven is er een lift gebouwd. De architect is losgegaan met de betongietbakken, het staat er best mooi. Wat een uitkomst. Nee, zegt Rommy, je moet de uitdaging van de klim aangaan. Nou, ik zie je boven wel.




Stap voor stap bouw ik de kortegolfinstalatie. Vandaag de tuner in de bakskist. Om de tuner te beschermen tegen stoten wil ik er kastje omheen bouwen. Nou is mijn Spaans eigenlijk een soort Italiaans dialect en is het Engels van de havenmeester niet bestaand, maar hout is madera en de Italiaanse getallen komen nagenoeg overeen met de Spaanse. Dodicie is doce: alleen drie letters meer.

We eten twee keer in hetzelfde restaurant. Goedkoop en heel lekker. Lekkere vino de la casa. Het stuk bonito past haast niet op het bord. Een flan als toetje, het is als toen we dertig jaar geleden deze kust met de lease-BMW deden. (ja kinderen, toen had je nog geen bijtelling en ook in buitenland kon je gratis tanken en waren we nog knap en vol levenslust). De derde dag, we hebben geen haast en er staat nog wat tegenwind bij de volgende kaap, herkennen we nog iets: regen. Het is hier niet voor niets zo groen. Ik stop met timmeren en ga dit stukje typen. Rommy is badstof hoezen voor de kussens aan het naaien.
Elke keer openen we vol verwachting de mail voor berichten over de bootverzekering. Vandaag zelf weer eens geinformeerd en er is nieuws van een agent: een Aansprakelijkheidsverzekering is mogelijk, een Schadeverzekering niet. Dat betekent, dat we daar een geldig bewijs van verzekering kunnen tonen en binnengelaten worden. Als de boot zinkt zijn we alles kwijt. Geen geld voor een motorboot. Maar we hebben elkaar nog.

dinsdag 16 augustus 2016

Golf van Biskaye


Om 19.00 uur lopen we samen met de Poolse driemaster Kapitan Brogchart Brest binnen. Brest ligt diep in een baai, drie uur varen naar binnen. Ik heb zeven uur staan sturen, op de motor, lastige rotsachtige kust. Rommy stuurt liever niet als de motor loopt, ik stuur liever niet als de zeilen naar twee kanten staan. Zo hebben we allebei onze principes. In Brest gaan we ons voorbereiden op de oversteek van de Golf van Biskaye, alles nalopen, eten kopen en het weerbericht bestuderen. Rommy komt terug van het aanmelden met de mededeling: we gaan vannacht weg, het is nog drie dagen rustig, daarna duurt het weer een hele tijd voordat er een rustige periode is.  Oh, hoe weet je dat? Dinsdag was er toch een storm bij La Coruna? Ik verzet me tegen het onvermijdelijke. Maar het kan zelfs wel de laatste keer zijn dit jaar, dat er drie goede dagen aaneen zich voordoen. Anders moeten we Lynn afbellen.

et







Ik doe wat smeerolie bij de motor, zet een nieuwe lijn op de vishengel (cadeautje van John) en loop de verstaging na. Rommy maakt de grabbag in orde. Diep in de nacht varen we hetzelfde stuk weer terug.  De maan is onder gegaan. Betonning: elke ton heeft zijn eigen lichtkarakter, bijvoorbeeld 3 flitsen elke zes seconden. Het is een heel getel, maar we vinden de weg terug. Om 6 uur komt de zon op, om 7 uur is het licht, om 10 uur is het warm. Zwakke noordenwind, de motor moet het doen.

Bij Jersey zagen we al twee grote grijze dolfijnen. Buitengaats komt nu een grote groep zwarte dolfijnen met een witte buik (er zijn wel 30 soorten dolfijnen, maar daar zal ik u niet mee lastig vallen) om de boot zwemmen. Ze gaan tegen de boeg aanliggen of maken grote sprongen. Rommy heeft het gefilmd. Het is een stuk met veel vis, er zijn tien vissersboten en de zeevogels duiken recht naar beneden (er zijn wel 30 soorten zeevogels). Daarna wordt het leeg en warm.

Als er wat meer wind komt zetten we de motor uit en gaan zeilen. Gestuurd door de windvaan stuurinrichting. Voor het eerst deze reis. Het ding werkt weer perfect. Hulde aan Peter aus Hamburg (Windpilot). De hele nacht varern we lekker door. Wachten: Rommy 21 to 24 uur, 03 tot 06 uur; Gerard: 24 tot 03 uur, 06 tot 09 uur. Mooi verdeeld toch?

Om 05 uur wakkert de wind aan tot Bft 6. Ik wil wat voorzeil wegnemen, maar de losse schoot heeft zich om een paal gewikkeld. We hebben de regel om niet alleen naar voen te gaan als de ander slaapt. Daarom probeer uit het luik boven de tafel bij die schoot te komen. Net te ver. Ik maak Rommy wakker. Wat moet ik doen? Ik kruip uit het luik , maar ik hou mijn voeten binnen. Let op mijn voeten, als die verdwijnen moet je wat doen (wat eigenlijk?). Even later kan ik het voor zeil minderen en gaan we als een trein. Tot de stroom tegen gaat lopen en de golven hoog en stijl worden. Als we van een golftop naar beneden racen loeft de boot op en de Windpilot krijgt hem niet op tijd op een ruimere koers voordat de volgende golf komt. Dan varen we halve wind. Keihard, maar de verkeerde kant op. Dus de laatste uren van mijn wacht met de hand sturen. Op den duur kijk je niet meer naar het kompas of de windmeter, je pakt automatisch elke golf op. Later wordt het rustiger.

De tweede dag de hele dag gezeild. Om de wind goed in de zeilen te houden varen we niet de koers naar La Coruna maar 30 grtaden oostelijker. Misschien ruimt de wind. Volgens Rommy’s Secret Weather Files zou dat moeten gebeuren. En inderdaad: de boot draait naar het Westen.

Wauw! Ik schreeuw onwillekeurig. Drie streken aan bakboord komt een walvis 3 meter recht omhoog uit het water. Witte buik, zwarte rug. Type Dolfinarium. Daarna laat hij nog een keer de volle lengte zien en verdwijnt. Ik ben de enige die dit gezien heeft  (dus kan het net zo goed niet waar zijn, zou Wim zeggen). Er zijn wel dertig soorten walvissen.

Om La Coruna te halen zou 6 uur verder zijn. Dus nemen we als bestemming Ribadeo, dat is rechtdoor. We moeten maandag aankomen, want dinsdag breekt de hel los.

Heel rustige 2e nacht. Mensen zijn als schepen die elkaar in de nacht passeren. Dat wou maar even gezegd hebben. Een zeilboot komt achterlangs, een tegenliggende vrachtboot, veel vissers, nog wat vrachtboten en tegen de ochtend een hele vloot vissersboten 1 mijl voorlangs.

We gaan gestaag naar Ribadeo. Een klein Hoog ligt dichtbij, dus de wind komt van alle kanten. Dan ineens in de dichte mist. Een uur lang hebben we weinig zicht. Maar je ziet meer dan je denkt en een zeilboot gaat niet hard. Dus Koers en Vaart behouden. Pas op het laatst zien we Spanje liggen. Om 17 uur leggen we in Rabadeo aan. We hebben de Golf overgestoken. Piece of Cake.


Als je voor bioloog wilt doorgaan moet je één ding goed onthouden: er zijn overal dertig soorten van. Ik weet ook niet hoe dat komt. Behalve van mossen, daar zijn driehonderd soorten van. Niet over mossen beginnen.

vrijdag 12 augustus 2016

Ile de Brehat, Ile de Batz, l'Aber Wrac'h




Ile de Brehat

We kochten het boek: "Secret Anchorages of Brittany". Een bestseller. Het bracht ons naar Ile de Brehat. Daar lag de baai lag zo vol, dat we er niet meer bij konden. Daarom buiten voor de kust gaan liggen. Leeg ons wat bumpy, maar er lagen al tien Franse boten, die zouden het wel weten. Het was een bumperige nacht. Bij Zeevaartkunde zei Bernt altijd dat je altijd je eigen afwegingen moet maken, nooit anderen navolgen. Goede leraar.

Roscoff

De jachthaven was drie jaar geleden net geopend. Nog steeds super. Roscoff zelf is een schilderachtig stadje. Zijn we niet geweest. Wel een kilometer langs een autoweg naar een supermarkt gelopen. We zeilen weg langs Ile de Batz een rotsachtig eiland tegenover de stad. Veel ankerende schepen. Stond dus ook in Secret Anchorages. Net zo’n boek als: “De geheime plekjes van Doutzen Kroes”. Hé Klaas, jij ook hier? Ja, ik dacht, ik ga eens kijken. Wel mooi he, dit heuveltje.




L’Aber Wrac'h
Niet uit te spreken, maar ligt prachtig twee mijl de rivier op. Een soort Medenblik, allemaal zeilscholen, watersportwinkels en restaurants. Heel relaxed, zeker nu het bijna windstil is ( ja, daar let ik op ). Gaat een lesgroepje staande peddelend de haven uit. Zal wel een naam voor zijn. Verder vissertjes en ook wandelaars. Wie gaat er nou wandelen langs de zee?
Straks de hoek om naar Brest. Dan hebben we het Kanaal gehad. Toch het meest lastige stuk van de reis.







maandag 8 augustus 2016

Guernsey en Jersey


       
                                                                                                                        

De tweede dag in Cherbourg is er geen regen, maar een lekker zonnetje. We wandelen in de stad en vinden een prachtig parkje. Een botanische tuin mocht je het wel noemen. Aangelegd door een loco-burgemeester. Naam vergeten. In de haven een Nederlander gesproken, die een boek geschreven had over zijn zeilreis naar Nieuw Zeeland. Hij was nu met een andere boot en een andere vrouw. Van een advertentie, beviel hem goed. Het boek was te koop voor €18,50. Niet gekocht.

Dan van Cherbourg naar Guernsey. Dat is een kwestie van op het juiste moment vertrekken, anders kom je in stroomsterktes van 6 knopen terecht. We hadden 2 tot 3 knopen stroom mee, maar wind tegen. Dat was een paar uur zwaar stampen en hakken. Voorbij de bocht werd het rustiger. In de haven konden we meteen doorvaren de Marina in. Vanwege onze geringe diepgang. We lagen in een hoek met catamarans en monohulls met ophaalbare kielen of zwaarden. Een Engelsman herkende onze boot. Zijn boot was een later ontwerp van de ontwerper Pierre Brouns. We hebben de boten vergeleken. Ze hadden 14 jaar gevaren, ondermeer via de Grote Meren en over de weg met een vrachtwagen naar Alaska geweest. Het mooiste dat ze ooit gezien hadden. Het is een idee...



Het Guernsey Occupation Museum bezocht. Ze hadden alles: wapens, uniformen, auto’s, Bekantmachungen en cones met jam uit de oorlog. Het mooiste vonden we een Enigma-apparaat. Over gelezen, het Betchley Park verhaal, maar nooit een echte gezien. Als klapstuk hadden ze een hele straat uit de oorlog nagebouwd. Bij het bombardement waren er 21 mensen omgekomen. Daar sta als Rotterdammer toch even van te kijken. De drie enige joden waren verpleegster in het hospitaal. Vakkundig verraden en hup naar Auschwitz. Eén van de drie was waarschijnlijk niet eens Joods, maar dat maakte niet uit. Verder waren er mannen, die V-tekens op de muren schilderden. Daar was een aparte zaal aan gewijd.

Negens op Guernsey een kompaslampje. Er vier in Nederland besteld en naar Lynn laten opsturen. Guernsey is mooi, oud en erg Engels. Dus ook erg truttig. Mooie tuintjes, mooie gordijnen, mooie serviezen.

Dan voltanken met rode diesel (bonnetje bewaren) en een oversteekje naar Jersey. In de baai bij St Hellier gaan liggen. Was niet het plan, maar je wilt wel eens wat anders en alles is toch voorbeschikt. Beschermd tegen de westenwind. Maar het waait niet erg. Geankerd in 2,5 meter diep water, vier uur later is het 10,80 meter, uiteindelijk 11,20 meter. Kwestie van genoeg ankerketting steken.

De zuid-westenwind gaat verdwijnen. Er komt een bak van een hogedrukgebied (1033)  te liggen ten Zuiden van Ierland. Dat is dus noordenwind en als het Hoog wat doortrekt hebben we oostenwind. Dus zittten we nog één dag westenwind uit hier in de baai en schuivelen dan richting Brest. Of we gaan voorbij Brest verder langs de kust, zolang dat Hoog maar blijft liggen. Van andere schippers gehoord over mooie eilandjes daar (Ile de Houat). Het is onze gewoonte locale mensen te vragen naar mooie plekken. Ze vertellen het graag.              

Het schommelt erg bij het binnenstromen van de vloed. De tweede dag raken we er aan gewend. (Alles went, zelfs een vrouw). We hadden al een 12 V kabel getrokken voor de actieve luidspreker, vandaag alles al schommelend aangesloten. Maar niks, silence. Verkeerde impedantie? Kapotte speaker? Iets is niet goed. We sluiten de oude luidspreker weer aan. Nadeel is, dat je die niet buiten zachter kan zetten. Nu varen we soms met veel lawaai een haven binnen, druk met aanleggen. Moedeloos staar ik naar de electrische onderdelendoos en zie een zakje met een kompaslichtje. Mid Atlantic Marine Service staat erop. Gekocht op Horta, midden in de Oceaan. Een overvol winkeltje met mannen in stofjassen. Ze weten altijd de goede bruine kartonnen doos te vinden met je onderdeel.  En dan is er nog een vrouw, die meer weet dan alle mannen bij elkaar. Bij Kok hadden ze er ook zo één, die is met pensioen. En bij Jos Boone is dat mevrouw Boone. Bij Ina is dat Ina.

Toch weer een meevaller. Morgen draait de wind.Nog één nachtje schommelen.


Dan in de ochtend St Hellier binnengelopen. Gewandeld. Een mevrouw stuurt ons naar een parkje (PRIVATE staat op het hek), vanwaar je over de stad kan kijken. De stad is een echte stad, geen getrut, grote winkels. We liggen weer in een ondiepe hoek, helemaal ingebouwd door grote motrorjachten. We komen er wel uit, morgen.

 's Avonds een vuilniszak buiten gezet, de meeuwen gingen lekker los. St Hellier is een echte stad, zo moet het, geen getrut.





Razzle Dazzle




Dazzled schip aan de kade in Jersey. Men dacht dat afstand, snelheid en koers zo slechter waren in te schatten door de vijand. Deze ligt stil aan de kade, zeg ik er dus maar even bij.

vrijdag 5 augustus 2016

Piratenboot

Piratenboot op Geurnsey. Met plexiglas voorruit en twee ingangsdeuren naar het kapiteinsverblijf.

dinsdag 2 augustus 2016

Paraplu's in Cherbourg


Paraplu’s in Cherbourg





1augustus

We zijn in Cherbourg. Motregen. Omdat het morgen slecht weer wordt, zijn we de afgelopen nacht doorgevaren. Het is beter in Cherbourg te liggen dan in Dieppe. We houden van Cherbourg, ook in de regen. De eerste nacht was een goede test van mens en materiaal. Bijna alles met glans doorstaan. Alleen het compaslichtje doet het niet. En we hadden niet goed gerekend op de tegenstroom. Heftig en langdurig.


Je hebt hier 8 uur stroom tegen en 4 uur mee. Als je naar het Zuiden gaat dus. Waar dat water blijft, dat niet terugstroomt, daar studeren de geleerden nog op.  Misschien, dat de Belgen er iets mee doen. Zo is het ook zo, dat het water al terugstroomt terwijl het waterpeil nog stijgt, dat is ook een groot raadsel. Het Kanaal zit vol met mysteries. Overigens is het Kanaal het gevaarlijkste deel van onze reis. Er zijn zeilers de wereld rond gegaan en tenslotte in het Kanaal zijn gezonken.


Ook weer beter internet. Iets bijzonders in Frankrijk. Maar dan krijg je over de mail alweer een afwijzing van een verzekeringsmaatschappij. We zijn al 3 maanden bezig de boot voor de Cariben tye verzekeren, het duurt steeds weken en dan doen ze het niet. We kunnen niet onverzekerd varen in de Cariben. Heel veel landen laten je niet toe. En je zult maar een claim krijgen van een Amerikaan. Blijkbaar is het voor een verzekeraar niet interessant en te veel risico. De boot is oud, maar bijna alles is vernieuwd. Wij zijn oud, maar wel ervaren en zeer goed opgeleid. We beginnen de moed ter verliezen. Wat kan je doen? We hebben nu vier keer alle keuringsrapporten, zeilers-cv”s en reisplannen opgestuurd. Zij beslissen, je kan ze niet verplichten.

Misschien moeten we straks wel omdraaien. Of de boot inruilen voor een motorboot. Of gewoon gaan varen totdat we ergens in de gevangenis belanden en daar sterven van het bedorven eten. Maar wel eerst van achteren verkracht worden door een stel dronken ongeschoren douane-mannen. Of berooid terugkeren en bij jullie om geld moeten bedelen. En dan zou ik maar niet te veel verwachten, zou Wim zeggen..

Maar kop op. We leven nog.



Lynn komt 28 augustus in La Coruna. We hebben dus nog ruim tijd voor Bretagne en de Biskaye. We kunnen een stuk Franse kust doen en dan de Golf van Biscay oversteken. Of eerst oversteken naar de Spaanse noordkust en dan naar La Coruna hoppen. Of we liggen ergens een week verwaaid.

2 augustus

Zoals nu in Cherbourg. De wind raast door het want en het regent. En dan ligt de haven hier erg beschut. Alleen niet overdekt. Een overdekte haven, dat is pas vooruitgang. En dan een overdekt vliegveld. We zijn naar een museum geweest met schilderijen van Millet en een tentoonstelling van ene Hubot. Aardig. Ze hadden al een schilderij van hoe we gisteren binnenliepen.

 


Op de terugweg veel paraplu's gefotografeerd.
Of dat we onze organen moeten afstaan in een vies ziekenhuis. Ik noem maar wat.
Deze blog verstuur ik de volgende ochtend, dan is het internet nog goed. Later op de dag zit iedereen binnen door de regen en gaat dan op de Wifi.

maandag 1 augustus 2016

Duinkerken, Dunkerque


Duinkerken





Om kwart voor tien belt Rolf: verslapen, ga maar zonder ons. We liggen derde in een rij van vijf, dus het duurt even voor we afvaren. Als we tussen de pieren varen belt Rolf nogmaals: we schieten onze kleren aan en komen er aan.We keren en pikken ze op. Uiteindelijk een gezellige overvaart naar Nieuwpoort. Als we afscheid hebben genomen en weer weg varen stopt de motor. We kunnen de steiger zonder motor nog net bereiken. Lucht in de dieselleiding. Lucht is samendrukbaar, ietsje lucht zorgt er voor, dat de hogedrukpomp geen druk meer opbouwt. Dan werkt de verstuiver niet, is er geen dieseldamp, is er geen ontbranding, beweegt de zuiger niet, draait de krukas niet, draait de schroefas niet, staat de schroef stil, komen we niet vooruit. Dat was de dieselles voor vandaag. De lucht kan ik er snel weer uit halen. Gerry wil graag een motorboot kopen, de vraag is of dit soort akkefietjes haar niet afschrikken. Voorstel: zij koopt een boot, ik doe de techniek, Rommy doet de navigatie en we varen samen naar Parijs en Berlijn.

We weten nog niet of we naar Calais of Duinkerken varen. Voor Duinkerken trekt de wind aan en wordt de stroom minder: we gaan in Duinkerken liggen. Mooie tocht. De volgende dag waait het hard en we gaan wandelen in Duinkerken. Het is een soort Rotterdam, weggebombadeerd en weer opgebouwd. Vervallen en nu weer ontrwikkeling. Maar de haven is groot en de meeste bekkens zijn leeg. Tegenover de jachthaven zijn mooie huizen gebouwd.



We zoeken het museum voor Contemporaine Kunst op. Is sinds 2013 gesloten zegt een briefje op de deur (het wordt een reis met briefjes op deuren). Livraissons kunnen op een ander adres terecht. Je kunt nog wel ergens boeken lenen vertaal ik het. Livre is boek. Nee het gaat over leveranciers zegt Rommy. Zware boeken dan, geef ik toe. Telkens als we daarna een bordje zien met livraissons, zegt Rommy: kijk daar hebben ze zware boeken. Iemand met minder opleiding uitlachen.

Het wordt pas zaterdag beter weer, maar vandaag blijft het tot een nuur of zes windkracht 5, daarna wordt het Bft 6. Er hing een briefje op de deur van de havenmeester, dat Calais is gesloten, dwz ze zijn een nieuwe jachthaven aan het bouwen. Dus we gaan 10 mijl verder naart Boulonge sur Mer. Als we drie uur onderweg zijn begint het tot 25 knopen te waaien (Bft 6), stroom mee, dat wel, maar daardoor staan de golven recht omhoog. We willen het zeil naar beneden halen om te reven, maar een leuver gaat klem zitten. Met een hamer kan ik er nog net bij. Zonder zeil varen we toch maar naar Calais. Gesloten of niet. Haven is haven, een toevluchtsoord. Altijd een spannende binnenvaart, tussen de grote veerboten door naar binnen glippen. Port Contol Calais is uiterst vriendelijk over de radio. Je moet verderop wachten aan een boei tot de brug opengaat. Als de brug groen geeft en we afvaren, slaat de motor weer af. Een andere zeilboot weet ons net voor de harde kademuur weg te trekken. Weer lucht in het systeem. Ik vermoed, dat de ontluchtingsbouten bij een hete motor gaan lekken, als er weer druk op komt. Ga er morgen koperen ringetjes tussen zetten. Heb je die er niet tussen dan? Dat moet toch altijd! Wist je dat niet? Staal op staal dicht niet goed. Dat begrijp je toch wel? Heb je dat niet gehad op de Zeevaartschool? Altijd koperen ringen ertussen. Dat weet iedereen. Tenminste bijna iedereen. Soms heb ik stemmen in mijn hoofd. Soms heb ik een hekel aan mezelf. Kan ik me wel iets bij indenken, zou Wim zeggen.


Morgen gaat het stormen, wij gaan de leuvertjes bijvijlen en dus koperen ringetjes op de ontluchtingsbouten zetten. En weer even een bezoek brengen aan de Burgers van Calais, het beeld van Rodin.