zondag 30 december 2012

Suriname



Laat niemand er tussen! Dat is regel 1 in het Surinaamse verkeer. Alle kruispunten zijn verstopt, bredere wegen worden 3 baans wegen: één richting gaat twee baans rijden. Laat je een gat vallen, dan gaat de andere richting twee baans rijden. Op kruispunten zonder verkeerslichten of verkeersagent is het kwestie van de rij gesloten houden, anders gaat het kruisende verkeer rijden. Laat jij een gaatje vallen, dan moet jij je fout goed maken door in een gaatje te duiken en jouw rij weer aan het rijden krijgen. Omdat ik steeds de verkeerde kant opkijk, lukt dat wonderwel. Als ik de goede kant opkijk zie ik ze boven op de rem staan.

We rijden de kantoren af voor de stempels en visa. Eerst naar de Douane, dan naar de Immigratie, dan naar Consulaire Zaken en dan weer terug naar Immigratie. We waren eerst naar Consulaire Zaken gegaan, dat kon dus niet. Het afhandelen van de scheepspapieren bij de Maritieme Dienst hebben we maar achterwege gelaten, anders ben je drie dagen bezig. Alle kantoren liggen op een half uur rijden van elkaar. In de drukte dus ongeveer een uur.

Maar Paramaribo is prachtig, de oude houten huizen, de markten, de terrassen. Overal aardige mensen, die graag een praatje met je maken. We bezochten Fort Zeelandia. Een gedenksteen staat op de plek van de december moorden. We vroegen een oude man, wat Bouterse van het monument vond. “Hij laat zich er niet over uit”, was het antwoord.










 
We liggen een eind de Surinamerivier op bij het resort Waterland. Een erg mooi aangelegd oord met mooie huizen om te logeren. We bevelen Waterland bij iedereen aan. Aan de steigers in de rivier liggen een stuk of tien Nederlandse boten. We hadden een Kerstdiner op het terras aan de waterkant. Voor de kinderen heb ik de Kerstman gespeeld. Een pak met laarzen, een pruik, een baard met snor. Bloedheet in de tropische warmte. Ik wist helemaal niet wat de Kerstman zoal doet. Ik moest gewoon steeds ho ho ho zeggen, dan was het goed. Nou het was een geloofwaardige Kerstman zei Rommy, daar houden we het op.

Vandaag, zaterdag gingen we Wijdenbosch brug over naar Nieuw Amsterdam. Dat is een verdedigingswerk, dat nu een openluchtmuseum is. Meer open lucht dan museum, maar toch wel aardig. We wandelden over een verlaten plantage en aten hele lekkere saté bij een Javaans eethuisje. De mevrouw van het eethuisje vroeg of ik nog niet iemand wist voor haar in Nederland. Bij deze is dat gemeld, ze was heel aardig en best knap. Maar het belangrijkste is natuurlijk, dat ze heel goed kan koken. Ik zou het wel weten, als ik Rommy niet had…
 
 
 

We kochten voor 100 SRD vuurwerk bij een Chinees. Vuurwerk kost hier een kwart van wat het in Nederland kost. En wat voor vuurwerk: alles wat God heeft verboden, kan je kopen. Enorme bommen en vuurpijlen van 1 ½ meter. We hebben nu ook van die rollen met rotjes, zoals de Chinezen die afsteken.  Ik verheug me er op. Overdags gaan we met een busje naar Paramaribo, daar is het groot feest. Ook daar verheugen we ons op. De Chinees van het vuurwerk vroeg of we een kalender wilden meenemen. Ja prima. Met een grijns legde hij een kalender met een mooie blote vrouw en één met de lelijke Wijdenbosch brug voor ons neer. “De meeste mensen nemen die”, hij wees op de blote vrouw. Ik heb toch maar die met de brug genomen.









Elk jaar springen er een paar mensen van het hoogste punt van de brug om een einde aan hun ellendig leven te maken. Een zwerver overleefde de val. “Zelfs de Dood wil me niet”, riep hij daarna.

Als we met de kleine Toyota het zandpad naar de weg hebben overleeft, rijden we altijd eerst langs Domburg. Daar is een soort uitspanning aan de waterkant, met eethuisjes, winkel, bars en een prima internet café. Daar komen deze berichten dus vandaan. Ook de asfaltwegen zijn hier lastig, de kuilen zijn gevaarlijk diep. Als je tussen de kuilen door slalomt, moet je er wel aan denken om weer naar de linkerkant van de weg terug te gaan. De Surinamers scheuren je ondertussen hard voorbij. Steeds zie je ze met lekke banden of narigheid aan de as langs de kant staan. Maar regel 2 van het Surinaamse verkeer is: Rij zo hard mogelijk!
 

donderdag 27 december 2012

De Oversteek naar Suriname


We hebben de Atlantische Oceaan overgestoken.

Wat een eind! Als je eenmaal over de helft bent, dan gaat het wel. Maar aanvankelijk lijkt er geen eind aan te komen.

We vertrekken op 6 dec te midden van veel andere boten.  Maar al gauw zie je elkaar niet meer. Tegen de eerste nacht kwam er nog een groep, die ’s middags waren vertrokken. Eén oplopende boot vroeg over de radio of ik op hem wou letten. Want hij voer als melkmeisje. Even kreeg ik het beeld van een verklede man aan het roer, maar hij bedoelde, dat zijn fok te loevert stond.

De volgende nacht nog een licht aan stuurboord, maar die hadden we ’s morgens achter ons gelaten. De derde dag vaart een grote tanker achter ons langs. Die  was keurig voor ons uitgeweken.

We zijn een dag later met het eten bezig,  wahoo met gebakken aardappeltjes, als we de twee lichten van een motorschip (de Maribella) achterop zien komen. Toch een bewijs, dat wachtlopen zin heeft. De CPA was 4,2 nM. We hebben het schip nog op 16 opgeroepen, om nader kennis te maken, maar er kwam geen reactie. Zeker een 4 koppige  bemanning van, dan kan je klaverjassen.

De wahoo was een kleintje van 60 cm ( ze zijn gemiddeld 1.40 m), maar zeer smakelijk. Het killen van de vis gaat inmiddels efficiënt. Met een mes door de kieuwen in de hersens steken en ze verroeren geen vin meer.

Daarna zien we niets meer. We varen pal West, omdat dichter bij de evenaar veel buien te zien zijn. De wind komt uit NO tot O en is Bft 3 tot 4. Alleen ’s nachts in squalls 6 tot 7 (en één keer 8).

Na een dag of vijf ontstaat er een zekere routine. Eerst een brood bakken. Na het ontbijt een controlerondje over het schip. Ook verwijder ik dan de vliegende vissen, die op het dek zijn beland.  Daarna kijken we naar de zeilvoering (’s nachts hebben we weinig op staan), we zetten de genaker met een boom op en gaan zo nodig over de andere boeg.

Als de zon nog lekker warm is, is het tijd voor de wasbeurt. Een emmer zeewater, een badspons en schuim om je te wassen. De emmer gooi je over je heen om je af te spoelen en dan afspuiten met Gardena plantenspuit met zoet water. Om vier uur drinken we een pilsje en om vijf uur een glas wijn. De wijn was eerst bij het eten, maar je hebt geen hand meer over om het glas vast te houden bij al dat geslinger.

Dik en Ineke gaven ons bij het vertrek een fles mee “te openen op of nabij 35W en 10 N”. Op de 4e dag, om ca 18 h waren we op 15 16 N en 35 00 W .(Eerst de breedte, dan de lengte, Dik) Wat noordelijker dan Dik ons had gedacht. De Zuidam jenever smaakte uitstekend, maar met het oog op de nachtelijk wachten zullen we er elke dag  maar één nemen.

De golven zijn soms enorm. Als er één van 4 meter achterop komt, denk je dat die massa over je heen zal storten, maar voor dat de golf de spiegel bereikt gaat de boot rustig omhoog en glijdt de golf onder de boot door. Soms staat er een kruiszee, dan komen de golven uit 2 richtingen, dan hou je het niet droog. Probleem is ook golven bij weinig wind, de zeilen gaan dan klapperen en de boot gaat schommelen. Bij heel veel wind, met de zeilen over één kant, gaat de boot bij het afvaren van de hoge golven zo veel oploeven, dat de stuurautomaat de boot niet meer terug krijgt op de voor-de- windse koers.

 De vijfde nacht was dat laatste het geval. Bij vlagen van 27 Kts loefde de boot snel op en soms was er een schuiver naar de andere kant, waardoor het zeil omknalde. Een tweede rif zetten was het beste, maar in het donker met die enorme golven leek dat ook  niet zo aantrekkelijk. We besloten met de hand de boot voor de wind te houden. Vijf uur staren naar een kompas. Een paar keer reageerden we te laat en klapte het zeil om of schoten  we richting wind. In de ochtend haalden we het zeil naar beneden en voeren we achter een kleine fok heerlijk rustig verder. De schade was een zeillat die naar beneden kwam (in de boot vlak voor mijn voeten, dank je Nico) en een kapotte rodkicker (ophouder). Beide dingetjes hebben  we ’s middags gerepareerd.  Ondertussen waren we de 40e lengtegraad gepasseerd, we waren halverwege! Daar hadden we een fles champagne voor koud staan.

De champagne en knabbeltjes smaakten goed en we  zitten nog een tijdje te kletsen. “Het is weer eens  tijd om eens naar voren te kijken”, zeg ik en ga staan om over de buiskap te kijken. Op 200 m links voor ons ligt een zeiljacht voor top en takel. Zes dagen niets gezien en dan let je even niet op en  heb je bijna een aanvaring. De andere boot riep ons inmiddels op. Het was het Nederlandse jacht de Mero. We hadden samen in La Gomera en Mindelo gelegen en geregeld contact gehad. Leuke mensen, aardige kinderen.  Ze waren bezig met een gebroken aandrijfriem van de stuurautomaat. Het was raar om ze midden op de oceaan achter te laten, maar we konden niets voor ze doen. Misschien hadden we ter morele steun een tijdje naast ze moeten gaan liggen. Sorry Koen.

Daarna gaat het voor de wind. Overdag meestal op de genaker en ’s nachts op de genua. We beginnen af te tellen: nog 854 mijl (15 dec), nog 736 mijl (16 dec), nog 620 mijl (17 dec), nog 537 mijl (18 dec), nog 420 mijl (19 dec), nog 295 mijl (20 dec), nog 209 mijl (21 dec), nog 106 mijl ( 22 dec).

Elke dag: brood bakken, zeilen zetten, controlerondje, klusjes, vissen, in de zon zitten, staren naar de zee, koken, afwassen, eten, dutjes doen en veel lezen.

Gevangen: 2 makrelen, 1 tonijn, 2 wahoo’s en een gouddorade.

Gezien: 1 tanker, 2 vrachtboten, 1 Braziliaanse tweemaster, de Mero.

Dinsdag 18 dec is een dag met veel regenbuien. We bespreken, hoe zo’n bui in elkaar steekt. Luchtdruk, wind, verplaatsing en neerslag. We putten daarbij uit, wat Henk Wever ons in de lessen Meteo heeft bijgebracht. Dan hoor ik geblaas een paar meter naast de boot en Rommy slaakte een kreet. Eerst lijkt het een dolfijn,een grijze rug,  maar dan blijkt het wel heel erg  lang. Walvissen…...! Eén walvis blijft 5 minuten naast ons, vlak onder water meezwemmen. Je kon zien, dat hij net zo groot als onze boot was. Dan schiet hij naar voren en is verdwenen. De anderen vertrekken korte tijd later. Prachtig en een beetje beangstigend. Hoe het zat met die buien zijn we totaal vergeten.

Bij zonsopgang op 23 dec, we zien inmiddels meer scheepvaart langs komen, varen we langs de kust van Suriname. Om 08.30 strijken we de genua en stomen we  op de motor de monding van de Surinamerivier binnen. De betonning van de aanloopgeul komt ons bekend voor, ze lijken van onze Rijks Waterstaat afkomstig. De Waltzing Mathilda kwam meer uit het Noorden en was gelijk met ons in de monding. Zij gaan voor het Torarica Hotel ankeren, wij gaan door naar het dorpje Domburg. Bij Domburg staat een mannetje op de wal te zwaaien en te roepen. Het is Raoul, ze zagen ons op de rivier varen vanuit de auto. Zij liggen 3 mijl verder bij het kleine resort Waterland. Dan gaan wij ook daar heen.

Kleine vleermuizen vliegen de kajuit in en uit als  we later in het donker in de kuip met Irma en Raoul de aankomst champagne drinken. Bij het slapen gaan sluiten we de tussendeur en laten de achtercabine aan de vleermuizen. Op een bed dat niet beweegt, luisterend naar de oerwoudgeluiden vallen we uitgeput en voldaan in slaap.

dinsdag 4 december 2012

Mindelo Reunia Hollandesa

 
 
De Marina Mindelo is op dit moment een Nederlandse camping. Bijna alle boten, die we kennen van onderweg hebben zich hier verzameld en bereiden zich voor op de oversteek. Het waait behoorlijk hard en er is veel deining, dus enkele dagen wachten is raadzaam. Ook Matti en Ida uit Finland en 2 Engelse boten, die we goed kennen liggen hier. Er zijn 3 klasgenoten van de zeevaartschool en de Tres Hombres, het vrachtzeilschip, ligt voor in de Marina. De Oosterschelde ligt buiten voor anker.
Er komen veel boten met schade binnen, een gebroken mast, kapotte roeren, gescheurde zeilen, gebroken voorstag, kapotte ankerlieren, dat soort dingetjes.
 
Om de camping even te ontvluchten maakten op zondag een wandeling door Mindelo, maar ook daar zagen we veel Hollands, zoals een fan van van Nistelrooy en een strandtent 'Esplanada Hollande'.
 
 
 
 
 
's Avonds met Matti en Ida gegeten bij Pica Pau, een eethuisje waar je op het eerste gezicht voorbij zou lopen. In een donker straatje zitten wat kerels op straat, een lokaal met 5 tafeltjes, een beetje smerig. Ze hebben 2 beduimelde spijskaartjes, je kiest en dan kríjg je toch lekker te eten! Het laatste tafeltje is een 1 persoonstafeltje, waarvan de stoel voor de ingangsdeur wordt gezet. Dan is het dus vol. En het is elke avond vol, want men vertelt het verder. Aan de wand brieven in alle talen met loftuitingen over het eten.
 
 
 
 
 Het is inmiddels woensdag 5 december, Sinterklaas zal vanavond de boten met kinderen bezoeken. Gisteren gegeten met Roel en Jacqelien. Roel werkte ook voor de Rotterdamse politie. Ze varen nu 7 jaar en hebben veel Afrikaanse landen aangedaan. Verhalen over machtsmisbruik, criminaliteit en armoede. Maar ook over geweldige ontmoetingen en ervaringen.
 

 
 
Op maandag de laatste inkopen gedaan en naar Mercado Municipal geweest.Onder de zonnepanelen hangt nu een net met groene bananen (wat ik heel interessant vindt staan). Binnen hangen netten met aardappelen, uien en paprika's. De tanks zijn vol met diesel en water. De reeflijnen zijn naar voren gezet, de bodem van de gasbun is opnieuw gelijmd, het beslag van de ophouder is gepopnageld, de rafels van de vlag zijn genaaid, de bulletalies zijn naar de voetrail verplaatst, het gasfornuis heeft een nieuwe schuif voor het vastzetten, ik kocht pvc-buis bij de drogeria als nieuwe houders voor de hengel en de haak. En voor 2 euro ben ik naar de kapper geweest. We zijn er klaar voor.    
 
 
We houden de rots aan stuurboord, zetten de automaat op 270 en kijken over 20 dagen of we Zuid Amerika zien liggen.

zaterdag 1 december 2012

even geen blog

 
 
 
 
 

Naar Sao Niclao



Rommy zit onder het bloed. Haar gezicht, heur haren, haar shirt, haar benen, overal bloedspatten.    Ik haalde de tonijn met mijn nieuwe haak aan de hoge kant binnenboord, alles waaide in haar richting. Ik had niet gedacht, dat het zo’n bloedige toestand zou zijn. Maar het is een stevige tonijn. We hebben voor drie dagen te eten.

De in Spaanse olijfolie gebakken brokken tonijn werden geserveerd op een bedje van aardappel en              bieten puree met tijm. De Marokkaanse viskruiden pasten uitstekend bij de lichtzoete puree. Als dessert nuttigden we buiten in de kuip een espresso met Zwitserse chocolade. Het geheel werd afgerond met een grog, een smaakvolle arguadente uit rietsuiker van het eiland St Vincente.

Iemand neemt ons mee naar het huis van Toi, maar die is er vandaag niet. We lopen nog wat rond, kopen broodjes en drinken koffie op een terras. We komen een Duits echtpaar tegen, dat op zoek is naar het havenkantoor. Samen zoeken we nog een tijdje. Een man neemt ons mee naar een verzekeringskantoor, waar men het ook niet weet.

De lunch aan boord bestond uit een vers  broodje met een tonijnsalade. Tonijn, mayonaise, Italiaanse kruiden en een scheutje whisky vormden een aangename combinatie.

Later komen de Duitsers langs voor een biertje en vertellen, dat ze uiteindelijk toch de Delegatao Maritimo hebben gevonden. Daarom ga ik ook nog maar een keer naar de wal. Ook om te zoeken naar een stekker waar ik mijn computer op aan kan sluiten om deze blog te verzenden. Die schijnt er niet te zijn, althans ik heb bij aardig wat mensen  navraag gedaan. Dus neem ik deze blog maar mee naar Mindelo en verstuur ze daar. Ik begin aan de bereiding van mijn 3e tonijn maaltijd.

De maaltijd bestond uit a la risotto gebakken rijst met tonijn, ui en groene paprika. Het geheel werd op smaak gebracht met een Mojo Verde, een groene suavesaus uit Tenerife. Een lichte Spaanse witte wijn was hier goed bij te drinken.
Na het eten zochten we in het donker de boot van de Duitsers op. We hadden een aangename avond, waarbij het bier rijkelijk vloeide. Toen ik weer in onze bijboot zat probeerde ik een lijn onder de motor weg te trekken. Daarbij leunde ik iets teveel voorover. Ik ging kopje onder en was meteen weer nuchter. Rommy riep: 'Dit moet in het blog", bij deze dan.
In de nacht hadden we valwinden van meer dan 40 knopen. Het raasde door het want. En dan hoor je iets kraken of tikken. Ga je dan naar buiten om te kijken wat het is, dan hoor je alleen maar het geraas en gebrul van de harde wind. Binnen hoor je het tikken dan weer. Geen oog dicht gedaan.
Om 8 uur het anker gelicht en terug naar Mindelo gevaren. Harde wind en op één plek zeer steile golven, die over ons heen sloegen. De Engelse tweemaster van de tweede foto vertrok al om 7 uur, maar we haalden haar gemakkelijk in. Nu zijn we in Mindelo voor de laatste voorbereidingen voor de grote oversteek.

Ankeren bij Santa Luzia


“According to recent GPS readings, Ilha de Santa Luzia may be incorrectly positioned even on current charts”. Aldus de pilot. Maar we konden het 12 km lange eiland gemakkelijk vinden. Ook de grote rots midden in de baai lag aardig op zijn plek, misschien een paar meter verkeerd. Zal nog een heel karwei zijn om die ooit op de goede plek te leggen.
 
 

Achter een berg kan het heel hard waaien. Zoals hier aan de zuidkant van Santa Luzia. Soms valt de wind van de berg af, soms komt de wind er links omheen en soms rechts. Hier is dat geen probleem. De baai is groot, dus je kunt veel ketting steken en dan lig je als een huis. Voordeel is, dat de windgenerator toeren maakt en de koelkast goed werkt. De deining doet de boot wat schommelen, maar je wordt niet in je bed heen en weer gesmeten. Lekker zonnetje, het geruis van de branding, straks een koud pilsje, wat wil je nog meer. De dinghy kun je onbezorgd op het strand achterlaten, want er zijn hier geen dieven. Het is een onbewoond eiland. Wel lopen er geiten, honden en ezels, overgebleven uit de tijd dat het nog wel bewoond was.
 
Het uitklaren in St Vincente heeft gisteren de hele ochtend gekost. Eerst stuurde de politie me naar de douane voor mijn zeebrief en de douane me naar de politie voor mijn exit stempels, en zo voort. Telkens weer aansluiten achter een rij Fransen. Totdat de politieman inzag, dat het zo op Kafka ging lijken en hij van zijn bureau opstapte om met de douane (in het zelfde gebouw, maar je moet wel omlopen door een bewaakt hek) te spreken. Wat mij boze blikken van de Fransen opleverde. Toen ik bezweet terugkwam op de boot, zag Rommy, dat ik wel de kopie, maar niet het origineel van de zeebrief had gekregen. Dus weer een kwartier teruglopen, maar toen kwam het goed.

‘s Middags ben ik op zoek geweest naar een nieuwe impeller (rubberen rotor in de koelwaterpomp). Veel van Mindelo gezien, met de taxi en lopend met jongens, die wel een werkplaats wisten waar ze deze impeller beslist hadden. Ook Bana is er nog mee naar een vriend geweest, maar uiteindelijk heb ik een oude impeller gemonteerd en zal Jori vragen een nieuwe mee te nemen naar Suriname.

Bana heeft in Rotterdam en Rosmalen gewoond. Omdat hij niet tegen gebondenheid kon, heeft hij zijn vrouw en kinderen in Rosmalen achtergelaten en woont nu bij zijn moeder in Mindelo. Zij heeft maar een klein pensioen, dus probeert hij wat bij te verdienen door jobs te doen voor de zeilers. Zo ook voor ons.

In Mindelo zou ik kunnen wonen. Een ontspannen sfeer, genoeg voorzieningen, geen mosquitos, geen hotelcomplexen en het prachtige Antao op een uur varen. Je moet een beetje op je spullen letten en er loeren haaien voor de kust. Maar dat heb je in Rotterdam ook. Toch?

Zoek eens naar een opname van Lura. Ze is van Mindelo en swingt als de pest.

Na twee nachten in de baai van Santa Luzia steken we over naar Sao Nicolau. Bana heeft ons gezegd te vragen naar zijn vriend Toi d'Armanda. Hij heeft een busje en kan ons het eiland laten zien.

 

 

maandag 26 november 2012

Jori is jarig



                                              Het is ook hier in de hitte een beetje feest

zondag 25 november 2012

Zondag in Mindelo



Ze dachten even dat Guus Hiddink een plekje op de “sombre” tribune innam. “Nee, hij is het niet, Hiddink heeft een nog dikkere kop …” Dat zagen ze goed. De wedstrijd tussen Mindélo en Paúl was van het betere amateurniveau, maar de sfeer was bijzonder kleurig en opgewekt. Dat had ik nou gemist, de voetbaltribune. Ik was de enige blanke in het stadion, ik verstond geen woord, maar ik begreep toch precies waar het over ging.

                                              in de rust zit het elftal in de schaduw van de dugout

Rommy had zaterdag op het eiland Santo Antao een beenspier verrekt en was op de boot gebleven. Het was nog koel toen ik door de volkswijken liep en de bekende geluiden van een stadion hoorde. Een man in een Feyenoord-shirt nam me mee naar binnen. Kan het mooier.
 

Cabo Verde is inderdaad groen, de mensen zijn heel relaxed, het eten is goed en de muziek is nog beter. Tegenover de marina is de Club Nautico met elke avond goede muzikanten, lekkere vis en een blank publiek met wat dubieuze lokale vrouwen ertussen. En dan speelde er gisteren  nog een Braziliaanse groep in de drijvende bar van de Marina.

 

We vierden vrijdag het vertrek van de Flying Circus naar Suriname en het werd gezellig. Onze eerste ontmoeting met de Flying Circus was voor de kust ten noorden van Porto. Ik had voorrang, maar hij week nauwelijks uit. Het is later gebleken, dat  Raoul een ontzettend aardige vent is. We hopen hen op de Suriname-rivier weer te zien.

 
Rommy zoekt het kalf op de kaart

We waren dus zaterdag met de ferry naar Santo Antao, het grote eiland tegenover Mindélo. Ze zeggen, dat het boven op de Cova de Paúl (de grote vulkaankrater in het midden van Santo Antoa) heel mooi is. Helaas loop je daar het eerste uur in de mist naar beneden. Ze zouden daar net zo handig een Vinexwijk kunnen bouwen, niemand ziet het. Maar als je dan lager komt, dan zie een vallei met suikerriet, koffiebomen, mais en palmen. Het pad volgt dan de bruisende rivier naar de zee. Af en toe een straatarm dorp, overal kinderen die en stukje met je meelopen en vragen om een stilo en bonbons.

 

Rommy verrekte een beenspier, misschien omdat ze toch wat geforceerd loopt vanwege haar knie. Het ging trouwens zo stijl naar beneden, dat je steeds moest remmen om niet uit te glijden op de vochtige stenen. Het busje, dat ons boven bracht kwam ons beneden voorbij en keerde om ons de laatste kilometers mee te nemen. Nadat we terug waren gekeerd op St Vincente, aten we een lekker bord cachupa, de bonenschotel met vlees en mais.

                                               niks geen hoogtevrees

Morgen, maandag, gaan we uitklaren bij de politie en Dana (werkt in de Marina en spreekt Nederlands)  neemt me mee naar een vriend, die een scherpe haak om vissen binnenboord te halen voor me gaat maken. Bij de ingang van de Marina hangen altijd wat kerels rond, die je iets willen verkopen of iets voor je willen doen. Als ze meegaan naar de markt betaal je dan niet teveel, maar je moet het mannetje wel weer betalen. Wij hebben de was laten doen en ik kocht T-shirts met opschrift Cabo Verde.

 
                                          van die kleine vooraan kocht ik een T-shirt

Veel mensen hier kennen Rotterdam, sommigen hebben zelfs op Katendrecht gewoond. Thuis heb je het over die Kaap Verdianen als een probleem voor Katendrecht, hier is het  heel anders… Straks loop ik met mijn T-shirtjes op de Afrikaandermarkt en praat ik met Kaap Verdianen over dit prachtige land.

 

donderdag 22 november 2012

De vliegende vis



Ik zit in de ochtendzon een boek van Nico Dijkshoorn te lezen, als 10 meter naast de boot een groep vliegende vissen uit het water komt. Ze glinsteren in de zon en duiken weer in het water. Even later weer zo’n groepje. Ze blijven komen.

Wat is het nut nou voor een vis om te kunnen vliegen? Volgens mij heeft het geen enkel nut en zijn het gewoon pretentieuze beesten. Komen ze een vis tegen van een andere soort, dan zeggen ze: “We waren vanochtend nog een paar keer boven. Het zag er zo mooi uit, joh. Ikzelf houdt zo van die wolkenpartijen. Ken je die?” Dat vragen ze, terwijl ze heel goed weten, dat de andere soorten nooit hun kop boven water steken. Behalve de makreel dan, die gisteren door een vent in een zeiljacht aan de haak werd geslagen. Gelukkig zag de sukkel er tegen op de makreel te villen en gooide hem weer terug.

Vliegende vissen zijn bekakte opscheppers. Laat ze samen naar Barbados zwemmen en vliegen. Daar is vliegende vis een specialiteit, als paté of gefrituurd.

En zwemmende vogels dan? Zoals eenden, koeten en aalscholvers. Zijn ook niet pretentieus? Kunnen die zich ook niet gewoon bij het vliegen houden? Nee dus. Die hebben hun voedsel in het water zitten, zo heeft de Lieve Heer dat bedacht. En als die vogels bovenkomen, dan zie je ook aan ze dat ze het eerder een straf vinden, zo te moeten duiken, dan dat ze zich er op laten voorstaan.
Maar het komt door Darwin, wil u zeggen. Nee, de bodem van de Binnen Rotte ligt vol met fietsen, maar heeft zich daar de fietsende vis ontwikkeld? En een fietsende vis zou onder water blijven, dat is logischer dan dat gevlieg.
 
Toen ik de genua-boom aan het opruimen was, zag ik een paar kleine vliegende visjes op het dek liggen. Bij de derde vliegles had de juf gezegd: "Het waait wel hard daarboven, maar dat geeft niet. Je valt altijd terug in het water en dan zwem je weer terug naar deze golf." Het visje nam een sprong, werd met de wind meegenemen en plofte op het dek van een grijs zeiljacht. Al stervend spreidde het zijn vleugeltje nog uit om te laten zien dat het kon vliegen. Het zijn opscheppers, hoe klein ze ook zijn.
Het boek, waar was ik gebleven Nico?
 

 

Oversteek naar Cabo Verde



Woensdag  14 november om 12 uur ’s middags zijn we vertrokken, uitgezwaaid door de achterblijvende Nederlanders. Er was weinig wind voorspeld, maar aanvankelijk gaan we toch 5 knopen op een halve wind. Later in de middag valt de wind weg en begint het verwachte dobberen. Als de wind tegen de nacht weer oppakt, besluiten we, tegen onze eigen regels in, geen rif te steken. Er komt toch geen harde wind. Nou, dat viel tegen: harde wind en regenbuien. Door ruimer te varen gaat het allemaal goed. Later is het helder en dan zien we heel veel sterren. Als je eens laat uit de kroeg komt en je kijkt omhoog, dan denk je: wat veel sterren. Nou er zijn er drie keer zoveel. Ook veel vallende stellen, maar er zijn er toch genoeg. Een groen licht schuift achter ons langs, een andere zeilboot dus. Dan vaart het de verdere nacht aan bakboord met ons op. Als het licht is, zien we dat het een dwarsgetuigde tweemaster is, alle zeilen op behalve de bezaan. We steken nu achter haar langs en lopen aan bb-zijde voorbij. Het verbaast ons, dat we zoveel harder gaan.

De volgende dag om 12 uur hebben we 90 mijl afgelegd, met zo weinig wind toch een goed begin. Elke dag om 12 uur gaat de computer aan en zien we hoeveel we hebben afgelegd.

We kijken intensief uit naar dolfijnen en walvissen. Iedereen ziet ze, maar wij zien nooit niks.

De tweede dag is zonnig met meer wind. Als tegen donker de wind wegvalt, zetten we de motor aan. Om 3 uur gaat de motor uit en varen we een tijdje 0 knopen. We hebben ons uit een pikdonker stuk gemoterd (niet prettig om recht in een zwarte muur te varen) en krijgen meer zicht. Voor het eerst zien we het licht van een boot. Het is wit en gaat aan en uit. Het blijft op dezelfde plek (net als wij) en ik begin het aantal seconden aan/uit te tellen. Alsof er midden op de oceaan een vuurtoren zou zijn ….. waarschijnlijk is het een visser, die hebben grote schijnwerpers aan als ze aan het binnenhalen zijn.

De derde dag begint bewolkt en zonder wind. Later komt er wind en zetten we de genaker op. Dat is een hoop gedoe met lijnen, die om elkaar heen zitten. Het duurt een tijd, op de Grevelingen waren we ondertussen al bij de dijk geweest, maar nu hebben we de tijd. Als de genaker staat gaan we als een speer.

 Ik probeer weerkaartjes via de sat-telefoon binnen te halen, maar dat wil niet lukken. Wel kan ik Maciek bellen en hij geeft me later alle weerinfo. Bedankt. (De volgende dag lukt het wel Gribfiles down te loaden).

Om half zeven gaat de zon onder (blijft mooi om te zien) en om half acht komt hij weer op (ook mooi om te zien). Dus je vaart een hele tijd in het donker. En dan heb ik ook nog het idee dat de dagen korter zijn.

Na 24 uur hebben we 200 mijl afgelegd en heb ik Nachttrein naar Lissabon voor de helft gelezen. Het boek heb ik van Raoul gekregen, die heeft daar gewoond. Een magistraal boek. Als ik het uit heb geef ik het weer aan iemand of zet het in het ruilkastje van het havenkantoor. Er is altijd een plankje Nederlands.  Je ziet nu alle zeilers met  e-books rondlopen, vroeger ging je met je uitgelezen boeken in je bijboot naar een andere boot om te ruilen. Nu vraag je of ze een stick met 300 boeken willen downloaden. Maar ze hebben al 3000 boeken.

De  derde nacht gaan we met één rif met gemiddeld 6 knopen op een koers van 230 ° ( 215 ° is de ideale koers, maar de wind gaat nog naar het NO). Ons nieuwe wachtschema is Rommy 21h-00h, Gerard 00h-03h, Rommy 03h-06h en Gerard 06h-09h. Dan maakt Rommy het ontbijt en overdag hebben we geen schema. Wel houden we in de gaten, dat één van ons tweeën om de 20 minuten de horizon afspeurt. Voor je het weet vaar je ergens tegenop. Hoewel, we hebben na de eerste dag alleen maar twee vogels gezien.

’s Nachts zetten we een eierwekker steeds op 20 minuten. Dan kijken we rond en checken de koers. We varen op een windautomaat, dus met een ingestelde hoek met de wind. Als de wind draait, dan draaien we mee.  Soms kijk ik binnen op de GPS nog even naar de COG (course over ground) en SOG (speed over ground). Het verschil met de kompaskoers en de snelheid door het water (die je bij het roer meet) wordt bepaald door het zijdelings afdrijven van de boot, de kompasafwijking en de stroom. Op de Zeevaartschool hebben we van meneer Wever heel goed geleerd dat uit te rekenen, maar we kijken nu op de GPS.

De derde dag is de lucht eerst vol cumulus-wolken. De vaart blijft er goed in en om 12h hebben we 305 mijlen afgelegd.  En we zitten bijna op de rechte lijn naar Cabo Verde.

Nog steeds geen boot of walvis gezien. Niks, nada. Op de kaart staat, dat we hier in een scheepvaartroute zitten. Nou, als dit een scheepvaartroute is, dan is de Botersloot ook een scheepvaartroute. Nada.

We gebruiken nu de zoutwaterkraan voor het omspoelen en het koken van eieren. We houden zo meer zoet water over. En we bedienen de kranen met een voetpomp, dat scheelt weer elektriciteit. De was doen we eerst met zout water.

 

De vierde dag en vijfde dag zijn kopieën van de derde dag, een rustige NO-wind, bewolking en hoge deining. De snelheidsmeter geeft circa 5 knopen en de dieptemeter meldt knipperend een verontrustende diepte van 0,8 m. Dat kan betekenen, dat we door een laag modder aan het ploegen zijn en een nieuwe Waddenzee hebben ontdekt. Die gaat dan Mar d’Annalena heten en wij worden beroemd. Of het is hier te diep voor dieptemeter en wijst hij de scheiding met de warme bovenlaag aan. Of er zwemt constant een dikke vis voor de dieptemeter, of een onderzeeër. Je krijgt zo van die gedachten als je lang op zee bent…

Soms denk ik, dat we op een vergeten stuk zee zijn terecht gekomen en we hier zullen verdwalen. Al drie dagen niets gezien, behalve golven en wolken. Van die gedachten krijg je dan dus.

Na vijf dagen varen, moeten we nog 250 mijl. Er komt schot in de zaak.

De vijfde nacht is weer met een sterrenhemel. Je zag meer vallende sterren, dan bij Celebrities on Ice. De wind blijft met Bft 5 uit het NO waaien. We maken 5,5 knopen gemiddeld. Na zes dagen nog 160 mijl te gaan. Als we zo door gaan, komen we over 32 uur aan. Zou om 8 uur ’s avonds zijn, plaatselijke tijd 7 uur.

Gisteren nog een makreel gevangen Maar hij was aan de kleine kant en heb hem teruggegooid. Rommy heeft de CD uit mijn Bongo lesboek op mijn Ipod gezet. Als ik elke dag oefen, kan ik op de Cariben meedoen.
 
We komen inderdaad om half zeven LT aan in Mindelo. Het laatste stuk ging als een speer. Nog een blauwe vis van ca 60 cm gevangen, maar bij het binnenboord halen schoot hij toch los van de haak. Als ikme  in het havenkantoor aanmeld, zien we Irma en Raoul met hun opstapper Guido lopen. We hebben bij hen aan boord de champagne gedronken, die we hadden gekocht om de oversteek te vieren. Het werd nog zeer gezellig. Toen we terug liepen naar onze boot, wisten we niet of zo slingerden van 7 dagen deining of van de wijn en champagne.
 

woensdag 14 november 2012

Dos Kilos


 

“Dos kilos de questa jamon por favor”, zeg ik mijn ItaloSpaans. U bedoelt zeker twee ons, zegt de mevrouw van de slagerij. “No, vamos in nostra barco a America” Dan is het begrijpelijk en krijgen we uitgebreid uitleg, hoe de ham aan te snijden en te bewaren. Alleen voor zo’n mooie ham zou je de oversteek maken.
 
Zondag een beetje terneergeslagen de dag door gelummeld, maar vandaag was een productieve dag. Rommy ging de mast in om touwtjes tussen de stepjes en de zijstagen te binden. Bij het losbreken van de giek wilden we de giek ophangen aan de grootzeilval, maar die zat drie keer achter de stepjes geslagen. Op de Grevelingen draaien we dan met de wind mee en krijgen hem dan wel los, maar in drie meter hoge golven heb je niks te draaien.

 
Van Thomas, de Zwitserse zeilmaker, twee gebruikte boordlichten gekocht en gemonteerd. Ze maken niet precies de voorgeschreven hoek van 135 graden, maar ze geven prachtig rood en groen licht. Geen LED, de boordlichten gebruik je alleen bij draaiende motor en dan heb je stroom genoeg voor gloeilampen. Geeft toch een warmere uitstraling naar de andere boten.
Andy, de Beierse metaalmeister (de echte ondernemers hier zijn nooit Spanjaarden), heeft de strip weer aan de mast geklonken. Van Andy een handvol M5 moertjes gekregen, ik zat zonder doordat een ketting van M5 moertjes in Cherbourg in de mast is verdwenen.

We hebben onze nieuwe genua gehesen en er nieuwe schoten aangezet. Het zeil ziet er prachtig uit. Dank aan Marc Kickert van M-Sails.

Morgen na het ontbijt vertrekken we. Er staat de eerste dagen weinig wind. Als de genaker ook begint te klapperen, halen we alles weg en gaan een boek lezen en een beetje bij bruinen.  In een haven loop je de hele dag met een shirt aan, daar wordt je wit van..

Het was geweldig, dat verschillende mensen langskwamen om ons verhaal te horen en hulp aan te bieden. Je zeilt niet alleen.
Nogmaals: tot over circa 6 dagen.

zondag 11 november 2012

Pech

PANG! We hoorden een metalen klap, maar zagen eerst niet waar het vandaan kwam. Toen zag Rommy de giek naast de mast hangen. De strip waarin het lummelbeslag van de giek wordt geschoven was van de mast gebroken.

Het was rond 16 uur, we waren 20 mijl gevorderd, de andere Nederlanse boten waren nog in zicht. We hadden het grootzeil net gezet met één rif. Met een halve genua voeren we voor een bakstagwind 5 knopen. De wind was niet hard, maar de golven waren 3 meter. De stuurautomaat deed haar werk en we gingen net tevreden zitten.

Op het zelfde moment, dat het gebeurde voer Paul vlak achter ons bijna op een grote potvis. De gesprekken op kanaal 77 gingen over de potvis en het weer verderop, toen ik er tussendoor kwam met de melding van de afgebroken giek en dat we terug gingen naar La Gomera. In La Gomera zit Andy, een Duitse metaalmeister en 6 dagen doorvaren zonder grootzeil was geen goed idee.

                                                                          de strip

Op de motor terug tegen de golven in ging eerst moeizaam, maar toen we dichter bij La Gomera kwamen ging het beter. Om 21 uur legden we aan op dezelfde plaats waar we al 7 dagen hadden gelegen. De mensen van de Mare Liberum stonden ons al op te wachten, ze hadden het nieuws al op kanaal 16 en op de korte golf gehoord. Iedereen is meelevend, de boten om ons heen gisteren en vandaag de mensen hier.

We gaan vandaag gebruiken om het nieuwe voorzeil er op te zetten en het boeglicht na te kijken. Aanvankelijk deed dat licht het gisteren niet en hadden we het 3 kleurig toplicht aan gedaan (mag eigenlijk alleen als je zeilt). Ineens ging hret boeglicht toch branden. Wel iets om even na te kijken. Verder nog genoeg klusjes om de zondag door te komen, morgen meteen naar Andy.

                                                  de mast met de 10 afgebroken popnagels

Alles gaat een keer stuk zei Irma laatst. Wat kan er nog stuk, dacht ik, alles behalve de romp en de mast is vernieuwd. De mast dus.

                                                  daar liggen we weer, links zesde boot

We komen al weer bij van de tegenslag en richten ons op de klussen en het weer volgende week. Het zal goed komen.

vrijdag 9 november 2012

Klaar voor de oversteek?

"Wanneer gaan jullie? Morgen was het plan.. En die wind halverwege dan?? Nou dat valt wel mee en hij is van achteren, dan vaar je er 5 knopen van af. Maar de golven bouwen zich wel op! Zullen we ook maar een dag wachten, Jan? Ze gaan allemaal zaterdag... Wat maakt een dag uit op een heel jaar."
Zo gonzen de gesprekken op de Nederlandse steiger ( ze hebben ons allemaal bij elkaar gelegd).

Het wordt tijd om naar de Kaap Verden te vertrekken. Rommy had uitgezocht, dat zaterdag de beste dag was om te vertrekken. Ondertussen hebben alle boten deze conclusie getrokken..

Weer veel klussen gedaan (hangnetten voor voedsel, batterij-monitoren aangesloten, klep van de bakskist gerepareerd en de voorraden aangevuld. Alle apparatuur (Epirb, sart, GMDS-marifoon, DSC) gecontroleerd en het bed in de achtercabine vrijgemaakt.   Ook nog naar de kapper geweest.                                                  
De spanning neemt toe, op alle boten is men dezelfde soort dingen aan het doen. De watertanks worden gevuld, de rubberboten worden weggeborgen en de verstaging wordt bijgespannen. Men deelt kaartjes uit met telnummers en e-mailadressen. We zien elkaar weer op de Kaap Verden of de Carieb.

Dit is het weerbeeld van as zondag, de rode pijltjes betekenen 20 tot 25 knopen wind, een kleine Bft 6. Tegen de tijd, dat wij daar zijn is die wind daar al minder. Lastig zullen de hoge golven van achteren zijn. Het wordt misschien een sportieve overtocht. (We varen dus van de eilandjes rechtboven naar de eilandjes linksonder, een afstand van 850 zeemijl)

 
 
Morgen nog wat eten inkopen (Spaanse ham) en regelen, dat het pakketje wordt teruggestuurd. Uitklaren kan op het kantoor van de Marina.

 
Rommy heeft de helft van het serie-zeeanker nu klaar. Het is een lijn met 120 kleine rode parachuutjes, die de boot kunnen stilleggen of afremmen. Het werkt veel geleidelijker dan één groot zeeanker. We gaan het onderweg testen.
 
Over 7 tot 9 dagen hoort u weer van ons, als we een cafe met wifi kunnen vinden. Adios..

woensdag 7 november 2012

Lynn is jarig

                                       Wij feliciteren Lynn vanaf de versierde Annalena