maandag 26 november 2012

Jori is jarig



                                              Het is ook hier in de hitte een beetje feest

zondag 25 november 2012

Zondag in Mindelo



Ze dachten even dat Guus Hiddink een plekje op de “sombre” tribune innam. “Nee, hij is het niet, Hiddink heeft een nog dikkere kop …” Dat zagen ze goed. De wedstrijd tussen Mindélo en Paúl was van het betere amateurniveau, maar de sfeer was bijzonder kleurig en opgewekt. Dat had ik nou gemist, de voetbaltribune. Ik was de enige blanke in het stadion, ik verstond geen woord, maar ik begreep toch precies waar het over ging.

                                              in de rust zit het elftal in de schaduw van de dugout

Rommy had zaterdag op het eiland Santo Antao een beenspier verrekt en was op de boot gebleven. Het was nog koel toen ik door de volkswijken liep en de bekende geluiden van een stadion hoorde. Een man in een Feyenoord-shirt nam me mee naar binnen. Kan het mooier.
 

Cabo Verde is inderdaad groen, de mensen zijn heel relaxed, het eten is goed en de muziek is nog beter. Tegenover de marina is de Club Nautico met elke avond goede muzikanten, lekkere vis en een blank publiek met wat dubieuze lokale vrouwen ertussen. En dan speelde er gisteren  nog een Braziliaanse groep in de drijvende bar van de Marina.

 

We vierden vrijdag het vertrek van de Flying Circus naar Suriname en het werd gezellig. Onze eerste ontmoeting met de Flying Circus was voor de kust ten noorden van Porto. Ik had voorrang, maar hij week nauwelijks uit. Het is later gebleken, dat  Raoul een ontzettend aardige vent is. We hopen hen op de Suriname-rivier weer te zien.

 
Rommy zoekt het kalf op de kaart

We waren dus zaterdag met de ferry naar Santo Antao, het grote eiland tegenover Mindélo. Ze zeggen, dat het boven op de Cova de Paúl (de grote vulkaankrater in het midden van Santo Antoa) heel mooi is. Helaas loop je daar het eerste uur in de mist naar beneden. Ze zouden daar net zo handig een Vinexwijk kunnen bouwen, niemand ziet het. Maar als je dan lager komt, dan zie een vallei met suikerriet, koffiebomen, mais en palmen. Het pad volgt dan de bruisende rivier naar de zee. Af en toe een straatarm dorp, overal kinderen die en stukje met je meelopen en vragen om een stilo en bonbons.

 

Rommy verrekte een beenspier, misschien omdat ze toch wat geforceerd loopt vanwege haar knie. Het ging trouwens zo stijl naar beneden, dat je steeds moest remmen om niet uit te glijden op de vochtige stenen. Het busje, dat ons boven bracht kwam ons beneden voorbij en keerde om ons de laatste kilometers mee te nemen. Nadat we terug waren gekeerd op St Vincente, aten we een lekker bord cachupa, de bonenschotel met vlees en mais.

                                               niks geen hoogtevrees

Morgen, maandag, gaan we uitklaren bij de politie en Dana (werkt in de Marina en spreekt Nederlands)  neemt me mee naar een vriend, die een scherpe haak om vissen binnenboord te halen voor me gaat maken. Bij de ingang van de Marina hangen altijd wat kerels rond, die je iets willen verkopen of iets voor je willen doen. Als ze meegaan naar de markt betaal je dan niet teveel, maar je moet het mannetje wel weer betalen. Wij hebben de was laten doen en ik kocht T-shirts met opschrift Cabo Verde.

 
                                          van die kleine vooraan kocht ik een T-shirt

Veel mensen hier kennen Rotterdam, sommigen hebben zelfs op Katendrecht gewoond. Thuis heb je het over die Kaap Verdianen als een probleem voor Katendrecht, hier is het  heel anders… Straks loop ik met mijn T-shirtjes op de Afrikaandermarkt en praat ik met Kaap Verdianen over dit prachtige land.

 

donderdag 22 november 2012

De vliegende vis



Ik zit in de ochtendzon een boek van Nico Dijkshoorn te lezen, als 10 meter naast de boot een groep vliegende vissen uit het water komt. Ze glinsteren in de zon en duiken weer in het water. Even later weer zo’n groepje. Ze blijven komen.

Wat is het nut nou voor een vis om te kunnen vliegen? Volgens mij heeft het geen enkel nut en zijn het gewoon pretentieuze beesten. Komen ze een vis tegen van een andere soort, dan zeggen ze: “We waren vanochtend nog een paar keer boven. Het zag er zo mooi uit, joh. Ikzelf houdt zo van die wolkenpartijen. Ken je die?” Dat vragen ze, terwijl ze heel goed weten, dat de andere soorten nooit hun kop boven water steken. Behalve de makreel dan, die gisteren door een vent in een zeiljacht aan de haak werd geslagen. Gelukkig zag de sukkel er tegen op de makreel te villen en gooide hem weer terug.

Vliegende vissen zijn bekakte opscheppers. Laat ze samen naar Barbados zwemmen en vliegen. Daar is vliegende vis een specialiteit, als paté of gefrituurd.

En zwemmende vogels dan? Zoals eenden, koeten en aalscholvers. Zijn ook niet pretentieus? Kunnen die zich ook niet gewoon bij het vliegen houden? Nee dus. Die hebben hun voedsel in het water zitten, zo heeft de Lieve Heer dat bedacht. En als die vogels bovenkomen, dan zie je ook aan ze dat ze het eerder een straf vinden, zo te moeten duiken, dan dat ze zich er op laten voorstaan.
Maar het komt door Darwin, wil u zeggen. Nee, de bodem van de Binnen Rotte ligt vol met fietsen, maar heeft zich daar de fietsende vis ontwikkeld? En een fietsende vis zou onder water blijven, dat is logischer dan dat gevlieg.
 
Toen ik de genua-boom aan het opruimen was, zag ik een paar kleine vliegende visjes op het dek liggen. Bij de derde vliegles had de juf gezegd: "Het waait wel hard daarboven, maar dat geeft niet. Je valt altijd terug in het water en dan zwem je weer terug naar deze golf." Het visje nam een sprong, werd met de wind meegenemen en plofte op het dek van een grijs zeiljacht. Al stervend spreidde het zijn vleugeltje nog uit om te laten zien dat het kon vliegen. Het zijn opscheppers, hoe klein ze ook zijn.
Het boek, waar was ik gebleven Nico?
 

 

Oversteek naar Cabo Verde



Woensdag  14 november om 12 uur ’s middags zijn we vertrokken, uitgezwaaid door de achterblijvende Nederlanders. Er was weinig wind voorspeld, maar aanvankelijk gaan we toch 5 knopen op een halve wind. Later in de middag valt de wind weg en begint het verwachte dobberen. Als de wind tegen de nacht weer oppakt, besluiten we, tegen onze eigen regels in, geen rif te steken. Er komt toch geen harde wind. Nou, dat viel tegen: harde wind en regenbuien. Door ruimer te varen gaat het allemaal goed. Later is het helder en dan zien we heel veel sterren. Als je eens laat uit de kroeg komt en je kijkt omhoog, dan denk je: wat veel sterren. Nou er zijn er drie keer zoveel. Ook veel vallende stellen, maar er zijn er toch genoeg. Een groen licht schuift achter ons langs, een andere zeilboot dus. Dan vaart het de verdere nacht aan bakboord met ons op. Als het licht is, zien we dat het een dwarsgetuigde tweemaster is, alle zeilen op behalve de bezaan. We steken nu achter haar langs en lopen aan bb-zijde voorbij. Het verbaast ons, dat we zoveel harder gaan.

De volgende dag om 12 uur hebben we 90 mijl afgelegd, met zo weinig wind toch een goed begin. Elke dag om 12 uur gaat de computer aan en zien we hoeveel we hebben afgelegd.

We kijken intensief uit naar dolfijnen en walvissen. Iedereen ziet ze, maar wij zien nooit niks.

De tweede dag is zonnig met meer wind. Als tegen donker de wind wegvalt, zetten we de motor aan. Om 3 uur gaat de motor uit en varen we een tijdje 0 knopen. We hebben ons uit een pikdonker stuk gemoterd (niet prettig om recht in een zwarte muur te varen) en krijgen meer zicht. Voor het eerst zien we het licht van een boot. Het is wit en gaat aan en uit. Het blijft op dezelfde plek (net als wij) en ik begin het aantal seconden aan/uit te tellen. Alsof er midden op de oceaan een vuurtoren zou zijn ….. waarschijnlijk is het een visser, die hebben grote schijnwerpers aan als ze aan het binnenhalen zijn.

De derde dag begint bewolkt en zonder wind. Later komt er wind en zetten we de genaker op. Dat is een hoop gedoe met lijnen, die om elkaar heen zitten. Het duurt een tijd, op de Grevelingen waren we ondertussen al bij de dijk geweest, maar nu hebben we de tijd. Als de genaker staat gaan we als een speer.

 Ik probeer weerkaartjes via de sat-telefoon binnen te halen, maar dat wil niet lukken. Wel kan ik Maciek bellen en hij geeft me later alle weerinfo. Bedankt. (De volgende dag lukt het wel Gribfiles down te loaden).

Om half zeven gaat de zon onder (blijft mooi om te zien) en om half acht komt hij weer op (ook mooi om te zien). Dus je vaart een hele tijd in het donker. En dan heb ik ook nog het idee dat de dagen korter zijn.

Na 24 uur hebben we 200 mijl afgelegd en heb ik Nachttrein naar Lissabon voor de helft gelezen. Het boek heb ik van Raoul gekregen, die heeft daar gewoond. Een magistraal boek. Als ik het uit heb geef ik het weer aan iemand of zet het in het ruilkastje van het havenkantoor. Er is altijd een plankje Nederlands.  Je ziet nu alle zeilers met  e-books rondlopen, vroeger ging je met je uitgelezen boeken in je bijboot naar een andere boot om te ruilen. Nu vraag je of ze een stick met 300 boeken willen downloaden. Maar ze hebben al 3000 boeken.

De  derde nacht gaan we met één rif met gemiddeld 6 knopen op een koers van 230 ° ( 215 ° is de ideale koers, maar de wind gaat nog naar het NO). Ons nieuwe wachtschema is Rommy 21h-00h, Gerard 00h-03h, Rommy 03h-06h en Gerard 06h-09h. Dan maakt Rommy het ontbijt en overdag hebben we geen schema. Wel houden we in de gaten, dat één van ons tweeën om de 20 minuten de horizon afspeurt. Voor je het weet vaar je ergens tegenop. Hoewel, we hebben na de eerste dag alleen maar twee vogels gezien.

’s Nachts zetten we een eierwekker steeds op 20 minuten. Dan kijken we rond en checken de koers. We varen op een windautomaat, dus met een ingestelde hoek met de wind. Als de wind draait, dan draaien we mee.  Soms kijk ik binnen op de GPS nog even naar de COG (course over ground) en SOG (speed over ground). Het verschil met de kompaskoers en de snelheid door het water (die je bij het roer meet) wordt bepaald door het zijdelings afdrijven van de boot, de kompasafwijking en de stroom. Op de Zeevaartschool hebben we van meneer Wever heel goed geleerd dat uit te rekenen, maar we kijken nu op de GPS.

De derde dag is de lucht eerst vol cumulus-wolken. De vaart blijft er goed in en om 12h hebben we 305 mijlen afgelegd.  En we zitten bijna op de rechte lijn naar Cabo Verde.

Nog steeds geen boot of walvis gezien. Niks, nada. Op de kaart staat, dat we hier in een scheepvaartroute zitten. Nou, als dit een scheepvaartroute is, dan is de Botersloot ook een scheepvaartroute. Nada.

We gebruiken nu de zoutwaterkraan voor het omspoelen en het koken van eieren. We houden zo meer zoet water over. En we bedienen de kranen met een voetpomp, dat scheelt weer elektriciteit. De was doen we eerst met zout water.

 

De vierde dag en vijfde dag zijn kopieën van de derde dag, een rustige NO-wind, bewolking en hoge deining. De snelheidsmeter geeft circa 5 knopen en de dieptemeter meldt knipperend een verontrustende diepte van 0,8 m. Dat kan betekenen, dat we door een laag modder aan het ploegen zijn en een nieuwe Waddenzee hebben ontdekt. Die gaat dan Mar d’Annalena heten en wij worden beroemd. Of het is hier te diep voor dieptemeter en wijst hij de scheiding met de warme bovenlaag aan. Of er zwemt constant een dikke vis voor de dieptemeter, of een onderzeeër. Je krijgt zo van die gedachten als je lang op zee bent…

Soms denk ik, dat we op een vergeten stuk zee zijn terecht gekomen en we hier zullen verdwalen. Al drie dagen niets gezien, behalve golven en wolken. Van die gedachten krijg je dan dus.

Na vijf dagen varen, moeten we nog 250 mijl. Er komt schot in de zaak.

De vijfde nacht is weer met een sterrenhemel. Je zag meer vallende sterren, dan bij Celebrities on Ice. De wind blijft met Bft 5 uit het NO waaien. We maken 5,5 knopen gemiddeld. Na zes dagen nog 160 mijl te gaan. Als we zo door gaan, komen we over 32 uur aan. Zou om 8 uur ’s avonds zijn, plaatselijke tijd 7 uur.

Gisteren nog een makreel gevangen Maar hij was aan de kleine kant en heb hem teruggegooid. Rommy heeft de CD uit mijn Bongo lesboek op mijn Ipod gezet. Als ik elke dag oefen, kan ik op de Cariben meedoen.
 
We komen inderdaad om half zeven LT aan in Mindelo. Het laatste stuk ging als een speer. Nog een blauwe vis van ca 60 cm gevangen, maar bij het binnenboord halen schoot hij toch los van de haak. Als ikme  in het havenkantoor aanmeld, zien we Irma en Raoul met hun opstapper Guido lopen. We hebben bij hen aan boord de champagne gedronken, die we hadden gekocht om de oversteek te vieren. Het werd nog zeer gezellig. Toen we terug liepen naar onze boot, wisten we niet of zo slingerden van 7 dagen deining of van de wijn en champagne.
 

woensdag 14 november 2012

Dos Kilos


 

“Dos kilos de questa jamon por favor”, zeg ik mijn ItaloSpaans. U bedoelt zeker twee ons, zegt de mevrouw van de slagerij. “No, vamos in nostra barco a America” Dan is het begrijpelijk en krijgen we uitgebreid uitleg, hoe de ham aan te snijden en te bewaren. Alleen voor zo’n mooie ham zou je de oversteek maken.
 
Zondag een beetje terneergeslagen de dag door gelummeld, maar vandaag was een productieve dag. Rommy ging de mast in om touwtjes tussen de stepjes en de zijstagen te binden. Bij het losbreken van de giek wilden we de giek ophangen aan de grootzeilval, maar die zat drie keer achter de stepjes geslagen. Op de Grevelingen draaien we dan met de wind mee en krijgen hem dan wel los, maar in drie meter hoge golven heb je niks te draaien.

 
Van Thomas, de Zwitserse zeilmaker, twee gebruikte boordlichten gekocht en gemonteerd. Ze maken niet precies de voorgeschreven hoek van 135 graden, maar ze geven prachtig rood en groen licht. Geen LED, de boordlichten gebruik je alleen bij draaiende motor en dan heb je stroom genoeg voor gloeilampen. Geeft toch een warmere uitstraling naar de andere boten.
Andy, de Beierse metaalmeister (de echte ondernemers hier zijn nooit Spanjaarden), heeft de strip weer aan de mast geklonken. Van Andy een handvol M5 moertjes gekregen, ik zat zonder doordat een ketting van M5 moertjes in Cherbourg in de mast is verdwenen.

We hebben onze nieuwe genua gehesen en er nieuwe schoten aangezet. Het zeil ziet er prachtig uit. Dank aan Marc Kickert van M-Sails.

Morgen na het ontbijt vertrekken we. Er staat de eerste dagen weinig wind. Als de genaker ook begint te klapperen, halen we alles weg en gaan een boek lezen en een beetje bij bruinen.  In een haven loop je de hele dag met een shirt aan, daar wordt je wit van..

Het was geweldig, dat verschillende mensen langskwamen om ons verhaal te horen en hulp aan te bieden. Je zeilt niet alleen.
Nogmaals: tot over circa 6 dagen.

zondag 11 november 2012

Pech

PANG! We hoorden een metalen klap, maar zagen eerst niet waar het vandaan kwam. Toen zag Rommy de giek naast de mast hangen. De strip waarin het lummelbeslag van de giek wordt geschoven was van de mast gebroken.

Het was rond 16 uur, we waren 20 mijl gevorderd, de andere Nederlanse boten waren nog in zicht. We hadden het grootzeil net gezet met één rif. Met een halve genua voeren we voor een bakstagwind 5 knopen. De wind was niet hard, maar de golven waren 3 meter. De stuurautomaat deed haar werk en we gingen net tevreden zitten.

Op het zelfde moment, dat het gebeurde voer Paul vlak achter ons bijna op een grote potvis. De gesprekken op kanaal 77 gingen over de potvis en het weer verderop, toen ik er tussendoor kwam met de melding van de afgebroken giek en dat we terug gingen naar La Gomera. In La Gomera zit Andy, een Duitse metaalmeister en 6 dagen doorvaren zonder grootzeil was geen goed idee.

                                                                          de strip

Op de motor terug tegen de golven in ging eerst moeizaam, maar toen we dichter bij La Gomera kwamen ging het beter. Om 21 uur legden we aan op dezelfde plaats waar we al 7 dagen hadden gelegen. De mensen van de Mare Liberum stonden ons al op te wachten, ze hadden het nieuws al op kanaal 16 en op de korte golf gehoord. Iedereen is meelevend, de boten om ons heen gisteren en vandaag de mensen hier.

We gaan vandaag gebruiken om het nieuwe voorzeil er op te zetten en het boeglicht na te kijken. Aanvankelijk deed dat licht het gisteren niet en hadden we het 3 kleurig toplicht aan gedaan (mag eigenlijk alleen als je zeilt). Ineens ging hret boeglicht toch branden. Wel iets om even na te kijken. Verder nog genoeg klusjes om de zondag door te komen, morgen meteen naar Andy.

                                                  de mast met de 10 afgebroken popnagels

Alles gaat een keer stuk zei Irma laatst. Wat kan er nog stuk, dacht ik, alles behalve de romp en de mast is vernieuwd. De mast dus.

                                                  daar liggen we weer, links zesde boot

We komen al weer bij van de tegenslag en richten ons op de klussen en het weer volgende week. Het zal goed komen.

vrijdag 9 november 2012

Klaar voor de oversteek?

"Wanneer gaan jullie? Morgen was het plan.. En die wind halverwege dan?? Nou dat valt wel mee en hij is van achteren, dan vaar je er 5 knopen van af. Maar de golven bouwen zich wel op! Zullen we ook maar een dag wachten, Jan? Ze gaan allemaal zaterdag... Wat maakt een dag uit op een heel jaar."
Zo gonzen de gesprekken op de Nederlandse steiger ( ze hebben ons allemaal bij elkaar gelegd).

Het wordt tijd om naar de Kaap Verden te vertrekken. Rommy had uitgezocht, dat zaterdag de beste dag was om te vertrekken. Ondertussen hebben alle boten deze conclusie getrokken..

Weer veel klussen gedaan (hangnetten voor voedsel, batterij-monitoren aangesloten, klep van de bakskist gerepareerd en de voorraden aangevuld. Alle apparatuur (Epirb, sart, GMDS-marifoon, DSC) gecontroleerd en het bed in de achtercabine vrijgemaakt.   Ook nog naar de kapper geweest.                                                  
De spanning neemt toe, op alle boten is men dezelfde soort dingen aan het doen. De watertanks worden gevuld, de rubberboten worden weggeborgen en de verstaging wordt bijgespannen. Men deelt kaartjes uit met telnummers en e-mailadressen. We zien elkaar weer op de Kaap Verden of de Carieb.

Dit is het weerbeeld van as zondag, de rode pijltjes betekenen 20 tot 25 knopen wind, een kleine Bft 6. Tegen de tijd, dat wij daar zijn is die wind daar al minder. Lastig zullen de hoge golven van achteren zijn. Het wordt misschien een sportieve overtocht. (We varen dus van de eilandjes rechtboven naar de eilandjes linksonder, een afstand van 850 zeemijl)

 
 
Morgen nog wat eten inkopen (Spaanse ham) en regelen, dat het pakketje wordt teruggestuurd. Uitklaren kan op het kantoor van de Marina.

 
Rommy heeft de helft van het serie-zeeanker nu klaar. Het is een lijn met 120 kleine rode parachuutjes, die de boot kunnen stilleggen of afremmen. Het werkt veel geleidelijker dan één groot zeeanker. We gaan het onderweg testen.
 
Over 7 tot 9 dagen hoort u weer van ons, als we een cafe met wifi kunnen vinden. Adios..

woensdag 7 november 2012

Lynn is jarig

                                       Wij feliciteren Lynn vanaf de versierde Annalena

dinsdag 6 november 2012

veilig varen

Regelmatig onderhoud
 
 
                                                           Zorgvuldig navigeren

zondag 4 november 2012

La Gomera


Gisteren een reünie van vijf Nederlandse boten aan boord van de Flying Circus, met Heineken en Old Amsterdam. Het was gezellig. De haven van San Sebastian de La Gomera lijkt een verzamelpunt voor boten, die niet met de ARC meegaan. De ARC is de georganiseerde oversteek vanuit Las Palmas de Gran Canaria met zo'n 200 boten. Voor het vertrek op 24 november zijn er party's en workshops. Onderweg geeft men elke dag zijn positie door. Maar veel zeilers vinden het idee om met 200 boten tegelijk uit te varen niet zo aantrekkelijk. En dat gekwek op de radio ..


Behalve de Nederlanders kennen we hier Fransen, Engelsen, Finnen uit vorige havens (mensen denken soms, dat we de hele tijd alleen op een klein bootje zitten, maar we hebben hier meer sociale contacten dan in Rotterdam). We hoorden van verschillende mensen, dat de Annalena nog een dag lang door Radio Las Palmas is opgeroepen. Die mensen dachten, dat er iets met ons was gebeurd. We lagen toen al in San Miguel met de radio uit. Het geeft wel naamsbekendheid..

De Marina La Gomera is beschut door hoge bergen en het stadje is vriendelijk. Een oud deel met mooie straatjes en een modern deel met goede architectuur. Geen grote supermarkten of chandlers (voor de overstekers essentieel), wel veel kappers, ijzerhandels en Chinese bazaars.

Columbus vertrok van hier en het kerkje waar hij zijn laatste gebeden voor de oversteek deed staat er nog. Het heeft Columbus wel geholpen.

 
Normaal staat hier een NO wind onder invloed van het Azoren Hoog, maar nu komen er al een week depressies over met regen en ZW wind. Dat betekent, dat we hier nog wel even liggen. De nieuwe batterij voor de laptop is door Lex naar hier verstuurd, daar wachten we ook nog op. Maar als dan de N wind opsteekt gaan we aan de oversteek naar Cabo Verde beginnen.

 
Op zondagmorgen een stuk langs de kust gelopen. De foto geeft het niet goed weer, maar het ging daar 200 m stijl naar beneden. En allemaal losse stenen, moeten ze een bordje bij zetten.



                   

vrijdag 2 november 2012

Technische rubriek van Gerard 3: Wat zit er op het rek?



 
 
Op de foto met de toren van Hassan in Rabat op de achtergrond zie je het rek. Het dient allemaal ergens voor, maar het is ook leuk om ze te hebben.
Het meest opvallend is de windgenerator. "Wat levert zo'n ding nou aan stroom?", vraagt men altijd. Nou, niet veel. Alleen als er veel wind is of als we hard varen, dan komt er zo'n 2 tot 3 Ampere uit. Dat is dus bij 12 Volt rond de 30 Watt. Hij maakt goed wat hij aan schaduw werpt op het zonnepaneel. Hij draait wél 24 uur. De zonnepanelen geven als de zon recht boven staat wel 6 Ampere, maar 's nachts dus niks. De grote verbruikers zijn de koelkast , die altijd aan staat, en de computer en het beeldscherm, die onder het varen aan staan (elk 15 Watt). De verlichting(LED) en de apparatuur vergen niet veel. Alleen de radar en de ankerlier vreten stroom, maar die gebruik je niet vaak en doorgaans met de motor aan. De dynamo van de motor levert 55 Amps, dus die vult de 2 accubatterijen van elk 130  Ah snel bij in geval van nood. We hebben nog een kleine noodbatterij van 30 Ah bij de radio staan.
 Overigens gaan bij de oceaanoversteek de koelkast, de PC en het scherm uit. Er is toch geen vers voedsel om te koelen en waar je bent is eenvoudig op de GPS te zien. Misschien, dat we één keer per dag het scherm aanzetten om grote schepen met de AIS te zien. Dan zetten we ook de marifoon aan. Kunnen we een weerbericht vragen en even een stem horen.
Dan hebben we rechts de radardome. Stel je niet te veel voor van een jachtradar. Je ziet de kust en grote schepen, plastic jachten zonder goede reflector (dus de meesten) varen vlak langs zonder dat je ze gezien hebt. Aanvaring- afstanden uitzetten, zoals we dat op school hebben geleerd gaat op zo'n klein ding niet.
Links achter op de foto (stuurboord) zie je de navtex antenne. Die ontvangt fax-berichten over weer, navigatie en veiligheid, die de kuststations 1 of 2 keer per dag uitzenden. De navtex moet wel aan staan tijdens de uitzending. Het bereik van de navtext uitzendingen is vaak byzinder groot door de reflectie door atmosferische lagen.
Daar voor staat een kleinere antenne, dat is de GPS antenne. Dat iseen  geweldig ding, het geeft je positie op een paar meter nauwkeurig. Je kunt je boot ook zichtbaar maken op de electronische kaart, dan zie precies waar je bent. Je kunt routes uitzetten, aankomsttijden berekenen en nog veel meer. We doen dat alles echter met de navstick, een usb stick die we met plakband op de klok hebben geplakt. Deze stick bevat ook alle zeekaarten van de wereld (CM93). We hebben nog een zgn GSM-muis, die je ook in een usb-ingang van de computer prikt. Ook daarmee zie je jezelf varen op een zeekaart.
Midden achter staat de antenne van de sateliettelefoon. Daarmee kunnen we ieder nummer bellen viade  sateliet en ook e-mails en weerkaarten ophalen. Dat laatste gaat niet snel, maar het werkt.
Rechts, achter de radar-antenne zit nog een GPS-antenne, die is verbonden met de AIS. Het AIS-systeem geeft via de grote staafantenne in het midden onze gegevens door aan andere schepen. Wij ontvangen alle gegevens van andere schepen (positie, vaart, koers, bestemming, naam, grootte). Maar vooral het uitrekenen van de CPA (closest point of  approach) is erg gemakkelijk, je ziet op welke afstand je elkaar gaat passeren en wanneer. Is de CPA nul, dan lig je op aanvaringskoers. De AIS antenne dient ook via een splitter als antenne voor onze tweede marifoon en als antenne voor de AM/FM radio,
We hadden onze WIFI antenne nog een plaatsje kunnen geven, maar de ontvangst van WIFI kan soms erg verbeteren, door de antenne iets te verplaatsen. Dat kan niet als de antenne vast op het rek zit. Voor betere ontvangst hijs ik die antenne vaak in de vlaggelijn.
Boven in de top van de mast zit de antenne voor de eerste marifoon, een Furuno met DSC (automatisch uitzenden van noodsignalen)
 
De GPS hebben we ook nog in draagbare uitvoering, evenals de marifoon.
 
Voor in het reddingsvlot hebben ook nog een waterdichte marifoon, een EPIRB en een SART. De EPIRB zendt onze positie uit in geval van nood. De SART versterkt de radarweerkaatsing, zodat ze ons kunnen vinden met een reddingsboot of helicopter.
 
Dit was alles met een antenne. Behalve dan de televisie-antenne boven in de mast, maar die gebruiken we nooit. Toch een hele voorraad electronica.
 
 

Geen blog vandaag


Nog twee dagen Tenerife


Nadat we de andere oorden van Engels massatoerisme in het zuiden hadden gezien, vonden we San Miguel alsnog een mooi plaatsje. Niet zo massaal en geen pretparken maar golfbanen. We hadden onze orca Morgan nog kunnen zien, die zit hier in een acquapretpark.
 
                                                                     kust bij San MIguel

Er kwam harde wind en veel regen, dus huurden twee dagen een auto. Bij de Lidl voorraden ingeslagen. Sta je met 80 blikjes pils, 24 pakken appelsap en 10 zakken pinda’s bij de kassa.          Naar de hoogste berg, El Teide gereden, steenkoud daarboven. Een surrealistisch landschap van rode rotsen. Over de bergrug naar het Noorden door dichte bossen.

                                                                            berglandschap

Beneden lag La Laguna, een oude universiteitsstad met koloniale huizen. Langs de kust terug, dwars door Santa Cruz (nog één keer langs het auditorium van Calatrava). Een lege gasfles naar het vulstation van DISA gebracht (ze vullen je 5 kg fles even tussendoor voor € 8,64).  In Santa Cruz waren we het hoofdkantoor van DISA binnengelopen, de receptionisten spraken geen Engels, maar er kwam een manager van de bovenverdieping. Ze printten zelfs een kaartje voor ons uit.  We recommend DISA for butagas. De Los Gigantos bekeken, enorm hoge rotsen aan de westkant van het eiland.

                                                                 La Laguna in de regen

Een bevestiging gemaakt om een helmstok-stuurautomaat de arm van de Windpilot te laten bewegen. Voordeel is, dat we dan met weinig energie (stroom) het stuurwiel kunnen bedienen in zwaar weer, als de stuurwielautomaat het niet meer trekt. De Windpilot is een geniaal stukje techniek, dat ik nog graag een keertje uitleg.

                                                                           Los Gigantes
De motor pompte pas na enkele minuten koelwater. De zelfaanzuigende werking schoot tekort. Dat kan maar twee dingen betekenen: aandrijfsnaar te slap of impeller versleten. Snaar aangespannen en hij pompt weer meteen. De motor is voor de oversteek niet het belangrijkste, maar in noodgevallen moet hij het meteen doen.

                                                                Santa Cruz

Als het slechte weer voorbij is getrokken, steken we over naar La Gomera. Een afstand van 28 nautische mijlen, waarschijnlijk met weinig wind. De Duitser met het drijvende vakantiehuis en twee Engelse heren in een Contest gaan ook die kant op.