donderdag 27 juni 2013

No blog today (18)


Vertrek uit Horta

Het weer voor de komende 7 dagen ziet er goed uit. Hier op de Azoren is de wind Oost. Dat maakt het moeilijk om naar de andere eilanden te varen. Maar de Engelse en Franse kusten zijn ook de moeite waard. We gaan het havengeld betalen, tanken en dan varen we 4 dagen pal Noord. Daarna kunnen we aan de noordkant van het hoog naar het Oosten gaan. Als de voorspellingen kloppen. Het 1200 nM, daar rekenen we 12 dagen voor. Dus over 12 dagen hoort u weer van ons..


woensdag 26 juni 2013

Horta

 

     “Port of Horta***, Built in 1876 is the principal port-of-call for many transatlantic yachts. The seawall is of special interest, as it is covered with hundreds of paintings and messages left by seatravellers who call in at the port.”

Aldus de toeristische gids. We zijn hier dus zelf een bezienswaardigheid. Verder is er het café Sport, volgens sommigen het mooiste café van de wereld. Hemingway had er zijn vaste plek, maar zo zijn er nog wel meer. Ik bedoel café’s waar Hemmingway een vaste plek had.

 
Recht tegenover ligt het eiland Pico. Een flauw oplopende berg van 3000m, de top in de wolken.


We zijn net voor sluitingstijd (of eigenlijk een kwartier na sluitingstijd, maar we zijn niet in Nederland), om een aandrijfriem voor de stuurautomaat te kopen. Met zoveel haast koop je dus de verkeerde. Dinsdag ruilen, want maandag is het feest van St Joa. We wandelen door Horta, kijken in de kerk naar het begin van een mis (ziet er vreemd uit, maar de mensen doen alsof het heel gewoon is) en eindigen in café Sport. Aan de balken en aan de wand hangen honderden vlaggetjes van zeilboten, die hier geweest zijn. We herkennen die van de Eendracht. Dan zie ik achter Rommy tussen alle vlaggetjes het bekende geel-blauw met een krab. De vlag van wsv Herkingen!!  Met de tekst  “ Minor 2012 Tjebbe Pauli ”


Aan boord doe ik nog wat klussen en Lola en Life uit Kopenhagen komen  in de dinghy voorbij varen. Ze komen aan boord en we hebben een gezellige avond.

Ik tel 130 masten hier in de haven. En Lola vertelde, dat er vorige week nog meer boten lagen. Het is dus niet erg uniek, zo’n Atlantische oversteek. Desalniettemin is het voor ons een unieke ervaring .



Later komt de Quies 2 van Jan Willem en Atti tegenover ons liggen. We hebben elkaar veel gezien in Spanje en voor het laatst in Santa Cruz op Tenerife. Ze zijn een tijd terug geweest in Nijkerk. Atti had haar been gebroken, Jan Willem had zijn enkel verstuikt. Verder was alles goed.


 
We nemen de bus van 11.45 uur, die het eiland rond gaat. Het is de enige bus, dus je kunt niet uitstappen. Met de Schotten achter ons gezeten, zien we prachtige uitzichten, groene hellingen. Op de Oostpunt staat een vuurtoren achter een hoge rots. Dat komt omdat in 1975 een vulkaanuitbarsting voor een nieuwe punt aan het eiland heeft gezorgd. Na twee uur zijn we weer terug in Horta.


                                          de vulkanische landuitbreiding

Bij Mid Atlantic Yacht Service zijn de goede aandrijfriemen binnen gekomen. We monteren nog een val voor de kotterstag bij de tweede zaling. Op de kade staat een busje van Jean Pierre Repair. We spreken eerst Engels, maar hij blijkt een Vlaming te zijn. Morgen brengt hij een nieuwe stopkabel voor de Yanmar.

We kijken naar de weerkaarten. Er ligt een hoge druk gebied tussen de Azoren en Engeland. Als we morgen of overmorgen drie dagen naar het Noorden varen komen we in de Westelijke wind ten Noorden van het Hoog. Dan kunnen we voor de wind naar het Kanaal varen. Dat is voorlopig het plan. Morgen de klussen afmaken, tanken en verse waren inslaan.
 
 
In de ochtend is er een mail van Coen. Zij liggen op Pico, hier tegenover. Dat is voor ons ook een optie.

zondag 23 juni 2013

No blog today (15)

                                
                                          voor het eerst een vrouw op no blog today.....

zaterdag 22 juni 2013

In Europa (Flores)



Kwieje kwieje djee, kwieje kwieje djee. Met een verstopte neus en heel overdreven. Zo gaan hier een soort meeuwen de hele avond tekeer. Bij zonsopgang ook nog een uurtje. In het haventje van Lajes (spreek uit… dat weet u wel) liggen zo’n twintig zeilers, die straks door willen naar het vaste land van Europa. Veel Fransen, die gebrekkig Engels praten, Amerikanen, een Schot, een Fin. De Nederlandse boten Mero en Indira zijn vertrokken. We hebben ze veel gezien en een paar keer samen gegeten.



De havenmeester rekent je eerste nacht niet. Boven, halverwege het dorp is een pizzeria waar je ’s avonds de meeste zeilers terug vindt. Ook Jaap en Harrie. De boot van Jaap staat hier al twee jaar op de kant. Hij kent het eiland inmiddels goed. Morgen gaat hij weer in het water…




Ik ben op mijn verjaardag overstelpt door drie gelukwensen. We hebben met alweer een Nissan Micra het eiland rond gereden en ‘s avonds in het beste restaurant van Lajes gegeten. Vandaag waren er twee koeien geslacht, de medaillon smolt op je tong. Als dessert 10 soorten kaas van de Azoren. Lekker. Ik kreeg ook nog een T-shirt van het eiland. Het was een prachtige dag.



Vanuit deze haven beginnen of eindigen de zeilschepen hun oversteek naar of van Bermuda of St Maarten. Dan maak je een schildering op de kademuur. Dat had ik altijd al willen doen. We hebben een logo, dat door de Groningse kunstenaar Martin Hoekstra voor ons is gemaakt. Dat prijkt nu op de kademuur van Lajes.




Flores is landelijk en beeldschoon. Alles is groen, veel watervallen en lagunes. En kleurige bloemen langs de weg. De velden worden afgebakend met heggen van blauwe hortensia’s. Hier ooit uit China ingevoerd, nu de nationale bloem. Het is heel dun bevolkt, nu nog 4000 mensen. Maar er is geen werk, dus de jongeren vertrekken. En de prachtige natuur dan? Drie maanden is het mooi weer, daarna regent het pijpenstelen. Het is Zuid Limburg met de oceaan er om heen. De hoogste berg is 900 m, dat is een verschil. En er is niemand. De hele dag zijn we vijf auto’s tegen gekomen. En we hebben 100 km afgelegd. Dat is ook een verschil.




Er zit een nieuwe riem in de stuurautomaat. We hebben nieuwe vissnoer, loodjes en kunstaas. De dieselvoorraad is aangevuld. De navigatieverlichting doet het weer. De vissnoer is uit de windgenerator. De satelliet telefoon werkt. We kunnen morgen beginnen aan de oversteek naar Horta op Faial van 24 uur. De wind is dan nog West, maar erg zwak.




Om 11.00 uur varen we naar buiten. Geen wind. Voor ons de masten van de boten, die eerder uitvoeren. De Fransen roepen op op Ch 16: “Uaiou pour Le Pinguin”. Pinguin vaart naast ons en antwoord niet. Ik ga een nieuwe lijn op de vishengel zetten. Verder is er niks te doen.

 

 

 

dinsdag 18 juni 2013

Aankomst op Flores

Vijf mijl voor Flores komen er dolfijnen. Voor en naast de boot maken ze hoge sprongen. Tot veertig meter van de boot zien we overal dolfijnen. Op deze overtocht kregen we elke dag wel een paar keer dolfijnen langs, gespikkelde, gestreepte en langneuzige, maar nooit zo veel. Het is waar welkom spektakel.
Als we havenhoofd ronden staan Coen, Mette, Mats en Jule daar te zwaaien. Nog meer welkom..
De tocht heeft 15 dagen geduurd.



We vertrekken op 2 juni van Bermuda:

Het uitklaren en het tanken duurt langer dan gedacht. Er gaan veel boten weg. Om 11 uur melden we Radio Bermuda, dat we vertrekken en verwachten over 17 dagen in Flores aan te leggen. We bedanken voor de assistentie en hij wenst ons een goede reis.

We varen achter de Witchcraft, de Vaia Lobi en de Mero. We houden elkaar op de hoogte, maar aan het eind van de dag zijn ze buiten VHF bereik. Er is ook een Nederlands korte golf netje. Onze ontvangst is echter slecht. Het weer is schitterend. Een kalme zee en een matige ZO wind.

De koers is 70 ⁰. De bedoeling is om bij de 38ste breedtegraad te geraken. We varen dan met een boog naar de Azoren. Ten westen van de Azoren ligt bijna altijd een hogedruk gebied. Daar is het windstil. De rechtstreekse route (rhumbline route) betekent veel dagen op de motor. Zoveel diesel hebben we niet  aan boord. Ten noorden van de 40ste breedtegraad komen de depressies langs (we zien een zware storm in aantocht op de weerkaart), die later over Engeland en Nederland gaan. Dus het is zaak niet te laag en niet te hoog te varen.



De nacht is regenachtig. We krijgen de wind meer van achteren. De windpilot houdt de boot niet meer op koers. De elektrisch stuurautomaat doet het niet meer. In de ochtend zetten we de boom uit en dan kan de windpilot het wel aan. We hebben 140 nM afgelegd.

De eerste dagen zijn lastig. Het is nog zo heel ver. Het weer voor de tweede helft is nog onbekend. We zijn nog niet gewend aan het ritme van drie uur slapen en drie uur wacht. Het schommelen is doodvermoeiend. Na vier dagen komen we in het ritme. Dan denken we:  gewoon rustig doorgaan en dan kom je er vanzelf een keer.

Er zijn weer problemen en storingen. De genua wil halverwege niet meer naar binnen, het touw van de rol klemt zichzelf vast. Dus naar voren, de boel met de hand dichtdraaien en het touw er winding voor winding uit halen. En dat bij golven die zo af en toe over het dek spoelen. Het probleem met de elektrische stuurautomaat is weer een gebroken aandrijfriem. Bij weinig wind halen we het stuurwiel los en repareren de riem met een canvas strip en bisonkit. Later breekt de beugel die de spinakerboom omhoog houdt. Popnagelen op een stampend voordek is niet aantrekkelijk, dus maken we met twee harpjes en een slangenklem een constructie. Tenslotte is er het probleem met het downloaden van gribfiles. Na veel pogingen lukt het soms. We hebben daarom Bas via sms gevraagd naar een weerbericht. Hij geeft de nodige informatie voor de komende 7 dagen. Werkt prima.




De wind is de eerste dagen zuidelijk en later westelijk. Dat betekent halve wind varen of voor de wind. Meestal waait het rond de 4 Bft. Soms wat meer, soms wat minder. Allemaal heel plezierig. De dagafstanden zijn tussen de 90 en 140 nM. We doen bijna alles met de windpilot stuurautomaat. Het is een hele kunst hem in de goede stand te krijgen, maar het gaat steeds gemakkelijker.

Op dag vijf komt er een groep dolfijnen langs. Ze blijven niet lang. We varen op dat moment maar 3,5 Kts, zeker te langzaam. Het zijn gespikkelde dolfijnen. Het  Nederlandse korte golf netje kunnen we half verstaan. We horen de posities van de schepen. Aan het eind vangen we het advies op voor “de achterblijvers” om op de 36e breedtegraad te blijven. Een passerend containerschip verteld ons, dat de tropical storm boven Florida op de 40e graad zal langstrekken. We besluiten naar het zuiden af te buigen. In de ochtend passeren we de 37e graad en zien een groot zeiljacht aan stuurboord oplopen. We besluiten een boom op de genua te zetten om meer vaart te maken en langer in de buurt van het jacht te blijven. Ik trek de genua  naar het uiteinde van de boom. Met een heldere TAK breekt de boom. Het uiteinde wordt door de genuaschoot als een afgeschoten onderbeen door het water getrokken. Het ander stuk steekt nutteloos naar buiten. We staan allebei te vloeken, ik op het voordek, Rommy achter het stuurwiel. “Alles gaat verdomme stuk”. Maar we hebben nog de grote passaatboom op het dek liggen. Ik maak een bevestiging om hem vast te zetten en het werkt eigenlijk prima. Het zeiljacht naast ons was ons tijdens deze consternatie aan het oproepen. Als de passaatboom goed staat, roep ik ze op. Het is de Lila, een charterschip met bemanning uit St Maarten en een Zuid Afrikaanse kapitein. We krijgen een weerbericht en we wensen elkaar “goede vaart”. Een half uur later roept hij ons op en raadt ons af verder naar het zuiden af te zakken. We zitten tegen het hogedruk gebied aan en zouden weldra zonder wind komen. De depressie die overkomt op 40 graden zal 15 tot 20 knopen wind geven op deze hoogte. We volgen zijn advies.


De wind valt inderdaad wel mee. Maar de golven. Drie tot vier meter hoog, de windpilot loopt er telkens uit. Ik vind het niet leuk meer.  Waren we toch maar naar 36⁰ gegaan. Die nacht komt er niets van slapen. De volgende ochtend met een zonnetje er bij is mijn  angst weggezakt. Het is nu veel sturen om de hele grote golven op te vangen. Op de Navtex heeft het Hurrican Center de tropical storm Andrea (ze beginnen met de A) omgedoopt tot een ”Post Tropical Storm”. Het orkaan seizoen is begonnen, goed dat we naar Europa gaan.

 
We zien hier zeilende kwallen, maar andere dan in Nederland. Ze hebben een soort vin, die boven water uitsteekt en op de wind drijven ze weg. Ook zag ik een groot wit ei op de vlotje van takken. Een vogel was bezig zich uit het ei te werken. Maar het kan ook wat anders geweest zijn..

Inmiddels zitten we in de zuidkant van wat eerst Andrea was. Windkracht 6 en golven van 4 meter. Als het even wat harder waait, sturen we met de hand. Met de stroom er bij maken we 6 tot 7 knopen. We zien uit naar het moment dat de wind afneemt en naar het noorden draait. Weer komt een groep dolfijnen langs. Nu we zo hard gaan blijven ze in onze boeggolf zwemmen. Het is altijd geweldig om te zien.

 
De hele dag zijn er nog hoge golven en harde wind. Tegen de avond begint de wind van ZW naar W te draaien. Dat betekent dat de kern ons is gepasseerd.  Heel snel gaat de wind  naar het noorden, we zetten het grootzeil naar stuurboord. Maar dan wordt het stil. Bijna geen wind meer. De genua zou van de boom af moeten. Maar het is al donker, het is een zwaar ding en ik heb hem er voor het eerst op. We besluiten hem te laten staan en met een te wijd staande genua te varen. We moeten de hele nacht zelf sturen. In de regen. Als het licht wordt haal ik de boom er af. De zon komt door en we drogen onze kleren. Het wordt een mooie zeildag. Het vrachtschip Golden Beiing (op weg naar Rotterdam) vertelt ons, dat we nog vier dagen hetzelfde weer kunnen verwachten. Nog twee keer komen dolfijnen een tijdje mee zwemmen. De eerste keer blijft een grote groep 20 m achter de boot om elkaar heen zwemmen. Het lijkt of de jonkies even rond de boot mogen spelen, terwijl de rest van de familie wacht. De laatste keer zijn het tuimelaars. Ze springen en laten zich dan op de zij op het water vallen. Dat plenst lekker.


 ‘s Nacht is het niks met de wind. We zetten de motor bij. In de ochtend maak ik van de windstilte gebruik om het stuurwiel er af te halen en nogmaals de aandrijfriem van de stuurautomaat met canvas en bisonkit te repareren. Als we nou niet op de knopjes van de automaat drukken om de koers bij te stellen, maar de automaat even uit doen, met de hand bijsturen en dan de automaat weer aan. Dan komt het geplakte stuk van de riem niet bij het tandwiel van de aandrijving. Hoop ik.. 

’s Middags weer goede wind. Met de genaker gaan we als een lier. Voor de nacht zetten we de genua en een tweede rif. Dat blijkt ook nodig, we gaan nog steeds meer dan 6 knopen. In de ochtend is het weer rustig. Om 06.30 uur zwemt een groep tuimelaars een half uur mee. We beginnen het gewoon te vinden. Als Rommy is uitgeslapen halen we het tweede rif er uit, ik zet de boom en met de zeilen over twee kanten gaan we dan 5 knopen. Het is nog 489 nM naar de Azoren. De koers is recht op Flores aan ( de VOG is bijna gelijk aan de VMG naar Flores). Het stralende dag, rustig voor de wind, de windpilot doet het werk. Ik doe wat klussen en we lezen. We lezen een boek per dag, een e-book dus. Ik herlees alles van Hermans, Mulisch, Brakman en Karel van het Reve. Verder makkelijke boekjes van Brusselmans, Koch, Simenon, le Carré en Fortsyth. Ik geniet erg van Mc Ewans “Solar” (al zijn boeken zijn opgedragen aan “Annalena”).

Een dag later hebben we goede ontvangst van het Nederlandse korte golf netje. We horen dat we nog 4 dagen een mooie ZW wind kunnen verwachten. Het begint 14 juni met een dag met wat meer wind, daarna is het nog 360 nM te gaan.

De hengel staat altijd uit. Eén keer brak de lijn, maar daarna is er niets meer gebeurd. We eten al een week uit blik.




Bij het weghalen van het tweede rif komt de vislijn in de windgenerator. Het lukt niet de snoer uit de molen te krijgen. Op het randje van de reling gaan staan bij een sterk schommelend schip midden op de oceaan is niet verstandig. De generator draait niet meer, maar de komende twee dagen kunnen we zonder. Weinig wind van achteren levert toch geen stroom op. 

De nacht is pikdonker. Met de kompasverlichting voor je, zie je zelfs het grootzeil niet. Rond de boot is alles zwart, geen horizon, geen sterren, niks. Dan een  mooie ochtend, de wind ruimt. Daardoor moeten we aan de wind varen. We maken geen vaart meer. Met motor en grootzeil varen met een Franse tweemaster aan bakboord richting Flores. De nieuwe vislijn is er ook al weer af. Een zeer grote vis. De gerepareerde aandrijfriem van de stuurautomaat heeft het niet gehouden. Op de Azoren een nieuwe zien te krijgen. Nog 139 nM. Blauwe lucht, weinig wind. Het Azoren Hoog..
We varen een nacht en een dag op de motor. Om de beurt sturen we. Zeer vermoeid komen we op Flores aan. Waar de dolfijnen en de Mero ons verwelkomen.
 

zondag 2 juni 2013

No blog today (17)


Bermuda voor het laatst


 
Drie dagen langer in Bermuda. Als je ingesteld bent op 17 dagen oceaan, dan is het even omschakelen. Maar verder maakt het allemaal niet uit. Voor de tweede keer met de bus naar Hamilton. We zitten wat rustiger uit het raam te kijken en er vallen nieuwe dingen op. In Hamilton kennen we de weg en ook dan zie je meer. Zoals een winkel met Afrikaanse kunst. Ze laten ons mooie maskers zien van $ 400. Toch maar niet gedaan. In de botanische tuin, met te weinig naambordjes bij de planten en bomen, is een klein kunstmuseum. Er is een tentoonstelling van foto’s van Bermuda vanaf het begin van de fotografie. Ook met oude camera’s. Verschillende modellen heb ik ooit in bezit gehad ( de Agfa Click! ). Een donkere kamer roept veel herinneringen op. We lopen naar de stad. In de supermarkt koop ik Jack Daniels bbq saus en in de watersportwinkel halen we nog 2 kunstazen. Ik vroeg naar baits, maar ze heten lures.


Bermuda is volgebouwd met villa’s. Grote paleizen en kleine cottages. Allemaal met een wit limestone dak. Er zijn forten van 1616 tot 1942. Het is heel mooi, maar ook wat te mooi. Nou ja, we zijn blij het gezien te hebben. En de mensen zijn buitengewoon aardig. Iedereen maakt een praatje. Ze helpen je waar ze maar kunnen. Veel dikke mensen.


Terug maak ik nasi voor het laatste maal met Coen & Jasmin en Freek & Willeke. Het wordt een gezellige maaltijd. We bespreken de hele Nederlandse vloot en halen herinneringen op aan havens en ankerplekken. Maar we doen kalm aan met het bier en de jenever. Morgen moeten we fris zijn.
 
 
Om acht uur nog even vers vlees en groente kopen, dan customs en tanken. Om 10 uren varen we. Als het anker tenminste loskomt.